Agentschap
„De Nieuwe
Rotterdammer Courant"
PRIJS TELKENS 75 CENT RETOUR.
Er is een comité gevormd, be
staande uit de heeren Jac. G. v. Oord,
Voorzitter C. B. Bakker, J. Bottenberg,
ff. Nagelkerke, J. A. Timmermans, Job.
C. Visser Jzo. en C. T. de Waal, welke
zich in verbinding zal stellen met al de
oud-patiënten van dokter Mijnlieff, ten
einde den afgetreden geneesheer, een
huldeblijk aan te bieden. Het ligt in
het voornemen van bovengenoemd comité
om een blyvend aandenken van Werken
dam, b.v. een schilderstuk.
Voorts zullen al de namen van gevers
(sters) in een mooi uitgevoerd album wor
den ingeschreven en eveneens worden
aangeboden.
Ook niet-patiënten, die toch een blijk
willen geven van hun waardeering voor
het voortreffelijk werk door hem gedurende
een reeks van jaren verricht, worden
daartoe in de gelegenheid gesteld. Het
adres is hiervoor, de heer J. Nagelkerke,
assistent-apotheker, Hoogstr. WTerkendam.
Zaterdagmiddag, 49 Mei, te half vijf
zal in de Nutszaal door bovengenoemd
comité met een 28-tal jonge dames uit
Werkendam en omgeving een vergadering
worden gehouden, om een en ander hier
door te regelen.
Bedankt voor het beroep naar de
Chr. Geref. Kerk alhier, Ds. N. de Jong
van Rijnsburg.
UITVOER VAN JONGE PAARDEN
NAAR DUITSCHLAND
M. de Red. Met ingang van Sept. 1933
werd de invoer van koudbloedpaarden in
Duitschland gecontingenteerd. Op 24
Febr. verzond ik eenige 2^ j. hengsten
en één merrie naar Duitschland, voorzien
van de geëischte vergunning voor uitvoer.
Op het Duitsche douanenbureau werd
ons echter, nadac de paarden al ingevoerd
waren, medegedeeld, dat paarden, die den
vollen leeftijd van vier jaar nog niet be
reikt hebben, in Duitschland niet gecon
tingenteerd zijn. Uit het verder door
ons ingesteld onderzoek bleek, dat dit
inderdaad niet zoo was. Op een Neder-
landsch douanekantoor vertelde men ons
echter, dat alle paarden die naar Duitsch
land gaan, een uitvoercertificaat moesten
hebben. Toen schreef ik 26 Maart aan
't Vleesch-Exportbureau te Nijmegen,
waaronder ook de uitvoer van koel bloed-
paarden naar Duitschland ressorteert, met
het verzoek om paarden van drie jaar en
jonger naar Duitschland te mogen uit
voeren. Daarop ontving ik op 28 Maart
het volgende antwoord
In het bezit van uw schryven d.d. 26
dezer brengen wij beleefd onder uwe aan
dacht, dat de daarin geuite veronderstel
ling, als zou de invoer in Duitschland van
koudbloedpaarden beneden den leeftijd
van drie jaren niet gecontingenteerd zijn.
op een misverstand moet berusten. De
invoer van deze paarden toch is wel de
gelijk onderhevig aan de overlegging van
een door ons afgegeven uitvoercertificaat.
Bijzondere vergunningen, als door U
bedoeld, kunnen daarvoor niet worden
verleend.
Vleesch-Export Bureau,
w.g. DRIELSMA, secretaris.
Nogmaals schreven we naar het Vleesch-
Exportbureau, dat we zeker waren van
de zaak en ook aan het Nederlandsche
stamboek. Door al dit geschrijf schijnen
de heeren dan toch eindelijk wakker te
zyn geworden, want op 42 April ontvin
gen we van het stamboek het volgend
schrijven
Aan heeren exporteurs van trekpaarden.
Volgens van ministrieele zijde verstrekte
inlichtingen is de invoer in Duitschland
van trekpaarden tot drie jaar vrij. Voor
uitvoer van deze paarden zijn dus geen
consenten noodig.
Hoogachtend,
BOM, secretaris.
Onder deze circulaire schreef de heer
Bom terecht
„Eindelyk l Het heeft lang geduurd
vooraleer men het wist. Hadden we dit
maar een jaar eerder geweten. Treurig
- En op 43 April schreef eindelyk het
Vleesch Exportbureau ons, dat de invoer
van koudbloedpaarden tot en met het 3e
jaar vrij was.
