\/]\A EEN TWEETAL PRACTISCHE HUIS- 1 JURKEN. No. 686 en No. 687 geven een tweetal praktische huisjurken weer, welke vooral nu de schoonmaaktijd weer in aantocht is, voor vele huisvrouwen van groot nut kun nen zijn. Het eerste model heeft veel weg van een ailes-bedekkend schort, maar wordt toch als jurk aangetrokken. De hals sluiting wordt op zij aan den linker schou der gevonden door middel van drie groote knoopen en knoopsgaten. De rok bezit er- kele eenvoudige plooien. De jurk behoeft natuurlijk niet nauwsluitend te zijn, maar mag eenigszins over'olouzen, wat vooral aan het lijfje iets vlugs zal geven. Twee groote insteekzakken zullen wel te pas ko men. De mouw is gewoon recht. De garnee- iing aan den hals kan ook bij den pols [worden toegepast. U ziet, dit japonnetje is Wl heel eenvoudig en daarom zoo praktisch bij het huishoudelijk werk. 1 No. 687 is wat meer bewerkelijk, maar itoch ook heel aardig. Is No. 686 meer voor !het werk bestemd, dit model zou men be ter kunnen dragen als men het zich thuis, bia kantoortijd of zoo, behagelijk wil maken. (De meeste vrouwen trekken zich dan graag een gemakkelijke jurk aan, waarmede ze toch ook weer voor den dag kunnen komen [wanneer er 'ns onverwacht bezoek komt. jWelnu, voor zulke uurtjes thuis is deze ja pon zeer geschikt. De stof kan men kiezen in tweed of wollen kasha. De ééne rever aan den rechterkant van den hals geeft iets 'aparts aan de jurk. De garneering wordt in 'een donkere kleur gekozen. De jurk sluit, Wenals bij het voorgaande model, links 'opzijde door een viertal groote knoopen. ÏDe ceintuur en de belegsels bijwijze van zakjes worden ook gemaakt in de donkere 'stof der rever. Een plooi midden vóór en 'achter geven den rok de vereischte ruimte. De mouw is eenvoudig recht geknipt. EEN JAPON MET BIJPASSENDEN J MANTEL. f No. 688 toont u een japon met bijpassen- [<3en mantel, welke samenstelling, evenals ihet vorige jaar, ook in het volgend seizoen .Weer veel zal worden gedragen. Een der gelijke dracht staat bijna een ieder goed, Sjonge zoowel als oudere dames. De japon [van ons plaatje kan worden gemaakt van een halfwollen stof, als afghalaine of dia- 'igonaal-crêpe, wat ook veel wordt gezien. De halsafwerking der japon is niet te zien, maar kan niet zeer bewerkelijk zijn, om- 'dat het geheel anders niet aan het doel be antwoordt, wij bedoelen hiermee, de japon en de mantel zouden anders te druk wor den. Een klokkend rokje wordt hiervoor 'meestal gebruikt. Een smalle lederen cein- jtuur zorgt voor afwerking der japon. De mantel is geheel recht en wordt slechts on derbroken door een tweetal groote zakken. [De mouw mag niet nauw zijn, maar moet [bij den pols wel aanmerkelijk worden ver- jïiauwd. Drie knoopen en looze knoopsga ten maken de mouw „af". Bij koudere da- gen, welke wij in het voorjaar maar al te goed kennen, kan een kleine bontreep van breitschwanz worden gedragen ofwel een shawl in de kleur der mantelstof. WENKEN VOOR DEN SCHOONMAAK. Hierbij eenige behartenswaardige schoon- maakwenken. Zorg er voor, dat uw mate riaal, hetwelk gij bij het schoonmaken moet gebruiken in orde is en dat verschillende reinigingsmiddelen en in voldoende hoe veelheid in huis zijn, vcor gij met het werk begint. Laat de kleeding doelmatig zijn; eQn bont schort, dat de japon geheel bedekt, met lange mauwen is zeer geschikt. Bind bij stoffig werk een doek om uw haar. Deel het werk goed in en haal vooral niet te veel tegelijk overhoop. Bepaal u tot één vertrek en maak dat eerst geheel aan kant. Wel kunnen sommige stukken van verschil lende kamers, die wel even gemist kunnen worden, zooals