Vergadering van den Raad der ge meente WIJK, op Donderdag 15 December, des n.m. 3 uur. Voorzitter: Edelachtb. Heer C. B. J. Landweer. Secretaris (waarn.): W. Bouman. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering, de Secretaris leest het formuliergebed, daarna de notulen der vorige verga dering, die worden vastgesteld. Ingekomen stukken: Verzoek van Adrs. Duijster, om een perceeltje dijkglooiing in erfpacht te mogen ontvangen voor het bouwen van een woning. B. en W. stellen voor, op het verzoek in te gaan en de verlangde erfpacht te verleenen voor 29 jaren, te gen een jaarlijksche canon van f5. onder voorwaarde, dat binnen een jaar tot bouwen wordt overgegaan. De heer v. Wijk vraagt, hoe groot het perceeltje is, waarop de Voorzitter antwoordt, dat het 35 meter groot is, de bedoeling van B. en W. is, het pad naar de rivier vrij te laten. Met algemeene stemmen wordt over eenkomstig het voorstel van B. en W. besloten. Verzoek van den veerman D. v. Wijk te Aalburg, om hem weer onderhandsch te verhuren een perceeltje tuingrond en loswal, nabij zijn aanlegplaats. B. en W. stellen voor, op het verzoek in te gaan en het stukje weer voor 2 jaar aan adressant te verhuren voor f6. per jaar, den loswal voor f50.per jaar, onder voorbehoud, dat Ged. St. dit goedkeuren, mochten deze tegen 2 jaar bezwaar hebben, dan zal ver huring voor 1 jaar plaats vinden. De heer v. Wijk merkt op, dat de veerman vraagt om verlaging der pacht prijs, gebeurt dit uit 'n oogpunt, omdat de pacht te hoog is. Vroeger was de pacht voor de loswal f25.per jaar, toen is door het vorige raadslid C. v. Helden gezegd, dat de Boerenbond er meer voor wilde geven, maar dit is toch nog nooit bewezen? De Voorzitter zegt, dat B. en W. verlaging hebben overwogen, doch het College acht het voor v. Wijk veel waard, dat de loswal op zijn naam blijft. De heer v. d. Velden licht toe, dat de Boerenbond meer voor den los wal heeft willen geven, doch Ged. St. wilden daaraan geen goedkeuring ver kenen. Met algemeene stemmen wordt ook dit voorstel van B. en W. aangenomen. Schrijven van Ged. St. over de huur waarde van ambtswoningen, voor ge meente-ambtenaren. Tot heden kon hier voor 12 pCt. der jaarweddden worden gerekend. Ged. St. stellen thans voor, hiervan 15 pCt. te maken. De Voorzitter merkt op, dat het natuurlijk mogelijk blijft hiervan af te wijken. De heer v. Wijk zegt, dat als de Burgemeester een woning krijgt, van deze regeling afgeweken zal moeten worden. De tegenwoordige Burgemees ter zal daarmede genoegen nemen, doch het is de vraag of een eventueel toe komstig Burgemeester dat ook zal doen. De Voorzitter zegt, dat het hier over de vraag gaat of dhrn. 15 pCt. te hoog of te laag achten. De heer v. Wijk zegt, het bedrag de helft te laag <te vinden. De heer Mans is het daarmede eens, 15 pCt. is te laag als de 'exploitatie daar mede niet gedekt wordt. Met algemeene stemmen wordt beslo ten Ged. St. in dezen zin te berichten. Verzoek van een paar pachters van den Eng om voor 1932 vermindering van pacht te mogen ontvangen. B. en W. stellen voor, met het oog op de ongunstige tijdsomstandigheden vermindering van 20 pCt. te verleenen. De heer v. Wijk vraagt, wanneer het land is ingehuurd, waarop de Voorzit ter antwoordt in 1931, de pachters zijn er toen nadrukkelijk op gewezen, om niet te veel te bieden, want dat ze niet om vermindering van pacht bij de ge meente behoefde te komen vragen. De heer v. d. Mooren voelt er niet veel voor vermindering van pacht te geven, 't wordt de pachters erg gemak kelijk gemaakt, ze bieden maar raak en se rieuze pachters worden daardoor uit gesloten, want de eerste die denken], vooruit maar, we krijgen