Derde Blad
h 5338 Vrijdag 9 Jiidi
voor het Land
van Heusden en Altena
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
BEHOORENDE BIJ HET
Vergadering van den raad der ge
meente HERPT op Donderdag 8
Juni des v.m. 11 uur.
Voorzitter: Ed.Achtb. Heer H. J.
v. Eggelen.
Secretaris: WelEd. Heer F. van
Liempt.
Aanwezig alle leden.
De Voorzitter opent de vergade
ring, de Secretaris leest de notulen
der vorige, die onveranderd worden
goedgekeurd.
Ingekomen stukken
Besluit van Ged. St. tot goedkeu
ring van het raadsbesluit tot het
aangaan van een geldleening groot
f 1400.
Proees-verb. van kasopneming bij
den gem.-ontvanger op 15 Mei, waar
uit blijkt, dat alles in behoorlijke
orde is bevonden. Beide stukken wor
den voor kennisgeving aangenomen.
Plan van Ged. St. tot vereeniging
van de gemeente Herpt met de ge
meente Heusden.
De Voorzitter zegt dat door B. en
W. aan de heeren een prae-advies
is toegezonden, dat luidt als volgt:
Naar aanleiding van het voorstel
van Heeren Gedeputeerde Staten d.d.
29 Maart j.l. G. Nr. 420 Ve Afd.
inhoudende o.m. de opheffing van de
Gemeente Herpt c.a. en toevoeging
aan de gemeente Heusden met de
dorpen Luttelherpt, Hedikhuizen en
Oudheusden overeenkomstig het bij
dat voorstel gevoegd op kaart ge-
gebracht plan, hebben wii de eer Uwe
vergadering te berichten als volgt:
Bii de beantwoording van de vraag
of opheffing onzer gemeente al of
niet gerechtvaardigd is, moge in de
allereerste plaats worden opgemerkt,
dat de zelfstandigheid eener gemeen
te is een goed van groote waarde,
dat niet dan in de uiterste noodzaak
mag worden prijsgegeven, terwijl
daarbij tevens een gepaste eerbied
voor het historisch gewordene be
hoort te worden in acht genomen.
Is die „uiterste noodzaak" bii het
voorstel van Gedeputeerde Staten tot
samenvoeging onzer gemeente met
Heusden aanwezig en wordt 'bii die
vereeniging de noodige eerbied be-
tracht voor hetgeen zich historisch
heeft ontwikkeld
Wij meenen. dat het antwoord op
beide vragen bevestigend kan zijn.
Vast staat, dat de eischen, die in
't belang van de welvaart der inge
zetenen aan de gemeenten worden
gesteld in den loop der jaren aan
merkelijk zijn verzwaard en nog
steeds toenemen. Tegen de kosten van
de daaromtrent te nemen maatrege
len zijn echter de kleine gemeenten
met haar beperkte geldmiddelen niet
opgewassen. Ook in onze gemeente
laat de toestand der plaatselijke finan
cien veel te wenschen over. zulks
niet tegenstaande daarin door de wer
king der wet, regelende de financieele
verhouding tusschen het Rijk en de
gemeenten een belangrijke verbete
ring is gebracht. Hoe weinig soepel
heid onze gemeentebegrooting aan
biedt moge blijken uit het feit dat
de kosten van den in September '32
plaats gehad hebbenden brand be
dragende ongeveer f7 so,niet meer
in dat dienstjaar konden worden ver
antwoord. doch moesten worden ge
bracht ten laste van den dienst 1933
hetgeen alleen mogelijk was door de
opcenjen op de personeele belasting
met iOQ; te verhoogen en te bren
gen op 200. Tot dergelijke drastische
maatregelen moet tot behoud van
evenwicht tusschen ontvangsten en
uitgaven bij de minst onverwachte
uitgaaf van eenige beteekenis de toe
vlucht worden genomen. Eene be
grooting van ongeveer f 16000 is uit
den aard der zaak zoo gevoelig, dat
de geringste nadeelijre afwijking van
de telken jare terugkerende lasten
moeilijkheden te weegbiengt. Nu ver
keert onze gemeente iog in de ge
lukkige omstandigheid, dat de kosten
van de; armenzorg gïheel door het
algemeen armbestuur kunnen worden
gedragen; doch hoelang zal die gun
stige toestand nog kunnen duren
Men weet, dat de inkomsten van het
armbestuur nagenoeg uitsluitend wor
den gevormd, door de opbrengst van
landerijen en het is eveneens bekend,
dat die opbrengst de laatste jaren
belangrijk is gedaald. Daartegenover
staat, dat de uitgaven aan ondersteu
ning van behoeftigen en werkloozen
in beduidende mate zijn toegenomen.
