by 't eerste. Je ziet niet anders dan twee ringen in den vorm van een ei. Begin nu aan het tweede. Het hoedje k al duidelijk zichtbaar sa suaje'a kraagje ia 09k al te het kleine meisje in haar geheel weerT?ÖS je zoover bent geko©#n, dan bgi HET FESTIJN VAN DE PAASCHEITJES. Het Hoogfeest van Paschen is weer daar, de natuur ontwaakt. Kleine groene blaad jes komen weer aan de boomen: de Lente heeft haar intrede gedaan. In het land, waar de Paascheitjes wonen heerschte er natuur lijk weer groote vreugde, want nu het Pa schen was, was er weer feest. De dames Paascheieren gingen bij elkaar op bezoek en bespraken met elkander, wat voor mooie jurken zij op Paaschdag zouden aantrek ken en de huisvrouwen borstelden op Paaschzaterdag de Zondagsche kleeren van hun echtgenooten af, want iedereen moest er toch zoo feestelijk mogelijk uitzien. Op Paaschzondag zagen alle bewoners er dan ook op z'n aardigst uit. De dames met ge bloemde jurken in vroolijke kleuren en al- lersierlijkste hoeden met vederen, de hee- ren met leuke ronde tiroler hoedjes en aar dige jakjes met vergulde knoopen en de kinderen zagen er zoo lief uit, dat zij weg- geloopen schenen van een plaatje. In optocht begeven de families zich naar de kerk op het plein van hun stad. Na af loop van den kerkdienst haastten zich alle bewoners van het land van de Paasch eitjes naar hun huizen, waar het vreeselijk gezellig was, want zij hadden allen hun wo ningen van binnen en van buiten met Paascheitjes groen versierd, zoodat alles een f eestelij ken aanblik bood. Voordat de Paascheitjesdames naar de kerk waren gegaan, hadden zij alles klaar gezet voor een feesttafel, zoodat de honge rige dames en heeren dadelijk aan tafel konden gaan. 's Middags vierde elke fami lie in haar eigen huis het Hoogfeest van Paschen. Op het tweede prentje zien jullie de familie Blauwpaasch in hun gezellige huis kamer, welke, zooals jullie zien, op den tuin uitkijkt. Marietje staat bij de open deuren en wenkt haar broertjes Jantje en Pietje om buiten te komen spelen. Op de klok staat het bijna 8 uur;, op an dere dagen moeten de kinderen om dezen tijd naar bed, maar ter gelegenheid van het Paaschfeest mogen zij opblijven tot 9 uur. Mevrouw Poes en haar dochter kijken ook op de staande klok en begrijpen er niets van, dat hun haasjes en vrouwtje nog niet naar bed moeten: „Er moet toch wel iets heel bijzonders aan de hand zijn" zucht me vrouw Poes, want zij is niet meer zoo jong AVONTUREN VAN RICHARD. Zoo had Grauw juist gehoord, dat er groote gymnastiekfeesten zouden worden gehouden, waar olifant Beppy mee zou doen in hoogspringen. Richard en Grauw gingen er heen en volgden de mooie sprongen van Bep. Nog een hindernis moest er genomen worden, doch Bep was 200 moe ,dat zij de laatste maal missprong. Hij had zich niet bezeerd, maar miste nu den eersten prijs. Diep ongelukkig zat hij aan den kant Richard vroeg, even bij hem 4e komen. Richard informeerde wat er aan scheelde. „Ach", zuchtte Bep, „jaren geleden werd ik gevangen genomen en veel moeite wist ik te ontsnappen. Ik wil terug naar mijn vaderland en ik heb geen geld. Daar om oefen ik mij en, als ik nu den eersten prijs had behaald, had ik morgen af kun nen reizen, doch nu is 't mis.... Richard knipte een oogje tegen zijn secretaris en zei: „Bep, ga morgen naar je vaderland! Ik zal de reis betalen. Wij zullen voor je kaartjes zorgen...." De blijdschap van Bep was natuurlijk niet te beschrijven! en verlangt naar een beetje rust. „Ik weet een mooi spelletje voor jullie" zegt