Tweede Blad No. 5320 Vrijdag 7 April ONZE NIEÏÏWE VERRASSING. Wij gaaii met onzen tijd mede WILLEM DE BRUIN voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. HR0SWITHA Knoeien doen wij j jdiCTI Kortingen geven wijiilL 11 IJZERHANDEL Kinderrubriek FEUILLETON. PupoI er op I Eohter onnavolgbaar BEHOORENDE BO HET Wederom Rugpijn! Voortdurende pijn in de lendenen, of scherpe steken als gii u bukt of opricht, wijzen op verzwakking der organen in den rug. Des te meer, als gii tevens blazen onder de oo- gen, duizeligheid, hoofdpijn of uri- nestoornissen kunt opmerken. Verwaarloozing dezer verschijnse len kan aanleiding geven tot ernstige kwalen. Er bestaat gevaar voor maan denlange pijn of werkeloosheid door rheumatiek, ischias, spit, blaaszwak- te, waterzucht enz. Laat Foster's Rugpijn Pillen de organen weder tot gezonde werking brengen, zoodat het urinezuur en de andere schadelijke stoffen weder uit het bloed gefiltreerd worden. Reeds jaren verwierf dit speciale middel naam door tallooze mannen en vrou wen van eiken leeftijd hun gezond heid en kracht te hergeven. Bli' alle drogisten enz. k fi. f 1.7 s en I3,per doos. Beste meisjes en jongens. De antwoorden op de vorige raad sels zijn: 1. Door schade en schande wordt men wijs. 2. Paard-paarl, meer-mier, baars- paars, korst-worst, kat-lat. De nieuwe raadsels zijn: 1Deze keer weer eens een kruis- raadsels. xxxxxxxx x 0000000 xooooooo xooooooo xooooooo xooooooo xooooooo xooooooo Mijn geheel bestaat uit 8 letters en is de naam van een aanvoerder. Deze naam moet op den eersten kruis- jeslijn staan. Op den tweeden regel komt een plaats in Overijsel, op den derden een badplaats in Zuid-Hol- land, op den vierden een varken, op den vijfden een stad in Limburg, op den zesden een wapenbergplaats, óp den zevenden een onderdeel van een kolenkachel, op den achtsten een wild dier. Van boven naar beneden gelezen vormen de beginletters der woorden het woord op den eersten regel. 2. Wie kan van de volgende let ters den naam van een vogel maken? GIRERE. OOM KAREL. Verhaal uit de 10de eeuw na Chr. Naar 't Hoogduitsch. Sla toe!" „Welaan dan, met genoegen!" De markgraaf vertrok wel den mond ©enigszins, toen hii den zuren wijn aan de lippen bracht, maar (de beker, waaruit hii hem dronk, was toch 't erfdeel van een oud geslacht. Zoo dacht ten minste von Rossow en leegde hem tot den 'bodem. Gero ledigde hem ook, ofschoon 'tniet de bokaal was, die den drank voor hem verdragelijker maakte. Opnieuw verscheen 't bevallige meisje in de deur. Scherp scheid de de slanke gestalte zich van ft donkere schilderwerk aan den wand. Zii was misschien niet zoo buitenge woon mooi, maar in die omgeving was hare verschijning allerbekoor lijkst. Von Rossow bemerkte den blik van den graaf, en toen hii hemi volgde en zijn dochter gewaar werd, werd zijn gelaat toch iets vriende lijker dan anders. „Helena, mijn kind, kom eens hier." „Dralend, bijna schuchter gehoor- izaamde zij. Hij nam haar (bii de hand en leidde haar den graaf te gemoet. „Je half droomend en daarbij zoo DE WONDERBLOEM. I. LIeel, heel lang geleden was ér eens een heel oud kasteel, dat mid den in een groot dicht bosch stond. Daarin woonde heelemaal alleen, een heks en, zooals dat in dien tijd de gewoonte was, ze kon allerlei too- verkunsten uithalen. Plet was dus een tooverheks. Ze kon zich overdag ver anderen in de gedaante van een zwar te kat of van een nachtuil, maar des avonds werd ze weer gewoon een mensch. Ze kon de dieren uit het bosch en de vogels naar zich toe lok ken en dan slachtte ze ze en kookte en braadde er allerlei