Io. 5411 Vrijdag 23 Febr. De Grootmoeder. vlecht-, Punt- Heiningdraad Ijzerhandel GORINCHEM* TWEEDE BLAD en gsktlt opmerkingen over den verbouw van Interne. IMnneiilaiifJ. voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Bazar N. C C. Dussen. FEUILLETON. \r"*Tr 4H> Zéér scherp concurreerende prijzen! <mV BEHOORENDE BIJ HET Giften in natura ingekomen voor den te houden bazar op 421314 April 1934, ten bate van het N.C.C. te Dussen. EERSTE LIJST. Schiefelbusch, Breda, 2 schemerlampjes. Hunink, Deventer, 10 busjes leverpastei. Firma Hendrikx, Breda, Meubelmagazijn, 2 tafelkleedjes. Utrechtsche Levensverzekering Mij., Utrecht, 4 notitieboekjes. N.V. Stijfselfabriek „De Bijenkort", Koog a. d. Zaan, 9 busjes bouillonblokjes. N.V. Zeepfabriek „De Klok", Heerde, 30 pakjes sneeuwwit-zeeppoeder, 5 bagagedragers, 1 standaard (thee-, sui kerschep, theelepel). N.V. Chocoladefabriek J. C. Kiene Co., Amsterdam, 2 doozen kauwgom. N.V. Vacuum Oil Cie, Rotterdam, 10 bussen smeerolie. N.V. Stoomtabakfabriek Th. Niemeijer, Groningen, 5 albums. N.V. Héro Conservenfabriek, Breda, 24 blikjes confitura -f- 24 notitieboekjes. N.V. Haarleo&che Stoomzeepfabriek ,,'t Klaverblad", Haarlem N.V. Pharm.fabriek A Mijnhardt, Zeist, 6 dozijn salmiaktabletten. N.V. Deutz Oliehandel. Rotterdam, 6 bussen bovensmeringsoil. N.V. Gaba, Hilversum, 30 monsterdoosjes Wybert 3 doozen Wybert. III. (Slot). Na hetgeen we in het tweede ar tikel schreven komt dus thans aan de beurt eene bespreking over het zaaien. Wanneer lucerne breedwerpig ge zaaid wordt, zooals tot voor korten tijd in ons land algemeene gebruike lijk was en zooals o.a. ook wel in bui- tenlandsche literatuur met nadruk aanbevolen wordt, dan heeft men, zoo wordt wel opgemerkt, het voor deel, dat het gewas fijn opgroeit en de stengels niet gauw houtachtig worden. Hier moge misschien iets van waar zijn en 't zou dan wel licht een voordeel kunnen zijn als de lucerne geleidelijk bij gedeelten wordt gemaaid om groen opgevoerd te worden. Bij toepassing van de cultuur, zooals men in N. Brabant gewoon is, d.w.z. dat men 't gewas in eens in zijn geheel afmaait om er hooi van te winnen, valt boven bedoeld voordeel weg. Daar komt 41. Vergeef mij, mijnheer, vergeef mij indien ik mijne erkentelijkheid niet in woorden kan uiten. Ik vfaag mijzelf af, of de gebeurtenis geen droom was. Ik weet, dat ik u mijn leven te dan ken heb, en toch ben ik niet in staat u mijn gevoelens uit te drukken, zoo ais ik wel moest. Maar geloof mij, mijnheer, ik zou mij schamen indien ik geen diepe dankbaarheid gevoelde. Mejuffrouw, hernam hij met bevende stem God geve u het ge luk, dat gij verdient. Nu moet ik af scheid van u nemen. Maar het is afschuwelijk weer! En nu kunt gij toch niet meer naar Parijs terugkeeren! Het moét, juffrouw; uw reputatie mag er niet onder lijden; ik zou be droefd zijn, wanneer men te weten zou komen, dat er 's nachts een man bij u is binnengekomen. Het was om te redden! riep zij uit. Stil, zeide hij herinner het u wel? Wij kunnen dat niet zeggen. Dat is waar, prevelde zij. Zij deed geen moeite hem te weer houden. Buitendien had zij behoefte om alleen te zijn. Toen hij groette om heen te gaan dan voorts nog bij, dat het zuiver houden, dat bij 't breedvoering zaa ien moeilijk anders dan uitsluitend met de egge gebeuren kan. wel zeer bezwaarlijk in voldoende mate kan geschieden. Zaait men daarentegen op rijen, dan kan men het tijdstip van maaien voor de hooiwinning zeer zeer goed zoodanig kiezen, dat het voer voldoende malsch blijft en men heeft dan het voordeel, dat men be halve van de egge ook van de ploeg