Tweede Blad Nieuwsblad No. 5364 Vrijdag 8 Sept. VARINKA Een goed adres een goede Bril M. NORT - GORINCHEM Gediplomeerd Opticien. voor hot Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaarü, Uit het dagelijksch leyen, kantongerecht Hoosden FEUILLETON. voor ZUSTERHUIS 6. BEHOORENDE BIJ HET DE GLIMLACH. De hemel is betrokken en de stad ligt in een druilerige sfeer. Mistroostig, triestig, ongezellig. Maar opeens daar splijten zich de wolken, een stuk blauw komt zichtbaar, de zon werpt een balk van stralend licht over de aarde en over de menschen. De daken kleuren hei-rood èp, het plaveisel en het trottoir blinkt daar is licht en gezelligheid allerwege Zooals de zon de aarde vermooit, zoo veraangenaamt de glimlach ons leven. Zeker, daar kunnen droeve dagen zijn, tijden van zorg en gepeins, uren van hard leed. Maar laat ons niet steeds blijven hangen in die druilerige, mistroostige, triestige sfeer van droefenis. Tracht over uw leed héén-te lachen, draag een blijde glimlach het leven door en ge brengt gezelligheid en geluk overal waar ge komt. Daar zijn menschen die men zoekt, waarnaar men verlangt, wier afwezigheid een gemis voor ons is Waarom en waardoor Zij hebben een gulle glimlach, die ons de zon in hun gemoed openbaart HARRY POLL. STRAFZITTING VAN HET KAN TONGERECHT TE HEUSDEN van Vrijdag i September 1933. Kantonrechter: Mr. C. W. van Om meren. Ambtenaar v. h. O. M.: (waarne mend) Mr. J. Dony. Griffier (waarnemend)D. van He- mert. T. O. te Almkerk had in den Zuid- hollandsehen polder met een war garen gevischt in een vischwater van J. van Balkom te Dussen. W. van Balk om en H. van Honsewijk hadden dit gezien en het aangegeven bij de rijkspolitie. In de vorige zitting had verdachte aangevoerd aan v. Balkom en v. Honsewijk hem onmogelijk had den kunnen zien. Kantonrechter: We zullen nu de getuigen eens hooren. Getuige W. v. Balkom: Ik heb gezien «dat hij het net in het water wierp, maar niet dat hij het er uit haalde. Getuige H. v. Honsewijk: Deze ver klaart hetzelfde als getuige v. Bal kom. Kantonrechter tegen verdachte:: Ja man, de menschen zien wel meer ,dan je zelf soms denkt. En nu is 't het vervelendst voor je als je ook «nog door Dr. W. JORDAN. 1. „Binnen drie maanden keert hij .te rug." Varinka bleef stom en bewegingloos. „Hebt gij mij dan niets daarop te ant woorden?" vroeg de generaal. „Neen, lieve vader. Slechts één ge nade wenschte ik ,van u af te smeeken." „En waarom?" „Ik heb een gelofte gedaan." '„Maar indien dringende omstandig heden de verbreking zulk eener ge lofte noodzakelijk maken en de bespoe diging der bruiloft eischen?" „Welke dan?" vroeg Varinka. „Feodor bemint u," zeide de gene raal en zag haar scherp in de oogen. „Ik weet het," antwoordde Varinka met de grootst mogelijke onverschil ligheid. „Gij weet het?" riep de generaal. „Ja, hij heeft het m.ij gezegd." „Wanneer dan?" „Gisteren." „E|n gij antwoordde hem..." „Dat hij zich verwijderen moest." „En hij heeft toegestemd?" „Ja, mijn vader." weet dat je bij den Kantonrechter als een deugdelijk strooper bekend staat. Het stroopen moet je nu ein delijk maar eens nalaten, want dat visschen in een anders water vind ik uit den booze. Ik geef je f15 of 10 dagen en je in beslag genomen wargaren verklaar ik verbeurd. A. V. melkverkooper te Almkerk had melk in voorraad gehad in een lokaal dat in geen enkel opzicht aan de wettelijke eischen voldeed. Verdachte: Ik heb geen lokaal dat aan de wettelijke eischen voldoet, maar dat behoeft ook niet, want ik woon niet in de kom der gemeente en bovendien verkoop ik maar en kele liters per dag. Hier is een ver klaring van Burgemeester en Wet