opeens Moeder Blauwpaasch. „Iets leuks?" roepen alle drie de kinde ren in koor. „Moet je luisteren, vannacht is het Paaschhaasje bij vader geweest en zeide, dat hij voor jullie heele mooie echte ge kleurde paascheieren in den tuin heeft ver borgen en nu moeten jullie ze gaan zoeken en wie de meeste vindt krijgt als belooning een paascheitje meer". „Nu, dat hoefde Moeder Blauwpaasch geen twee maal te zeggen. De kinderen be gonnen dadelijk ijverig met zoeken en spoedig hoorde moeder een kreet: „Ik heb er een gevonden!" het was Marietje, die het eerste paascheitje had. Het duurde niet zoo heel lang meer, toen alle kinderen met paascheitjes kwamen aandragen. Vader legde alle eieren netjes naast elkaar op een rijtje en jawel hoor, het waren er dertien, net zooals de paasch- haas had gezegd. Je begrijpt, dat de eieren natuurlijk eerlijk werden gedeeld en Jan tje, die de meeste had gevonden, kreeg er eentje meer. Het was intusschen al vijf over negen en dus bedtijd voor de drie kinderen. Zij von den, dat het een heerlijke dag was geweest en 's nachts droomden zij van de leuke paascheitjes en den aardigen paaschhaas. IN DEN DIERENTUIN. Han en Dien gingen met vader en moe der mee naar den dierentuin. Dat uitstapje was hun al lang beloofd en nu zij beide een goed schoolrapport hadden, mochten zij toch wel een belooning hebben. Eerst toog men naar de apenkooi, die voor de kinderen, zoowel als de volwassenen toch maar de meeste aantrekkingskracht schijnt te bezitten. Wat waren die aapjes weer wild en konden zij toch leuk klauteren! Han was wel lenig, want hij deed veel aan gymnastiek, doch zoo vlug als die apen, nee dat was hij niet! Daarna ging het vier tal naar den olifant. Als men hem een geld stukje in den slurf legde, deed hij dit in een bakje, dat aan den muur hing en trok aan een bel. Dit vonden de kinderen leuk, zoo dat zij het een paar maal achtereen moch ten doen. Toen toog men naar het reptielen huis, waar groote en kleine slangen te zien zijn. Er waren hagedissen en ringslangen. Vandaar kwamen zij in he hok van de wilde beesten. Hier zagen ze een paar tij gers en leeuwen, die wild in het rond lie pen en sprongen, want het was etenstijd, weet je. Toen zij hier alles hadden gezien, gingen zij eerst in he gezellig thee-salon netje wat gebruiken. Nu gingen ze naar een paar hooge zalen, waarin allerhande vogels, visschen en vlinders waren. Ook de beesten buiten, zooals kameelen, verschil lende rassen van paarden en andere zon derlinge dieren, werden bezocht. Voor zij vertrokken, mochten Han en Dien op een kameel een rondreis door den tuin maken. Wat leuk was dat! Nog een aardige verras sing wachtten hen, want toen zij terug keerde van de „reis" stond vader klaar om een grappige foto van het tweetal op de hooge beesten te maken. Het was vn echt leuke middag geweest voor de beide kin deren, die bovendien nog een aardige her innering hadden aan de goedgeslaagde foto's STOUTE NICO. Het was knikkertijd. Nico had van zijn moeder wat geld gehad om knikkers te koo- pen. Een van zijn vriendjes had hem 20 knikkers gegeven. En toen hij aan het spe len was, verloor hij telkens, totdat hij op het laatst niet meer overhad. Hij ging naar huis en vroeg aan zijn moeder of hij nog wat knikkers mocht koopen, maar moeder zei, dat het geld haar niet op den rug groeide! Zoodat hij maar moest zien, hoe hij aan de knikkertjes kon komen. Op de tafel lag een geldstukje; Nico vroeg, erf hij dien mocht hebben en moeder vond het goed. Hit had gezien, dat zijn vader