Lezers, die dit met aandacht lezen, zul
len er wel van overtuigd zijn, dat met de
belangen van landbouwers, fokkers en ex
porteurs raar wordt omgesprongen. Is het
niet diep treurig, dat, terwijl ieder om
export roept, 'n bureau, ingesteld voor
den uitvoer van gecontingenteerde arti
kelen, den uitvoer van een gedeelte, dat
vrij is, tegenhoudt?
Als exporteur ben ik steun en ambte
loos burger, tracht op alle manieren den
uitvoer te bevorderen, breng daarmee
buitenlandsch kapitaal in ons land en moet
dan ervaren, dat een door onze regeering
ingesteld bui eau onzen uitvoer, door grove
onwetendheid, gedurende maanden belem
merd en benadeelt.
Het Vleesch Exportbnreau (Commissie
voor uitvoer van koudbloedpaarden) wist
het niet, de veeartsenijkundige dienst, de
Nederlandsche douane en de minister wis
ten het geen van allen Tot eindelyk, met
veel moeite, een exporteur het de heeren
aan het verstand moest brengen.
Voor het Vleesch-Exportbureau is het
wel diep beschamend. Maar dat komt er
van, wanneer een vleeschbureau koud
bloedpaarden moet behandelen met een
commissie zonder koudbloedmenschen
Het zou aardig zijn eens precies te
weten, hoeveel paarden er méér uitgevoerd
zouden zijn, indien die heeren voor hun
taak berekend waren geweest. Vooral nu
er een week of acht geleden zooveel vraag
uit Duitschland was voor jongere paarden.
Als men dit alles bedenkt, slaakt men
met Multatuli in zijn „Vorstenschool" de
zucht„Och, och, wat een minister weet
van 't algemeen,als 't hart ontbreekt
Niets".
Axel.
F. DEKKER Pz.
VAN
voor het geheele Land
van Heusden en Altena
Firma L. J. VEERMAN
Boekhandel - Heusden
Abonnementen wor
den gaarne door
ons aangenomen
Vergadering van den raad der gemeente
VEEN op Donderdag 47 Mei, des
vm. 40.30 uur.
VoorzitterEdelAchtb. heer C. B. J.
Landweer.
Secretaris, waarnemendde heêr Ver
beek.
Afwezig met kennisgeving de heeren
J. van Ballegooijen en J. Schreuders.
De Voorzitter opent de vergadering, de
Secretaris leest het formuliergebed.
Alvorens met de afwerking der agenda
wordt begonnen, wil de heer M Timmer
mans iets zeggen aan het adres van den
verslaggever van het Heusdensch Nieuws
blad.
De Voorzitter verzoekt in deze kort te
zijn.
De heer Timmermans geeft te kennen,
dat het gesprokene in de raadsvergade
ringen door dezen verslaggever eenzijdig
wordt belicht. Hy zag gaarne dat het
gesprokene werd geschreven zooals het
door de raadsleden is gezegd, de verslag
gever zich niet laat beïavloeden door knip
oogjes en alle sprekers recht laat weder
varen.
De Voorzitter sluit hierover de discus
sie een verslaggever kan zich volgens
spr. in een raadsvergadering niet verant
woorden, critiek op een courantenverslag
behoort niet in een raadsvergadering thuis.
Ik wil den heer Timmermans in het
kort van antwoord dienen, en beginnen
met de verzekering te geven, dat ik niet
gaarne zou willen beweren, dat het ge
sprokene door my woordelijk wordt weer
gegeven lk trachtte tot heden steeds de
bedoeling van het gesprokene door de
raadsleden weer te geven Deed en doe
dat bij, in m ij n e oogen belangrijke
zaken en kwestie's in meer uitgebreiden,
bij minder belangrijke in beknopter vorm.
Dat ik in dien arbeid steeds voor de volle
honderd percent slaag, zou ik ook niet
gaarne beweren, dat mijn werk in deze
echter niet onverdienstelijk is, daarvoor
kan ik bewijzen en getuigenissen van
personen van verschillende richtingen aan
voeren.
Het is echter niet altijd even gemak
kelijk, de bedoeling van ieder raadslid
weer te geven Eenvoudig is het, als de
heer Timmermans, zooals hy in de raads
vergadering van dezen morgen herhaalde
lijk deed, spreekt, van finantineel,
te begrijpen, dat hij finantieel bedoelt.