gebruik kan maken voor het ver nietigen van het onkruid, waarbij 't gras wel een zeer voorname rol speelt. Hierop komen we straks te rug. Op het oogenblik is het eerst de vraag op welk tijdstip gezaaid zal worden. In het vorige artikel heb ben we al gezegd, dat lucerne nen gewas is. dat gevoelig is voor de vorst. Dit is vooral het geval als de plantjes nog jong zijn en daarom is het raadzaam bij den verbouw als hoofdgewas, het zaaien toch niet te vroeg te doen. Aanbevolen wordt wel eens om in 't Noorden van ons land te zaaien in de eerste helft van Mei en in het Zuiden in de tweede helft van April. Misschien is het ook wel mogelijk op deze wijze goede resul taten te verkrijgen, maar 't is toch niet onmogelijk, dat 't jonge gewas ook dan nog last van nachtvorsten krijgt, zelfs als men van Hongaarsch zaad gebruik maakt. Een landbouwer in de kleistreken van N. Brabant heeft in 1933 in de eerste helft van Mei gezaaid en oogstte toch nog 2 sneden in dit zelfde jaar, terwijl het gewas voor den winter weer behoorlijk opgroei de. De hoeveelheid zaaizaad, die deze landbouwer gebruikte, was ongeveer 40 K.G. per H.A., maar bii het zaai en op rijen, zooals hier ook gebeur de, is dit vermoedelijk wel wat meer dan noodig is, als men in aanmerking neemt, dat in landbouwgeschriften voor 't breedwerpig zaaien 2040 K.G. per H.A. opgegeven wordt en men bij 't zaaien op rijen toch altijd minder zaad gebruikt dan men bij 't breedwerpig zaaien noodig heeft. Bij 't zaaien op rijen is 2 5 a 30 K.G per H.A. voldoende. Voor rijenafstand heb ik in het tweede artikel reeds 30 cM. ge noemd. Het schijnt niet wenschelijk te zijn daar beneden te gaan opdat tusschen de rijen het onkruid met een ploeg bestreden zou kunnen wor den, zooals men dit bii karwii ook doet. Het schijnt voor een goede op brengst geen bezwaar te zijn de rij enafstand zelfs nog wat ruimer te nemen. Wanneer na het nazien het gewas opgekomen is, begint na eenigen tijd de verpleging, dat het bii 't zaaien op rijen in hakken zal moeten be staan. terwijl men van een ploeg eerst na den winter, dus in het be gin van het tweede jaar van den groei gebruik maakt. Dit dient dan uitsluitend ter verdelging van het on kruid tusschen de rijen, welk on kruid. zooals we zeiden voor 'n groot deel uit gras bestaat. Na dit ploe gen worden de planten dan zoo spoe dig mogelijk weer bloot geegd, om dat de lucerne het met aarde be dekt zijn niet lang verdraagt. In 'tal- gemeen zal men dit eggen het best kunnen doen als de grond een wei nig is opgedroogd en men zal dan overdwars moeten eggen, om 't gras, dat nog in de rijen staat tevens zoo goed mogelijk kwijt te worden. Bij dit eggen moet men dan niet te bang zijn, dat het gewas al te veel ge plaagd zal worden en daarom wordt in de practijk ook wel de opmerking gemaakt, dat men gedurende dit werk niet achterom kijken moet. Doordat de planten zoo diep wortelen, ver dragen ze het flink eggen zeer goed. zooals we reeds hebben opgemerkt. zeide zij Mijnheer, gij hebt mij uw naam nog niet gezegd: O! ik zou den naam van mijn redder gaarne weten! Waarom, juffrouw? antwoord de hij treurig. Wij zien elkaar mis schien nooit weer? Hij scheen een oogenblik te twij felen. Neen, voegde hij erbij ik blijf liever onbekend' bij u. Hij boog nog eens voor het meisje en ging heen. Een oogenblik daarna sloot Gene vieve zorgvuldig de poort van het hek, vervolgens ging zij weer naar de eet zaal, waar zij zich op een stoel liet neervallen. Het was één uur na middernacht; maar, na zooveel vreeselijke aandoenin gen, kon zij er niet aan denken naar bed te gaan. Bovendien gevoelde zij