kens en 12 zeugen, waarbii is uitbe
taald voor 14 gestorven en twee ver
brande varkens f 280,70. De slacht
veeverzekering verzekerde 24 var
kens en twee zeugen zonder onkos
ten. De voorzitter dankte voor de
verschillende verslagen, waarna men
overging tot de bestuursverkiezing.
Herkozen werden de heeren: Adr.
v. Bokhoven en H. J. Luiiben ge
kozen, in vacature Fr. v. Bladel. A.
v. Lieshout en in vacature v. Gre-
venbroek, Adr. Buijs Izn.. die na af
loop ook als voorzitter werd geko
zen. Ook werden de statuten gewij
zigd, waarna den Zeereerw. adviseur
pastoor Timmermans nog een aan
moedigend woord tot de vereeniging
richtte.
Hierna dankte de voorzitter en
sloot de vergadering.
SLEEUWIJK.
Op 8 Febr. j.l. hield de nog
zeer jonge Arb. Tooneelvereeniging
..Kunst Verheft" haar eerste uitvoe
ring: in de zaal van den heer Kolff
te Sleeuwijk, met medewerking van
het muziekgezelschap „The Happy
Band" uit Woudrichem. De Voorzit
ter de heer H. Vink, opende deze
Tooneelavoad met een woord van
welkom en verzocht het publiek om
hun medewerking opdat alles een or
delijk verloop zou hebben.
De tooneelstukken, evenals de mu
ziek vielen zeer in den smaak. Het
tooneelstuk „Uitgediend" was roe
rend. Dit schetste het leven van een
werkman, die jaren achtereen op een
fabriek had gewerkt en toen hij oud
werd, te oud om voldoende te ver
dienen, toen nam de directeur jonge
krachten en de oude moesten er uit,
om te rusten
Ook het „Consigne Snorken" en
de andere stukken werden best ge
speeld. Met verlangen zien wij uit
op weer zoo'n avond van de Arbei-
derstooneelvereeniging Kunst Ver
heft" te Sleeuwijk, met medewerking
van het genoemde muziekgezelschap
uit Woudrichem. Bravo, tot weer
ziens.
WASPIK.
Op den 21 en Febr. a.s. hoopt
de heer G. de Koning gemeente
veldwachter alhier, den dag te herden
ken, waarop hii voor 2 q jaren als
zoodanig werd benoemd.
WERKENDAM.
Vrijdagavond had onder voor
zitterschap van den heer W. G. de
Waard in de Nutszaal een ledenver
gadering plaats van de Afd. Werken
dam der Noordbrabantsche Mij. van
Landbouw, mede waren ter vergade
ring genoodigd de leden der Coop.
Landb. Vereen. Een groot aantal le
den was opgekomen, die door den
Voorzitter hartelijk welkom werden
geheeten. De Voorzitter deed mede-
deeling, dat de heer de Jong verhin
derd was door ziekte deze vergade
ring bij te wonen, doch de assistent-
secretaris der Maatschappij, de heer
Maas, zou den heer de Jong vervan
gen. Spr. hield een warm pleidooi
om toe te treden als lid van de N. Br.
Mij. v. Landbouw, juist in dezen tijd
is oi'ganiseeren de oplossing om me
de te helpen, van de regeering de
noodige steun voor het bedrijf te be
komen. Zeer veel onderwerpen van
belangrijken aard worden door het
Dag. Bestuur der Mij. behandeld en
geadviseerd, zoodat ieder landbouwer
die zijn eigen belang begrijpt niet
begrijpt niet buiten zijn organisatie
mag blijven. De contributie, die af
hankelijk is van de grootte van het
bedrijf, mag geen bezwaar zijn, want
deze wordt in anderen vorm ruim
schoots terugbetaald.
De heer Konings, secret.-penningm.
der Afd. leest de notulen der oprich
tingsvergadering, die worden goed
gekeurd. Daarna besprak de Voorz.
de verschillende steunwetten en wer
den de gestelde vragen door hem be
antwoord. In de pauze melden eenige
nieuwe leden zich aan, zoodat het
gewenschte resultaat was bereikt.
