ciïUinfiMdh De Grootmoeder. INGEZONDEN. FEUILLETON. Plaatselijk Nieuws. j Uit het dagelijksch leven. uit de lucht. 'tZou oneconomisch zijn de stikstof, die luoerne voor de vol ledige ontwikkeling noodig heeft, in den vorm van mest te willen geven, maar wel is het van belang de lucht- stikstofvoeding te bevorderen. Proeven, die door verschillende personen o.a. bij ons te lande in die laatste jaren ge nomen zijn, bewijzen dit m.i. in vol doende matje. Nog niet zoo heel lang geledien stelde men zich op het stand punt, dat indien er maar knolletjes aan de wortels djer vlinderbloemige gewassen zitten, dan is het met de luchtstikstofvoeding van zoo'n gewas wel in orde. Dit nu schijnt niet altijd juist te zijn, d.w.z. op gronden, waar toch wel bacteriën in zitten, die met de lucerrne in samenleving kunnen voor komen, is het toch mjeermalen geble ken nuttig te zijn het enten toe te passen. Proevien in dit opzicht zijn in ons land o.a. genomen door en op initiatief van het Rijkslandbouwprotef- station te Groningen en van wege dit station wordt ook de noodige entstof verschaft. De uitvoering van dit enten is zeer eenvoudig. Men maakt het zaad een weinig vochtig, strooit de entstof er daarna over uit en schept het zaad dan flink om, waarna men het laat drogen. Hierbij moet er echter zeer zorgvuldig op worden gelet, dat dit drogen niet in de zon gebeurt. Eene directe bestraling door het zonlicht werkt doodend op bacteriën en zou de resultaten van het enten geheel verloren kunnen doen gaan. Na dilt een en ander moeten we nu nog iiets vertellen over het zaaien, het 'verplegen van het gewas en over het oogsten, maar dit zullen we in het volgend artikeltje doen. De Rijkslandb. Consulent, H. E. HUIZENGA. (Wordt vervolgd). TARIEFMUREN EN VRIJHANDEL. Het is vanzelfsprekend mogelijk een heele verhandeling op te zet ten over protectie en vrijhandel, m. a.w. de grenzen sluiten voor buiten landsche artikelen, of de deuren wijd open zetten voor het buitenlandsch fabrikaat. Daarvoor is het hier ech ter de plaats niet. Wel willen wii op eenvoudige wijze, van Neder- landsch standpunt bezien, dit vraag stuk belichten. Gedurende de oorlogsjaren 1914/ 1918 liep de voedsel voorziening en den aanvoer van grondstoffen in ver schillende landen spaak. Daardoor ontstond een streven in ieder land om zich zooveel mogelijk van andere landen onafhankelijk te maken. Het gevolg daarvan was dat men tegen den natuurlijken aard en grondge- steldheid van het land in. producten ging produceeren die daarvoor nim mer in <iat land werden voortge bracht. Het kan niet anders of dit is met groote kosten gepaard gegaan, waardoor vanzelfsprekend ook de kostprijzen van de verkregen produc ten hooger kwamen te liggen dan in die landen waar de natuur als het ware meewerkt om diezelfde produc ten voort te brengen. Als voorbeeld daarvan hebben wii hier in Nederland het Hoogovenbe drijf te I [muiden. waardoor ons land in staat is zelf ijzer uit erts te pro duceeren. Wii hooren daar niet veel over, maar het ligt voor de hand dat het ijzer van het Nederlandsche- Hoogovenbedrijf duurder zal zijn dan het ijzer geproduceerd in landen waar ijzererts en steenkolenmijnen in el- kaars nabijheid worden aangetroffen, zooals b.v. in Duitschland. Enge land, Zweden, Amerika en andere landen. Men tracht wel het bestaans recht van het Nederlandsche Hoog- ovenbedrijf aan te toonen. door