den vorigen avond een vaasje had verzilverd en dat het potje met zilver op de schoor steen in de kamer stond. Hij pakte nu vlug het potje, toen moeder de kamer uit was en rende ermee naar zijn eigen kamertje om het kleine geldstukje te verzilveren. Nu kon hij er veel meer voor koopenHij zette, toen hij klaar was, het potje weer op de schoorsteen en ging fluitend naar buiten, alsof er niets gebeurd was. Aan den eersten de besten jongen, die Nico tegen kwam, vroeg hij 200 knikkers, die hij dan natuurlijk wel wou betalen.... 200 knik kers was een heele zak vol en Nico kon dus vooruit. Tegen zes uur ging hij naar huis en kwam onder weg den jongen tegen, waarvan hij de 200 knikkers had gekocht voor het valsche geldstukje. Toen deze Nico in het oog kreeg, stoof hij op hem af en nam hem zijn zak met knikkefs af. Nico wist zoo gauw niet wat er aan de hand was en liep de jongen achterna, die juist den kant van zijn huis opliep. Toen hij vlak bij het huis van Nico was, bleef hij staan en schelde aan.... Zijn moeder opende de voordeur en de jongen liet het geldstukje zien, waar het zilver aan één kant reeds af was. Nico's moeder begreep dadelijk wat er gebeurd was. Zij betaalde den bedrogen jongen, diehaar bedankte en naar huis ging, terwijl haar oneerlijken zoon een ge duchte uitbrander kreeg en de geheele week niet meer mocht knikkeren BELLEN BLAZEN. •Ab had van moeder een steenen pijp mogen koopen om bellen te blazen. 's-Mid- dags zou zijn vriendje komen, die ook een pijp had gekregen voor zijn mooi rapport. Zij maakten water en een beetje zeep en kregen hierdoor een fijn sopje en begonnen toen te blazen. Zij deden wie de grootste bel kon maken en nu Ab en dan weer Ge rard had de grootste. Toen zij een poosje aan het spelen waren, kwam moeder hen roepen om een kopje thee te drinken, maar terwijl zij in de kamer waren gegaan, was de poes naar de schuur geslopen en had, doordat zij een vliegje achterna zat, het pannetje met water omgeworpen. Toen Ab en Geer weer in de schuur kwamen, von den zij een pan, die heelemaal leeg was, doch zij wisten niet, hoe dat gekomen was. De poes had van schrik de beenen geno men en Ab vroeg heel verwonderlijk aan moeder, hoe dat wel gekomen was. Maar geen nood, Ab kreeg van moeder een nieuw pannetje met water en zeep en opnieuw gingen de jongens aan het bellen blazen. Maar eenigen tijd later kwam de poes op nieuw in het schuurtje. De jongens, die het te druk hadden met blazen, hadden dit niet eens gemerkt. Toen plots, toen Ab een groote bel had, sprong de poes er op af. De jongens schrokken natuurlijk en Ab liet van schrik zijn steenen pijpje op den grond vallen, die in duizend stukjes viel. Nu was hun spel voorgoed gestoord. Ab liep de poes achterna maar poes was hem te vlug af. Eindelijk gaf hij het maar op. Feitelijk was het toch al 5 uur geworden en Geer moest weer naar huis. De jongens hadden zich toch wel geamuseerd dien middag. VISSCHEN VANGEN. Anton had van moe een vischnet gekre gen en nu het een vrije dag op de school was, ging de gelukkige bezitter met een paar vriendjes naar den grooten vijver om visschen te vangen. In den vijver zaten heel wat beesten en de jongens rekenden ook op een goede vangst, want iedereen was gewapend met een groote stroopbus, waarin de visschen werden gedaan. Anton was de eerste, die beet had en wat 'n groo te! Zijn dunne vischnet scheurde bijna. Oef! Het dier sprong er bijna weer uit, toen Anton zijn vangst in de stroopbus wilde doen. De visch kwam gelukkig in het zand terecht