Vergadering van den Raad der ge
meente WIJK, op Donderdag 15
December, des n.m. 3 uur.
Voorzitter: Edelachtb. Heer C. B. J.
Landweer.
Secretaris (waarn.): W. Bouman.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergadering,
de Secretaris leest het formuliergebed,
daarna de notulen der vorige verga
dering, die worden vastgesteld.
Ingekomen stukken:
Verzoek van Adrs. Duijster, om een
perceeltje dijkglooiing in erfpacht te
mogen ontvangen voor het bouwen van
een woning. B. en W. stellen voor, op
het verzoek in te gaan en de verlangde
erfpacht te verleenen voor 29 jaren, te
gen een jaarlijksche canon van f5.
onder voorwaarde, dat binnen een jaar
tot bouwen wordt overgegaan.
De heer v. Wijk vraagt, hoe groot
het perceeltje is, waarop de Voorzitter
antwoordt, dat het 35 meter groot is,
de bedoeling van B. en W. is, het pad
naar de rivier vrij te laten.
Met algemeene stemmen wordt over
eenkomstig het voorstel van B. en W.
besloten.
Verzoek van den veerman D. v. Wijk
te Aalburg, om hem weer onderhandsch
te verhuren een perceeltje tuingrond
en loswal, nabij zijn aanlegplaats. B.
en W. stellen voor, op het verzoek in
te gaan en het stukje weer voor 2 jaar
aan adressant te verhuren voor f6.
per jaar, den loswal voor f50.per
jaar, onder voorbehoud, dat Ged. St.
dit goedkeuren, mochten deze tegen
2 jaar bezwaar hebben, dan zal ver
huring voor 1 jaar plaats vinden.
De heer v. Wijk merkt op, dat de
veerman vraagt om verlaging der pacht
prijs, gebeurt dit uit 'n oogpunt, omdat
de pacht te hoog is. Vroeger was de
pacht voor de loswal f25.per jaar,
toen is door het vorige raadslid C. v.
Helden gezegd, dat de Boerenbond er
meer voor wilde geven, maar dit is toch
nog nooit bewezen?
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
verlaging hebben overwogen, doch het
College acht het voor v. Wijk veel
waard, dat de loswal op zijn naam
blijft.
De heer v. d. Velden licht toe, dat
de Boerenbond meer voor den los
wal heeft willen geven, doch Ged. St.
wilden daaraan geen goedkeuring ver
kenen.
Met algemeene stemmen wordt ook
dit voorstel van B. en W. aangenomen.
Schrijven van Ged. St. over de huur
waarde van ambtswoningen, voor ge
meente-ambtenaren. Tot heden kon hier
voor 12 pCt. der jaarweddden worden
gerekend. Ged. St. stellen thans voor,
hiervan 15 pCt. te maken.
De Voorzitter merkt op, dat het
natuurlijk mogelijk blijft hiervan af te
wijken.
De heer v. Wijk zegt, dat als de
Burgemeester een woning krijgt, van
deze regeling afgeweken zal moeten
worden. De tegenwoordige Burgemees
ter zal daarmede genoegen nemen, doch
het is de vraag of een eventueel toe
komstig Burgemeester dat ook zal doen.
De Voorzitter zegt, dat het hier over
de vraag gaat of dhrn. 15 pCt. te hoog
of te laag achten.
De heer v. Wijk zegt, het bedrag de
helft te laag <te vinden.
De heer Mans is het daarmede eens,
15 pCt. is te laag als de 'exploitatie daar
mede niet gedekt wordt.
Met algemeene stemmen wordt beslo
ten Ged. St. in dezen zin te berichten.
Verzoek van een paar pachters van
den Eng om voor 1932 vermindering
van pacht te mogen ontvangen.
B. en W. stellen voor, met het oog
op de ongunstige tijdsomstandigheden
vermindering van 20 pCt. te verleenen.
De heer v. Wijk vraagt, wanneer het
land is ingehuurd, waarop de Voorzit
ter antwoordt in 1931, de pachters zijn
er toen nadrukkelijk op gewezen, om
niet te veel te bieden, want dat ze niet
om vermindering van pacht bij de ge
meente behoefde te komen vragen.
