Dit nummer üestaat uit 2 bladen VARINKA Stl UND VAN AITSHA Uitgave FIRMA L. J. VEERMAN - HEUSDEN FEUILLETON. Binnenland, Weer een moord te Oss. avx-ak No. 5363 Woensdag 6 September 1933. gpi? Dit blad verschijnt WOENSDAGMORGEN en VR IJ DAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.10, franco per post beschikt f 1.25. Bij onze Agenten lOcent per week. Afzonderlijke nummers 5 cent. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte. Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur me Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. Zij, die zich op dit Blad wenschen te abonneeren ontvangen de tot 1 Oct. verschijnende nummers GRATIS Vergadering van den Raad der ge meente EETHEN, op Vrijdag 1 September, des v.m. half twaalf. Voorzitter: Edelachtb. Heer D. F. Brune. Secretaris: Weled. Heer D. A. v. Schans. Aanwezig alle leden. De Voorzitter opent de vergadering, waarna de Secretaris het formulierge bed leest. De notulen der vorige vergadering worden aangehouden. Ingekomen stukken: Brief van Ged. St. per 5 Juli, inza ke verordening, regelende de jaarwed de en infunctiestelling van gem.-ambte- «aren, waarin een kleine wijzigiing wordt voorgesteld, waarmede de raad •p voorstel van B. en W. accóord gaat. Schrijven van Ged. St. over verlaging van de jaarwedde van den Ambt. v. 4. Burger!. Stand met 23 pCt., indien dit ambt wordt bekleed in vereeniging met een andere functie. Ook hiermede gaat de raad accoord. Schrijven van Ged. St., met advies van den Inspecteur en Hoofd-Inspec- teur voor het Lager Onderwijs, waar- at het college den raad bericht, die maatregelen te treffen, dat de Openbare Lagere school te Heesbeen met 1 April 1934 wordt opgeheven en tevens be veelt, met de gemeente Heusden een regeling te treffen om de 18 leerlingen deziAr school op de openbare lagere school te Heusden toe te laten. Het college meent, waar het hier een één- mansschool betreft, tegen opheffing geen bezwaar kan bestaan. Voor rijk zoowel als gemeente is deze opheffing van belang. Waar de raad in eerste instantie deze opheffing heeft gewei gerd, komen Ged. St. in verband met art. 23 der L.O.-wef, met het bevel tot opheffing, waartegen belanghebben den binnen 30 dagen, waarin dit bevel i« meegedeeld en openbaar gemaakt door Dr. W. JORDAN. 6.) „Er verloopt zelden een dag, waar op niet mijnheer Feodor in de kamer der freule gaat, hoewel zoo iets in een huis, als in dat uwer Excellentie, den jongen heer gewoonlijk niet vrij staat." „Dan heb ik hem meerendeels zelf bij haar gezonden!" „Ja, bij dag," antwoordde Gregor, „maarbij nacht „Bij nacht!" schreeuwde de generaal, sprong op, verbleekte en moest zich een oogenblik aan de tafel vasthouden. „Ja, bij nacht, uw Excellentie," ant woordde Gregor gerust, „en daar ik begonnen ben, zooals gij meent, mij een kwade zaak in te praten, zoo wil ilc haar ook ten einde brengen; en mocht mij een nog hardere straf "tref fen, dan die ik reeds ontvangen heb, fanger duld ik het niet, dat men een zoo voortreffelijken gebieder bedriegt." „Neem u wel in acht met hetgeen gij spreekt, slaaf; ik ken u, Grieken! Wanneer de aank'acht, die de wraak zucht u inblaast, niet op handtastelijke bewijzen berust, wordt g.ij bestraft als een schandelijke lasteraar." „Mij goed," zeide Gregor. bij de Kroon in beroep kunnen gaan. De Voorzittefr stelt voor, dit schrij ven voor kdnnisgeving aan te nemen. De heer Donken is het met dit voor stel niet eens. In de vorige vergade ring besloot de raad in meerderheid, de school niet op te heffen. Spr. meent, dat de raad nu ook verder moet gaan en tegen het besluit van Ged. St. in beroep moet komen, al gelooft spr. wel, dat het niet veel zal baten. De Voorzitter meent, dat dit meer op den weg van de belanghebbenden in Doeveren en Heesbeen ligt. De raad heeft bewezen, dat hij heeft willen doen, wat hij kon doen. Alle verdere pogin gen zullen toch niet baten, meent spr. 