Het gaat ook nog, om te begrijpen, als
hij een rijksveldwachter voor bewezen
politiediensten een certificaat van
f 25.wil geven, hij bedoelt een gra
tificatie van f 25.
Moeilijker wordt het echter, om
als hij «preekt van condulatie in
de werkverschaffing dan te weten,
dat hij daarmede roeleering in de
werkverschaffing bedoelt.
Herhaaldelijk is door verschillende in
gezetenen van Veen aandrang op mij uit
geoefend, om het gesprokene door den
heer Timmermans, woordelijk weer te
geven, voor welken aandrang ik tot heden
nooit bezweken ben, omdat ik iemand
niet gaarne belachelijk maak. Ik hoop
ook in de toekomst weerstand te kunnen
blijven bieden aan dien vooral thans
verleidelijken aandrang.
Wat de heer T. bedoelt met „knip
oogjes" is voor mij een volkomen raadsel.
Ik zal die opmerking dus maar voor ken
nisgeving aannemen.
De Verslaggever.
De Secretaris leest hierop de notulen
der vorige vergadering, die met een kleine
bemerking van den heer Van Andel worden
vastgesteld. De heer Van Andel merkt
n.l. op, dat de Minister tegen de raads
leden, die by hem op audiëntie zijn ge
weest, niet heeft gezegd, dat als zij
vroeger bij hem waren geweest zijn
voorstel tot vereeniging van gemeenten
niet zou zijn gekomen, doch wel, dat hij
in 't algemeen geen voorstander van ver
eeniging is en wat de kwestie Schouten
betreft, het daarvoor thans te laat was,
dat als de raadsleden vroeger waren
geweest er waarschijnlijk wel iets aan
te doen zou zijn geweest.
De Voorzitter belooft, dat met deze
opmerking rekening zal worden gehouden.
Ingekomen stukken
Verzoek van de Jongelingsvereeniging
„Eben Haëzer" om vermindering van zaal
huur met ingang van 4 Januari 4934,
aangezien de vereeniging slechts 4 maai
per jaar gebruik maakt van het gymnas
tieklokaal en met ffaancieele moeilijkheden
heeft te kampen.
B en W. stellen voor, de huur van
f 20.op f 42.50 te verlagen.
De heer 't Lam zou ook voor de andere
vereenigingen de huur willen verlagen,
muziek- en zangvereeniging hebben het
in dezen tijd ook heel zwaar te verduren.
De heer v. Andel is het daarmede eens.
De heer Timmermans acht voor de
Jongelingsvereen., een kleine vereeniging,
een bedrag van f40.genoeg. Van de
andere vereenigingen is geen verzoek in
gekomen, daarover behoeft dus niet ge
sproken te worden. Waar de jongelings
vereeniging slechts hoogstens 4 keer per
jaar van het lokaal gebruik maakt, acht
hij een huur van f5.per avond veel
te hoog en f 2.50 voldoende.
De heer v. d. Pol zegt dat muziek- en
zangvereeniging veel meer gebruik van het
lokaal maken, dat deze meer betalen dan
de jongelingsvereen. acht spr. niet onbillijk.
De heer v. Andel meent dat de jonge
lingsvereen., als zij dat doen wil, ook
meer gebruik van het lokaal kan maken,
die heeft daartoe volkomen het recht,
deze maatstaf kan dus niet gelden. Tien
gnlden voor de jongelingsvereen. acht spr.
met den heer Timmermans voldoende.
Met algemeene stemmen wordt besloten
de huur op tien gulden terug te brengen.
Verzoek van de Afdeeling Wijk.
Veen en Aalburg" van het Groene
Kruis, om subsidie. In dit verzoek
wijst het bestuur er op, dat door de
aanstelling van een pleegzuster, aan
schaffing van ledikanten en ligtenten.
de uitgaven belangrijk zijn gestegen
en deze niet uit de contributie der
leden kunnen worden gedekt.
Waar de geheele gemeenschap met
de vereeniging gebaat is, de arm
besturen door haar worden verlicht,
meent het bestuur met volle vrijmoe
digheid een beroep te mogen doen
op de gemeentekas. Overgelegd wordt
tevens een staatje die andere gemeen
ten aan hun plaatselijke afdeelingen
van het Groene Kruis geven. B ra
kel 17 cent per inwoner. Poederoijen
16. Zuilichem 23, Andel 20, Eethen
11.