De heer v. d. Mooren voelt er niet
veel voor vermindering van pacht te
geven, 't wordt de pachters erg gemak
kelijk gemaakt, ze bieden maar raak en se
rieuze pachters worden daardoor uit
gesloten, want de eerste die denken],
vooruit maar, we krijgen van de: ge
meente wel vermindering en gaan daar
op rekenen. Spr. las laatst in een raads-
verslag, waar het over eenzelfde
verzoek ging, dat op een vraag van een
raadslid of vermindering van pacht
werd gevraagd uit een oogpunt, omdat
de huur te hoog was, of dat de men-
schen niet betalen konden, werd ge
antwoord, dat deze vermindering werd
gevraagd, omdat de pacht te hoog was.
Om op dit motief vermindering te ge
ven. acht spr. verkeerd, kunnen de
menschen niet betalen, dan was het
nog iets anders, waar het hier echter
slechts over een jaar loopt, wil spr.
wel met het voorstel van B. en W.
accoord gaan.
De heer Mans merkt op, dat de per
ceeltjes zeer veel in huurwaarde ver
schillen, de eerste zijn opgedreven, de
laatste niet, daardoor varieeren de prij
zen van 15 tot 40 gulden.
De Voorzitter zegt, dat menschen de
dupe van hun eigen opjagen zijn.
De heer v. Wijk is het daarmede
eens, wordt het de pachters te duur,
dan moeten ze het perceel laten gaan.
Jaagt men de perceelen op, dan moet
men ook niet bij de gemeente om ver
mindering komen vragen. Men moet
zelf maar zorgen, dat de pacht niet te
hoog wordt. Het land' is pas in 1931
verpacht, men kon toen zeer goed met
den crisis rekening houden.
De heer v. d. Velden zegt, dat hij in
de vergadering van B. en W. dezelfde
opmerking heeft gemaakt als de heer
Mans, de menschen kunnen hun per
ceeltje niet missen en jagen de pacht
daardoor tegen elkander op.
De heer Bouman acht het voorstel
van B. en W. zeer schappelijk- 't geldt
hier land- dat 'pas in 1931 is verhuurd
en sedert de verpachting is de toestand
nog ongunstiger geworden, zoodat ee-
nige verlaging wel gewettigd is, doch
met 20 pCt. acht spr. dit behoorlijk.
Met algemeene stemmen wordt be
sloten, alle pachters een vermindering-
van 20 pCt. toe te staan.
Goedkeuring door Ged. Staten van
de door den raad vastgestelde veror
dening in verband jmet de artikelen 7
en 9 der woningwet.
Nota van aanmerkingen van hetzelfde
college gevallen op de gemeentebegroo-
ting 1932.
De Voorzitter zegt, ,dat alle aanmer
kingen slechts van administratieven aard
zijn. Spr. vraagt machtiging voor B.
en W. om deze nota af te handelen.
Wordt verleend.
Proces-verbaal van kasopneming bij
den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt,
dat alles in behoorlijke orde is bevon
den.
Verzoek van de muziekvereen. On
derling Genoegen", om voor hare re
petities, inplaats van 1 avond, twee
avonden per week de beschikking te
mogen hebben, over het gymnastieklo
kaal te Aalburg. B. en W,. stellen voor,
op het verzoek in te gaan, mits ook
voor 2 avonden wordt betaald.
De heer Sodderland kan zich met dit
voorstel niet vereenigen, hij herinnert
zich den tijd, dat in den geheelen om
trek niet een muziekvereen. was, nu
heeft iedere plaats zijn eigen vereeni-
ging, hier heeft 'men er zelfs twee,
hij meent- dat 2/3 dezer vereenigingen
gevoeglijk gemist kunnen worden.
De Voorzitter meent, dat dit ook
een opvatting is, hij tis het daarmede
echter niet eens, spr. staat op het stand
punt, dat het beter is, dat de jongelui
nuttig en aangenaam door het beoefe
nen van muziek worden bezig gehou-
houden, dan dat zij langs straat loopen.
Spr. acht een muziekvereeniging vol
strekt niet verkeerd.
De heer Sodderland vindt het jam
mer, dat aan de gelegenheid uitbreiding
wordt gegeven.
De heer v. Wijk vraagt of te Wijk het
gymnastieklokaal onder de zelfde voor
waarden te beschikking is als nu wordt
voorgesteld voor deze vereeniging,
waarop de Voorzitter antwoordt, dat
hier dezelfde voorwaarden gelden.
Met op een ,na algemeene stemmen
wordt hierop 'het voorstel van B. en
W. aangenomen. De heer Sodderland
stemde tegen.
Op verzoek van den heer Zoon, wordt
voor het geven van vervolgonderwijs,
diens pensioengrondslag vastgesteld.