'Bij den Minister, die den doorslag moet geven, is geen heil te verwachten, deze kan niet anders dan het besluit van Ged. St. handhaven, omdat hij dit college zelf tot dit besluit heeft aangezet. Het is dus niet denkbaar, dat hij nu dit besluit zal vernietigen. Men kan wel zeggen, het is voor de kinderen van Doeveren een heeie af stand. doch de afstand blijft binnen de 5 K.M., door den Minister, die aan vankelijk 6 K.M. heeft genoemd, ge steld. Spr. heeft iemand uit Doeveren bij zich gehad, die vroeg, wat hij er van dacht. Spr. heeft geantwoord, dat hij van een verdere actie geen heil verwachtte, Hij zou ook niet weten, op welke gronden men in broep moet gaan. De heer v. d. Schans acht het niet onmogelijk, dat de Minister niet goed is ingelicht. Hij heeft zijn inlichtingen alleen gekregen van den Hcofd-Inspec- teur en den Inspecteur voor het La ger Onderwijs, als van andere zijde op den grooten afstand wordt gewezen, weet spr. nog niet of de minister daar voor niet zal zwichten. De Voorzitter is het hiermede niet eens, men kan den afstand niet als motief aanvoeren, deze blijft binnen de door den Minister gestelde K.M. grens. De heer v. d. Schans acht het niet onmogelijk, dat de Minister nog op zijn besluit terug komt en zou daar om in beroep willen gaan. De Voorzitter zou dit aan de be woners van Doeveren en Heesbeen overlaten. De heer Donken stelt voor, dat de raad dit doet, al verwacht hii er zelf ook weinig heil van. De Voorzitter ziet met den besten wi!, geen kans een beroepschrift in elkaar te zetten, hij weet niet welke motieven hij zou moeten aanvoeren. De heer G. v. d. Beek verwacht geen heil om in beroep te gaan. „En gij beweerdet gezien te heb ben, dat Feodor in het nachtelijk uur bij mijn dochter gaat?" „Dat wil ik juist niet beweren, Ex cellentie, dat ik van zijn nachtelijk be zoek een ooggetuige was; maar ik heb- gezien, dat hij haar vertrekken verliet." „En wanneeer?" „Voor een kwartier ongeveer, teen ik hierheen bij uw* Excellentie kwam." „Gij'liegt, schurk!" schreeuwde de generaal en balde de vuist tegen den lijfeigene. „Dat is tegen onze afspraak, Ex cellentie," antwoordde de lijfeigene en deinsde ontzet terug; „ik moest im mers eerst dan bestraft worden, wan neer ik mijn beweren met geen bewijs staven kan." „En waarin bestaat dit?" „Ik heb het immers reeds gezegd." „En gij hoopt, dat ik aan uw woor den een onvoorwaardelijk geloof zal slaan?" „Dat niet, maar aan uw oogen." „En hoe dat?" „Zoodra mijnheer Feodor weer bij juffrouw Varinka den nacht doorbrengt, breng ik uwer Excellentie bescheid. Maar tot dusver, Excellentie, zijn a'le voorwaarden slechts in mijn nadeel." „Hoezoo „Welnu, wanneer ik geen bewijzen kan leveren, zal ik als schandelijke las teraar bestraft worden; goed, maar wanneer ik u echter eenige lever, wat krijg ik daarvoor?" „Duizend roebels en uw vrijheid." „Top, Excellentie," sprak Gregor kalm en legde het scheermes des gene- dit zal