er op te wijzen, dat b.v. Duitschland nog ertsen uit Amerika moet laten komen, zoodat Nederland dat even goed kan doen. maar de Nederland sche steenkolenmijnen liggen onder in Limburg en het Hoogovenbedrijf ligt in IJmuiden. zoodat de Neder landsche steenkolen toch van uit Lim burg naar IJmuiden vervoerd moe ten worden, afgezien nog van de vraag, of de Nederlandsche steen kolen voor dat doel wel geschikt zijn. In ieder geval is ijzer geen pro duct. dat de natuur in Nederland oplevert. Het Hoogovenbedrijf is in hoofdzaak opgericht om in tijd van oorlog onafhankelijk te zijn van het buitenland. Zooals Nederland tracht zich zelf te redden met het product ijzer, zoo zullen verschillende Europeesche staten getracht hebben en nog trach ten zich op het terrein van de voed selvoorziening onafhankelijk van het buitenland te maken, opdat zii in geval van oorlog niet wegens gebrek aan voedsel den strijd zullen moeten opgeven. Of de bodem geschikt is voor den verbouw van landbouwpro ducten of voor het houden van vee. is van ondergeschikt belang. Hoofd zaak is dat er voedsel geproduceerd wordt. Dat de resultaten minder gun stig zijn en 'daardoor duurdere pro ducten worden verkregen dan in het land waar de natuur en bodemge steldheid als het ware medewerken, is een bijkomstige kwestie. Nu is het heel logisch dat. wan neer men een dergelijke onnatuur lijke wijze van voortbrenging in stand wil houden, men de concurrentie van het land. waar diezelfde artikelen be ter en goedkooper geproduceerd wor den, moet buitensluiten. Die concur rentie nu tracht men tegen te houden door hooge invoerrechten, of door steun uit eigen schatkist aan eigen productie. Zou men die concurren tie niet tegenhouden, dan zou de pro ductie van die artikelen in eigen land een natuurlijken dood sterven, waarvan de gevolgen in tijd van oor log noodlottig zouden kunnen zijn. Het is duidelijk dat deze tegen natuurlijke productie geld kost, en het economisch leven mede ont wricht. De producten die onze aarde oplevert, moeten daar gewonnen en bewerkt worden, waar de natuur deze voortbrengselen zelf heeft gebracht. Wii vinden in Nederland geen koffie, thee, rubber, enz. als bodemproduc ten, en in Indië vinden wii geen sla, kool, peulvruchten, gras voor melk vee. enz. Het zou onzinning zijn om tegen de natuur in. deze voortbreng selen van den 'bodem te gaan ver wisselen. Alleen en uitsluitend met het oog op oorlogsgevaar gaat men toch tegen beter weten in. een pro ductie in stand houden, die in het be treffende land niet thuis hoort. Wii schreven reeds, 'dat de voortbrengse len van onze aarde, daar gewonnen m'oeten worden waar de natuur hen gebracht heeft, van waar die produc ten dan geleverd kunnen worden, naar 'die landen waar de bodem die productie niet toelaat. En daarvoor is noodig vrij verkeer, zonder ta riefmuren, zonder beschermende in voerrechten. derhalve een vrije han del. Nederland is door zijn bodemge steldheid aangewezen op het voort brengen van voedselproducten. De ze voortbrenging is voor een belang- 1 rijk deel ingesteld op export naar het de grenzen voor onze Nederlandsche producten. Hooge invoerrechten of contingenteeringen belemmeren on zen uitvoer, waardoor de Nederland sche landbouw in moeilijkheden wordt gebracht. Ditzelfde geldt voor de Nederlandsche industrie, voor zoo ver deze producten van Nederland- schen bodem verwerkt. Over het al