Ravenswaay's geweldige aanbieding N.V. v.h. M. RAVENSWAAY ZONEN Ravenswaay's Koffie en Thee tot afkondiging Koffiebelasting, of Geldig van de tot uiterlijk 14 April 1934 Dividendbon No. 1 Dividendbon No. 2 Dividendbon No. 3 Direct na het afkondigen van de Koffiebelasting vervalt deze geweldige aanbieding. Haast (J dusProfiteert zoo spoedig mogelijk van deze aanbieding OVERAL VERKRIJGBAAR. beroemd om de kwaliteit sinds 1760 EEN GULDEN TACHTIG CENT VIJFTIG CENT KOFFIEBRANDERIJ EN THEEHANDEL SINDS 1760 GORINCHEM f - - - -- V f v- V'.V-jCH' - v -- - -r -* v J voor hen die EXTRA KWALITEIT wenschen. voor hen die ZEER FIJNE KWALITEIT wenschen, tegen toch aantrekkelijken prijs. voor hen met de kleinste beurs. En toch prima pittige koffie. Tegen inlevering van deze waardevolle dividendbon, levert Uw winkelier U 1 pond Paarsmerk Koffie a f 1.00 1 ons Paarsmerk-Thee a f 0.35 Tegen inlevering van deze waardevolle dividendbon, levert Uw winkelier U 1 pond Totaalwaarde f 1.35 Inplaats van f 1 35 behoeft U bij inleve ring van deze bon slechts te betalen. Levert Uw bon zoo spoedig mogelijk in, want direct na het afkondigen van de koffiebelasting vervalt deze aanbieding. K.Y. v|h "8-avenswaay Zonen, Sorinchem ons Groeninerk-Koffie a f 0.70 Groenmerk-Thee a f 0.28 Totaalwaarde f 0.98 Inplaats van f 0.98 behoeft U bij inleve ring van deze bon slechts te betalen. Levert Uw bon zoo spoedig mogelijk in, want direct na het afkondigen van de koffiebelasting vervalt deze aanbieding. Tegen inlevering van deze waardevolle dividendbon, levert Uw winkelier U P/s pond Geelmerk Koffie a f0.46 Totaalwaarde f 0 69 Inplaats van f 0.69 behoeft U bij inleve ring van deze bon slechts te betalen. Levert Uw bon zoo spoedig mogelijk in, want direct na het afkondigen van de koffiebelasting vervalt deze aanbieding. KY. v|h M. ftavenswaay Zonen, Sorinchem j K-Y- v]h M- Jlavenswaay Zonen, Sorinchem M"i-y,.- INGEZO.IUEN. Buiten verantwoordelijkheid der Red. Geachte Redactie, Beleefd vraag ik U wederom een bescheiden plaatsruimte voor het na volgende. Bii voorbaat mijn wel ge ineenden dank. Indien ik den onbekenden „held," die zijn langdradige stukken met den schuilnaam „Speurder" onderteekent, eens hartelijk kan laten lachen door mijn geschrift, welnu dan wil ik me wel de moeite getroosten hem van een kort repliek te dienen. Ik moet dien gemaskerden scher mer (hoe laf om gemaskerd door het leven te gaanlj dan mijn ingezonden stuk van 23 Maart in herinnering brengen. Bij hetgeen ik toen schreef, blijf ik ook. Het heeft geen nut om in een krant te discussieeren, vooral niet op de kleingeestige en muggen- zifterige wijze, gelijk „Speurder," dat doet, wanneer de betrokken zaak in handen der Justitie berust. Zii zal uitspraak doen naar recht en billijk heid en de schuldigen openlijk aan de kaak stellen. Indien de onbekende „held" zich echter safé voelt in deze aangelegen heid, laat hem dan met open vizier strijden! Dat is altijd riddelijker en geen bewijs van laffe zwakheid. Wij wachten intusschen kalm de uitspraak der Justitie af èn een mogelijke sportieve daad van „Speur der" n.l. het bekend maken van zijn werkelijken naam. Als deze althans mag en kan genoemd worden! Het Bestuur der v.v. „Tuliana" p./o. J. SENS, Secretaris-Penningmeester. Discussie gesloten. (Redactie). HET LEIEN DAKJE. In tijden van maatschappelijke cri sis, wanneer het „leien dakje", waar langs onder normale omstandigheden alles ongestoord en naar wensch voort glijdt, geducht beschadigd is, doen a'- lerlei theorieën over het leven en sche ma's van betere samenleving opgeld bij de onder de ellende van de crisis gebukt gaanda massa. Zoo is het steeds geweest in de historie en zoo zal het ook wel blijven. Aan woorden van troost en opbeuring heeft de mensch behoefte; zij versterken hem in zijn hoop op spoedige verbetering van den toestand. En wat hoop beteekent voor den mensch, teekende ons Thomas Car- lyle in zijn treffende woorden: „O ge zegende hoop, eenig voorrecht des men- schen, die op de enge muren zijner ge vangenis heerlijke uitgestrekte land schappen maalt, en zelfs in den nacht des doods den heiligsten dageraad doet lichten. Ontneem den mensch de hoop en ge ontneemt hem de kracht te leven. Want wat toch is het leven in zijn geheel anders dan de vormwording van zijn strijd voor de bereiking van een ge steld doel? En wie zou dan niet hopen in dien strijd te zegevieren? Wordt, zooals i!n