B. en W. overtuigd van het groote
nut der vereeniging, stellen voor een
subsidie van 10 cent per inwoner
te geven, en aan de regeering te vra
gen deze subsidie te willen goedkeu
ren.
De heer v. Andel kan zich daarme
de goed vereenigen.
De heer Timmermans zegt, dat in
de vergadering van de afdeeling
Groene Kruis, die laatst gehouden
is, werd besloten het materiaal gra
tis in gebruik te geven, daaraan
wordt niet de hand gehouden. Van die
beijaling zonder meer af te wijken
gaat toch niet daarvoor, moest toch
het reglement gewijzigd worden.
De Voorzitter merkt op, dat dit
ook gewijzigd is, de heer Timmer
mans was daarbij toch tegenwoordig.
Er was besloten alle klein materiaal
gratis te verstrekken en voor het
grootere een kleine huur te rekenen.
De heer Timmermans keurt het af,
dat menschen die aan T.B.C. lijdende
zijn, en juist groot materiaal gerui-
men tijd noodig hebben door deze
wijziging het zwaarst wordt getrof
fen.
De Voorzitter merkt op, dat deze
kwestie niet in een raadsvergadering
thuis hoort, kunnen de menschen
evenwel de huur niet betalen, dan
moet het armbestuur dat doen.
De heer Timmermans heeft nog
iets over een zieke uit Veen, voor
dat subsidie wordt verleend, zou hij
eerst de centen willen besteden aan
eigen ingezetenen. Spr. wil straks in
besloten vergadering hierover nog wel
iets meer zeggen.
De Voorzitter zal daartoe gaarne
de gelegenheid geven.
Het voorstel van B. en W. om 10
ets. per inwoner subsidie te verlee-
nen, wordt hierop met op één na
algemeene stemmen aangenomen.
De heer Timmermans stemde te
gen en verwijt de andere leden, dat
zij voorstemmen, voor hij gelegenheid
heeft gehad te zeggen wat hij in be
sloten vergadering wilde doen, een
beslissing had tot zoolang uitgesteld
moeten worden.
De Voorzitter zegt, dat hij de or
de in de raadsvergadering bepaalt
en de leiding heeft.
Uitbrenging van de gevoelens van
Bij genoegzame deelname
1
door »DE ONDERNEMING» te Wijk en Aalburg.
A.s. MAANDAG (2de Pinksterdag)
Naar CONCOURS BRAKEL
Vertrek Aalburg 4.30 uur n.m. (N.T.)
A.s. DINSDAG:
Naar Circus „AMAR" te Bosch.
Vertrek "Wijk 6.45 uur n.m. (N.T.)
Vertrek Heusden 7.uur n.m. (N.T.)
Plaatsbespreken Reiswagen bij den Ondernemer
en bij H. v. d Steenhoven, Breestraat, Heusden.
den raad aan Ged. St. inzake de
voorgestelde vereeniging van de ge
meente Veen met Wijk en Aalburg.
In het schrijven van Ged. St. wordt
er op gewezen, dat de opheffing
van de gemeente Veen steeds drin
gender blijkt, zoowel in het belang
van Veen als in dat van het rijk.
Wijk en Aalburg wordt de aan
gewezen gemeente genoemd, waarbij
Veen het best kan worden gevoegd,
karakter en volksaard vormen geen
bezwaar. Als provincie en rijk dus
de schulden van Veen betalen, kan
ook de gemeente Wijk en Aalburg
tegen de voorgestelde vereeniging
geen bezwaren hebben. Door de voor
gestelde vereeniging wordt een krach
tiger gemeenschap tot stand .gebracht.
De heer v. Andel is van meening,
dat de groote meerderheid van de
ingezetenen tegen de voorgestelde
vereeniging is. In theorie lijkt alles
heel mooi, maar in de praktijk komt
het meestal anders uit. De voordeelen
die worden becijferd vallen weg te
gen het groote ongemak, dat de in
gezetenen wordt bezorgd. Spr. is van
meening dat men ook in Wijk niets
voor het voorstel voelt. Er wordt ge
zegd volksaard en -karakter zijn het
zelfde, doch spr. betwijfelt dit sterk,
zeker de verstandhouding is de laat
ste jaren veel beter dan hij weieens
is geweest, maar spr. vreest, dat
juist door de vereeniging die ver
standhouding weer slechter zal wor
den. Spr. kan zich dan ook niet met
het voorstel vereenigen.