b.v. spreien, tafelkleedjes van de slaapkamers wel tegelijk worden ge- \vasschen( vaak ook wel de gordijnen van een paar slaapkamers, die van de andere vertrekken worden liefst weer zoo vlug mo gelijk opgehangen). Ruim vooral ook op de oude dingen, welke gij toch niet meer kunt gebruiken. Gij kunt daarvoor uw kind ver eenvoudigen. Doch het werk mag u niet zoo in beslag nemen, dat er geen tijd over zou zijn om van het voorjaar te genieten, geen tijd om eens iets te lezen, dat de ge zelligheid daaronder zou kunnen lijden. DE WERXKAST IN DE KEUKEN. Vaak is in een kleine keuken het inrich ten der verschillende kasten een vraagstuk dat niet zoo eenvoudig is op te lossen. Heeft men weinig ruimte, dan worden de vegers vaak achter de deur gezet en dat maakt ze in de keuken vanzelf niet schoo ner. Op den duur worden de haren te vet. Dit kan voorkomen worden door alle werk materiaal in een kast te hangen, die zoo smal is, dat zij niet veel anders kan bevat ten. Zooals het plaatje u laat zien, heeft iedere veger en borstel een spijker en u weet eender materiaal dadelijk bij de hand te hebben. Zoo'n kast brengt dus niet alleen het voordeel, dat uw werkmateriaal in de keuken niet vuil wordt, maar tevens ziet u met een oogopslag of alles er is. Het is handig om bovenin een paar planken te leggen, die niet ver van elkaar af staan, zoodat er ruimte voor de lange stelen is. Op de plank worden dan pakjes, doosjes, enz. gezet voor schoensmeer, enz. Ook daar ziet u dan dadelijk of de voorraad nog vol doende is. Als u door het geheele huis op dezelfde manier te werk gaat en in iedere kast elk voorwerp een vaste plaats geeft, houdt u dan ook geregeld toezicht of alles op z'n plaats ligt en niet alleen een vaste plaats heeft. Als u daar eenige weken o? let, bent u er aan gewend en u zult dan eens kunnen vaststellen, hoeveel tijd, die u anders met zoeken verloren liet gaan, overhoudt om 'ns iets anders te gaan doen. Op deze manier zijn er in de huishouding nog verschillende verbeteringen aan te brengen. Zoo zoudt u er b.v. groote lappenmanden op na kunnen houden. Komt er b.v. een la ken uit de wascb, dat kapot en verlegen is, dan zijn er nog allerlei stukken, welke wel kunnen dienen als stofdoek, poetsdoek, enz. Laat u het laken bij de andere goederen liggen, tien tegen een, dat u herhaaldelijk dat stukkend laken pakte en steeds weer moet u het opvouwen en wegleggen! U doet daarom veel verstandiger direct de goede stukken er uit te scheuren, en ze al naar hun bestemming op te bergen. Men hoeft niet dadelijk te zoomen, maar kan gemak kelijk al de goede stukken in de lappen mand leggen, totdat u toch eens aan de machine zit. Dat is een werk van een oogenblik, terwijl u de rollen verband, welke alleen maar in reepen behoeven te worden gescheurd, al dadelijk oprollen kan en in een speciale doos kan leggen, want het is zoo lastig, als er met een van de huisgenooten iets gebeurt, en men heeft zoo vlug geen schoone lap bij de hand. Daarom zal de handige huisvrouw van te voren deze enkele-mogelijkheden bekijken en zorgen, dat in enkele verloren oog en- blikken al dergelijke huishoudelijke zorgen worden gedaan. KINDERKLEEDING. Een drietal aardige modellen voor kin- derkleeding laat het plaatje hierbij zien. No. 689 is een leuk jongenspakje met korte broek en witte manchetjes en kraagje van zijden piqué of sterk linnen. Dit pakje kan worden gemaakt van een wollen stof, b.v. kasha. Blouse en broekje kunnen afzonder lijk worden vervaardigd, wanneer de band aan het broekje zoo goed sluitend wordt gemaakt, dat afzakken niet mogelijk is. Meestal echter