gemeen kunnen wii aannemen, dat wii in Nederland niet de nadeelen onder vinden van een buitensporingen in voer van buitenlandsche producten, zoodat het geen doel heeft om in Ne derland eveneens hooge invoerrech ten te gaan heffen. In den aanvang van dit artikel schreven wij, dat hooge invoerrech ten in hoofdzaak dienen om buiten landsche concurrentie uit te sluiten. Het gevolg daarvan is wel, dat men in eigen land hoogere prijzen voor eigen producten kan verkrijgen, maar daaruit volgen echter automatisch: hoogere kosten van levensonderhoud voor eigen bevolking, hoogere grond stof fenpr ij zen voor landbouw en in dustrie, en hoogere kostprijzen van de door landbouw en industrie voort gebrachte producten. Men vermindert daardoor het ei gen concurrentie-vermogen, het bui tenland kan goedkooper zelf produ ceeren of in andere landen koopen. Wanneer men dus door hooge invoer rechten concurrentie van het buiten land uitsluit, dan duurt het niet lang of men heeft zich zelf van het bui tenland uitgesloten. Vooral Nederland is aangewezen op export, en zou het tegen ons eigen belang indruischen, wanneer Nederland de grenzen voor buitenlandsche producten ging slui ten door hooge invoerrechten. Nederland is aangewezen op vrij handel. straalt bekoorlijkheid uit door een enkele vriendelijke bloem, met lief de-volle hand neergezet. De kleuren zijn zachte klanken van een melodie. P'~?, had U °e door geboorten met 112 en door ves tiging met 155 totaal 267. Door over lijden verminderde het aantal met 50, terwijl door vertrek een vermindering Tulpen, hyacinten, narcissen vormen in hun kleuren-rijkdom de fluiste ring van het praeludium. het aan- vangslied der machtige zomer-sym- fonie die straks over de nieuw-ont- waakte aarde daveren zal. Dit eerste en nederige bouquet, zoo dankbaar door ons aanvaard, zoo voorzichtig met een eere-plaats in onze kamer begiftigd, is de afge zant voor het ontzaglijke feest dat komen gaat, het feest van kleur en licht en vruchtbaarheid allerwege. Laten we onze oogen en ons hart goed openzetten, opdat ons niets van de zomerheerlijkheid ontgaan zal. HARRY POLL. LENTE-BODEN. Als een zege-roep. een overwin- ningskreet na den strijd met het donker wintergetij, klinkt het luid- schallend door de straten: „Tulpen, mooie tulpen!" De bloemenventer draagt twee korven, waaruit de bonte pracht der eerste lente-boden puilt. Roode en lila tulpen, geele en wittel narcissen; een hoorn van overvloed aan zachte en harde tinten. Hier en daar gaat een deur open en een vriendelijk gezicht buigt zich over de weelde van kleur in de man den geborgenkeus wordt gemaakt en weldra is een bouquet van eige naar verwisseld. Laat de koopman blii zijn om zijn bloemen, 'die hij „goed aan den man heeft gebracht," de kooper zelf verheugt zich even zeer om zijn nieuw beziteen bou quet tulpen, dat hem plotseling zon en feest en lente-blijheid in huis brengt. Wat versch water in een vaas, een kleurige bloem en het wonder van vriendelijkheid is opeens tot standdaar is lente-sfeer en zonne- speling in de woning. Een kamerhoek mèt of zonder bou quet. een vensterbank mèt of zonder bloem vormen een volmaakte tegen buitenland, maar het buitenland sluit stelling. Alles leeft plotseling en CAPELLE. In het Stationskoffiehuis van van den heer L. F. v. Dongen werd j.l. Donderdagmiddag 12 uur door den architect, den heer Michaël, voor rekening van