lekkere hapjes voor zich zelf van. Maar het merk waardigste was wel, dat iedereen die op honderd pas afstand van het ka steel kwam, stil moest blijven staan, of hij wilde of niet. Hij kon zich dan niet meer bewegen en geen vin verroeren, totdat de tooverheks een tooverspreuk uitgesproken had. Als echter een jong meisje binnen den kring van honderd pas om het ka steel kwam, veranderde zij dat meis je in een vogel en stopte die in een kooi en nam die kooi mee naar een kamer boven in den toren van het kasteel. Op die manier had die oude kooien met allerlei vreemde vogels in tooverheks zeker wel zevenduizend haar kasteel opgeborgen. Nu was er eens een jonkvrouw, die Jorinde heette. Dit jonge meisje was schooner dan alle andere meis jes. En ze was verloofd met een f linken knappen, jongen edelman, die Joringel heette. Ze zouden binnen enkele weken trouwen en waren na tuurlijk alletwee zeer verheugd. Om nu eens rustig met elkaar te kunnen praten, gingen ze op een goeden dag in het bosch wandelen. „Pas op," sprak Joringel, „dat je niet te dicht bij het kasteel komt!" Het was een prachtige avond |en de ondergaande zon wierp haar stra len door de takken der hoornen en de tortelduiven zongen klagelijk in de oude beukenboomen. Opeens kwam er een vreemde betoovering over Jorinde. Ze werd erg bedroefd en Joringel ook. Plet was het of ze opeens verdwaald waren en hoe ze Dan zijn in een ommezien handen, ruw en rood van huishoudelijk of welk ander werk ook, weer zacht, gaaf en blank. ook keken ze konden den weg naar huis maar niet vinden. Ze drongen al dieper en dieper door in het struik gewas en opeens zag Joringel de ou de muren van het kasteel. 'Hii schrok hevig en werd erg bang. Jorinde begon heel zacht een vreemd liedje te zingen en terwijl ze daar nog mee bezig was... ging haar gezang plot seling over in het fluiten van een vogel. Joringel keek om... maar Jo rinde was verdwenen, ze was in een nachtegaal veranderd en floot nu, naast hem op een tak gezeten. Toen kwam er een groote nachtuil met vurige oogen en die vloog drie keer om de nachtegaal heen en krijsch- te: „Oehoe, oehoe, oehoe!" Joringel kon zich niet meer 'be wegen en hii stond daar als. een steenen beeld en kon niet huilen en niet praten en hand noch voeten be wegen. Nu was de zon heelemaal onder gegaan en de uil vloog in een kring en verdween toen in een struik. Dadelijk daarop kwam er een oude, gebogen tooverheks te voor schijn, met vel als perkament en groote roode oogen en een krom me neus. Zij mompelde tooverwoor- den, ving de nachtegaal en droeg die in haar hand weg., Joringel kon niets zeggen en ook niet van zijn plaats komen. En de nachtegaal 'was verdwenen. Eindelijk kwam de oude, gebogen heks weer terug, mompelde een paar tooverwoorden en... daar kon Jorin de piet meer teruggeven. (Wordt vervolgd") trotsch wezen heeft mij menigmaal bezorgd gemaakt. Ik had nooit ge dacht, dat ik nog vreugd aan je zou beleven. Dank dezen man, dat het toch gebeurt, en vraag hem lom vergeving, dat je hem hebt belee- digd. Hij bewijst je de hooge ieer, je tot zijn vrouw te 'maken." Gedurende de toespraak van den vader was 't gelaat van 't meisje beurtelings rood en bleek geworden, daar Gero's blik steeds op haar ge richt was. Als door een adder gestoken, kromp zij bii 't laatste woord ineen, en 't lichtblauwe oog fonkelde weer als te voren. „Dat is zeer goedhartig van mijn heer den markgraaf, en uwe vreug de, vader ik zie 'tin i— is na tuurlijk. 