van de: ge meente wel vermindering en gaan daar op rekenen. Spr. las laatst in een raads- verslag, waar het over eenzelfde verzoek ging, dat op een vraag van een raadslid of vermindering van pacht werd gevraagd uit een oogpunt, omdat de huur te hoog was, of dat de men- schen niet betalen konden, werd ge antwoord, dat deze vermindering werd gevraagd, omdat de pacht te hoog was. Om op dit motief vermindering te ge ven. acht spr. verkeerd, kunnen de menschen niet betalen, dan was het nog iets anders, waar het hier echter slechts over een jaar loopt, wil spr. wel met het voorstel van B. en W. accoord gaan. De heer Mans merkt op, dat de per ceeltjes zeer veel in huurwaarde ver schillen, de eerste zijn opgedreven, de laatste niet, daardoor varieeren de prij zen van 15 tot 40 gulden. De Voorzitter zegt, dat menschen de dupe van hun eigen opjagen zijn. De heer v. Wijk is het daarmede eens, wordt het de pachters te duur, dan moeten ze het perceel laten gaan. Jaagt men de perceelen op, dan moet men ook niet bij de gemeente om ver mindering komen vragen. Men moet zelf maar zorgen, dat de pacht niet te hoog wordt. Het land' is pas in 1931 verpacht, men kon toen zeer goed met den crisis rekening houden. De heer v. d. Velden zegt, dat hij in de vergadering van B. en W. dezelfde opmerking heeft gemaakt als de heer Mans, de menschen kunnen hun per ceeltje niet missen en jagen de pacht daardoor tegen elkander op. De heer Bouman acht het voorstel van B. en W. zeer schappelijk- 't geldt hier land- dat 'pas in 1931 is verhuurd en sedert de verpachting is de toestand nog ongunstiger geworden, zoodat ee- nige verlaging wel gewettigd is, doch met 20 pCt. acht spr. dit behoorlijk. Met algemeene stemmen wordt be sloten, alle pachters een vermindering- van 20 pCt. toe te staan. Goedkeuring door Ged. Staten van de door den raad vastgestelde veror dening in verband jmet de artikelen 7 en 9 der woningwet. Nota van aanmerkingen van hetzelfde college gevallen op de gemeentebegroo- ting 1932. De Voorzitter zegt, ,dat alle aanmer kingen slechts van administratieven aard zijn. Spr. vraagt machtiging voor B. en W. om deze nota af te handelen. Wordt verleend. Proces-verbaal van kasopneming bij den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat alles in behoorlijke orde is bevon den. Verzoek van de muziekvereen. On derling Genoegen", om voor hare re petities, inplaats van 1 avond, twee avonden per week de beschikking te mogen hebben, over het gymnastieklo kaal te Aalburg. B. en W,. stellen voor, op het verzoek in te gaan, mits ook voor 2 avonden wordt betaald. De heer Sodderland kan zich met dit voorstel niet vereenigen, hij herinnert zich den tijd, dat in den geheelen om trek niet een muziekvereen. was, nu heeft iedere plaats zijn eigen vereeni- ging, hier heeft 'men er zelfs twee, hij meent- dat 2/3 dezer vereenigingen gevoeglijk gemist kunnen worden. De Voorzitter meent, dat dit ook een opvatting is, hij tis het daarmede echter niet eens, spr. staat op het stand punt, dat het beter is, dat de jongelui nuttig en aangenaam door het beoefe nen van muziek worden bezig gehou- houden, dan dat zij langs straat loopen. Spr. acht een muziekvereeniging vol strekt niet verkeerd. De heer Sodderland vindt het jam mer, dat aan de gelegenheid uitbreiding wordt gegeven. De heer v. Wijk vraagt of te Wijk het gymnastieklokaal onder de zelfde voor waarden te beschikking is als nu wordt voorgesteld voor deze vereeniging, waarop de Voorzitter antwoordt, dat hier dezelfde voorwaarden gelden. Met op een ,na algemeene stemmen wordt hierop 'het voorstel van B. en W. aangenomen. De heer Sodderland stemde tegen. Op verzoek van den heer Zoon, wordt voor het geven van vervolgonderwijs, diens pensioengrondslag vastgesteld. Benoeming hoofd der O.L. school te Aalburg. De Voorzitter deelt mede, dat B. en W. zich genoodzaakt hebben ge zien, voor deze betrekking 2 maal een oproeping te doen. B. en W. hebben zich tijd, noch moeite gespaard, om een naar hunne meening voor Aalburg geschikt Hoofd te krijgen. In overleg met den Inspecteur voor het Lager onderwijs is de navolgende voordracht samengesteld. 