den heer C. Kommers Jac.zn. aanbesteed het bouwen van een dubbel woonhuis aan den Sta tionsweg te dezer plaatse, welk werk begroot was op f3560,en waar voor als volgt ingeschreven werd: J. W. Nieuwenhuizen, Sprang f 4062 C. J. Kersten, R'veer f 3869 J. Molegraaf, Capelle f3725 L. Fitters, Waspik f3718 Jac. v. d. Broek, Waspik f3650 G. Paans, Capelle f 3630 H. Wagemakers, Capelle f3617 Firma H. Michaël en Zn., Kaatsheuvel (Loonschend.) f3580 A. A. de Graauw, Waspik f3546 Het werk is aan den laagsten in schrijver, den heer A. A. de Graauw te YVaspik opgedragen. Door den bouwkundige, den heer Fijan te Waalwijk, werd voor rekening van den heer A. Keinemans te Molenaarsgraaf, benoemd tot ge meenteveldwachter te dezer plaatse, aanbesteed het bouwen van een woon huis aan den Stationsweg alhier, waarvoor als volgt ingeschreven werd J. Quirijns, Capelle f 4392 Kleinloog en v. Oversteeg, Vrij hoeve-Capelle f 4380 Spuijbroek, Sprang f4295 Gebr. v. YVilligenburg, Sprang f4118 Adr. Rosenbrand, Capelle f4010 G. Paans, Capelle f3985 A. Willemsz, Sprang f3875 Gebrs. Spierings, Capelle f3715 M. Wijnands, Besoijen f 3697 40. Paolo had zijn knie op de borst van Darasse gezet, die nog leefde, en zijn zenuwachtige handen drukten als klem men zijn keel dicht, tot hij geen tee- ken van leven meer gaf. Pierre Darasse was niet meer. De moordenaar hief het lijk op, dat niet zwaar was, en bracht; het voor het huis, onder de vensters van de eetzaal. Toen dat gedaan was, wischte hij het zweet van zijn voorhoofd, ademde ruimer en ging de villa binnen. In den gang stak hij' een kaarsje aan, kwam i'n de eetzaal, waar het jonge meisje, krankzinnig van schrik, in een hoek zat, en stak, zoo gauw hij kon, het licht aan. Geneviève 'sprong op hem toe en riep: O! zijt gij het, zijt gij het! Ja juffrouw, ik ben het, ant woordde 'hij met een stem, die zijn ontroering verried; nu hebt ge niets meer te vreezen, ge zijt gered! Ik 'heb een knal gehoord, ik heb voor u gebeefd, mijnheer; wat is er gebeurd? Ik "heb gedaan, hetgeen ik u heb gezegd, juffrouw; 'ik heb den eerste, die "het huis durfde naderen gedood, en de andere is op de vlucht gegaan. Gedood, gehebt hem gedood? Ik "heb uw leven en het mijne verdedigd, juffrouw. O, 'dat is afschuwelijk! Hij nam de lamp en ging aan het venster. Kom nader, juffrouw, zeide hij en zie. De lamp wierp haar schijnsel naar buiten. De blik van het jonge meisje viel op bet lijk, dat op den rug lag uit gestrekt. Zij 'slaakte een kreet van ontzetting, wankelde, bedekte haar gelaat met haar handen, 'en deinsde terug, uitroepende: Vreeselijk, vreeselijk! Hierna ging hij weer naar buiten en liet het lijk in de rivier glijden, dat aan den kant der rivier, waar strui ken en riet dicht opeen gegroeid wa ren, zonk. Opnieuw luisterde hij en keek om zich heen. Hij zag niets, hoorde niets, wat hem kon verontrusten. Toen ging hij weer naar het park te rug, sloot de deur en zocht spoedig Geneviève weer op, die lag neerge knield. Toen zij hem zag, stond zij op. Nu? vroeg zij. Er zat niet ander op, dan hem in de rivier te gooien. Zij zuchtte en zeide: Ik beb juist voor hem gebeden. Na een oogenblik stilte voegde zij erbij Het werk is gegund aan den laag sten inschrijver. In de Chr. School ad. Loon- schendijk zal a.s. Vrijdag 23 Febr. de jaarvergadering worden gehouden van de aldaar bestaande Chr. School- vereeniging. Aan de orde komt: 