en vlug stopte de jongen hem in de bus, die met water was gevuld. Het was een mooie vangst dien middag en de jon gens keerden dan ook tevreden over het resultaat huiswaarts. Anton nam een paar slakken mee voor zijn aquarium. De jon gens spraken af den volgenden vrije mid dag weer te gaan visschen aan den vijver. Toen Anton aan den kant van den vijver zat en zijn arm uitstrekte om een visch te pakken, die goed zichtbaar was, schoot hij van den kant in het water. Zijn vriendjes schrokken natuurlijk hevig, en trokken hem er beduusd uit. Anton, die drijfnat was, durfde echter niet naar huis, want een flink standje zat er dan voor hem op en het vooruitzicht, dat zijn vischnet zou worden afgenomen. Hij ging daarom in de zon zit ten om zijn kleeren te laten drogen. Zijn vriendjes deden al hun best om het wier en het kroost van zijn kleeren af te krijgen en hun arbeid werd beloond. Toen de klee ren droog waren, kon je nog maar nauwe lijks zien, dat ze in het vuile water hadden gelegen. Voortaan was Anton voorzichtiger bij het visschen, want hij bedacht, dat als hij nu eens niet met z'n vriendjes was ge gaan, maar op zijn eentje was gaan visschen. en in he water terecht was gekomen, hij misschien wel in de modder was wegge zakt. EEN ONGELUK. De school ging uit. Nic, Wim en Henk kwamen met een vaartje de deur op gesto ven. Met z'n drieën liepen zij een jongen achterna, die zouden zij afranselen, want die had hen verklapt op de school. De jon gen, die Frans heette, was evenwel, toen de klas uitging, niet naar buiten, doch vlug een andere gang ingegaan, zoodat de jon gens dachten, dat hij al weggehold was. Frans had bij den uitgang de jongens na gekeken, totdat hij ze niet meer kon zien en daarna was hij langs een kleinen omweg naar huis gegaan. Toen de drie jongens om twee uur in de klas zaten, waren de meester en Wim er nog niet. Nico en Henk zaten somber voor zich uit te kijken en eerst tegen half drie kwam de meester in de klas. Voor hij met de lessen een aanvang maakte, zei hij: „Jongens, vanmiddag, toen de school uitging, is Wim door een auto overreden, het was zijn eigen schuld, want hij stormde de straat over zonder op of om te zien. Hij is vrij ernstig ziek en heeft ook een been gebroken. Ik hoop maar, dat dit een les zal zijn voor jullie allen, vooral voorzichtig te zijn. De jongens keken beduusd voor zich uit, toen de meester dit zei.... Dien middag was het ook bijzonder stil in de klas en iéder was natuurlijk onder den indruk. Na schooltijd stonden Nic en Henk op Frans te wachten en vroegen hem des mid dags mee te gaan naar het ziekenhuis, waar Wim was opgenomen. Bij het ziekbed van den jongen gekomen, vroeg Wim aan Frans het voorgevallene van dien morgen maar te vergeten. Hij vertelde, dat zij van plan wa ren geweest Frans af te ranselen, maar Frans antwoordde, dat hij de schuld van die ellendige geschiedenis was geweest. Hij vond, dat hij niets had mogen klikken tegen den meester. Het troepje sloot vriendschap met elkaar en vrienden bleven het ook, niet alleen op school maar ook daarbuiten. HET TEEKENEN VAN EEN KLEINE ZUS. Hierbij zien jullie vier voorbeelden tct het teekenen van deze kleine zus. Het laat ste prentje ziet er wel heel moeilijk uit, maar is heusch niet moeilijk. Kijk maar 'ns zien. Probeer nu 'ns het derde voorbeeld. Dit wordt natuurlijk al veel ingewikkelder, maar een handig teekenaar of teekenaarstcr zal er best plezier in hebben. No. 4 geeft vr-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1934 | | pagina 7