toch geen succes hebben. Uit het oogpunt van bezuiniging is spre ker er ook tegen, niet direct, omdat het geen kans van slagen zal heb ben. De heer v. d. Schans vindt in de opheffing geen bezuiniging gelegen, althans niet in die mate die opweegt, tegen den overlast die de ouders wordt bezorgd, om hun kinderen over zoon verren afstand naar school te zenden. De heer v. d. Beek wil als de heer v. d. Schans kan aantoonen, dat de moreele belangen grooter zijn dan de bezuiniging gaarne daar voor zwichten. De heer v. d. Schans verklaart het voorstel van den heer Donken om in beroep, te gaan te wilier^ steunen. Dit voorstel wordt aangenomen met 5 tegen 2 stemmen. Tegen stemden de heeren G. v. d. Beek en E. v. d. Beek. Voorloopige vaststelling Gemeente rekening. De heer Donken verklaart namens de Commissie van onderzoek, dat er geen op- of aanmerkingen zijn en alles in orde is bevonden, zoodat zij adviseerd tot voorloopige vaststel ling op de cijfers als door B. en W. aangeboden. Alleen het nadeelig saldo is nogal belangrijk, doch daar aan is niets te veranderen. Met algemeene stemmen wordt de rekening voorloopig vastgesteld. De wethouders onthielden zich van mede stemmen. Vasts telling Woningverordening. De Voorzitter licht toe, dat deze verordening is ontworpen door een Commissie uit de vereeniging van Nederl. Gemeenten. Het advies der Gezondheidscom missie is er overgehoord en deze ad viseert ze vast te stellen, zooals ze hier wordt aangeboden, waarom B. en W. dan ook voorstellen, hiertoe over te gaan. De heer Donken verklaart, dat hii wegens den korten tijd, dat hii de verordening heeft gezien, geen ge legenheid heeft gehad, ze na te gaan. De Voorzitter meent, dat men des kundige moet zijn, om over de ver schillende bepalingen te kunnen oor- deelen, gaarne erkent hij. dat hij op dit gebied ook een leek is. Spre ker heeft evenwel de overtuiging, dat met deze nieuwe verordening, het de menschen eer makkelijker, dan moei lijker wordt gemaakt. Met algemeene stemmen wordt be doelde verordening hierop vastge steld, zooals ze door B.en 'W. is aangeboden. Rondvraag: De heer v. Buuren vraagt wie of het beroepsschrift voor de Kroon moet klaar maken. De Voorzitter antwoordt, dat dit de raadsleden zullen moeten doen, die voor het beroep hebben gestemd. Het beste kunnen deze zich met den Secretaris in verbinding stellen. Waar geen der heeren verder iets voor de rondvraag heeft, wordt de openbare vergadering hierop door den Voorzitter gesloten en gaat de raad over in geheime zitting, om dat de Voorzitter nog een kleinigheid heeft, die niet voor openbaarmaking geschikt is. raafs weer in de toiletdoos. „Alvorens acht dagen verloopen zijn, hoop ik, zult gij mij gerechtigheid laten weder varen." Men kan zich voorstellen, dat de generaal nu op ieder woord, op lede ren blik lette, dien Feodor en Varinka in zijn tegenwoordigheid wisselden. Maar hij zag niets, wat hem zijn arg waan had kunnen bevestigen; integen deel, Varinka scheen hem koeler en afgemetener dan ooit. Zoo verliepen acht dagen. Maar den negende, omstreeks twee uur in den nacht, klopte Gregor aan de deur des generaals. „Indien uw Excellentie zich nu bij haar dochter wil begeven, zal zij mijn heer Feodor bij haar vinden. De generaal werd bleek en kleedde zich aan, zonder een wooord te uiten. Aan Varinka's deur gaf hij den lijf eigene een wenk, zich te verwijderen. Maar deze verschool zich in een hoek van