houders van Almkerk, waaruit blijkt, dat ik niet in de bebouwde kom woon. Kantonrechter: Ik begrijp niet dat B. en W. een dergelijke verklaring af geven. Ik denk dat ze aan het be grip „bebouwde kom" van de Mo tor- en Rijwielwet vasthouden, maar dat heeft niets met het begrip in den zin der Warenwet te maken. Ik weet wel waar verdachte woont en dat is zeker „bebouwde kom" in den zin der Warenwet. Getuige Directeur Schuursma: Ik ben dikwijls bij verdachte geweest en heb hem meermalen trachten over te halen zijn inrichting te verande ren n.l. het melklokaal, want de Mi nister geeft aan niemand ontheffing voor het inrichten van een melklo kaal, omdat bij ontheffingen oneer lijke concurrentie zou worden aange daan aan de bona fide melkverkoo- pers. Voor het melkbesluit is geen bebouwde kom vastgesteld, maar „de bebouwde kom" daarvoor mag en kan niet worden afgeleid uit de be palingen der Motor- en Rijwielwet. Kantonrechter: Ik wil de plaats persoonlijk nog eens opnemen en daarom stel ik mijn uitspraak 14 dagen uit. C. S. en J. G. V. beiden te Veen waren op een weiland van A. v. Wijk te Aalburg, gelegen in den polder „de Slagen" te Veen aan het stroo pen met een hond bij zich, toen de onbezoldigd rijksveldwachter Jan Bouman hen ontdekte. De verdach ten zijn niet verschenen. Kantonrechter: Uit het proces-ver baal blijkt me dat C. S. zich heftig tegen Bouman heeft verzet toen de ze hem wilde fouilleeren. Ten slotte heeft Bouman toch de jas van ver dachte C. S. weten te bemachtigen en daarin toen een jonge eend ge vonden. Verdachte C. S. heeft ook gezegd: „Het kan me niks schelen, wat mij dat kost, dat zal ik wel be talen, maar je blijft van mijn jas en overal af." 't Is voor mij altijd erg gemakkelijk als een verdachte zoo iets zegt, want dan kan ik zonder ee- nig gewetensbezwaar eene royale boe te opleggen. Ik geef C. S. 2 boeten elk van f 10 of 2X5 «dagen hechte nis en verdachte J. G. V. krijgt van mij 2 boeten elk van f5 of 2X3 dagen hechtenis. Johanna v.. d. W. te Hedikhanzen had plaats genomen op haar hon denkar zonder vergunning van den Burgemeester. KantonrechterWaarom deed je dat? Je weet toch zeker wel dat ik erg het land heb aan dat gemartel van die trekhonden, omdat een .hond nu eenmaal geen trekdier is. Als ik Burgemeester was kregen van mij „Wanneer wil hij vertrekken?" „Hij is reeds vertrokken." „Maar," zeide de generaaL, „hij heelt mij eerst tegen tien uur verlaten." „En mij tegen middernacht", ant woordde Varinka. „Achl" riep de generaal onwillekeu rig en haalde voor de eerste maal weer ruim adem; gij zijt een edel meisje, Varinka, en ik zal uw verlangen inwilligen. Alleen smeek ik u, te be denken, dat de keizer het is, dae deze .verbintenis bepaald heeft" „Mijn vader zal mij de gerechtigheid laten wedervaren, te gelooven, dat ik een te gehoorzame dochter ben, ,dan dat ik een weerspannige onderdaan kon zijn." „Nu, goed, goed, Varinka! Dus de arme Feodor heeft u alles gezegd „Alles." „Gij hebt vernomen, dat hij zich het eerst tot mij gewend heeft?" „Ja." „Dus van hem hebt gij het eerst vernomen, dat uw hand reeds is toe gezegd?" „Ja, van hem." „En hij stemde toe, ons te verlaten? Hij is werkelijk een brave en edele ziel! Mijn bescherming is hem pveral zeker! O, indien ik mijn woord niet ge geven had, ik had "hem zoo lief! Bij mijn eer, hadt gij niets tegen hem ge had, ik had hem u hand gegeven. „En kunt gij uw woord niet terug nemen?" „Onmogelijk." alleen vergunning stokoude men schen, maar flinke jongens en meis jes nooit. Verdachte: Ja maar ik loop mijn voeten zoo gauw door. Hier heb ik een briefje van den dokter. Kantonrechter: Dokters zijn heel