Het is dus vrii zeker te verwachten,
dat binnen zeer afzienbaren tijd de
taak van het armbestuur voor een
groot deel door de gemeente zal
moeten worden overgenomen.
Wh komen dan voor moeilijkheden
te staan, die tot dusver in onze ge
meente niet zijn gekend, moeilijkhe
den, die alleen kunnen worden weg
genomen door de opname der ge
meente in een grooter. ruimer ver
band. Door de samenvoeging van
Herpt met Heusden en met de dor
pen Luttelherpt, Hedikhuizen en
Oudheusden, alsmede, naar wii mo
gen hopen, met Heesbeen en Doe
veren, zal eene vrij krachtige eenheid
ontstaan, welker financieele gestie ee
ne redelijke bevrediging zal kunnen
schenken aan de behoeften, die de
eigen huishouding opdringt.
Het is niet wel mogelijk de fi
nancieele gevolgen van de door Ge
deputeerde Staten voorgestelde uit
breiding van Heusden onder cijfers
te brengen, maar dit is ook niet noo-
dig om in te zien, dat door dien
maatregel voor onze gemeente een
toestand zal worden in het leven ge
roepen, die voor de ingezetenen veel
gunstiger zal zijn dan een zelfstandig
voortbestaan der huidige gemeente
kan verzekeren.
Het verschil in geaardheid der be
volking van de nieuw te vormen ge
meente, een bezwaar dat bii de be
handeling van het plan 192a nog al
ernstig naar voren werd gebracht,
is bij het thans aanhangige voorstel,
dat ook het dorp Hedikhuizen in
de vereeniging betrekt, van minder
beteekenis en zou nog minder gel
den als voldaan werd aan onzen
wensch om ook de dorpen Doeve
ren en Heesbeen er bij te voegen. In
dit verband moge ook worden op
gemerkt, dat de landbouwende be
volking uit Heusden, Herpt, Oud
heusden en Hedikhuizen thans reeds
georganiseerd is in denzelfden Boe
renbond. dezelfde Boerenleenbank en
dezelfde Boterfabriek.
Wii meenen er voorts nog op te
moeten wijzen, dat indien onze ge
meente niet bij deze gebiedsindeeling
zou worden betrokken de mogelijk
heid niet is uitgesloten, dat zii la
ter deel zou moeten uitmaken van
een ander plan, 't welk voor haalf
veel ongunstiger zou zijn.
Ten slotte de vraag of door op
heffing onzer gemeente te kort zou
worden gedaan aan den poodigen eer
bied voor hetgeen historisch gewor
den is. Naar onze bescheiden mee
ning is dat niet het geval. De gang
der historie vordert een meeleven
met de veranderde tijdsomstandighe
den ook op het gebied van het ge
meentewezen en nu dit laatste zich
in den loop van tijd zoodanig heeft
ontwikkeld, dat eene kleine gemeente
als de onze niet meer in staat is
de behoeften der bevolking naar den
eisch des tijds te bevredigen, is hare
opheffing met het historisch gewor
dene volkomen in overeenstemming.