1. H. B. Rengersen, El- speet. 2. H. de Boer, Almelo. 3. J. J. A. Leendertse, Biesbosch Werkendam. Vooral de eerste heeft B. en W. uitste kend voldaan en de inlichtingen over hem zijn zeer goed. Spr. hoopt, dat de raad vertrouwen in het college van B. en W. zal toonen, door nummer 1 te benoemen. De heer v. Wijk heeft gehoord, dat benoeming voor 1 Januari gewenscht is, was dit niet .het geval, dan zou spr. het beter vinden, benoeming aan te houden tot een volgende vergadering. De raadsleden moeten nu iemand be noemen, die zij iniet kennen en nog nooit gezien hebben, was er tijd voor, dan konden de sollicitanten zich eerst bij de raadsleden presenteeren ,of kon den deze eerst zelf inlichtingen inwin nen. De Voorzittey zegt, dat B. en W. hebben gemeend, dat zij door de solli citanten in hun klas ,te gaan gade slaan, zich zoo goed mogelijk Jiebben inge licht. Het college vond dit beter, dan dat de sollicitanten hier les kwamen geven, waarop zij zich konden voorbe reiden. Voor het verdere rnoet men afgaan op de i nlichtingen, die de raads leden ook hebben kunnen inzien. De voorbereidende werkzaamheden voorde benoeming van een Hoofd der school, zijn door de wet aan B. en W. opge dragen, de raadsleden zijn echter wel vrij te benoemen wie zij willen. De heer v. Wijk meent, dat als dat zoo is, de raadsleden dan maar alleen ja behoeven te knikken. De heer Roza merkt op, dat er geen tijd is geweest om de raadsleden de gelegenheid te geven een onderzoek in te stellen, vrijdag j.l. is met den Inspecteur in een persoonlijk onder houd eerst overeenstemming bereikt over de voordracht. Spr. voelt evenwel 't bezwaajf van den heeir v. Wijk. De heer v. d. Velden zegt, dat B. en W. hebben getracht om voor Aalburg een hoofd te zoeken, die niet alleen in de school, doch ook daarbuiten in alle opzichten in den smaak der Aalburg- sche ingezetenen zal vallen. De heer Mans verklaart, het volle vertrouwen in B. en W. te stellen, hij dankt het college voor de moeite, dat het zich heeft getroost om een goed hoofd der school te krijgen. De Voorzitter zegt, dat B. en W. meenen, die in nummer één der voor dracht gevonden te hebben. De heer Sodderland vraagt of het B. en W. ook bekend is, tot welk kerkge nootschap no. 1 behoort, waarop de Voorzitter antwoordt- tot de Ned. Herv. Kerk. Met algemeene stemmen wordt hier op de heer H. B. Rengersen benoemd. De Voorzitter dankt hierop den raad voor het vertrouwen, dat hij in B. en W. heeft gesteld, 'wij zullen hopen, al dus spr., dat Aalbuurg een goed hoofd der school krijgt. Benoeming van een lid van het Bur gerlijk Armbestuur, wegens periodieke aftreding van den heer K. v. d. Mooren. B. en W. bevelen ter benoeming naast den aftredende aan, de heer R. v. Sui- üehem. Met op een na algemeene stemmen wordt de heer K. v. d. Mooren herbe noemd, een stem was in blanco* uit gebracht. Benoeming van een lid van de Com missie van Toezicht op het Lager On derwijs, wegens periodieke aftreding van den heer A. v. d. Heuvel. Naast den aftredende bevelen Bi. en W. ter benoeming aan, den heer v. Wonder- gem. i De heer A. v. d. Heuvel wordt met algemeene stemmen herbenoemd. Vaststelling begrooting voor het Bur gerlijk Armbestuur. Wordt