Benoeming hoofd der O.L. school
te Aalburg.
De Voorzitter deelt mede, dat B.
en W. zich genoodzaakt hebben ge
zien, voor deze betrekking 2 maal een
oproeping te doen. B. en W. hebben
zich tijd, noch moeite gespaard, om
een naar hunne meening voor Aalburg
geschikt Hoofd te krijgen. In overleg
met den Inspecteur voor het Lager
onderwijs is de navolgende voordracht
samengesteld. 1. H. B. Rengersen, El-
speet. 2. H. de Boer, Almelo. 3. J. J.
A. Leendertse, Biesbosch Werkendam.
Vooral de eerste heeft B. en W. uitste
kend voldaan en de inlichtingen over
hem zijn zeer goed. Spr. hoopt, dat
de raad vertrouwen in het college van
B. en W. zal toonen, door nummer 1
te benoemen.
De heer v. Wijk heeft gehoord, dat
benoeming voor 1 Januari gewenscht
is, was dit niet .het geval, dan zou
spr. het beter vinden, benoeming aan te
houden tot een volgende vergadering.
De raadsleden moeten nu iemand be
noemen, die zij iniet kennen en nog
nooit gezien hebben, was er tijd voor,
dan konden de sollicitanten zich eerst
bij de raadsleden presenteeren ,of kon
den deze eerst zelf inlichtingen inwin
nen.
De Voorzittey zegt, dat B. en W.
hebben gemeend, dat zij door de solli
citanten in hun klas ,te gaan gade slaan,
zich zoo goed mogelijk Jiebben inge
licht. Het college vond dit beter, dan
dat de sollicitanten hier les kwamen
geven, waarop zij zich konden voorbe
reiden. Voor het verdere rnoet men
afgaan op de i nlichtingen, die de raads
leden ook hebben kunnen inzien. De
voorbereidende werkzaamheden voorde
benoeming van een Hoofd der school,
zijn door de wet aan B. en W. opge
dragen, de raadsleden zijn echter wel
vrij te benoemen wie zij willen.
De heer v. Wijk meent, dat als dat
zoo is, de raadsleden dan maar alleen
ja behoeven te knikken.
De heer Roza merkt op, dat er geen
tijd is geweest om de raadsleden de
gelegenheid te geven een onderzoek
in te stellen, vrijdag j.l. is met den
Inspecteur in een persoonlijk onder
houd eerst overeenstemming bereikt
over de voordracht. Spr. voelt evenwel 't
bezwaajf van den heeir v. Wijk.
De heer v. d. Velden zegt, dat B. en
W. hebben getracht om voor Aalburg
een hoofd te zoeken, die niet alleen in
de school, doch ook daarbuiten in alle
opzichten in den smaak der Aalburg-
sche ingezetenen zal vallen.
De heer Mans verklaart, het volle
vertrouwen in B. en W. te stellen, hij
dankt het college voor de moeite,
dat het zich heeft getroost om een
goed hoofd der school te krijgen.
De Voorzitter zegt, dat B. en W.
meenen, die in nummer één der voor
dracht gevonden te hebben.
De heer Sodderland vraagt of het B.
en W. ook bekend is, tot welk kerkge
nootschap no. 1 behoort, waarop de
Voorzitter antwoordt- tot de Ned. Herv.
Kerk.
Met algemeene stemmen wordt hier
op de heer H. B. Rengersen benoemd.
De Voorzitter dankt hierop den raad
voor het vertrouwen, dat hij in B. en
W. heeft gesteld, 'wij zullen hopen, al
dus spr., dat Aalbuurg een goed hoofd
der school krijgt.
Benoeming van een lid van het Bur
gerlijk Armbestuur, wegens periodieke
aftreding van den heer K. v. d. Mooren.
B. en W. bevelen ter benoeming naast
den aftredende aan, de heer R. v. Sui-
üehem.
Met op een na algemeene stemmen
wordt de heer K. v. d. Mooren herbe
noemd, een stem was in blanco* uit
gebracht.
Benoeming van een lid van de Com
missie van Toezicht op het Lager On
derwijs, wegens periodieke aftreding
van den heer A. v. d. Heuvel. Naast
den aftredende bevelen Bi. en W. ter
benoeming aan, den heer v. Wonder-
gem. i
De heer A. v. d. Heuvel wordt met
algemeene stemmen herbenoemd.