beste menschen, maar attesten afge ven doen ze m.i. veel gauwer dan vroeger, maar met het jaar vermeer dert het aantal van die dingen, die ik ontvang. De appreciatie van de waarde dier attesten wordt voor ons rechters dan ook steeds moeilijker. Enfin ik zal je zeere voeten dan als excuur aannemen. En ga je nu nog steeds met je hondenkar melken en er dan ook opzitten Verdachte: Ik ga nu per fiets. KantonrechterPrachtig, ga zoo voort. Je krijgt f 2 of 1 dag. S. V. koopman te Veen had met een hond beneden de maat, voor zijn kar gespannen, gereden. Verdachte is niet verschenen. Kantonrechter: Al dat kleine ge dierte voor die karren deugt neele- maal niet. Maar ik wil er voor dit maal rekening mede houden dat Sij- men geen millionair is en hem daar om f 5 of 3 dagen geef, maar als hij weer hier komt voor een onder- maatsche hond dan- krijgt hij veel meer. A. v. d. A. landbouwer te de Wer ken had een koe laten loopen in de aardappelen van H. van Burgel. Verdachte: 't Was op 14 Juni en erg droog. De koeien gaan dan mak kelijk door de slooten. Toen ik 's avonds thuis kwam en hoorde dat de koe in het aardappelland van v.. Burgel liep heb ik haar er direct uitgehaald. KantonrechterEn nu beweert van Burgel f7,50 schade te hebben ge leden. Waarom heb je die niet be taald Verdachte: 't Was veel en veel te veel. En ik heb er de koe dadelijk uitgehaald toen ik thuis kwam. Getuige Pieternella Viveen, huis vrouw van H. v. Burgel: De koe heeft veel schade gedaan, want de aardappelen hebben er veel door ge leden. KantonrechterIk kan me voor stellen dat een koe een droge sloot doorloopt en daarom moeten boeren, wier landen aan elkaar grenzen, iets van elkaar kunnen velen. Schikt toch zoo'n zaakje, want als er over de schadevergoeding eene civiele pro cedure gevoerd moet worden kan dat lang duren en bovendien is het kost baar. Over f 7,50 dus te procedee- ren is af te komen. Weet je wat, deel de f 7,50 middendoor en be taal jij aan v. Burgel f3,75. Verdachte: Dat wil ik wel. Getuige Pieternella Viveen't Is mij goed. Kantonrechter Mooi aoo, maar dan boter bij de visch.. Verdachte betaalt f 3,75.. Kantonrechter: Dan verklaar ik het feit strafbaar, maar zonder toepas sing van eenige straf. Jullie zijn ver standig dat je de zaak geschikt hebt. J. d. H. schippersknecht te de Werken had in staat van dronken schap op den Sasdijk de orde ver stoord en bovendien hevig gevloekt en geraasd. Verdachte is niet ver schenen. Kantonrechter: Weer zoo'n held. In Werkendam een groot woord en te bang om hier te verschijnen. In Welnu, dat dan de wil des Jkeizers geschiede!" zeide Varinka. „Ja, zoo hoor ik mijn dochter gaarne spreken," meende de generaal en (Om helsde haar feeder. „Goeden nacht, Vaiinka. Ik wil .u niet vragen, of gij hem bemint Gij hebt beiden uw plicht gedaan, en meer kan ik,niet veriaugen." Daarmee stond hij op en ging. An- nuschka stond in den corridor; de ge neraal gaf haar een teeken, dat zij weer kon binnentreden en begaf ,zich in zijn kamer. Aan de .deur vond hij Gregor. „Welnu, uw Excellentie?" vroeg deze. „Gij had gelijk en ongelijk tevens; Feodor beminde mijn dochter, maar mijn dochter bemint hem niet. ,Hij is omstreeks elf uur bij "haar gegaan, heeft echter tegen middernacht af scheid van haar genomen. Maar gij zult toch morgen uw duizend roebels en uw vrijheid hebben." Gregor verwijderde zich uitermate verbaasd. Ondertusschen had Annuschka zich weer bij haar jonge gebiedster vervoegd en de deur zorgvuldig gesloten. Ter stond sprong Varinka uit het bed en snelde zoodra de laatste voetstappen haars vaders in den corridor was weg gestorven in de belendende kamer en