onze dagen, de levensstrijd zwaarder en moeilijker dan wij ver wacht hadden, ja, ontwaren wij zelfs, dat er ons méér moeilijkheden in den weg worden gelegd dan wij tptnutoe gewend waren, dan behoeft het heel wat innerlijke kracht om den moed erin te houden en geraken velen onder den indruk van leuzen- en frazenpredikers, die, al dan niet te goeder trouw, den met zichzelven worstelenden mensch voorhouden, dat al die narigheden des levens, alle teleurstellingen en onver wachte moeilijkheden te wijten zijn aan de inrichting der samenleving. Wéér zien wij opgang gemaakt door de theo rie, die in het begin der vorijge eeuw door mannen als Godwin, Robert Owen en Charles verkondigd werd, n.L dat de omgeving en de omstandigheden den mensch maken. Zeker, wij zijn sindsdien in weten schappelijke kennis vooruitgegaan; na ive voorstellingen van een aardsch pa radijsleven als Fourier ons gegeven heeft, brengen ons niet van de wijs, maar de gedachte, waarop de Fransche utopist voortbouwde, wordt door nóg niet als waandenkbeeld beschouwd en uit 'ons brein verbannen. Ook nu is de strijd over de vraag, of het individu al dan niet tijdelijk bestanddeel in het gemeenschapsleven 'is, niet uitgestre den. Diaarom mogen wij ons niet ver bazen over de verzuchting van hen on der ons, wien het tegenloopt, dat, wan neer 'de toestanden maar niet zoo on gunstig w,aren, alles in hun leven zoo veel beter zou zijn. Het Leien dak je.... Er 'is een grond van waarheid in deze Verzuchting. Maar ook niet meer dan 'dit. Waar is het, dat de mensch afhankelijk is van de sociale omgeving, waarin hij te leven heeft. Waar is het, dat hij in zijn omgeving de middelen om te leven zoeken moet. Niet waar is 'evenwel, dat die middelen geheel beheerschen 'het leven van hem, die ze 'aanwendt. Het is de w ijz e w a a r- op met de middelen gewerkt wordt; het 'is dus tenslotte weer de mensch zelf, die naar mate van zijn krachten veel, of weing vain zijn leven maakt met de beschikbare middelen. En wan neer wij nu heel dien maatschappeüjken vooruitgang, waarop wij zoo trotsch zijn, in zijn ontwikkeling volgen, zien wij, dat deze het werk is niét van de afwachters, niét van de klagers en zuch- ters, maar van de taaie volhardende lieden, die zich niet de wet laten voor schrijven door het milieu. Zij kennen de eigen krachten en weten, dat de ze het zijn, maar ook deze alléén, waar op de mensch mag vertrouwen in zijn moeilijken strijd. Niet de bestaansm id delen beheer schen het karakter van een periode in onze beschaving, maar de wijze, waar op zij worden aangewend. Hoop op betere toekomstO zeker, maar het komt al weer niet aan op de hoop; maar op hem dié hoopt. Het kan, dunkt ons, in onzen tijd niet te dikwijls wor den herhaald: op den mensch komt het aan, hij is primair, de omgeving se cundair. „Waren de omstandigheden maar be ter, dan Ja, maar wie futloos is, toont dit zelfs als voor hem alles van een leien dakje gaat. Hij is ook geen bouwer van dat leien dakje. Dat waren anderen, dur- Vers, moedigen, volhardende lieden. Hoe staat het met deze bouwers in onzen tijd? HEIDEBRAND ONDER TILBURG. In de heide langs den Dongenscbe- weg bij Tilburg ontstond brand, ver moedelijk door vonken van de stoom tram. De Tilburgsche brandweer, ge holpen door politie en padvinders, kon den er na eenige uren hard' werken in slagen de brand te dooven. Ongeever 2y2 H.A. heide, behoorende aan verschillende grondeigenaren was verbrand. BOSCH- EN HEIDEBRAND BIJ EIBERGEN. Honderd H.A. bosch en hei« de verbrand'. Dinsdagmiddag omstreeks drie uur ontdekte men, dat er een brand woedde op een heideveld van de uitgestrek te bosch- en heide terreinen, liggende tusschen Haaksbergen en de Rekken- sche Inrichting bij Eibergen, behooren de aan den heer C. J. van Heek uit Enschede. Hoewel men aanvankelijk meende, dat de brand niet zoo ernstig 1 was en men direct begon met het aanleggen van tegenvuren, bleek het, dat deze moeilijk te stuiten was en aangewakkerd door den Oostenwind, zich meer en meer uitbreidde., j Boschwachters, boeren en een aan tal werkloozen deden al het mogelij ke 10 m het vuur te stuiten en legden tegenvuren aan. Omstreeks negen uur kon men zeggen, dat het vuur be dwongen was. Naar schatting is ongeveer een op- perylakte van 100 H.A. bosch en hei de een prooi der vlammen geworden, 1 —o Waardevolle Dividendbonnen

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1934 | | pagina 7