Vaststelling begrooting voor het Bur
gerlijk Armbestuur.
Wordt in ontvangst en uitgaaf met
algemeene stemmen vastgesteld op
f3527.50. Als subsidie uit de gemeen
tekas is een bedrag van f3500.ge
raamd.
Voorstel van B*. en W. tot wijziging
der gemeentebegrooting 1932.
Met algemeene stemmen wordt tot
de voorgestelde wijziging besloten.
Met algemeene stemmen wordt een
verordening op het agentschap der ar
beidsbemiddeling vastgesteld.
Met algemeene stemmen wordt tot
agent der arbeidsbemiddeling benoemd,
de heer M. de Graaff.
Op de vraag van den heer v. d. Moo
ren of het niet een belang voor de ge
meente is, de benoeming van tijdelij-
ken aard te doen zijn, op 'toogenblik
heeft een agent voqr de arbeidsbemid
deling wel veel werk en verdient hij
de f 150.voor het ambt, doch in
normale tijden is er voor hem geen
werk, antwoordt de Voorzitter, dat de
wet tot de aanstelling van een agent
verplicht, de raad 'heeft evenwel ten
allen tijde het recht, het salaris te wij
zigen. In dit salaris draagt het rijk
2/5 bij.
Met algemeene stemmen wordt hier
op de jaarwedde vastgesteld op f 150.
Voorstel van B. en W. inzake belas-
tingverhooging.
De Voorzitter geeft een uiteenzetting
over de financieele positie der gemeen
te, die dit jaar belangrijk is achteruit-i
gegaan. Tot heden 'is dit jaar voor
werkverschaffing en steun en armen
zorg reeds een bedrag van flO.OCO.
uitgegeven, wat voor een gemeente als
deze buitengewoon veel is, waardoor
het geheele batige saldo is opgeslokt.
De belastingen zijn hier nog op geen
hoog peil, daarin moet noodwendig
verandering worden gebracht. Hoe B.
en W. ook hebben overlegd en hoe
vervelend zij het vinden, vooral in de
zen tijd met een voorstel tot verhoo
ging te komen, de omstandigheden
noodzaken er toe. Het rijk draagt tot
heden slechts 35 pCt. bij in werkver
schaffing en steun, worden de belastin
gen verhoogd, dan draagt ook het rijk
tot een hooger bedrag bij. De gemeente
verkeerd ook door de nieuwe finantiee-
le verhouding tusschen rijk en gemeen
te in een ongunstige positie, hier wordt
slechts een uitkeering van f4.45 per in
gezetene ontvangen, terwijl deze uitkee
ring in doorsnee f 11bedraagt, er
zijn gemeenten die f20 en f25. er is
zelfs een die een uitkeering van
f45.per ingezetene ontvangt. Spr.
gelooft wel, dat in deze een herziening
moet plaats vinden, dit ziet men in
den Haag ook in. maar tot heden zit
men hier mede. B. en W. stellen voor,
de opcenten op de fondsbelasting te
verhoogen van 35 -op 80 en voor
de vermogensbelasting van 25 op 50,
waardoor een hoogere ontvangst van
f3100 wordt verkregen.
De heer v. Wijk vraagt, waaraan de
lage uitkeering ligt, is dit omdat men
hier te weinig schuld heeft.
De Voorzitter antwoordt- dat dit niet
het geval is, De uitkeering wordt be
rekend naar de uitgaven voor politie,
onderwijs en armenzorg over de jaren
'27. '28 en 29, in welk tijdvak daarvoor
in deze gemeente weinig is uitgegeven,
daarom is de factor hier laag. Ge
meenten waar veel bijzondere scholen
zijn en veel voor het onderwijs! is uitge
geven, krijgen een hooge uitkeering.
Gemeenten die zuinig zijn geweest
worden nu de dupe, een mooi voor
beeld daarvan heeft men aan Heusden.
De heer v. Wijk zegt. dat hij ook
hier heeft aangedrongen zuinig te zijn
en hij heeft B. en W. dank gebracht
voor hun goed beheer.
De heer Mans merkt op, dat nu een
premie wordt gegeven op wanbeheer.
De Voorzitter zegt, dat men dit in
den Haag ook heeft gevoeld.
De heer v. d. Velden meent, dat als
men hier een nieuw" raadhuis had ge
bouwd en een nieuwe begraafplaats
had aangelegd en royaal had geleefd,
dat dan een hoogere uitkeering zou
hebben genoten, doch dit was niet
in het belang 'der ingezetenen.