beide vrouwen ruimden een hoop lin nengoed weg, dat in de vensternis lag. Onder het linnengoed stond een groote kist met een veeren sluiting. Annuschka drukte op een knop en het deksel sprong open. Beide vrouwen het proces verbaal lees ik dat ver dachte de politiemannen heeft uitge scholden voor al wat mooi en leelijk is en ook op de politie met een dak pan heeft gegooid. Verdachte staat heel ongunstig bij mij bekend en daar zal ik met mijne straf rekening mede houden. Hij is een erg lastige kerel voor de politie, maar nu zal ik eens erg lastig voor hem zijn. Hij krijgt 2 straffen. De eene luidt f15 of IQ dagen en de andere f 10 of 5 dagen. J. C. B. timmerman te Hardinxveld had op Bastion vijf te Woudrichem 'in het gras geloopen, waarvan pro ces-verbaal werd opgemaakt door den wachter van de vesting Woudrichem A. A. de Man. Verdachte is niet ver schenen. Kantonrechter tegen wachtmeester van Koeveringe: lk heb een schrij ven van verdachte ontvangen. Weet je soms ook of er wat meer tusschen zit. Wachtmeester van Koeveringe: Ja, de Man dacht dat verdachte de ves tingwerken wilde photografeeren, maar ze hadden nog niet gephotogra- feerd en daarom kon hij ze alleen maar krijgen voor het loopen in het gras van de wal. Kantonrechter: Was verdachte nu als Hardinxveldsch timmermannetje werkelijk te verdenken van spio nage Wachtmeester van Koeveringe: Ik geloof het niet. Kantonrechter: Maar op de ansich ten van Woudrichem zijn toch alle vestingwerken afgebeeld en die zijn in den handel, zoodat ik mij niet kon indenken dat Woudrichem nog iets heeft dat van belang kan zijn voor spionage, 't Komt mij voor dat ze gerust geheel Woudrichem kun nen photografeeren zonder dat zulks ook maar eenigen invloed zou kun nen hebben op 's lands verdediging, Maar ik ben allerminst strateeg en daarom zwijg ik er over. Zeker kan ik het met mijn geweten overeen bren gen, wanneer ik met een zeer lichte straf volsta. Ik geef den verdachte 50 cent boete of 1 dag. L. J. V. kapper te Pijnacker had op den straatweg onder Sleeuwijk het meisje Helena van Gameren, terwijl zij op een rijwiel was gezeten, aange reden met als gevolg dat het meisje eene hersenschudding bekwam, waar door zij vier weken in het Ziekenhuis te Gorinchem moest worden ver pleegd en het rijwiel geheel in el kaar was gedrukj Kantonrechter tegen verdachteIk .zie uit het proces-verbaal dat je al jaren lang rijdt onder de hoede van iemand, die een rijbewijs heeft en dat je zelf niet in het bezit van eent rijbewijs bent. Maar hoe kwam die aanrijding Verdachte: Het meisje kwam plot seling uit een zijpad en reed den straatweg op. Bij vergissing gaf ik, toen het meisje vlak voor mij was, door zenuwachtigheid gas in plaats van te remmen. Kantonrechter: Dan ben je toch een heel groot gevaar voor den weg en dan deug je absoluut niet voor, chauffeeren. Probeer eerst eens chauf- feeren te leeren b.v. in een rijschool en tracht dan je rijvaardigheidsproef af te leggen. Wachtmeester v. Koeveringe geeft een omstandig en duidelijk verhaal van het gebeurde en zegt dat ver dachte z.i. de schuld heeft, omdat hij zonder eenig bezwaar naar links had kunnen uitwijken toen het meisje den straatweg op kwam. KantonrechterIk wil hier wacht meester van Koeveringe in het open baar mijne bijzondere tevredenheid betuigen over de wijze waarop hij zich van zijn taak heeft gekweten om de zaak voor elkaar te krijgen. Proces-verbaal en teekening waren volkomen duidelijk en bij de bestu- deering der zaak begreep ik de ge- heele toedracht zonder de minste moeite. Kantonrechter tegen wachtmeester v. Koeveringe: Weet je ook hoeveel kosten van Gameren voor zijn