1. Opening en notulen; 2. Jaarverslagen secretaris en penningmeester; 3. Ver slag der Commissie, belast met het nazien der rekening over 1933; 4. Verkiezing van 3 bestuursleden, we gens periodieke aftreding van dehee- ren A. Verhoeven en P. v. d. Schans en ter voorziening van de vacature D. Spierings; 5.. Rondvraag en slui ting. Op 1 Jan. 1933 bedroeg het aantal inwoners der gemeente Sprang- Gapelle 4909. Dit aantal vermeerde bevolking vermeerde dus met 92 in woners en bedroeg op 31 Dec. 1933 dus 5001. De Chr. Gem. zangvereeniging „Hallelujah" zal op Donderdag 8 Maart in de Ger. Kerk a. h. Brug getje onder leiding van haar direc teur, den heer M. C. Rijken, haar tweede winteruitvoering geven. De hoofdingelanden van het Centraal Waterschap „Het Zuider Af wateringskanaal" hebben aan het Da- lijksch Bestuur van dit Waterschap machtiging verleend om het beheer en het onderhoud van het Water schap te doen overnemen door den Rijkswaterstaat. Hierop is bereids de goedkeuring van Ged. St. dezer pro vincie verkregen. NIEUWENDIJK. Woensdagavond hield de af- deeling Nieuwendijk van den B.V.L. haar jaarvergadering in het Instituut lokaal. Deze vergadering stond on der presidum van den heer F. Wisse. Luitenant Groenendijk van Hillegers- berg, hield een rede over: „Het Na tionaal Socialisme, groep Mussert". Uit het jaarverslag van den secreta ris bleek, dat het ledental ongeveer gelijk gebleven is. Luit. Groenendijk sloot de vergadering met dankzeg ging. Heden Woensdagavond hoopt het Comité van Winterlezingen haar jaarvergadering te houden in het In stituutlokaal. Alle begunstigers wor den uitgenoodigd. Er zal verkiezing plaats hebben van comité-leden. De begunstigers worden in de gelegen heid gesteld namen van sprekers op te geven voor het volgend seizoen. Op de laatstgehouden aanbe steding van grondwerk te Gorinchem was de laagste inschrijver de heer L. Schermers alhier voor de somma van f4247,50. Mej. A. v. M. had het ongeluk tijdens den overtocht naar „den Hoo- genpolder" om buiten het bootje te stappen en terecht te komen in de Bakkerskil. De heeren Wigbolder en Groenenberg mochten het genoegen smaken de drenkelinge op het droge te brengen. Alhier is opgericht een Geref. Jeugdcentrale. In het voorloopig be stuur hebben zitting: Joh. Heijstek, P; v. d. Zouwen, C. v. Breugel, mej. Truus Kroon en Mej. T. v. LIemert. SLEEUWIJK. Voor het bouwen van twee woningen te Werkendam was de laag ste inschrijver voor timmerwerk T. Pellikaan alhier met f 1449 en voor schilderwerk A. W. v. d. Nat met f297. J.l. Zaterdagavond gaf het da meskoor „Loofl den Heere" alhier onder leiding van haar dirigent den heer A. W. v. d. Nat in de Geref. Kerk voor een flink publiek een schit terend geslaagde uitvoering. Het pro gramma bevatte ongeveer 36 num mers, waaronder 6 kwartetten, 4 so praansolo's, 2 tenor en 1 bariton solo. Ook werden nog door de da mes verschillende voordrachten ten beste gegeven. Allen keerden dan ook te ruim half elf voldaan huis waarts. Mijn. God, wat een vreeseiijke nacht! Ja, juffrouw, maar in uw eigen belang moet ge het gebeurde vergeten en vooral er met niemand over spre ken. De aanslag op uw leven en de moord, dien ik heb gepleegd, om u te verdedigen, moeten voor altijd een geheim tusschen ons blijven. Indien gij iets zoudt zeggen, of ik, zouden on ze woorden tot een onderzoek aanlei ding geven, dat ons beiden veel last