'tDoet mij echter leed, dat ik haar moet verstoren." „Hoe Ben je dwaas Spreek dui delijker." De oude schudde 't meisje heen en weer en 't voorhoofd van Gero was gloeiend van toorn. „De heeren vergeten, dat ook in vrouwenhoofden een eigen wil ze telt, en den van zijn overwinning zekeren markgraaf herinner ik, dat eerzucht een echte vrouw nog nooit in de armen van een man gedre ven heeft, en dat, wat mijn eerzucht prikkelen kon, zou toch 't eenige zijn, waarop hij mocht trouwen. Want een man, die op de altijd dwingen de macht van zijn wezen zou (wil len rekenen, zou bij mij reeds (te voren geheel verloren zijn." „Meisje!" De oude beefde van woede en (spra- Openbare vergadering van den raad der gemeente HERPT, op Maan dag 3 April, des v.m. 11 uur. Voorzitter: H. J. v. Eggelen, burge meester. Secretaris: F. A. J. v. Liempt. Afwezig het lid P. v. d. Broek. Na opening worden de notulen voor gelezen en onveranderd goedgekeurd. Ingekomen stukken. Besluit van Qed. Staten waarbij goed keuring wordt verleend aan het raads besluit tot wijziging der gemeentebe- ting voor 1933. Kon. Besluit waarbij' goedkeuring wordt verleend aan de raadsbesluiten tot heffing van 50 opcenten op de ver mogensbelasting, 80 op de gemeente fondsbelasting en 200 op de personeele belasting, proces-verbaal van kasopne- ming bij den gemeente-ontvanger. Deze worden voor kennisgeving aan genomen. i Brief van den Commissaris der Ko ningin, betreffende de verordening re gelende de eischen van benoembaar heid en bezoldiging van gemeenteveld wachters. Overeenkomstig dien brief werd besloten het maximum salaris te doen zijn f1400 plus de emolumen ten als fiets, kleeding enz., terwijl men er algemeen van overtuigd is, dat een maximum salaris van f1200 voor Herpt en in den tegenwoordigen tijd meer U weet toch reeds, dat wij een geheel nieuwe verrassing hebben, voor ALLE verbruikers van onze Letters-Artikelen ELKE verbruiker van onze Letters-Artikelen, welke in de maand Juli 1933 een inzending Letters-Zakken doet, en wiens inzending bestaat uit zakken, wikkels of voorzijden van otinstens drie verschillende Letters- Artikelen, ontvangt een verrassing. Op de circulaire, welke gratis bij Uw winkelier verkrijgbaar is, staat alles uitvoerig vermeld. N.V. v. h. M. RAVENSWAAY ZONEN GORINCHEM. dan voldoende is. Voorstel van B. en W. tot wijziging van het ambtenaren-reglement, zooda-1 nig dat daaronder vallen ook de amb tenaren in openbaren dienst bij de ge meente zooals een dokter bij' het bur gerlijk armbestuur enz. Wordt goedgekeurd. Vaststelling der vergoeding bedoeld in art. 101 der L.O. wet 1920 voor 1931 en bepaling van het voorschot voor 1933; bij het eerste worden ge nomen de cijfers der gemeenten Lith- Terheyden en Engelen zijnde 7.64 7.57 en 6.19 alzoo f7.57 bij het laatste 80 pCt. daarvan. De wijzigingen der gemeentebegroon ting 1932 en 193? worden volgensi voorstel goedgekeurd. Brief van Ged. Staten betreffende de door het gemeentebestuur van He- dikhuizen gevraagde grenswijziging tus- schen die gemeenten en de gemeenten' Herpt, Vlijmen en Nieuwkuyk. De Voorzitter zegt, dat dit totaal! geen zin heeft, daar Herpt hierbij nog Onze goederen zijn Het Beste van het Beste en Onze prijzen vast en W M W GORINCHEM TEL.. INT. 220. keioos sloeg Gero de hand aan \'t zwaard. Men zag 't, iedere vezel ban hem beefde. „Mij, heer graaf, overwint men slechts door liefde, en liefde is jeen vrii geschenk, dat men niet altijd aan den waardigsten verleent. Als zoodanig wil ik u erkennen. Dat 'zii mijn dank, meer kan ik niet." „Eervergeten kind! Gero hoor haar niet!" 