wel, dat het haar onmogelijk zou zijn te slapen, hoewel zij geheel afgemat was. Zij kon niet zonder aandoening den ken aan dien braven en edelmoedigen onbekende, die zijn leven had gewaagd om het hare te redden, en die op dat zelfde oogenblik naar Parijs liep, door regen en wind, om haar reputatie te bewaren. Zij verweet zich hem niet genoeg bedankt te hebben, ja, zelfs koud te gen hem geweest te zijn. En toch gevoelde zij zich niet geheel onschul dig, wanneer zij toestemde in hetgeen hij had gedaan. Na al het voorgaande moeten we thans over het oogsten nog enkele opmerkingen maken en met betrek king tot dit punt kan in de eerste plaats gezegd worden, dat men het tijdstip, waarop men maaien moet, met eenige zorg moet kiezen. 't Beste is het dat te doen in 't be gin van den bloeitijd. Gezegd wordt wel, dat het gebeuren moet als 't ge was voor ongeveer 10 pCt. in bloei staat. Maait men te laat. dan wor den te veel nieuwe jonge zijscheuten afgesneden en zal de nagroei te slecht zijn. Maait men te vroeg, dan wordt 't gewas te veel verzwakt, om dat er misschien relatief een te groo- te hoeveelheid eiwit aan de planten wordt onttrokken. In den nog jeu- digen toestand zit er n.l. vooral zeer veel eiwit in de planten en hiervan wordt vermoedelijk te veel van het gewas geroofd als men te vroeg oogst. Zooals ik hierboven reeds heb ge zegd. kan men in 't eerste jaar van den groei bii eenigszins gunstige om standigheden reeds 2 sneden oogsten, amar na half September moet men. ook in de volgende jaren niet meer gaan maaien, opdat het gewas voor den winter nog behoorlijk flink weer opgroeien kan. Handelt men aldus, dan zal men in het tweede en vol gende jaren minstens drie sneden kunnen oogsten en de tijdstippen van maaien zullen dan misschien onge veer vallen in de eerste helft van Juni, eind Juli of begin Augustus en uiterlijk 1 q September. De hooiwinning bii lucerne ge beurt, zooals te begrijpen is, het best door gebruik te maken van klaver- ruiters. Nadat de groene massa half droog geworden is wordt ze op rui ters gezet en men denke eraan de hoopen dan niet te zwaar te maken. Meer zullen we thans over de cul tuur van lucerne niet schrijven. Mis schien komen we er mettertijd nog eens op terug als er ook in Noord- Brabant meer ervaringen mee opge daan zijn. Bovenstaande mededeelingen be rusten (vloor 'n groot deel op ervarin gen van den Directeur der Land bouwkundige Afdeeling van het Rijkslandbouwproefstation te Gronin- &en- De Rijkslandbouwconsulent. H. E. HUIZENGA. van een deposito- en credietbank, geves tigd aan den Goudschensingel te Rotter dam, is gebleken, dat hier inderdaad van woekerpraktijken kon worden gesproken. De slachtoffers, die uit alle klassen der maatschappij voortkomen, betaalden ge middeld honderd pet. rente, in één geval zelfs bijna driehonderd pet. FRAUDE BIJ DE P.T.T. TE MAAS TRICHT. Ramingen aan aannemers verklapt. Voor de Arrondissements Rechtbank te Maastricht stond terecht de bureel-ambte naar bij de P.T.T. te Maastricht, J. C. S., die opgave had gedaan van de ramingen van diverse voor de P. T. T. aan te be steden werken. Het O. M. eischte een jaar gevangenisstraf. Eveneens stond terecht de aannemer Ch. S. uit Bergambacht, aan wien de opgaven verstrekt werden. Deze had aan den bureelambtenaar daarvoor vergoedin gen gegeven van bedragen van f 1.50 en f 2.50 tot in totaal f 500. Tegen laatstgenoemden aannemer werd eveneens een jaar gevangenisstraf geëischt. KAPITEIN VOOR DEN KRIJGSRAAD. Aneta seint uit Bandoeng Tegen den kapitein van het N.