in ontvangst en uitgaaf met algemeene stemmen vastgesteld op f3527.50. Als subsidie uit de gemeen tekas is een bedrag van f3500.ge raamd. Voorstel van B*. en W. tot wijziging der gemeentebegrooting 1932. Met algemeene stemmen wordt tot de voorgestelde wijziging besloten. Met algemeene stemmen wordt een verordening op het agentschap der ar beidsbemiddeling vastgesteld. Met algemeene stemmen wordt tot agent der arbeidsbemiddeling benoemd, de heer M. de Graaff. Op de vraag van den heer v. d. Moo ren of het niet een belang voor de ge meente is, de benoeming van tijdelij- ken aard te doen zijn, op 'toogenblik heeft een agent voqr de arbeidsbemid deling wel veel werk en verdient hij de f 150.voor het ambt, doch in normale tijden is er voor hem geen werk, antwoordt de Voorzitter, dat de wet tot de aanstelling van een agent verplicht, de raad 'heeft evenwel ten allen tijde het recht, het salaris te wij zigen. In dit salaris draagt het rijk 2/5 bij. Met algemeene stemmen wordt hier op de jaarwedde vastgesteld op f 150. Voorstel van B. en W. inzake belas- tingverhooging. De Voorzitter geeft een uiteenzetting over de financieele positie der gemeen te, die dit jaar belangrijk is achteruit-i gegaan. Tot heden 'is dit jaar voor werkverschaffing en steun en armen zorg reeds een bedrag van flO.OCO. uitgegeven, wat voor een gemeente als deze buitengewoon veel is, waardoor het geheele batige saldo is opgeslokt. De belastingen zijn hier nog op geen hoog peil, daarin moet noodwendig verandering worden gebracht. Hoe B. en W. ook hebben overlegd en hoe vervelend zij het vinden, vooral in de zen tijd met een voorstel tot verhoo ging te komen, de omstandigheden noodzaken er toe. Het rijk draagt tot heden slechts 35 pCt. bij in werkver schaffing en steun, worden de belastin gen verhoogd, dan draagt ook het rijk tot een hooger bedrag bij. De gemeente verkeerd ook door de nieuwe finantiee- le verhouding tusschen rijk en gemeen te in een ongunstige positie, hier wordt slechts een uitkeering van f4.45 per in gezetene ontvangen, terwijl deze uitkee ring in doorsnee f 11bedraagt, er zijn gemeenten die f20 en f25. er is zelfs een die een uitkeering van f45.per ingezetene ontvangt. Spr. gelooft wel, dat in deze een herziening moet plaats vinden, dit ziet men in den Haag ook in. maar tot heden zit men hier mede. B. en W. stellen voor, de opcenten op de fondsbelasting te verhoogen van 35 -op 80 en voor de vermogensbelasting van 25 op 50, waardoor een hoogere ontvangst van f3100 wordt verkregen. De heer v. Wijk vraagt, waaraan de lage uitkeering ligt, is dit omdat men hier te weinig schuld heeft. De Voorzitter antwoordt- dat dit niet het geval is, De uitkeering wordt be rekend naar de uitgaven voor politie, onderwijs en armenzorg over de jaren '27. '28 en 29, in welk tijdvak daarvoor in deze gemeente weinig is uitgegeven, daarom is de factor hier laag. Ge meenten waar veel bijzondere scholen zijn en veel voor het onderwijs! is uitge geven, krijgen een hooge uitkeering. Gemeenten die zuinig zijn geweest worden nu de dupe, een mooi voor beeld daarvan heeft men aan Heusden. De heer v. Wijk zegt. dat hij ook hier heeft aangedrongen zuinig te zijn en hij heeft B. en W. dank gebracht voor hun goed beheer. De heer Mans merkt op, dat nu een premie wordt gegeven op wanbeheer. De Voorzitter zegt, dat men dit in den Haag ook heeft gevoeld. De heer v. d. Velden meent, dat als men hier een nieuw" raadhuis had ge bouwd en een nieuwe begraafplaats had aangelegd en royaal had geleefd, dat dan een hoogere uitkeering zou hebben genoten, doch dit was niet in het belang 'der ingezetenen. De heer v. d. Mooren merkt op, dat als men nu