Na de pauze werd de film „De
Groote Gedachte" vertoond, die de
groote en voor de boeren zoo belang
rijke functie van het Centraal Bureau
verduidelijkte. Dit Bureau, dat aan
de aangesloten 500 coöperatieve land-
bouwvereenigingen, de meststoffen en
veevoeders tegen zeer concurreerende
prijzen levert en voor zich zelf geen
winst mag maken, heeft reeds groote
bedragen aan de vereenigingen uitge
keerd, zijnde aandeel in de winst,
welke dit bedrijf gehad heeft. Enor
me omzetten van meststoffen, die
jaarlijks nog stijgen, maken het mo
gelijk, dat de aangesloten leden-ver-
eenigingen zeer voordeelig kunnen
koopen. Na afloop dankte de Voor
zitter de heer Maas voor de filmver-
tooning en de leden voor hunne aan
wezigheid en werd deze goedgeslaag
de vergadering gesloten.
Voor den heer J. Visser, bode,
werd aanbesteed het verbouwen van
een bestaande schuur tot autogarage
met bovenwoning.
Inschrijving als volgt:
Timmerwerk:
F. van Varik fn37
F. Pellikaan - 1111
J. van Herp - 1084
Joh. Baggerman - 997
Metselwerk
C. Biesheuvel - 1950
Joh. van den Heuvel - 167 5
Loodgieterswerk
G. A. Peters f 139
C. van Nesch - 133
D. Bras - 110
Verfwerk:
A. van den Heuvel - 357
J. A. Geenen - 296
W. v. d. Bunt - 234
A. v. d. Nat - 224
W. Visser f 199,90
Voor den dienstplicht 1934
zijn 42 personen ingeschreven, waar
van 18 met broederdienst.
Vergadering v. d. raad der gemeente
DE WERKEN EN SLEEUWIJK
op Woensdag 8 Febr. des nm. 3 u.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer W.
Beukenkamp.
Secretaris: WelEd. HeerA. Knoot.
Afwezig de heer Kramer.
Ingekomen stukken:
Een verzoek van den gemeente
geneesheer om verhooging van de
jaarwedde, wegens uitbreiding ar
menpraktijk.
Aangezien dit adres nog niet in
een vergadering van B. en W. is be
handeld wordt het in handen van
dit college gesteld om hierover advies
uit te brengen.
De Voorzitter zegt dat deze ver
gadering uitsluitend is belegd naar
aanleiding van een aanbod van de
N. V. Waterleiding Mij. N.-W.-Bra
bant, om het geheele Land v. Heus-
den en Altena van drinkwater te
voorzien en aan te sluiten aan haar
net. Spr. heeft eerst gemeend, de
verschillende punten afzonderlijk te
behandelen, doch later leek het hem
meer gewenscht, om een en ander in
een missive vast te leggen en de
raadsleden voor te leggen, dit denk
beeld is echter eerst gisteren tot
vastheid gekomen, zoodat men niet
in de gelegenheid was, ieder raadslid
een afschrift toe te zenden. Spr. zal
daarom de missive voorlezen. Ze
luidt aldus:
Van de N. V. Waterleiding Maat
schappij Noord-West-Brabant te Ou
denbosch is bij monde van haar Pre
sident-Commissaris, den heer Moone,
burgemeester van Raamsdonksveer,
een aanbod gedaan om het geheele
Land van Heusden en Altena van
drinkwater te voorzien door middel
van haar waterleiding-installaties; en
wel onder dezelfde voorwaarden en
tegen dezelfde tarieven als gelden
ten aanzien van de ingezetenen der
gemeenten, welke zij thans van drink
water voorziet, een en ander neerge
legd in de hierbij behoorende en voor
U ter inzage liggende „Voorwaarden
voor levering van water door de N.V.
Waterleiding Maatschappij N.-West-
Brabant te Oudenbosch".
Betrekkelijk de voorwaarden in
art. 3 genoemd, werd door genoem
den heer Moone en den Directeur
dier N. V., den heer v. Tiel, bij ge
legenheid van een op 3 dezer gehou
den bespreking, opgemerkt, dat ook
voor onze Gemeente zou gelden dit
3 e lid van artikel 3, zoodat voor re
kening van hun bedrijf zouden ko
men de „dienstleiding" over een af
stand van hoogstens 15 Meter buiten
den weg, mits de aanvraag tot le
vering van water gedaan wordt bin
nen een halfjaar nadat voor de hoofd
buis in den weg het water geleverd
kan worden en het gebouw niet aan
den openbaren weg grenst. Het
spreekt, dat de eigenaar recht moet
geven om de buizen te leggen even
tueel op een anders terrein.