maakt men er eenige groo te parelmoeren knoopen aan, welke op de blouse worden gezet, terwijl de band van de broek van knoopsgaten wordt voorzien, hetgeen bij kleine jongens ook wel het ge makkelijkst is. De sluiting vóór wordt ge vonden in een rij groote knoopen, welke in het wit of in de kleur van de wollen stof kunnen worden genomen. De pijpen van het broekje moeten ruim genoeg zijn, zoo dat het kind zich vrijelijk kan bewegen. Dit pakje is geschikt voor jongens van 47 jaar. No. 690 geeft een speelpakje voor iets greotere jongens weer en toont veel ver gelijking met het jurkje van het meisje. Men zou het daarom als tweelingpakje kunnen beschouwen. Voor jonge kinderen is de zelfde kleeding altijd wel leuk. Het wordt gemaakt van effen stof en geruite wollen stof. Deze samenstelling maakt hoofdzake lijk de garneering uit. Het lijfje van het jongenspakje is driekwart lang en sluit met een ceintuur van dezelfde stof. De broek komt er afzonderlijk aan en kan daarom worden vastgemaakt aan bretels. No. 691 is vrijwel hetzelfde van maaksel. Het lijfje is echter niet halflang, maar ein digt gewoon op het middel, welke naad door een niet breede ceintuur wordt be dekt. Het rokje kan eenigszins klokkend worden gemaakt. Enkele knoopen, in de zelfde uitvoering als die op het lijfje, wor den als afwerking er op aan gezet. De mouw is net eender als die van het jongenspakje. Deze kleeding is geschikt voor 'n jongen en meisje van 710 jaar. BEHANDELING VAN GORDIJNEN. In haar uitermate praktisch boekje „Was- schen en opmaken van allerlei stoffen voor kleeding en huis" geeft mevr. J. W. Suy- ver-Landré een groot aantal raadgevingen. Wij ontleenen aan het boekje het volgen de, dat de behandeling van vitrages en an dere gordijnen van dunne stof betreft. Ga ten in gordijnen worden eerst gemaakt, daar deze door het wasschen grooter wor den; ringen, die roesten kunnen, worden er af gehaald en de lengte van breedte gemeten. De gordijnen worden geweekt in lauw water, tweemaal gewasschen, door ze te kloppen en te knijpen in een lauw sop van Sunlightsoap (oude gordijnen en gor dijnen, die dikwijls nat op den tocht han gen, scheuren spoedig) eenige malen nage spoeld, eerst in lauw, dan in koud water. Crême-gordijnen worden gekleurd. Daarna worden gordijnen gesteven. EEN EENVOUDIGE SCHRIJFTAFEL. Een schrijftafel is meestal een heel meu belstuk in de kamer en er zijn kamers, waar een schrijftafel wat al te veel plaals in beslag neemt. Denken wij aan de kamers I tan onze kinderen, welke tevens in hun earner slapen moeten, dan blijft er meestal niet te veel ruimte over. Voor hen is daar om ook een schrijftafel een ideaal meubel stuk. Onze afbeelding geeft u een eenvou dige eikenhouten schrijftafel te zien met aan iederen kant een kleine en in het mid den een wat grootere lade, waarin heel wat kan worden geborgen. Hebt u een z:t- slaapkamer en voelt u het gemis van een dergelijke schrijftafel, dan is zoo'n goed koop meubel wel aan te bevelen. Hoewel een ietwat rommelige schrijftafel wel ge zellig kan zijn, verdient het toch aanbeve ling alles na het gebruik op te ruimen en men doet goed alle voorwerpen in de laden een vaste plaats te geven. Men kan b.v. het bovenste laad je rechts gebruiken voor schrijfmateriaal, inkt, pennenbakje, vloei rolier, liniaal en dergelijke. De lade daar onder voor schrijfpapier, briefkaarten, en veloppen enz. Houdt u nu een lade speciaal voor de briefwisseling, dan is het het een voudigst er een map in te hebben met brie ven, welke nog beantwoord moeten wor den en een map, met brieven, welke reeds zijn beantwoordt, doch die