een hoogere uitkeering verkreeg, de ingezetenen daarvoor de vorige jaren een 'hoogere belasting had den moeten betalen. De heer v. Wijk! vraagt of niet met een lager percentage kan worden vol staan, waarop de Voorzitter ontken nend antwoordt. B. en W. hebben de zaak van verschillende 'kanten bekeken. Dhr. v. d. Mooren vraagt of er geen an dere bronnen zijn, waaruit hoogere ont vangsten zijn te halen. Bij het nazien der begrooting meende Ide commissie, dat dit wel mogelijk was, doch waar de begrooting sluitend wa's zonder be- lastingverhooging, heeft de commissie daar niet op aangedrongen. Er zijn b.v. de ambtenaren c'ie in een goeie po i ie verkeeren, tegenover vele andere inge zetenen, deze ambtenaren konden best zelf voor hun pensioen zorgen. De Voorzitter mmerkt op, dat de re geering het voornemen /heeft, verhaal algemeen toe te igaan passen, daarbij levert verhaal slechts 'een paar honderd gulden op. De heer v. d. Mooren acht het in de huidige omstandigheden niet noo- dig, daarop te blijven wachten. De wethouders hebben steeds de grootste zuinigheid betracht, maar lm en heeft liier toch altijd meer belasting betaald dan b.v. in Veen. 'Spr. wil B. en W. geen verwijt maken, maar de werkver schaffing en steun hebben hier meer gekost, dan wel noodig was geweest, werkeloos zijn wordt ,zoo langzaam aan ook een beroep. Vroeger gingen van hier arbeiders naar Tiengemeten, dit jaar heeft hij wel arbeiders uit Aalst en Ncderhemert daarheen zien gaan, doch geen enkel uit Aalburg, Wijk en Veen. Men heeft hier .zelfs arbeiders van el ders moeten halen om bij de boeren te werken. De Voorzitter geeft toe, dat B. en W. tot de overtuiging zijn gekomen, dat er personen geweest zijn,,' die weiger den om te werken, omdat de loonen te laag waren. ,Er zijn personen ge weest, die f 8.50 'steun kregen en voor f9.niet wilden gaan werken, ge lukkig waren er dit .slechts weinigen. De heer v. d. Mooren heeft er niets tegen, dat de menschen die zonder werk zijn worden geholpen ,en daar voor belasting betaald wordt, maar er is ook niets tegen, dat zij als zij kunnen verdienen, al is het,slechts één gulden dit behooren te doen.i De heer v. d. Velden geeft een' toe lichting en' deelt mede, ,dat de geval len, waarop de heer v. d. Mooren' doelf^ zijn voorgekomen in het tijdvak toen de Burgemeester afwezig was. De be trokken landbouwer wilde echter de beste arbeidskrachten tegen het loon van een jeugdig arbeider. De heer v. Wijk ,zou als men niet wil werken, de steun inhouden. De Voorzitter zegt, dat dit ook met een 4-tal personen is gebeurd. De heer v. d. Mooren zag gaarne, voordat het voorstel van B. en W. wordt aangenomen, dat door.een com missie wordt onderzocht of .dekking van het tekort niet op een andere manier mogelijk is. De heer Bouman vraagt of de heer v. d. Mooren ook feiten kan noemen, spr. heeft de overtuiging, dat B. en W. geen andere mogelijkheid zien. De heer v. d. Mooren zegt, dat (bij het Commissieonderzoek is gewezen op de hondenbelasting, deze lijkt nergens op-, als de menschen een plezierhond hou den, moeten ze daarvoor ook maar be talen, spr. acht Tiet "T beste, dat de commissie, die de begrooting heeft on derzocht en toen 'van oordeel was, dat uit sommige bronnen nog wel iets meer was te halen of op posten was te bezuinigen, een en ander eerst nogeens onder de oogen ziet. De heer v. Wijk voelt daar niets voor. De Voorzitter wijst naast .den heer v. d. Mooren eerst aan de heeren Sod derland en v. Wijk. De heer Sodderland zag liever een ander aangewezen, terwijl ook de heer v. Wijk zich niet bereid verklaart. De Voorzitter wijst hierop de hee ren Bouman en Roza aan. De heer 'Roza acht het een