De levering van het water voor
huishoudelijk gebruik geschiedt naar
een tarief gebaseerd op de kadastrale
huurwaarde van het pand.
per jaar
Dit is t/m f 25,
f 9
boven 25,t/m
30,—
f 12,—
- 30,—
- 40,—
- 15
- 4°,
- 50,—
- 18,-
5®,
- 65,—
-21,—
Ó5,
- 90,-
-24,—
- 9°—
- 120,
- 28,
- 120,
- 160,
-32,—
-160,
- 200,
-38-
- 200,
-250,—
-44,—
- 250,
- 300,—
-52,—
-300,—
- 60,
Voor een kuipbad
- 12,—
Voor een douchebad - 5,
Voor besproeiing tuin of straat
4,per jaar voor de eerste 50 M2.,
en voor elke volgende 50 M2. 2,
per jaar, met beperking maximum
watergebruik.
De levering aan bedrijven ge
schiedt per M3. over de watermeter,
tot 100 M3. ƒ40,per jaar.
tot 100-200 M3. ad ƒ0,375 P-M3.
200-400 -0,35
400-600 -0,32s
600-1000,, -0,30 enz.
Brandkranen en het voor brand-
blussching gebruikte water worden
niet in rekening gebracht.
De Werken betaalt aan Werken
dam f»5o,per jaar voor al haar
brandkranen, en komen de kosten
van onderhoud en aanleg voor reke
ning der gemeente evenals bij N.-W.
Brabant.
De vergunning aan Werkendam om
buizen te leggen in de openbare we
gen dezer gemeente duurt 48 jaar
vanaf 1902.
De gemeente Werkendam heeft
zich verbonden tot waterlevering aan
de gemeente De Werken en Sleeu
wijk en aan haar ingezetenen, doch
haat fonkelden, zag zij hem weer aan.
Toen hij zich weer hersteld had en
haar opnieuw aanzag, was die blik
uit de oogen van Marinette verdwenen.
Droevig en zacht zagen zij hem aan.
Welke voorwaarden stelt gij, Ma
rie!
Ik wil niet meer van u afhankelijk
en de slavin uwer grillen wezen. Ik
wil, dat ik u op mijn beurt kan drei
gen, als gij mij bedriegt, als gij uwe
beloften moogt vergeten.
O! Marie! Marie! alles wat gij
wilt.
Ik ben bang voor u.
Ik zweer u.
Ik herhaal u, dat ik bang voor
u ben, dat is de reden, waarom ik u
telkens ontvlood, wanneer gij mij
kwaamt smeeken, tot u terug te keeren.
Ik ben bang voor u, omdat ik mij her
inner, dat ik eenmaal bijna het slacht
offer van uw belachelijke jaloezie was
geweest! Ik ben bang voor u, om
dat ik wist, dat die; jaloezie u niet
voor een misdaad heeft doen terug
deinzen.
Marie! zeide hij, terwijl hij ver
schrikt opsprong.
Dacht gij dan, dat ik den waren
moordenaar van hem, die mijn minnaar
was, niet ken?
Zwijg, Marie, zeide hij ontsteld.
Zwijg, ongelukkige! Wie heeft u dat
gezegd? Hoe hebt gij dat kunnen ver
alleen voor zoover de leidingbuizen
har er waterleiding „zijn of zullen
worden gelegd, en zoolang als zij
in verband met de verplichtingen die
zij met verschillende zedelijke licha
men heeft gesloten en de capaciteit
der inrichting mogelijk zal zijn in
de levering van water te voorzien".
Werkendam levert water aan De
Werken. Uitbreiding van dit gebied
stuitte af op de daartoe niet bere
kende capaciteit der waterleiding. Zij
komt dus haar verplichting na. De
verplichting, dat de ingezetenen van
De Werken ook water moeten be
trekken van de Waterleiding van
Werkendam is niet in de notarieele
akte van 22 December 1911, gere
gistreerd 23 December 1911 opge
nomen, omdat zulks niet oorbaar was.