De heer v. d. Mooren merkt op,
dat als men nu een hoogere uitkeering
verkreeg, de ingezetenen daarvoor de
vorige jaren een 'hoogere belasting had
den moeten betalen.
De heer v. Wijk! vraagt of niet met
een lager percentage kan worden vol
staan, waarop de Voorzitter ontken
nend antwoordt. B. en W. hebben de
zaak van verschillende 'kanten bekeken.
Dhr. v. d. Mooren vraagt of er geen an
dere bronnen zijn, waaruit hoogere ont
vangsten zijn te halen. Bij het nazien
der begrooting meende Ide commissie,
dat dit wel mogelijk was, doch waar
de begrooting sluitend wa's zonder be-
lastingverhooging, heeft de commissie
daar niet op aangedrongen. Er zijn b.v.
de ambtenaren c'ie in een goeie po i ie
verkeeren, tegenover vele andere inge
zetenen, deze ambtenaren konden best
zelf voor hun pensioen zorgen.
De Voorzitter mmerkt op, dat de re
geering het voornemen /heeft, verhaal
algemeen toe te igaan passen, daarbij
levert verhaal slechts 'een paar honderd
gulden op.
De heer v. d. Mooren acht het in
de huidige omstandigheden niet noo-
dig, daarop te blijven wachten. De
wethouders hebben steeds de grootste
zuinigheid betracht, maar lm en heeft
liier toch altijd meer belasting betaald
dan b.v. in Veen. 'Spr. wil B. en W.
geen verwijt maken, maar de werkver
schaffing en steun hebben hier meer
gekost, dan wel noodig was geweest,
werkeloos zijn wordt ,zoo langzaam aan
ook een beroep. Vroeger gingen van
hier arbeiders naar Tiengemeten, dit
jaar heeft hij wel arbeiders uit Aalst en
Ncderhemert daarheen zien gaan, doch
geen enkel uit Aalburg, Wijk en Veen.
Men heeft hier .zelfs arbeiders van el
ders moeten halen om bij de boeren te
werken.
De Voorzitter geeft toe, dat B. en W.
tot de overtuiging zijn gekomen, dat
er personen geweest zijn,,' die weiger
den om te werken, omdat de loonen
te laag waren. ,Er zijn personen ge
weest, die f 8.50 'steun kregen en voor
f9.niet wilden gaan werken, ge
lukkig waren er dit .slechts weinigen.
De heer v. d. Mooren heeft er niets
tegen, dat de menschen die zonder
werk zijn worden geholpen ,en daar
voor belasting betaald wordt, maar er
is ook niets tegen, dat zij als zij kunnen
verdienen, al is het,slechts één gulden
dit behooren te doen.i
De heer v. d. Velden geeft een' toe
lichting en' deelt mede, ,dat de geval
len, waarop de heer v. d. Mooren' doelf^
zijn voorgekomen in het tijdvak toen
de Burgemeester afwezig was. De be
trokken landbouwer wilde echter de
beste arbeidskrachten tegen het loon
van een jeugdig arbeider.
De heer v. Wijk ,zou als men niet
wil werken, de steun inhouden.
De Voorzitter zegt, dat dit ook met
een 4-tal personen is gebeurd.
De heer v. d. Mooren zag gaarne,
voordat het voorstel van B. en W.
wordt aangenomen, dat door.een com
missie wordt onderzocht of .dekking
van het tekort niet op een andere
manier mogelijk is.
De heer Bouman vraagt of de heer
v. d. Mooren ook feiten kan noemen,
spr. heeft de overtuiging, dat B. en W.
geen andere mogelijkheid zien.
De heer v. d. Mooren zegt, dat (bij het
Commissieonderzoek is gewezen op de
hondenbelasting, deze lijkt nergens op-,
als de menschen een plezierhond hou
den, moeten ze daarvoor ook maar be
talen, spr. acht Tiet "T beste, dat de
commissie, die de begrooting heeft on
derzocht en toen 'van oordeel was,
dat uit sommige bronnen nog wel iets
meer was te halen of op posten was te
bezuinigen, een en ander eerst nogeens
onder de oogen ziet.
De heer v. Wijk voelt daar niets voor.
De Voorzitter wijst naast .den heer
v. d. Mooren eerst aan de heeren Sod
derland en v. Wijk.
De heer Sodderland zag liever een
ander aangewezen, terwijl ook de heer
v. Wijk zich niet bereid verklaart.