doch- I tertje heeft, gehad Waohtrpeester v. Koeveringe: Dat weet ik niet. I Getuige Helena v. GamérénIk kwam uit den zijweg en reed rechts. Meer kan ik mij niet herinneren. Kantonrechter tegen verdachte: Ik ken ne piaats van aanrijding precie,s. Je kon het meisje reeds van verre op den zijweg zien aankomen, ter wijl zij bovendien rechts van je reéd. Alle voorzorgsmaatregelen voor eene aanrijding had je dus kunnen nemen en dat blijkt ook wel hieruit dat Bleiswijk, die naast je zat en in het: bezit van een rijbewijs was, aan de- j marechaussée heeft verklaard dat als j hij zelf achter het stuur had geze- j ten de aanrijding niet zou hebben plaats gehad. Je bent dus absoluut schuldig. Ik wil er echter bij het opleggen mijner straf er rekening mee houden of je alle schade aan v. Gameren wilt, betalen, die uit de aanrijding zijn voortgekomen. Wil je dat? Verdachte: Ja, als ik het maar kan. Kantonrechter: Als je in den te- genwoordigen tijd een auto kura .hu ren om er een grooten tocht mes Je gaan maken dan zit het er fiog zoo islecht niet aan. En als je het niet slaakten een luiden gil, want de kist •was werktuigelijk een lijkkist gewor den de jonge officier was gestikt. Geruimen tijd hoopten zij, dat ,hij bewusteloos was; Annuschka sprenkel de hem water in het gezicht en Varinka hield hem opwekkende middelen onder den neus, maar alles was tevergeefs. Gedurende het lange onderhoud, het welk meer dan een half uur geduurd had, had Feodor zich niet uit de kist kunnen bevrijden, omdat de veer toe gesprongen was, had geen lucht kun nen krijgen en was gestikt. In welkje ten vreeselijken toestand bevonden zich (de beide meisjes! An nuschka zag zich reeds in Siberië; Varinka zag slechts Feodor. Beide waren ten einde raad. De vertwijfeling der kamenier was egoistischer dan die harer gebiedster en daarom peinsde zij het allereerst op een middel, zich uit de verlegen heid te helpen. „Mejuffrouw," riep zij plotseling, „wij zijn gered!" Varinka hief het hoofd op en zag het meisje met een paar door tranen glinsterende oogen aan. „Gered? Wij misschien;, manjr ihij, hij!" „Hoor mij aan freule, uw toestand is verschrikkelijk, uw ongeluk ontzet tend. ik geef het toe; maar beide kon den nog erger zijn. Indien de generaal vernam „En wat raakt mij dit?" zeide Va Varinka. „Voor iedereen wil ik nu mijn tranen den vrijen loop laten." „En dan voor iedereen der schande 1 ten prooi zijn! Morgen zouden de lijf eigenen, en overmorgen zou geheel Pe tersburg het weten, dat een man in uw kamer verborgen en daarbij gestorven is. Bedenk, mejuffrouw uw eer, de eer uws vader, uwer geheele familie." „Gij hebt gelijk," zeide Varinka het hoofd schuddend, als wilde zij alle ge- I dachten van droefenis verbannen, die haar bezwaarden. „Gij hebt gelijk, wat valt hier te doen?" „Gij kent mijn broeder Iwan. Wij moeten hem alles zeggen." „Waar denkt gij aan!" riep Varinka, „een man in het vertrouwen nemen? Wat, zeg ik, een man, een lijfeigene?" „Hoe lager die lijfeigene staat," ant woordde Tiet meisje, „hoe zekerder) wij "kunnen zijn, dat hij zijn mond houdt, daar zijn belang zulks meebrengt." „Maar uw broeder drinkt," zeide Va rinka met een uitdrukking van vrees en afschuw. „Dat is waar," antwoordde Annusch ka, maar waar vindt gij een man, die een baard heeft (in Rusland droegen' gemeenlijk slechts de lijfeigenen lange baarden) en het niet doet? Mijn broe der is nog veel minder beschonken dan alle anderen; dus hebben wij het allerminst te vreezen. En in den toe stand, waarin wij nu eenmaal zijn, dient wel iet6 gewaagd te worden." Wordt vervolgd).

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 5