Maar wel mocht die verplichte aan
sluiting in een Gemeentelijke veror
dening worden vastgesteld, en alzoo
van publiek rechterlijk bindende
kracht gemaakt worden. Dit is dan
ook gedaan, het laatst in „de Veror
dening als bedoeld bij art. 1 der Wo
ningwet" door de bepaling in art.
l9:
„Alle woningen, staande binnen
den afstand van 50 Meter van de
Hoofdbuizen der Drinkwaterleiding,
moeten aan de waterleiding zijn aan
gesloten".
„De Raad kan van deze verplich
ting ontheffing verleenen, indien
blijkt, dat een ander middel van
watervoorziening aanwezig is, dat
voldoet aan de in art. 20 gestelde
eischen".
Omdat bij de vaststelling dier be
paling in 1925 reeds een ernstig stre
ven bestond de geheele gemeente
van Drinkwaterleiding te voorzien,
werd in die bepalingen de gemeente
Werkendam als leverancier van het
drinkwater niet genoemd.
De vraag rijst hier of onze ge
meente nu los naast Werkendam
staat. Het is m. i. een fout, dat door
de beide raden destijds geen ge
meenschappelijke regeling te dezen
opzichte is aangegaan, ingevolge de
Gemeentewet, na machtiging onder
goedkeuring van Heeren Gedeputeer
de Staten dezer Provincie. Men heeft
dat blijkbaar niet noodig geacht van
de zijde van Werkendam, omdat het
een onmogelijkheid toen ter tijd was,
en in de verre toekomst scheen, dat
De Werken door middel van de ei
gen gemeente van Drinkwater door
een buizennet zou voorzien worden.
Daaruit is het ook te verklaren, (hoe
wel het gedeelte van De Werken, dat
zich aansloot een belangrijk onder
deel van het net vormde, zonder het
welk van een geen-verlies-gevende ex
ploitatie voor Werkendam sprake kon
zijn), dat in genoemde notarieele akte
onder punt 2 is vastgelegd, dat de
ingezetenen der gemeente De Wer
ken en Sleeuwijk tien procent moe
ten betalen boven het tarief der wa
terlevering voor de gemeente Wer
kendam, terwijl deze toeslag van 10
procent naar evenredigheid zal wor
den verminderd, indien blijkt, dat de
exploitatie der waterleiding winst af
werpt en de te-korten gedekt zullen
zijn.
Tot heden betaalt de Werken nog
die 10 pCt. meer. Werkendam deed
groote uitgaven voor haar waterlei
ding in 1923, waardoor de rentabi
liteit zeer daalde. Dat was haar zaak,
want een gemeenschappelijke rege
ling met deze gemeente bestond niet.
Goed finantiëel beleid eischt, dat
Werkendam deze 10 pCt. als een
reserve beschouwt en belegt. Daar
door kan zij nu een reservekapitaal
moeden
Gij zelf hebt u op zekeren dag in
de Avenue Friedland verraden, toen gij
mij de waarheid deedt vermoeden.
Hij zonk op zijn stoel terug en ver
borg het gelaat.
Gij begrijpt dus, dat ik mijn leven
niet geheel aan de grillen van uwen
hartstocht wil blootstellen. Gij be
grijpt nu, waarom ik mijl wil verdedigen,
niet waar?
Hij uitte toornig een doffen kreet.
U verdedigen, ja, dat is uw recht!
AI ben ik een ellendeling in de
oogen van de geheele wereld, en in
de oogen der justitie, in uw oogen
lees ik vergiffenis. Voor wie heb
ik die misdaad begaan? Ter wille
van u! Wie heeft er mij toe gedreven?
Mijn dwaze liefde. Geen minuut
heb ik opgehouden u lief te hebben.