Op grond van vorenstaande over
wegingen meenen wij Uwen Raad
Uwe Commissie te moeten advi-
seeren aan Gedeputeerde Staten te
berichten, dat Uwerzijds geen be
zwaar bestaat tegen het voorgestelde
plan tot grenswijziging evenwel met
dit uitdrukkelijk voorbehoud, dat
door gemeld College er ernstig naar
zal worden gestreefd ook de dorpen
Doeveren en Heesbeen in de vereeni
ging te betrekken.
Spreker vraagt of een der heeren
naar aanleiding van dit prae-advies
nog iets heeft te zeggen.
De heer v. Herpt spreekt hierop
als volgt
Mijnheer de Voorzitter 1
Naar aanleiding van het aanhan
gige plan, veroorloof ik mij de vrij
heid het volgende hieromtrent te
zeggen
Met groote ingenomenheid zullen
de meesten hebben vernomen, dat
H.H. Ged. Staten schreven dat zij
van oordeel zijn, dat de inwilliging
van Hedikhuizen's verzoek niet zou
brengen de zeer noodige wijziging
der gemeentelijke gebiedsuitbreiding
in de omgeving van Heusden, waar
om wij nu ook niet meer behoeven
een botafwijzen van hunne voor hen
zelf zoo goed bedoelde plannen,
maar een bot zwijgen daarover, om
dat iedereen, behalve dan misschien
de voorstellers, er van overtuigd is,
dat het plannen zijn die geenszins
opbouwend werken voor de belan
gen der gemeenschap.
Iets anders is het met de thans
voorgestelde plannen van H.H. Ged.
Staten, deze dienen wel eens goed
bekeken te worden, daar die plan
nen zooals zij thans voor ons lig
gen, zoo er iets van samenvoeging
moet komen, eene kans geven dat
zij wel niet enthousiast aanvaard zul
len worden, doch zoodanig zijn ge
steld dat eene samenvoeging als de
ze een grond geeft waarover te pra
ten valt. Is het plan drieledig uit
breiding van Heusden, Vlijmen en
Drunen, voor zoover wij nu kunnen
gaan en H.H. Ged. St. zeggen het
zelf„Aanvaarding van dit plan zoit
naar ons oordeel brengen een aan
trekkelijke versterking der gemeen
ten in deze streek," dan zal bij de
uitbreiding van de gemeente Heus
den volgens de voorgestelde regeling
de uitbreiding van Drunen een nood
wendig gevolg daarvan zijn. De ge
meenteraden en commissies uit Dru
nen en Elshout hebben er reeds over
vergaderd en zijn voor samenvoeging,
de raad van Elshout met enkele te
genstemmers.
Is in de vergadering van 28 Aug.
1924 door mij gezegd dat de Voor
zitter als burgemeester van 2 ge
meenten beter buiten de zaak kon
blijven, ditzelfde zou ik thans ten
aanzien van den burgemeester van
Drunen en Elshout moeten zeggen
daar hij, wat voor het eene gedeel
te van eene gemeente goed is, voor
een ander gedeelte, slecht moet noe
men.
Heeft de burgemeester van Elshout
aldaar in den dubbelen raad gezegd,
dat men daar niet alleen uit moet
komen voor de belangen van Els
hout, maar ook voor die van het
dorp Oudheusden, waarvan de in
woners er wel degelijk belang bij
hebben, dat de nieuwe gemeente
Heusden zoo kapitaal krachtig mo
gelijk worde en hoe voordeeliger de
samenvoeging voor de gemeente
Heusden, des te voordeeliger ook
voor de bewoners van het dorp Oud
heusden, hiermede te kennen geven
de als 'tware dat deze plannen voor
de verschillende deelen dier gemeen
te gezond genoemd mogen worden,
ik meen, dat wij het moeten be
treuren dat deze zelfde burgemees
ter in die hoedanigheid als burge
meester van Drunen er op wijst, dat
voor de gemeente Drunen de ge
biedsuitbreiding niet ver genoeg gaat
waarom hij van het door H.H. Ged.
