Tweede Blad pttWSltó' So. 5370 Vrijdag 29 Sept, De Grootmoeder. HET KACHELHUIS bij uitnemendheid voor het Land van Heusden en Altena. de Langstraat en de Bommelerwaarri. Proeve van Crisis-wetgeving. Vervoer van Aardappelen FEUILLETON. Uit het dageljjksch leven. „HERTOG FRANS", 6 cenfs Sigaar MOEDER. 1 Tand- en Tuinbouwtentoonstelling Srunen 30 September, 1 en 2 October. BEHOORENDE BIJ HET In staatsblad No. 466 van 2 Sep tember 1933 is opgenomen een be sluit van 1 September 1933 tot toe passing van de artikelen 9 en 12 der Landbouw-Crisiswet 1933 °P aardappelen, kortweg genoemd Cri sis-Aardappelbesluit 1933 I," in wer king getreden 4 September 1933. De artikelen 2 en 3 van dat besluit lui den als volgt: Artikel 2. Voor het tiidvak' aanvangende met ingang van den dag van het in wer king treden van dit besluit en ein digende met ingang van den isten Juli 1934 is het vervoeren van aardap pelen slechts toegestaan, indien dit geschiedt krachtens schriftelijke ver gunning van een door Onzen Mini ster aan te wijzen crisisorganisatie, behoudens het vervoeren van eene hoeveelheid van ten hoogste 10 ki logram kennelijk bestemd voor de consumptie van een persoon of een gezin. Artikel 3. De statuten van de in het vorig artikel bedoelde crisisorganisatie moeten bepalen ie. dat schriftelijke vergunningen alleen worden afgegeven aan door haar erkende handelaren; 2e. dat schriftelijke vergunningen aan erkende handelaren steeds wor den verleend, indien voldaan is aan de bepalingen van de artikelen 4 en 5 van dit besluit. Eene schriftelijke vergunning voor vervoer mag dus alleen worden af gegeven aan erkende handelaren en dus nooit aan een verbouwer, die geen erkend handelaar is. Een ver bouwer, geen erkend handelaar zijn de, mag dpts nooit of te nimmer aardappeleij' vervoeren. De administratie der z.g. Aard-ap pelcentrale heeft blijkbaar gevoeld, dat aan deze regering iets haperde en is toen op het denkbeeld gekomen, om den verbouwer, geen handelaar zijnde, die zijne aardappelen van het land naar de opslagplaats wil vervoe ren, kosteloos een ,,bon" te verstrek ken, een bewijs, dat practisch de vergunning moet vervangen. Dit is dan wel is waar niet in overeen stemming met de bestaande rege ling, maar men heeft dan toch ee- nige controle op het vervoer van de hier bedoelde aardappelen. Bii deze handelwijze wordt evenwel uit 't oog verloren, dat afgifte v. 'n „bon" op geen enkele wettelijke bepaling steupt, zoodat het voor een verbouwer, die DE VLOEK. I. Den 9en Juli van het jaar 1864 werd er, zonder vertoon of ophef, in tegen woordigheid van slechts weinige per sonen en zonder dat de Boulevardbla den, altoos tuk op nieuwtjes uit de groote wereld, het aangekondigd had den, in de kerk St. Philippe-du-Roule een huwelijk gesloten. Toch behoorden de jonggehuwden niet tot degenen, van wie niet gespro ken wordt. Door hun geboorte en hun opvoeding behoorden zij tot hetgeen men gewoon is Tout Paris te noemen. De bruidegom, een slank, knap jong- mensch van 30 jaar, was de vicomte de Mérulle; hij was goed bekend in de kringen, waar pleizier gemaakt en ge speeld wordt. Hij had zich, eenige ja ren geleden, hals over kop in den maal stroom van het Parijsche leven ge worpen, dikwijls de aandacht getrok kendoor zijn dolle strekenen had den naam gekregen van een doordraaier, iets wat hij trouwens wel verdiende. Te bruid, twee-en-twintig jaar oud, wao mejuffrouw Qabrielle de Saulien, eenige dochter der markiezin Marie An toinette de Saulien,, die prachtige goe aardappelen vervoert, volkomen ge lijk staat of hii al dan niet in het bezit van een bon is. Voor den Kan tonrechter is hij in dezelfde mate strafbaar eenvoudig om het feit, dat hii aardappelen heeft- vervoerd zon der schriftelijke vergunning. En die schriftelijke vergunning kan hii niet krijgen. Den verbouwer rest dus niet anders dan zijne aardappelen op het land te laten liggen of ze op het land te verkoopen aan een erkend hande laar, die ze wel mag vervoeren. Een verbouwer kan zich dus zonder ee- nig bezwaar de moeite besparen om vervoer bonnen te gaan halen. Wan neer een verbouwer, geen erkend handelaar zijnde zijn aardappelen ver voert zonder of met bon begaat hii eene overtreding en zal dus straf rechterlijk kunnen worden vervolgd, maar de Kantonrechter kan clan moeilijk iets anders doen dan het feit strafbaar verklaren zonder toe passing van eenige straf, omdat de man zich op geenerlei wijze in het bezit eener schriftelijke