bezwaar, dat met zijn persoon in het college van B. en W. wordt terecht geko men, die een en ander reeds onder de oogen hebben gezien. Hij meent even wel .dat een raadslid door het aan vaarden van zijn ambt ook de daaraan verbonden verplichtingen op zich heeft genomen. Als de Voorzitter dus een lid aanwijst om in de een af andere commissie zitting te nemen, heeft zoo'n raadslid dit te accepteeren. De heeren Sodderland en Bouman verklaren zich hierop bereid, met den heer v. d. Mooren een commissie te vormen, die zal -nagaan of misschien, op andere wijze het tekort is te dek ken. Rondvraag. De heer v. d. Mooren heeft iets voor de rondvraag, dat hij echter liever in besloten vergadering wil behandelen. De heer v. Wijk zegt, dat kosten zijn gemaakt voor het plaatsen der bor den voor de komaanwijzing der ge meente, zonder dat de raad daar iets van weet. De Voorzitter zegt, dat Ged. St. de kom hebben aangewezen, daarom moes ten borden worden -geplaatst, misschien dat met iets goedkoopere borden aan het verlangen van Ged. St. ook te vol doen ware geweest. De heer v. Wijk acht dit niet ge wenscht, was de gemeente tot plaat sing verplicht, dan moeten deze bor den ook maar zoo goed mogelijk zijn. De heer Bouman Wijst op de wen- schelijkheid, om de sloot naast de be graafplaats en het {gemeentehuis te dempen, men krijgt dan een mooie weg- verbetering. Grond is nu genoeg te krijgen, tengevolge van het graven van het afwateringskanaal. De Voorzitter acht dit een goed denk beeld. B. en W. zullen nagaan, in hoe verre het te verwezenlijken i,s. De heer v. Wijk vraagt of het ge meentebestuur ook niet met het polder bestuur in overleg kan treden om de weg bij Van Bergeijk en de wed. Duizer nu gelijk 'te maken. De Voorzitter belooft, dat B. en W. ook dit onder -de oogen zullen zien. De heer v. Wijk informeert, wat tnet den grond gebeurt, die buitendijks van het Korenzand wordt afgenomen, voor het graven van den mond van het kanaal. De heer v. d. Velden zegt, dat B. en W. van plan 'zijn er het lage gedeelte van het Korenzand 'mee op te hoogen. De heer Bouman vestigt de aandacht op het wegspoelen 'van den grond langs de rivier, misschien was het daar een geschikte gelegenheid om den grond te brengen. De Voorzitter zegt, 'dat B. en W. ook dit met de commissie zullen bespre ken. De heer Mans meent, dat het nu tijd is den Ebsloot te! doen graven, waar op de Voorzitter antwoordt, dat het water hiervoor tot beden te hoog was, zoodra het mogelijk ïs, zal met gra ven worden begonnen. De openbare vergadering wordt hier op gesloten, waarop ide raad overgaat in geheime zitting. v. WELL. Zaterdagavond gaf de gemengde zangvereen. „Semper Crescendo" alhier in „Ons Huis" haar groote winteruitvoe- ring. De Eere voorzitter de WelEd. heer VI. Jansen, tevens directeur, opende den avond door de donateurs en aanwezigen zijn hartelijken dank te brengen voor de verleende steun en talrijke opkomst, waar na men aan de afwerking van het gramma begon. De zangnummers werden, gezien de vele jonge krachten, verdienstelijk uitge voerd. Het komische gedeelte werd door de heeren Fredriks en van Keulen uit Tiel met een beschaafd programma uit gevoerd en werd door het publiek met veel aandacht gevolgd. Tot slot *werd nog gezongen het Wil helmus. Daarna dankte de directeur de aanwe zigen en de vereeniging en in het bij zonder het duo Fredriks en van Keulen die allen lof verdienden. Bij de Herv. Kerk alhier is tot ouderling herkozen de heer M. Groene- veld Azn. en gekozen tot diaken de heer A. van Loon, in de plaats van N. van Hees, die als zoodanig heeft bedankt. —O—

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1932 | | pagina 4