men om de een of andere reden nog niet heeft willen ver scheuren. Het onderste laadje kan uitste kend dienen voor de verschillende andere paperassen, kasboekjes, enz. U hebt dan de middelste lade nog geheel vrij voor allerlei andere dingen en u kunt altijd alles da delijk vinden. Het voordeel is, dat de la den gesloten kunnen worden en u dus geen vrees behoeft te hebben voor.medelezers en uw brieven, wat meestal niet zeer aange naam is! Een eiken schrijftafel houdt men mooi, door hem zoo nu en dan met wat was in te wrijven, het goed te laten intrekken en dan met een stevige borstel uitwrijven en napolijsten met een zachte wollen doek. Is het bovenblad niet meer mooi, dan is meestal een keer beitsen met wasbeits vol doende, om hem als nieuw te doen*schijnen. U ziet, zeer gemakkelijk in het onderhoud en in het gebruik. EEN UITSTEKEND MIDDEL OM GEBROKEN VOORWERPEN TE LIJMEN. Wanneer men een stuk glas of porcelein, een stuk speelgoed of iets dergelijks, wat gebroken is, spoedig wil lijmen, lost men in een verwarmde lepel wat witte gelatine met een weinig azijn op en bestrijkt de te lijmen voorwerpen met de verkregen hel dere oplossing. Heeft men bij de azijn eeni ge korreltjes chroomzure kali gevoegd en het gelijmde stuk eenigen tijd in het zon licht gezet, dan kan men het zelfs daarna in het water leggen, zonder dat de gelijm de plaats weer zal loslaten. ROETVLEKKEN IN IIET KARPET. Roetvlekken kan men uit het karpet weg- krijgen door gedurende een paar uur een papje van voldersaarde en water, met een paar druppels ammonia op de vlekken te laten liggen. Als de aarde dan wordt weg- geborsteld, zullen de vlekken verdwenen zijn HOE MEN EIEREN MOET BEHANDELEN. Hoe zien we, of een ei nog versch is, en hoe moet men te werk gaan, om eieren goed te bewaren? Voor hen, die het nog niet weten, geven wij hieronder een paar wenken. Het kan immers altiid te nas ko men, nietwaar? ui een el versch is, of ouét of bedorven, kunt gij bij het electriscb licht zien; het licht schijnt door het ei heen Versche eieren zijn helder; oude eieren too- nen een vlek en wel een donkere, die dooi het ei drijft. Dit is de dooier, welke men nu duidelijk kan zien. Eieren bewaart men ir kalkwater om ze lang goed te houden. Ve len zullen het wellicht nog niet weten Het kalkwater bereidt men als volgt: Lc: de kalk in het water op door goed te roe ren. Laat de kalk even bezinken, giet het water op de eieren, die in potten zijn ge plaatst. De eieren moeten een hand breed onder water staan. Op het water moet een kalkvliesje komen. Dit moet hier steeds ge sloten op blijven. Daarom moet er in het water nog iets kalk worden bijgedaan. EEN FLEURIGE PAASCH-LUNCH. Onze tafel op Paschen zien we het liefst als een afspiegeling van de idee die hel Paaschfeest kenmerkt: opstanding, vernieu wing, frischheid. Als tafelversiering gebruiken we daarom het jong ontloken groen (frissche berken takjes bijv.) of wel de eerste lentebloem pjes (primula, viooltje, madeliefje), die wc in klein vaasjes, mandjes of pulletjes reeds op de ontbijttafel een plaatsje geven. Maar ook op het menu, op de gerechten die we op Paschen aan de dischgenooterr voorzetten, drukken we graag hetzelfdc- stempel van „nieuw leven". De eieren in de eerste plaats vormen sedert de oudste tijden het symbool van de opstanding in de natuur: 't is dus vanzelf sprekend, dat minstens één eiergerecht de Paasch-luneh zal moeten typeeren. Daarnaast echter zoe ken we ons materiaal ook in de jonge groenten die het zomerseizoen inluiden: we probeeren b.v. juist op tijd wat zelf- gezaaide sterkers (tuinkers) te kunnen