geprojecteerde plan ruimere grenzen
vraagt voor de groote gemeente Dru
nen, niettegenstaande hij in dezelfde
vergaderingen in Drunen constateert
dat zelfs zoo de plannen als zij in
gediend zijn, blijven, noch voor Dru
ilen, noch voor het bij Drunen in
te lijven gedeelte van Elshout, na-
deelige finantiëele gevolgen zal heb
ben. Eene conclusie hieruit trekken
de durf ik te beweren dat hij niei
voor de belangen van de eene ge
meente op kan komen, zonder de
belangen van andere aan zijne bur-
gervaderlijke zorgen toevertrouwde
gemeentenaren te schaden, waardoor
het plan van H.H. Ged. St ten dien
opzichte steviger staat. In mijn ver
der betoog zal het mogelijk duide
lijk worden waarom het geprojec
teerde plan niet verminkt mag wor
den; gaarne ga ik accoord met het
in de vergaderingen van Heusden
en Elshout geopperd plan. H.H. Ged.
St. te verzoeken de dorpen Heesbeen
en Doeveren der gemeente Eethen
mede in deze vereeniging te betrek
ken ten behoeve van de groote ge
meente Herpt of Heusden, daar zij
geografisch niet alleen daartoe be-
hooren maar wier bijvoeging ook ge
boden is om de groote gemeente bo
ven de 3000 inwoners te brengen,
waarbij de vertegenwoordiging van
de verschillende deelen vanwege de
meerdere raadsleden en de uitge
strektheid der gemeente meer tot
haar recht kan komen. In de ver
gadering van 28 Aug. 1924 heb ik
gezegd, dat, wanneer wij bij Heus
den komen, wij steeds in een min
derheid zullen zijn, wat niet bevor
derlijk is voor onze plaats, door het
thans ingediende plan, tenminste als
dit doorgaat met bijvoeging der
plaatsjes Heesbeen en Doeveren zal
dit niet zoo sterk tot uiting komen,
daar de grootst mogelijke minder
heid of wel de kleinst mogelijke
meerderheid, dat zal het toeval uit
wijzen, altijd bestaat uit een land
bouwende- bevolking wier belangen
één zijn, en dusdanige verhouding
moet tot gemeenschappelijke samen
werking met andere standen voeren
bij de verschillende economische en
sociale belangen, die dan ook voor
de andere bevolking behartigd moet
worden en waardoor geen verwaar -
loozing van belangen van eenigerlei
deel der bevolking ongestraft kan
plaats hebben, wat ik vroeger anders
om beweerde en vreesde.
Neen, een bestuur bestaande uit
leden, die de teekenen des tijds ver
staan, de belangen der verschillen
de deelen der bevolking kennen en
daarvoor een open oog hebben, zul
len bij de samenstelling van de groo
te gemeente, zooals genoemd, alle
kleingeestige politiek op zij moeten
zetten en besturen met eerbiediging
van ieders belangen.
De gemeente Nieuwkuijk heeft tot
heden altijd geweigerd met de plan
nen van H.H. Ged. St. mede te gaan
en nu, nu de plannen vasteren vorm
aan gaan nemen, willen zij met een
andere gemeente vereenigd worden,
dan voorgesteld wordt en halen daar
voor bewijzen aan die allerminst
steekhoudend zijnom er één
van te noemen, dat de meeste tuin
ders aangesloten zijn bij de veiling
bij de veiling van Drunen. Ik herin
ner mij nog M. d. V. hoe voor een
paar jaren alle tuinders van Nieuw
kuijk werden opgehitst om de vei
ling van Drunen den rug toe te
keeren omdat een door hen be
geerd candidaat niet werd gekozen
in het bestuur van de veiling in de
plaats van een door anderen zeer
gewaardeerd en verdienstelijk ge
noemd bestuurslid, hoe dat velen
hieraan gevolg gaven, doch later
weer naar de veiling van Drunen
teruggingen.