Toen wij gescheiden waren, droeg
ik uw portret steeds bij mij en druk
te er menige keer een kus op. Nog
altijd hoopte ik. Op dat tijdstip
kwam ik in betrekking bij de Beau-
preault. Daar niemand mij kende, wis
ten zij niet, dat gij mijn vrouw waart
geweest. Sedert eenigen tijd verloor
ik u uit het oog, alleen wist ik, dat
gij te Parijs een schuilplaats had ge
zocht. En op zekeren dag vond een
der bedienden uw portret op mijn lesse
naar liggen en toen ik terug kwam
zag ik, hoe ze allen dit portret bekeken
bezitten, om een groot deel van de
schuld af te lossen, wanneer het deel
dezer gemeente De Werken zijn wa
ter in het vervolg van de eigen ge
meente gaat betrekken. Dit kan blij
ken uit de volgende cijfers:
In 1931 betaalde De Werken aan
Werkendam voor haar drinkwater
f4400,Dit is dus 110 pCt., zoo
dat 100 pCt. f4ooo,en 10 pCt.
f 400,
Een eenvoudige berekening doet
zien welk aanmerkelijk deel alleen
en boven Werkendam door De Wer
ken is bijgedragen in de reserve-vor
ming der Werkendamsche waterlei
ding, hoewel deze feitelijk de Werken
niet missen kon. Doch aan die iopCt.
lag dit goede beginsel ten grond
slag, dat Werkendam de groote ri
sico's van een waterleidingbedrijf
aanvaardde, en De Werken geen en
kele. Die 10 pCt. was dus risico
premie voor een te vormen reserve
kapitaal en dit was alleszins recht
vaardig.
De vraag rijst of onze gemeente
bij toetreding in haar geheel bij de
N.V. Noord-West-Brabant ook mo-
reele verplichtingen ten opzichte van
Werkendam schendt. Want al wordt
onze gemeente door genoemde nota
rieele akte geheel vrij gelaten en al
legt het aangehaalde artikel 19 der
Woningverordening de verplichte aan
sluiting der woningen aan de Hoofd
buizen der Drinkwaterleiding op, dan
mag nooit het eigenbelang het mo-
reele recht op zijde schuiven en on
rechtmatige schade toebrengen.
Ook een gemeente is aan de mo-
reele wet gebonden, en in dit geval,
m.i.: deze, dat door ons toetreden
tot N.-W.-Brabant Werkendam geen
schade mag lijden. Dan heeft zij een
zedelijk recht op geldelijke vergoe
ding onzerzijds. Daarom moet dit on
der de oogen gezien.
Gesteld dat Werkendam het ge
heele net, dus ook dat in de Wer
ken aan N.-W.-Brabant verkoopt, dan
schat ik dat zij een schade beloopt
van f 44000,De opbrengst water-
leidinggelden in Werkendam staat tot
die in de Werken, ongeveer als
31: 11, zoodat dus ook in die ver
houding het verlies bij likwidatie
moet gedragen worden. Dat wordt dan
voor De Werken (44000,142) X
11 f 11530,rond. Uit vorenstaan
de storting van 10 pCt. boven het
tarief werd reeds een stamkapitaal
gekweekt (geen rente van rente be
rekend) van 30 X f 400,f 12000.
zoodat naar onze meening onze ge
meente tot geen enkele vergoeding
verplicht is en geen enkel verwijt kan
noch mag treffen. Het is bewezen,
dat de risico-premie in die 10 pCt.
ruim voldoende was.
Thans komen wij tot den eisch
van de Waterleiding Mij. N.-W.-Bra
bant, dat de gemeenten garant moe
ten zijn en blijven voor de in ter
men van aansluiting vallende per-
ceelen. Die eisch is m.i. billijk. Zij
gaat uit van het beginsel alsof het
eigen gemeente drinkwaterbedrijf is.
Dan toch draagt de gemeente ook
de verantwoordelijkheid.
Het is echter niet te ei
schen, dat die garantie gegeven wordt
ten aanzien van de perceelen te De
Werken, welke aan de waterleiding
van Werkendam zijn aangesloten en
dus aan onze verordening voldoen.
Dat is een zaak der aangeslotenen
zelf.
Daarom durf ik die garantie ten
volle te aanvaarden, mits de gemeen
te een garantiefonds vormt en dit af
zonderlijk belegt en beheert, door
en bespraken. Men begon te lachen,
toen men mij antwoordde en vroeg:
Alle duivels, hoe komt het dat
gij het portret van de minnares van
den patroon in uw lessenaar hebt?