oosten, we zorgen voor een groen randje malsche kropslablaadjes rondom ons eier gerecht of wel we weten een smakelijk slaatje te bereiden van de jonge uitloopers der paardenbloemen (molsla) of van de frissche spinazie-blaadjes die zoo goed in dat opzicht de kropsla kunnen vervangen. Groen, geel en wit, dat zijn bij uitstek de kleuren voor een Paaschtafel, evenals de Kerstdisch gekenmerkt pleegt te zijn door het groen en rood. Zijn we dus zoo gelukkig, dat we de ge noemde kleuren ook kunnen laten uitko men in ons tafelgoed, ons servies of onze „eiermutsjes".des te beter; noodzaak is dit echter niet, want wie even naar buiten gaat en om zich heen ziet, die brengt al heel gemakkelijk uit de natuur het mate riaal mee om een fleurige, origineele Paaschversiering tot stand te brengen. Een paar gerechten, die met die versie ring in overeenstemming zijn, laten we Jiier volgen. Margarieten-sla (4 personen). Voor de sla: 4 kropjes sla of wel 250 Gr. y, pond) jonge spinazie of molsla; voor de slasaus: 3 eetlepels slaolie, 2 eet lepels azijn, 1 afgestreken theelepeltje zout, 1 theelepel Maggi's Aroma; voor de garneering: 3 hardgekookte eie ren, 1 eetlepel dikke mayonnaise (niet be paald noodig). Maak de sla schoon, wasch ze en sla ze volkomen droog uit (in een schooneiï doek b.v.). Klop voor het sausje de olie met den azijn, het zout en de Maggi's Aroma door elkaar tot een gebonden mengsel. Meng de saus luchtig door de sla en schik het gerecht in een slabak of op een platten schotel. Snijd de harde eieren voorzichtig in acht ste partjes; leg op 't midden van de sla stervormig 8 van die partjes met den wit ten kant omhoog; gebruik de 16 overige partjes om op gelijke afstanden den rand te garneeren met telkens dus een half ster patroon. Leg op het punt waar in de middelbloem zoowel als in de halve rand- bloemen de witte partjes samenkomen een theelepel dikke mayonaise, om het hart van de margriet voor te stellen. Paasch-omelette (4 personen) 4 eieren, 4 eetlepels melk, 1 theelepel zout, 1 theelepel Maggi's Aroma, 1 volle eetlepel zeer fijngehakte groene kruiden (peterselie, kervel, selderij, dragon, zuring), 30 Gr. (ly, afgestreken eetlepel) boter. Begin met de groene kruiden van hun steeltjes te ontdoen, wasch de blaadjes en hak ze zoo fijn mogelijk; hak er naar ver kiezing ook een preitje of een uitje in fijn. Klop de eieren met het zout, roer er de rnelk, de Maggi's Aroma en de gehakte kruiden door. Laat de boter in de koekepan heet wor den (niet bruin), giet er het omeiette-meng- sel in en roer dit voortdurend voorzichtig, zóó, dat het bovenliggende vloeibare ge deelte gelegenheid krijgt om op zijn beurt met den bodem der pan in aanraking te ko men. Houd op met roeren, zoodra geen. vloeistof meer aanwezig is; laat de omelette nog even liggen, rol zè dan op en laat ze op een verwarmden schotel glijden. Schotel van sterkers of tuinkers (4 personen). 100 Gr. (1 ons sterkers, 2 hardgekookte eieren, 1 citroen). Zoek de sterkers uit, wasch ze en wrijf ze in een doek goed droog; schik ze dan op een schaaltje. Verdeel de harde eieren in vierdepartjes; wasch den citroen goed schoon, snijd hem ook in vieren en verwijder de pitten. Leg rondom het stapeltje sterkers afwisselend een partje ei (met het geel naar boven en met de punt naar het midden wijzend) en een partje citroen (de richting van den rand volgend.) Presenteer de sterkers bij gesmeerde bo^ terhammetjes (al of niet geroosterd) en laat er afzonderlijk een schaaltje suiker en een fleschje Maggi's Aroma bii rondgaan.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1934 | | pagina 8