zou veroorzaken. Zooals ik reeds zeide, hadden de el lendelingen 'het hoofdzakelijk op uw leven gemuntp en ik geloof stellig, dat zij betaald waren, om de misdaad te doen. O! mijnheer! Hebt ge geen enkelen vijand? ging hij voprt maar men kan on bekende vijanden hebben, die zich ver borgen houden. Gij zijt mooi en jong, juffrouw, en bezit alles, wat jalouzie kan opwekken. Neen, neen, wij moeten er nooit van spreken. Indien het ge beurde ruchtbaar werd, zouden de voor naamste 'schuldigen toch aan het ge recht weten te ontsnappen, wees daar van 'overtuigd. Die 'woorden hadden op Geneviève de gewenschte uitwerking; het arme kind was geheel verslagen. Indien haar moeder eens de bandieten tegen haar had gewapend, en het bekend werd, wat een vreeseiijke slag zou dat voor haar vader zijn. Ik zal niet zeggen mijnheer, ik zal zwijgen, ik beloof het u! riep zij bevende uit - maar wat ik u bid den 'mag, doe niets, zoek niets te we ten te konten.. Ik zal niets doen, juffrouw, niets zonder 'dat gij het mij vraagt. En 'nu gij, evenals ik, begrijpt, dat •voorzichtigheid ons dwingt te zwij gen, zullen wij het geheim tusschen ons houden. Ik 'neem het aan, mijnheer, maar.. Spreek, juffrouw. Ik 'houd nooit iets verborgen voor mijn 'vader; ik zou hem willen zeg gen Hij bleef een oogenblik zwijgen, en antwoordde 'daarna: Ik weet, dat mijnheer Lionnet een 'man van eer is; staat ge er voor in, dat hij ons geheim zal bewaren? Ja, 'mijnheer. Maar als mijn va der begrijpt, dat indien hetgeen wij ge daan bebben, in de oogen der wet on redelijk ïs, kan hij als eerlijk man toch niet zwijgen. Goed, 'gij kunt mijnheer Lionnet dus Vertellen wat er is voorgevallen; in elk geval is het onnoodig, dat hij weet, 'dat ik een van de twee ellende1 lingen 'heb gedood; gij kunt vertellen, dat ik geschoten heb, en dat zij op de vlucht zijn gegaan. Ja, 'ja, mijnheer, dat zal ik mijn vader Zeggen. Hoewel 'het gevaar voorbij was, was het jonge meisje nog steeds koorts achtig 'opgewonden; zij had angst en vroeg zichzelf af, wat de gevolgen zou den zijn van dezen somberen nacht. Helaas, 'altijd kwam haar het ha telijke, booze gelaat harer moeder voor den geest. Hij, tegen den muur geleund, ver slond 'haar met de oogen. Sedert 'eenige minuten floot de wind, en viel er een zware regen. Temidden der stilte, hoorde menden wind in de boomen suizen en den re gen tégen de vensters kletteren. Hij vatte het woord op en zeide: Juffrouw, 'laat uw sombere ge dachten 'varen, een gelaat als het uwe, moest nooit zulke nare gevoelens weer spiegelen. 'Jong en mooi als gij zijt, staat u 'alle goeds te wachten. Het toeval heeft 'u aan een vreeselijk ge vaar doen ontsnappen, hetgeen u be wijst, 'dat 'de Voorzienigheid over u waakt. Zij Zal u in de toekomst der gelijke aandoeningen besparen. Het toe val heeft ook gewild, dat ik u vriend werd, juffrouw; en indien gij weer eens bedreigd mocht 'worden, zou ik mij als de 'gelukkigste aller stervelingen rekenen, indien ik u weer kon bij staan. Zij glimlachte 'droevig. O! hernam hij met warmte ik hoop, dat gij later, wanneer gij niet meer onder den indruk van den hevigen 'schok zult zijn, een goed aan denken aan den man zult bewaren, die zich als uw beste vriend beschouwt. (Wordt vervolgd). 1 KöirA Inn rr trormoorno /Ine m n t- rv« -» t-» Bij Apoth. eniDcpgi'stea

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1934 | | pagina 6