den corridor. Toen de generaal zich alleen waan de, klopte hij. Alles bleef stil; maar Varinkn kon immers slapen. Toen hij ten tweeden male klopte, vroeg zij op volkomen bedaarden toon: „Wie is daar?" „Ik ben het," antwoordde de gene raaal, met een van aandoening bevende stem. „Annuschka," zeide zijn dochter tot haar zoogzuster, die in de belendende kamer sliep, „open mijn vader. Verge ving, lieve vader, Annuschka. moet zich eerst aankleeden; zij komt echter oogen- blikkelijk." Zondagnacht heeft zich in de Ossche heide nabij de grens Oss-Heesch wederom een droevig drama afgespeeld, waarvan een vader van 4 kinderen het slachtoffer is geworden. Betreffende deze moord, vernemen wij, dat het slachtoffer P. van Lies hout, zich reeds in den vooravond in het café N. bevond, waar tegen slui tingsuur ook P. v. R., oud 28 jaar en eveneens gehuwd, aanwezig was. Plotse ling ontstond een korte woordenwisseling en van Lieshout zoowel als v. R. gingen naar buiten. Onder de veranda van het café kwam het onmiddellijk tot hand tastelijkheden en P. v. R. begon wild met een mes om zich heen te slaan. De vrouw van Van Lieshout kwam haar man, die zij bedreigd zag, te hulp, doch zij ontving bijna onmiddellijk ver scheidene steek- en snijwonden in de ar- uoeD, waarbij haar polsen ernstig werden gekwetst en verscheidene pezen werden doorgesneden. Bijna op hetzelfde oogen blik zag men plotseling v. Lieshout ineen zakken en op den grond neerstorten. Van onder zijn vest droop het bloed, dat weldra een groote plas vormde. v. R., die vermoedelijk deze wonden heeft toegebracht nam onmiddellijk de vlucht. Een der toeschouwers spoedde zich naar de stad en waarschuwde dr. Stolz en de politie. Toen dr. Stolz arriveerde kon hij slechts den dood van het slachtoffer constateeren, dat een diepe steekwonde had bekomen in de borst en het hart. Rijks- en ge meentepolitie waren zeer spoedig ter plaatse en nam het stoffelijk overschot van den verslagene in beslag, waarna het werd overgebracht naar het St. Anna Gasthuis. De politie greep met groote kracht in en slaagde erin na een snel doch inten sief onderzoek den vermoedelijken dader v. R. in den loop van den nacht te ar resteeren. Hij werd naar de marechaussée- kazerne overgebracht. Nog een moordaanslag. De politie was nog met dit onderzoek bezig, toen zij reeds opnieuw werd ge alarmeerd voor een moordaanslag op den Berghemschen weg. Bij het onderzoek der politie went medegedeeld, dat een zekere Coolen in een vechtparij, was gewikkeld geraakt met een familielid) zekeren v. B. Deze zou Coolen met de kolf van een jachtgeweer onverhoeds hebben aange vallen en bloedend hebben verwond. Het bleek, dat Coolen o.m. de kaak gedeelte lijk was verbrijzeld. De politie is er nog niet in geslaagd den dader te arresteeren, doch wel werden enkele aanhoudingen verricht. Vast is komen te staan, dat de slag niet is toegebracht met een jachtgeweer, doch met een zwaren knoest. Coolen die veel bloed verloor werd naar het St. Anna-Gasthuis overgebracht. Hoewel zijn toestand zich aanvankelijk zeer ernstig liet aanzien is echter levens gevaar niet aanwezig, en kon hij Maan dagmorgen naar zijn woniDg worden over gebracht. O— BIJ HFT BADEN IN ZEE VER DRONKEN. De heer Banning uit Honselersdijk be gaf zich bij het zwemmen bij Terheyde aan Zee te ver in zee en werd door de strooming meegesleurd. De man moest na veel pogingen den kant te bereiken zijn vruchteloos