Kent gij haar. i
Gij waart de minnaresse van deBau-
preault geworden! Dat was waar. Ik
stelde er mij van op de hoogte. Dik
wijls zag ik u beiden en 'ik ging steeds
achter u, gereed om u te treffen, met
de wanhoop in het hart. Jaren lang
duurde dit. En langzamerhand kwam
de wensch bij mij op, mij te wreken,
omdat het onverdragelijk voor mij werd
dien man iederen dag te zien, geluk
kig door uwe liefde! Dat (Was te veel
voor mij!
Hij wischte zijn voorhoofd af.
Daarna hervatte hij:
Niemand heeft die martelingen
ooit kunnen vermoeden. Ik zag er uit
ik nam den schijn aan ivan een alles
duldend man! Ik, in wiens hart het
ziedde, die wenschte, dat ik in de een
of andere woeste streek woonde, al
leen met de Beaupreault, opdat ik hem
de verschrikkelijkste folteringen zou
kunnen aandoen, die slechts denkbaar
zijn!! En toch had ik de wraak in mijn
bereik en maakte ik daar gebruik van,
want dag in dag uit zag ik het han
delshuis verminderen.
Wordt vervolgd).
nieuwsgierig gluurde de chef van den
veiligheidsdienst een oogenblik om den
hoek.
Collivet had hem den rug toegewend
en kon dus niets zien.
Zij zeide eensklaps:
Gij hebt mij lief!
Een lange siddering doorvoer zijn
leden en één doffe kreet werd door
hem geuit. Dat was zijn antwoord. Geen
woord sprak hij.
Gij hebt mij zelfs zeer lief!
Hij sloeg zijn oogen tot haar op en
zeide nu zeer zacht:
Gij kunt .mij dooden, als dit u
genoegen doet. Door u gedood te wor
den, zou mij een liefkozing wezen.
Gij zijt zeer schuldig tegenover
mij.
Ja ik heb u zeer lief.
Ook tegenover dat arme kind,
dat nu dood is, zijt gij zeer schuldig.
Collivet fronsde zijn wenkbrauwen.
In zijn hardvochtige oogen kwamen j
twee tranen tevoorschijn, twee tranen,
waardoor hij nog een menschelijke uit
drukking in zijn gelaat verkreeg.
De dood van Suzanne was ook
een gevolg van uwe liefde.
Ja. Ik had het niet gedacht.
Als ik het geweten had Helaas!
Zooals ik Suzanne heb lief gehad,
kan ik niet nogmaals liefhebben.
Nog lager zonk zijn hoofd.
Meer en meer ontroerde hij.
Waarom zeide zij hem dit alles?
Welke wraak had zij hem bereid?
Ik ben nu alleen, zeide zij op
zeer zachten toon en ik vrees de
eenzaamheid. Ik wilde iemand bij mij
hebben, die mij over haar kon spreken
aldus zou zij niet geheel gestorven
voor mij wezen.
't Bloed steeg hem naar het hoofd.
Had hij werkelijk goed verstaan? Was
het werkelijk de mogelijkheid van een
dwaze vreugde, die Marinette daar voor
spiegelde.
Marinette, wie dan ik en Denise,
mijn zuster, zouden u over mijn arm
kind kunnen spreken?
Ja! Dat heb ik ook gedacht, gaf
zij mijmerend ten antwoord.
Marie, ik vrees, dat ik gek zal
worden. Marie, speel met mij. Ma
rie, 'twas, dat ik eindelijk terug zou
kunnen keeren, om u nooit meer te
verlaten?
Misschien.
O.' Mijn God! Mijn God!
Op enkele voorwaarden namelijk.
Alles neem ik bij voorbaat aan.
En stamelend streek hij met zijn
hand over zijn oogen.
Hij strekte zijn hand uit als om haar
te wenken, niet verder te spreken.
De ontroering was zóó hevig ge
weest, dat hij enkele oogenblikken ge
heel wezenloos was.
Zwijgend, maar met oogen, die van
ap—iwwpiiiiiiMiiBijntwniwi iHMiniiCTMPPWMgmaaiMiiwiii 1 «■iiMiiiimnigaaMpB
1