vervoerver- gunning kan stellen en geen Kanton rechter zal redeneeren, ,,dan moet de verbouwer zijn aardappelen maar op het land laten bederven." En eene zoodanige uitspraak zal den verbouwers zeker weinig deren. Practisch gevolg is dat de verbou wers geheel vrii hun aardappelen kunnen vervoeren of kunnen doen vervoeren van hun land naar eene opslagplaats. Dat daarbij tal van ex cessen kunnen plaats hebben ligt wel voor de hand, maar 't is beter dat we daar onzerzijds over zwijgen. Het Crisis-Aardappelbesluit levert weer een bewijs van het feit, dat het met al te grooten spoed in elkaar schroeven van wettelijke bepalingen tot hoogst ongewilde gevolgen kan leiden. Daar is al veel, heel veel geschreven over het onderwerp „M 0 e d e r". Maar nooit genoeg en nooit zal er een laatste keer zijn dat een woord aan „Moeder" gewijd wordt. Omdat er altijd weer nieuwe kinderharten zullen zijn, die de liefde tot hun moeder zullen uitzeggen omdat de liefde tot baar, altijd weer zoeken zal naar nieuwe woorden van dankbaar heid en kinderlijke toewijding. Een kamer kan rijkelijk zijn opgeschikt met meubelen en wandversiering, ze mag voornaam aandoen en pralen van weelde als moeder daar ontbreekt is het een on gezellig vertrek. Een huiske mag nederig zijn van voor komen, de enkele kamers kunnen er sober, ja armoedig uitzien toch zal daar sfeer zyn als moeder aanwezig is, als moeders inzicht er regel en leiding brengt, moeders hart daar ziel schept voor de liefde. Want dit is het wonderlyke en verhevene van een moederzij brengt niet enkel de liefde, maar zij is die. Zij is ons vèr vooruit in beminnenoffervaardig lief hebben. Zij heeft voor een hard woord van onzen kant, een goeden glimlach baar hand en baar hart zijn steeds tot vergeven bereid. Wij vergeten wel eens dat wij kind zijnMoeder houdt nooit op Moeder te zijn. Daarom heeft zij recht op het schoonste, en heiligste, het waardevolste en diep zinnigste woordMoeder. Want hierdoor eeren wij haar het meest in woord en daad door te toonen Deze Sigaar is voorzien van licht Sumatra Zandblad dek en munt uit door haar heerlijke smaak en krijtwitte brand. dat zij isonze Moeder, dat isde schenkster van het leven. HARRY POLL. 11' Wat is ,een tentoonstelling? Een tentoonstelling js een feest, waarop men .tentoon stelt, b.v. bij een hondententoonstelling de .mooiste hon den, hij een rundveetentocnsteiling de mooiste runderen^, dus hij een land en tuinbouwtentoonstelling de mooiste producten; daarbij wordt gezorgd voor schitterende concerten en alles meer wat een tentoonstelling aanlokkelijk kan maken om maar zooveel mogelijk men- schen hij elkaar te krijgen, waarbij alle mogelijke fabrikanten staan, die willen exposeeren om te verkoopen, artikelen die rij kwijt willen of ze nu passen in het boerenbedrijf of niet. Kennis wordt aangeknoopt hiermee en daarmee, men gevoelt zich eens uit, het moet feest rijn, te meer nog daarom omdat doorgaans een bestaan hier of daarvan mede wordt gevierd Is dat een tentoonstelling? AI wie een dergelijk begrip heeft van een tentoonstelling, tenminste wat be- treft een land- e n tuinbouwtentoonstel ling, doet verstandig rijn ideën bij el kaar te grabbelen en ze hier of daar in een donkere hoek op te brengen, zoodanig, 'dat rij niet meer het licht zien. Tentoonstellingen van land- en tuinbouw, Waarhij men een verzame ling houdt .van de grootst mogelijke knollen, bieten en weet ik wat nogal meer, 'die hebben waj op den dag van) heden 'niet meer noodig. Neen nu heeft iedere boer voortaan zooveel kennis en bekwaamheid, dat hij uit zich zelf wel weet, dat het gemakkelijk genoeg is om enkele groote vruchten hij el kaar te zoeken om er mede te pronken'. Maar zult gij zeggen, wat verlangt gaj dan van een tentoonstelling. Wat ik van een tentoonstelling ver- langfzult gaj zien te Drunen op Zater dag, Zondag en Maandag. Wanneer gij daar Zaterdagmiddag deren bezat in verschillende deperte- menten, o.a. in Cóte d'Or, Seine infé rieure, Pas de Calais. De markiezin had ook haar hotel te Parijs in de rue de Varenne, een oud-aristocratische wo ning, waar rij slechts de wintermaan den doorbracht. De rest van het jaar verliet rij, sinds zij zeventien jaar ge leden haar echtgenoot verloren had, haar kasteel Saulien niet meer. Waj verzoeken nu onzen lezers ons te volgen naar een hotelkamer der rue du Faubourg St. Honoré vlak hij de rue Royale. Deze kamer, zeer geriefelijk inge richt met overgordijnen en bedgordij nen van hetzelfde cretonne, is ver licht door twee kaarsen, waarvan er; een op een guéridon midden in de ka mer, de ander op den schoorsteenman tel staat. Een jonge dame is juist de kamer binnengetreden, na aan het hotel' door een huurrijtuig te zijn afgezet. 