Zou in deze ook weer niet een be
slissend woord spreken het eigen
belang van sommige inwoners van
Nieuwkuijk
In den gemeenteraad van Vlijmen
vind ik het verkeerd, dat daar ge
zegd is dat H.H. Ged. St. toch wel
zullen beslissen, dit is eene uitdruk
king die niet gebruikt mag worden
door iemand die gekozen is om de
belangen der gemeente voor te staan,
hadden wij ons in 1924 niet verzet,
dan zouden wij nu geen gunstiger
voorstel hebben gehad en beslissen
dan H.H. Ged. St., dan doen zij
dat, rekening houdende met hetgeen
in de verschillende gemeenteraden
is gezegd en naar voren gebracht,
op billijke gronden. Men moet ech
ter niet iets gaan beweren wat be
zijden de waarheid is zooals in den
dubbelen raad van Vlijmen, waar
men zegt dat de inwoners van Haar
steegHerpt behooren tot de R.K.
parochie van Haarsteeg. Neen, deze
behooren wel degelijk tot de pa
rochie van Herpt.
Heb ik reeds nagegaan, wat de
verschillende raden hebben naar vo
ren gebracht, Haarsteeg ontbreekt
hierbij nog en wat de burgemeester
daar naar voren heeft gebracht geeft
aanleiding om geheel de handelwijze
van de gemeente Hedikhuizen met
schouder ophalen te begroeten.
Ik vind het in het geheel niet
moeilijk om deze zaak van personen
te scheiden, alleen wat personen zeg
gen en beweren, wil ik in 't belang
der zaak rechtzetten. Ik vind het
zeer juist, dat een plan voorgelegd
wordt alvorens het wetsontwerp ter
beoordeeling aan de raden gezonden
wordt, dan krijgen H.H. Ged. St.
zooveel te meer kans om een gron
dige motiveering te geven diesteek-
houdend is bij voorlegging van het
wetsontwerp. Ik voor mij vind dat
volgens de voorgestelde plannen 3
prachtige gemeenten kunnen groei
en, beter als er iets zou hebben kun
nen groeien uit het plan van He
dikhuizen.
Wat betreft de belangen van Haar
steeg en Nieuwkuijk in de nieuwe
gemeente Vlijmen of Onzenoord zou
ik hetzelfde kunnen zeggen, als wat
ik gezegd heb van onze belangen in
de nieuwe gemeente Herpt of Heus
den en geef daarom voor alle be
trokkenen versterking van kracht
door inslikking van deze gezonde
medicijn, de vereeniging.
Ook is er geen gunstiger oogen-
blik denkbaar om minder wachtgel
ders te krijgen als nu, het bevreemdt
alleen, dat Hedikhuizen zelf heeft
medegewerkt aan die wachtgelders
daar niettegenstaande zij zelf plan
nen hadden voor uitbreiding, zij de
ze verwezenlijking niet hebben af
gewacht, maar zelf direct een ge
meente-ontvanger voor vast aan te
stellen, waarom gaven zij die toen
niet een tijdelijke aanstelling.
Deze drie voorgestelde gemeenten
kunnen krachtige gemeenschappen
worden, Hedikhuizen zelf heeft be
wezen geen krachtige gemeenschap
te zijn, want zij vroeg uitbreiding.
Heb ik thans aangetoond, M. d. V
dat de voorgestelde plannen zooals.
H.H. Ged. St. zeggen, een aantrekke
lijke versterking der gemeenten in
deze streek geven, ik wil nog even
onze positie bespreken in de nieuwe
te vormen gemeente en hierbij valt
mij bijzonder op, de passage in den
brief van H.H. Ged. St., waar zij
zeggen„Heusden zou de gebieds
uitbreiding krijgen, welke het 'voor
toekomstigen groei noodig heeft."