-I. leger H., die voor den Krijgsraad te Tjimahi is verschenen als verdacht van verduistering, werd een jaar militaire gevangenisstraf geëischt, met vervallenverklaring uit den militairen stand. De uitspraak zal vallen op 27 dezer. Th. Hummelen te Eindhoven bemerkten buren dat een jongen zich toegang had verschaft tot het perceel Biesterweg. In de omgeving wonende politieagenten 1 werden gewaarschuwd en drongen het huis binnen, waar op heeterdaad werd gearresteerd de 16 jarige Th. R., die door een W.C. raampje was ingeslopen. Ook werd aangehouden de 15 jarige E. S„ die op den uitkijk had gestaan. De jeugdige verdachten werden naar het politiebureau overgebracht. ONEERLIJKE POSTBEAMBTE. Het Gerechtshof te Rotterdam heeft bevestigd het vonnis van de Rechtbank, waarbij een gewezen sorteerder van de posterijen tot 6 maanden gevangenisstraf werd veroordeeld. De man had als beambte een brief ge stolen. In den brief bevond zich een buisje parfum. o N.S.B.-LEIDERS VOLHARDEN. Ir. A. A. Mussert, hoofdingenieur van den provincialen waterstaat van Utrecht en de heer C. G. van Geelkerken, commies ter provinciale griffie van Utrecht en al gemeen secretaris van de Nationaal-Soci- alistische Beweging, hebben volgens de „N. Rott. Cr." laten weten, onderschei denlijk aan de Provinciale Staten en aan Ged. Staten van Utrecht, dat zij volharden bij het lidmaatschap van de N.S.B. Het ligt in de bedoeling van het pro vinciaal bestuur van Utrecht, aan deze heeren met ingang van 4 Mei a.s. ontslag te verleenen. o WOEKERPRAKTIJKEN. Bij een onderzoek naar de praktijken MOORD TE WOENSEL. Duitscher schiet zijn gewezen verloofde neer. In Eindhoven heeft de wonende Duit scher T. H. P. zijn gewezen verloofde van het leven beroofd. Hij bezocht het meisje, de 23 jarige mej. Trachtens, in haar woning aan de Keldermanstraat te Woensel en loste twee revolverschoten op haar. Een schot trof het meisje in den voet, het andere drong haar in het hoofd. Het lijk van het meisje is naar het politiebureau vervoerd. De dader is voortvluchtig. o JEUGDIGE INBREKERS. Tijdens afwezigheid van de familie EEN GEMEENTEBESTUUR BELEEDIGD. Aanklacht van 't gemeentebestuur van Oss wegens beleediging door den Heer A. Roelofsen te Rotterdam Men meldt uit Oss De burgemeester van Oss heeft namens het college van B. en W. dier gemeente bij de justitie een klacht wegens belee diging van het gemeentebestuur van Oss ingediend tegen A. Roelofsen te Rotterdam. Genoemde heer Roelofsen heeft in de openbare vergadering van de slagerscor- poratie-in-oprichting van de N.S.B. in het gebouw „Lybelle" te Rotterdam op Dins dagavond 13 Febr. j.l. volgens het verslag dezer vergadering in 't ochtendblad van de Nieuwe Rott. Crt. van Woensdag 14 Febr. 1934 o.m. betoogd, dat het ge meentebestuur van Oss een keurmeester heeft weggewerkt omdat deze keurmeester zich niet door den heer Van Zwanenburg wilde laten omkoopen om in strijd met zijn plicht te handelen. De heer Roelofsen zal dus nu met be wijzen moeten komen. O— VROUW BIJ OSS DEROOFD. Dinsdagmiddag om ongeveer 1 uur reed een vrouw uit Schaik, komende van de weekmarkt te Oss op haar fiets terug naar huis, toen zij, op de heide gekomen, door een van de tegengestelde richting komenden man werd aangehouden. Hij vroeg haar of zij in het bezit was van een rijwielplaatje, waarop de vrouw „ja" antwoordde en haar portemonnaie te voorschijn haalde, waarin zich het plaatje bevond. De man rukte haar toen de portemonnaie uit de hand. In de portemonnaie bevond zich een bedrag aan geld, alsmede het fietsplaatje. De man koos het hazenpad, zijn fiets achterlatend. Eenige voorbijgangers namen Het scheen het arme kind! toe, dat zij in dien