't Is even vóór negen 's avonds. Het is drukkend warm en er dreigt onweer. De jonge dame draagt het witte bruidskleed met buitengewone waardig heid. Het i s de bruid uit de kerk St. Phi lippe-du-Roule, Qabrielle de Saulien, nu vicomtesse de Mérulle. Zij staat tegen den marmeren schoor steenmantel geleund en wacht. De jonge vicomtesse is buitengewoon schoon. Zij is van meer dan middel bare grootte, slank en lenig gebouwd en onder de witte rijde ontwaart men prachtige vormen. Heerlijk zwart haar omlijst haar be wonderenswaardig zuiver gesneden ge laat. Haar groote droomerige, maar hel dere oogen hebben een onbeschrijfe lijke uitdrukking. Nu en dan verraadt een onwillekeurige beweging haar in nerlijke ontroering. Zij is bleek en de droefheid, die over haar gelaat ligt uitgespreid, geeft dit, nu rij zoo staat te peinzen, iets zachts en poëtisch, hetgeen haar schoonheid nog verhoogt. Kort na haar binnenkomen ging rij voor den spiegel staan en nam voor zichtig, opdat haar kapsel niet in de war zou raken, haar krans van oranje bloesem af en wierp dien op de guéri don, evenals den ruiker, die op haar borst stak. Getrouwd! ik ben getrouwd! mompelde rij ik heb het gewild. Heb ik verkeerd gedaan, de toekomst zal het miij moeten leeren. Om hem toe te be- hooren heb ik mij tegen het gezag mij ner moeder verzet en haar toorn ge trotseerd. O, moeder! moeder! Ik heb hem lief en hij mij ook, maar zal hij mij altoos blijven liefhebben? Zij liet haar hoofd hangen en dacht aan haar kindsheid, aan de gelukkige dagen van haar jeugd. Welke aange name en blijde herinneringen! Toen had rij haar moeder bij zich en wanneer rij een van die kleine verdrietelijkheden had, een van die smarten, waaraan niemand ontkomt, dan troostte haar moeder haar. Twee groote tranen ontsprongen aan haar oogen en biggelden langs haar wangen. Qabrielle de Saulien, de laatste af stammeling van de beroemde familie de Saulien, was getrouwd; maar hoe? Na door geweld de toestemming van haar moeder verkregen te hebben. De plfbhtigheid had bijna in het geheim plaats gehad. De markiezin de Saulien was er niet bij tegenwoordig. Geen enkele harer eigen bloedverwanten, of vrienden was haat komen gelukwen- schen; rij was slechts omringd door bloedverwanten en vrienden van den vicomte de Mérulle, allen vreemden voor haar. En bij den terugkeer uit de kerk, werd bij een bloedverwante van den vicomte, die zich een vriendin van Gabrielle noemde, dezen feestdag ver der gevierd. Dien feestdag! Bevatte dit woord niet een wreede ironie? Een feestdag! waar op de bruid zich, niettegenstaande al haar pogingen, niet kon onttrekken aan de sombere gedachten, die haar overweldigden. De jonge vrouw wierp een blik op de pendule en slaakte een diepen zucht. Zij komt dadelijk, zeide zij in in zich zelve maar waartoe dient dit onderhoud? Waarom wil rij mij vandaag zien? Mijn God, mijn God, als haar toorn eens bedaard was, als rij mij vergiffenis zou willen schenken!.... Maar neen, die hoop kan ik niet koes teren; haar brief laat mij helaas niets van dien aard verwachten! Zij haalde een briefje te voorschijn en las: „Men heeft mij gezegd waar mijn heer de Mérulle woont; in die wo ning zal hij u ongetwijfeld brengen, wanne zijn vrouw zult zijn. Ik! verzoe ,r mij te wachten den dag, van v iwelijk, 's avonds om negen uur. Markiezin de Saulien." dat is alles, zuchtte de jonge iuw en in die termen; zoo koud .hrijft een moeder aan haar docht Zij richtte treurig het hoofd op, leg de den brief op den schoorsteen eh wischte haar oogen af. Het slóeg negen uur. Ik beef pver al mijn leden, her nam rij en wat klopt mijn hart! Ik heb haar wil weerstreefd, maar bera daarom niet misdadig. O! rij zal niet onverbiddelijk zijn voor haar dochter! Ik zal wel zulk een toon weten te tref fen, om ,haar drift te doen bedaren en maj haar .liefde terug te schenken. Het geluid .van voetstappen op de trap deed haar beven en rij drukte haar handen op haar hart om het klopr pen te onderdrukken. De deur werd geopend en een dame, stemmig in het zwart gekleed trad de kamer binnen. i (Wordt vervolgd.) WILLEM BRUIN IJZERHANDEL - OORINCHEM.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1933 | | pagina 5