't Was of al de toorn, die 't ge drag zijner dochter reeds lang -in hem had opgewekt, thans op haar zoulosbarsten. Onheilspelllend gloei den Gero's oogen. Zijn tanden knar- Sten op elkaar, maar niet over *t meisje stortte de stroom ziiner harts tocht zich uit. De toorn ;'van (den vader koelde den zijne. De edel- trots was krachtiger in hem dan de beleedigde hoogmoed. Of was er nog iets anders Was hij te verstandig de achteruit, en had de stem waar- Met ijzeren hand trok hii den ou- mee hii sprak ook een eigenaardigen doffen klank, hii scheen bedaard. „Scheld niet .op paar. Gii waart te haastig; gii- hebt haar doen (schrik ken. Was zii minder schuw en 'trotsch, dan was zii ook minder schoon (en niet zoo te begeeren. Nu heb ik haar eerst lief. Scheld niet op haar." Heiena's lippen trilden, maar zii sprak geeh woord. Langzaam ging zij naar 't hoek venster en zag naar buiten. Men zag 'tvon Rossow aan, dat hii zich 't liefst op beide geworpen had, maar de ijzeren hand van jden graaf rustte nog steeds op zijn arm. „Neen, zwijg. Spreek niet in toorn. Wii zullen elkaar leeren kennen en 1 dan gelukt het mi\ misschien, zi\ ''t ook niet hare liefde, dan toch haar vertrouwen te winnen. Ga nu met mii mede; ik heb u ("nog jets te zeggen. Tot weder ziens, jonkvrouw." Zij wendde slechts een weinig 't hoofd en boog 't zwijgend. Zii zag hem niet aan. „Nu, wii spreken elkaar nog na der," knarsetandde de oude, maar bevend van woede gehoorzaamde hij toch den wil van den graaf en volg de hem i Nu keerde zij zich om. In hameloo- zen angst hing haar blik aan de deur, waardoor de beide mannen vertrok ken waren. Zeldzaam strak was 't blauwe oog. 't Was de zoele stilte voor den (sitorm. Zij' was in 't geheel niet kalm, (de stille Helena, hoe trotsch zii ook scheen. Thans, nu zij alleen was, kromp zij ineen en snikte, dat het een steen tot medelijden zou dwin gen. „O mijn God, wat zal er nu ge beuren. Dat dat had ik toch niet gedacht. Hii en ik! Wat bekoort hem in mij, die hij nauwelijks kent Dat ik jong ben Zij sprong op en 't lichtblauwe oog fonkelde weer zoo gloeiend als te voren. „O!" En zii balde de kleine handen. „Nu haat ik hem hoogmoedig ste aller mannen, aan mijne weigering zult gij erkennen, dat ik voor ,uwe liefde, die ge als een bewijs (yan eer beschouwt, waarlijk niet te gering zou zijn." Haar borst golfde hevig. Peinzendl boog z\\ 'lboold. Hoe geheel an ders zal bü zijn boegebeel an ders. Als ïk aan hem denk zie ker ik ziou altijd geven en hiil ontvangen. Dwaas, ijdel vrouwen hart!. j Maar 't doet toch zoo goed, ge lukkig te maken. Waarlijk, en hiil is niet slechter dan deze. En toch] voor hem zou ik alles zijn —4 en voor dezen een stuk speelgoed i—hl een kind Godvergeten zondares Opeens werd zii doodsbleek. Zifl beefde aan alle leden, en doodsangst! sprak uit de groote oogen. „Zoo denk ik aan den priester!1 Heilige jonkvrouw, vergeef mij." En alsof 'thaar beschermgeest! was, greep zij naar de luit, praait spoedig legde zij haar weg, wantj slechts schrille tonen weerklanken on.-, der de bevende vingers. „Alle goede geesten vlieden lde| zondares," fluisterde zii en hare tra nen droogden. Koel en strak was paar! blik, toen zij' langzaam opstond. „Door de hel geteekend, tot on heil bestemd." j Zoo leert Eekardus niet, bii' wieiï zweert," klonk opeens een be- aarde stem aan haar oor. „Er Izijnj geen heksen, er is geen hel en geen! duivel, zoo spreekt de priester, geep predestinatie tot onheil. De heer wil, dat allen die aan hem gelooven, jza- lig worden." Helena schrikte bii de onverwach te woordenmaar 't was een verblijd dende schrik'. 1 (Wordt vervolgd). JRenwsMad

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 3