zwoegen opgeven en is jammerlijk verdronken. Zijn lijk is bij 's Gravenzande aangespoeld. o DOOR HOND TOEGETAKELD. Nabij Papenveer (gemeente Ter Aar) is het 5 jarig zoontje van den caféhouder Verhoef aongevallen door een grooten her dershond en zoodanig toegetakeld, dat het jongetje in vrij ernstigen toestand naar het ziekenhuis te Leiden moest worden gebracht. O KINDERVERLAMMING TE VLAAR- DINGEN. Te Vlaardingen doen zich thans zeven gevallen van kinderverlamming voor, be halve de twee genoemde gevallen van Vlaardingsche kinderen, die te Arnhem worden verpleegd. PLOTSELINGE DOOD. De marinier der eerste klasse v. dw Nol, die Vrijdagmiddag meeliep in een 10 K.M. veldloop is na afloop daarvan be- j wusteloos ineengezakt en in den loop van den avond overleden. Zaterdagmiddag is j hij met militaire eer begraven. De generaal wachtte geduldig, want hij had in de stem zijner dochter niet de minste ontroering bespeurd eu hoop te, dat Gregor zich zou bedrogen heb ben. Weldra opende zich ook de deur en hij trad binnen, behoedzaam rond glurende. Er was niemand in de eer ste kamer. Varink|ai Tag in bed. "Zij was iets bleeker dan gewoonlijk, maar onberis pelijk kalm, en op haar lippen zweefde de glimlach, met welken zij haar vader steeds placht te ontvangen. „Welk een gelukkige omstandigheid," vroeg Varinkja met honingzoete stem, „heb ik het te danken, u lieve vader, in zulk een vergevorderd nachtelijk uur bij mij te zien?" „Ik wilde met u over een gewich tige aangelegenheid spreken en dacht, ge zoudt het mij niet euvel duiden, indien ik ook uw slaap stoor." „Mijn vader zal mjj ten allen tijde welkom zijn; hij moge komen in welk uur het hem behaagt." Hier gluurde de generaal behoed zaam in het rond, overtuigde zich ech ter, dat in de eerste kamer niets verbor gen kon zijn. Nu restte hem nog de tweede te onderzoeken. „Ik ben bereid u te hooren," zeide Varinkja na een korte pauze. „Ja, maar wij zajn niet alleen, en geen andere ooren als de uwe mogen vernemen, wat ik u te zeggen heb." „Annuschka, lieve vader, is immers mijn zoogzuster." „Hoe dan ook", antwoordde de ge neraal/ vatte een kaars en ging naar de andere kleine kamer. „Annuschka," zeide hij, „Iet op deil corridor, dat ons niemand beluisterd." „Daarna keek hij weer met vorschen den blik in het rond, maar buiten het vertrek zijner dochter, was ook in dei tweede kamer niemand. Toen Annuschka naar buiten was gegaan, keerde de generaal naar zijn dochter terug en plaatste zich nevengj haar bed". „Lieve dochter," ving hij aan, ziijrt kind de hand reikende, „ik moet een gewichtige aangelegenheid met u be spreken." „En die is?" „Ge zijt weldra achttien jaar, en op dezen leeftijd plegen de dochters van den. Russischen adel te huwen. Na deze woorden zweeg hij een oogenblik, om tip zien, welken indruk zij op Varinka zouden maken; maat zij liet haar hand onbewegelijk in de zijne. „Sedert een jaar," ging hij voort, „heb ik over u hand beschikt.1* „Mag ik den naam van mijn toe- komstigen gemaal vernemen?" vroeg Varinka koud. „Gij zijt voor den zoon van deö werkelijken Geheimen Kabinetsraad be stemd; wat denkt ge daarvan?" „Naar men zegt, is hij een waardig en edel jong man," antwoordde Varin ka; „maar een bepaalde meening kan ik van hem niet hebben, daar hij ge ruim en tijd te Moskou in garnizoen ligt." (Wordt vervolgd). e 'ÏW V'-. voor het Land van Hensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 1