Daar dit hier als zoodanig ge
zegd wordt door H.H. Ged. St. en
daar zij hiermede een bepaald doel
voor oogen zullen hebben, men mag
toch wel verwachten van een derge
lijk hoogstaand college, dat zij niets
op schrift zullen zetten zonder deug
delijke redenen, geloof ik, dat het
niet alleen mij, maar ook al de on
zen die hierin ooit mede hun oor
deel over uit moeten spreken hoogst
aangenaam zal zijn, zoo ons het
wetsvoorstel ter adviseering wordt
aangeboden in de daarbij behoorende
memorie van toelichting te kun
nen lezen, welke toekomstige groei
er voor Heusden in 'tverschiet ligt,
iets beweren is heel gemakkelijk,
maar toon ons de feiten, die dien
eventueelen groei van Heusden'kun-
nen aantoonen.
Ik wil hierbij even memoreeren,
wat ik in de raadsvergadering van
28 Aug. 1924 heb gezegd over den
toestand van Heusden n.l. dat deze
aan het Noorden der Maas ligt en
overigens omgeven is door wallen
waarachter nog breede grachten,
waaruit blijkt, dat Heusden er feite
lijk op aangewezen is door zijn lig
ging om als zoodanig gehandhaaft
te blijven, het zou, om de ligging
van Heusden als oude vesting en
als zoodanig nog te herkennen, en
om dit zooveel mogelijk tot uiting
te doen komen en te laten blijven
uitkomen van het allergrootste be
lang zijn voor het heden en voor
de toekomst om te laten zien, wat
Heusden is en voor de middeleeuwen
is geweest; dit zou ik dan als zoo
danig kunnen zeggen, om iets wat
historisch gegroeid is, niet te schen
den.
Ik haalde in die vergadering van
28 Aug. 1924 ook aan wat de bur
gemeester van Heusden in de raads
vergadering van Heusden van 16
Maart 1921 heeft gezegd, n.l. dat
de draagkracht van Heusden ach
teruitgaat en dat zij eerlang voor
ontzettend groote uitgaven komt te
staan. Al zeide de burgemeester toen
dat hij de toekomst te donker inge
zien heeft, de feiten hebben thans
bewezen, dat dit niet het geval is
geweest. Waar de voorzitter, toen
ook zeide dat de Godshuizen van
Heusden kapitaalkrachtig genoegzjn
om de kosten van eventueel noodige
ondersteuning voor hunne rekening
te nemen, zou ik willen vragen of
de Voorzitter deze bewering nog voor
zijne rekening wii nemen?
Ook zeide onze burgemeester toen,
dat Heusden is een plattelandsstadje
doch de Minister van Economische
Zaken en Arbeid, schreef volgens
het raadsverslag van Heusden van
29 Juli 1932, dat Heusden niet als
plattelandsgemeente kan beschouwd
worden, dus bij vereeniging zullen
de bijkomende plaatsen Heusden me
de moeten degradeeren tot platte
landsgemeente, zooals ik dadelijk nog
tot uitdrukking doe komen en waar
om de naam van Heusden zou moe
ten plaats maken voor Herpt, daar
Herpt alles absorbeert wat voor Heus
den nog historische waarde heeft en
waarbij Heusden dan op zich kan
toepassen het voorlaatste zinsverband
van het prae-advies van B. en W.
In de raadsvergadering van Sept.
1924 van Heusden, waarin de toen
aanhangig zijnde plannen werden be
sproken, werd gezegd dat wij zou
den behooren tot de buitengemeen
ten van Heusden. Door deze plan
nen, M. d. V., meen ik, dat wanneer
er gehandeld wordt, zooals ik in het
Vervolg 4e pag. ie blad.
ffiettwsMad