De Voorzitter wijst hierop de hee
ren Bouman en Roza aan.
De heer 'Roza acht het een bezwaar,
dat met zijn persoon in het college
van B. en W. wordt terecht geko
men, die een en ander reeds onder de
oogen hebben gezien. Hij meent even
wel .dat een raadslid door het aan
vaarden van zijn ambt ook de daaraan
verbonden verplichtingen op zich heeft
genomen. Als de Voorzitter dus een
lid aanwijst om in de een af andere
commissie zitting te nemen, heeft zoo'n
raadslid dit te accepteeren.
De heeren Sodderland en Bouman
verklaren zich hierop bereid, met den
heer v. d. Mooren een commissie te
vormen, die zal -nagaan of misschien,
op andere wijze het tekort is te dek
ken.
Rondvraag.
De heer v. d. Mooren heeft iets voor
de rondvraag, dat hij echter liever in
besloten vergadering wil behandelen.
De heer v. Wijk zegt, dat kosten
zijn gemaakt voor het plaatsen der bor
den voor de komaanwijzing der ge
meente, zonder dat de raad daar iets
van weet.
De Voorzitter zegt, dat Ged. St. de
kom hebben aangewezen, daarom moes
ten borden worden -geplaatst, misschien
dat met iets goedkoopere borden aan
het verlangen van Ged. St. ook te vol
doen ware geweest.
De heer v. Wijk acht dit niet ge
wenscht, was de gemeente tot plaat
sing verplicht, dan moeten deze bor
den ook maar zoo goed mogelijk zijn.
De heer Bouman Wijst op de wen-
schelijkheid, om de sloot naast de be
graafplaats en het {gemeentehuis te
dempen, men krijgt dan een mooie weg-
verbetering. Grond is nu genoeg te
krijgen, tengevolge van het graven van
het afwateringskanaal.
De Voorzitter acht dit een goed denk
beeld. B. en W. zullen nagaan, in hoe
verre het te verwezenlijken i,s.
De heer v. Wijk vraagt of het ge
meentebestuur ook niet met het polder
bestuur in overleg kan treden om
de weg bij Van Bergeijk en de wed.
Duizer nu gelijk 'te maken.
De Voorzitter belooft, dat B. en W.
ook dit onder -de oogen zullen zien.
De heer v. Wijk informeert, wat tnet
den grond gebeurt, die buitendijks van
het Korenzand wordt afgenomen, voor
het graven van den mond van het
kanaal.
De heer v. d. Velden zegt, dat B. en
W. van plan 'zijn er het lage gedeelte
van het Korenzand 'mee op te hoogen.
De heer Bouman vestigt de aandacht
op het wegspoelen 'van den grond
langs de rivier, misschien was het daar
een geschikte gelegenheid om den
grond te brengen.
De Voorzitter zegt, 'dat B. en W. ook
dit met de commissie zullen bespre
ken.
De heer Mans meent, dat het nu tijd
is den Ebsloot te! doen graven, waar
op de Voorzitter antwoordt, dat het
water hiervoor tot beden te hoog was,
zoodra het mogelijk ïs, zal met gra
ven worden begonnen.
De openbare vergadering wordt hier
op gesloten, waarop ide raad overgaat
in geheime zitting. v.
WELL.
Zaterdagavond gaf de gemengde
zangvereen. „Semper Crescendo" alhier
in „Ons Huis" haar groote winteruitvoe-
ring. De Eere voorzitter de WelEd. heer
VI. Jansen, tevens directeur, opende den
avond door de donateurs en aanwezigen
zijn hartelijken dank te brengen voor de
verleende steun en talrijke opkomst, waar
na men aan de afwerking van het
gramma begon.
De zangnummers werden, gezien de
vele jonge krachten, verdienstelijk uitge
voerd. Het komische gedeelte werd door
de heeren Fredriks en van Keulen uit
Tiel met een beschaafd programma uit
gevoerd en werd door het publiek met
veel aandacht gevolgd.
Tot slot *werd nog gezongen het Wil
helmus.
Daarna dankte de directeur de aanwe
zigen en de vereeniging en in het bij
zonder het duo Fredriks en van Keulen
die allen lof verdienden.
Bij de Herv. Kerk alhier is tot
ouderling herkozen de heer M. Groene-
veld Azn. en gekozen tot diaken de heer
A. van Loon, in de plaats van N. van
Hees, die als zoodanig heeft bedankt.
—O—