nacht een gedeelte harer vrijheid had weggegeven, dat zij zich een keten had' opgelegd, waarvan het gewicht eens misschien te zwaar zou worden om te dragen. XI. DE OUDE BOERIN. Eindelijk brak de dag aan, en slui merde Geneviève minder ongerust in. Maar om half acht opende zij de oogen. Zij ging naar haar kamer, wiesch haar gelaat met koud water, kapte zich en ging daarna in den tuin. De wolken, die den vorigen dag den hemel hadden bedekt, waren verdwe nen. Het was mooi weer. Maar toch waren vele struiken nog naar den grond gebogen, en zagen de lanen er ge havend uit. De bladeren waren nog met druppels bedekt, die in de stralen der zon schitterden. Geneviève hield stil op de plaats, waar zij het lijk had zien liggen. Er was geen spoor meer te ontdek ken. Indien er bloed was vergoten, haa de regen het weggespoeld. Zij voelde een rilling door haar le den gaan, ging de poort van het hek openen, kwam weer in huis, en nam den sleutel die haar zoogenaamde red der op de tafel had neergelegd. Zij verliet opnieuw het huis en volg de de laan die de jonge man had afgelegd, om zich naar de rivier te begeven. Zij werd door de Marne aan getrokken. Was het nieuwsgierigheid Neen. En toch wilde zij zien. Zij ge hoorzaamde aan een onbepaald ge voel. Zij opende het poortje en naderde den rand van het water. Het gras aan den oever zag er evenzoo uit als vroe ger, en de rivier stroomde steeds voort. Geneviève had de plaats bereikt, waar het lijk was gezonken. Nog steeds was er geen droppel bloed Je bespeuren; niets op den grond, dat het gebeurde kon doen vermoeden. Alleen was één groene struik meer gebogen dan' de andere. Geneviève hield haar oogen op de rivier gevestigd en zag niet, dat een man plotseling op twintig passen af- stands stond, en hoorde niet, dat hij de plaats naderde, waar zij stond. Die man was de kruier van de rue Barbet-de-Jouy. Plotseling beefde het jonge meisje over al haar leden; zij meende het lijk te zien drijven. Toen zij terugging om het poortje te bereiken, stond de kruier voor haar. Zij bleef verslagen staan en slaakte een kreet van schrik. Stel u gerust juffrouw, stel u gerust, zeide de grijsaard ik heb geen kwade bedoelingen, integendeel. Gij hebt in het water gekeken, ik heb uw beweging van schrik gezien Maar ge hebt u vergist; het lijk ligt op den bodem der rivier, gij hebt het niet kunnen zien. Geneviève was doodsbleek gewor den; zij zag den man met wijdge opende oogen aan. Nog eens, juffrouw, hernam hij wees gerust; ik zal het geheim niet verklappen. Toen hij die woorden sprak; was de grijsaard op zijde gegaan om1 het jon ge meisje te laten voorbijgaan, die het park invloog zonder er aan te denken het deurtje te sluiten. De kruiser deed het dus. Tegen den muur geleund, bleef hij langen tijd' onbewegelijk staan, het hoofd op de borst gebogen. Ik begrijp het niet, zeide hij ik kan het niet begrijpen. Hoe kan ik in dat geheim doordringen? Ik moet het toch weten... Het is duidelijk, dat Darasse in een valstrik is geraakt; maar waarom heeft de ander hem ver moord? 'tls een geheim! Waarom heeft hij hem juist hierheen gelokt? Wie is die vreeselijk moordenaar toch? Ik heb hem tweemaal gezien, het is mij onbekend. In het hotel rue Saint-Denis heeft hij een kamer, maar woont er niet. Hij heet Etine Eris! En toch geloof ik niet, dat het zijn ware naam is. Darasse had mij nuttig kunnen zijn Maar laat ons er maar niet meer aan denken; hij ligt daar, in het water, onder de wilgen, laat hem in vrede rusten. (Wordt vervolgd). jtieuwsblad -c/- WILLEM DE BRUIN

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1934 | | pagina 5