De Voorzitter zegt, dat het voor
hem als Burgemeester van Veen en
als Burgemeester van Wijk en Aal
burg een moeilijke kwestie is. Hij
wil er daarom niet veel over zeg
gen. Hij is evenwel van meening dat
de volksaard weinig verschilt. Eenig
verschil zal er wel zijn, maar dat
treft men aan in iedere gemeente.
De bevolking van het eene gedeelte
verschilt vaak met dat van een an
der gedeelte. Dit verschil vormt naar
spr.'s meening geen bezwaar.
De heer 'tLam is het volkomen
eens met het gesprokene door den
heer v. Andel. Spreker begrijpt niet
hoe men er in den Bosch toe komt
te zeggen, dat volksaard en -karak
ter hetzelfde is, hij gelooft ook dat
juist door de vereeniging de bevol
king weer scherper tegenover elkaar
zal komen te staan.
De Voorzitter merkt op, dat de ad
ministratie van een gemeente van350O
zielen goedkooper moet zijn, dan voor
2 gemeenten met gezamenlijk hetzelf
de zielental.
De heer v. Andel gelooft, dat daar
in theorie niet veel van zal blijken^
er zal' al terstond meer personeel noo
dig zijn en het kleine voordeel dat
er over blijft, weegt niet op tegen
het ongerief.
De heer Timmermans zegt, dat ieder
inboorling van Veen voorstander is
om de zelfstandigheid van Veen, het
erf der vaderen, te bewaren. Als de
regeering uit financieele overwegingen
tot vereeniging wil overgaan, dan ziet
spr. het gebeuren, dat binnenkort alle
plattelandsgemeenten wel vereenigd
kunnen worden. Ged. Staten wijzen
wel op de vereeniging van Waalwijk,
Baardwijk en Besoijen, maar die ver
gelijking gaat naar spr.'s meening niet
op. Daar is de vereeniging goed be
keken, daar vormen ze ook werkelijk
een gemeente, wat hier niet het ge
val is. De ingestelde vereeniging is
naar spr.'s meening tegen den wil van
het volk van Veen, zou men een volks
stemming houden, dan zullen zeker
99 pCt. zich tegen vereeniging uit
spreken. Maar de overheid luistert niet
naar den wil van het volk. De raads
leden van een kleine gemeente als Veen
zijn te gering en te klein om de over
heid op hare foudeeringen te wijzen.
De raadsleden zijn slechts de bladeren
van den boom, die niets heben te
beteekenen, maar men vergeet, dat ook
de bladeren een belangrijke functie
heben te vervullen.
De Voorzitter merkt op„ dat wat
hier gezegd wordt, wel degelijk ter
kennis van den Bosch en Den Haag
wordt gebracht.
De heer Timmermans zegt, dat de
gemeente Veen finantieel in het moe
ras zit. Maar hoe kan het anders, de
gemeente wordt door de overheid ver
plicht tot groote uitgaven, voor Bur
gemeester, Secretaris en Veldwach
ter. Daar heeft de raad niets in te
zeggen.
De Voorzitter merkt op, dat naar
de meening van den heer Timmer
mans de autonomie der gemeente
wordt aangetast. Maar dan vergeet
deze, dat de wet daartoe door de
volksvertegenwoordiging wordt ge
maakt en de leden van deze vertegen
woordiging door het volk zelf wor
den gekozen.
De heer Timmermans zegt, dat de
ze niet weten wat er in de bevol
king leeft. Spreker heeft een tijd ge
kend, dat de Gemeente-veldwachter
een salaris genoot van f4,het
Hoofd der school van f12.per
week. Waarmede deze met een groot
gezin moest rondkomen. Niet, dat
spreker dezen tijd zou terug wen-
schen, maar f12.maakt met f72,
of thans f 60, wel een zeer groot
verschil. Als daarop bezuinigd kan
worden, dan hadden die menschen
nog een goed leven. Het is niet noo
dig, dat die menschen vet worden,
van menschen die zelf in armoede
leven moeten en door de overheid
gedwongen worden 200 opcenten te
betalen. Eer men 5 jaar verder is,
moeten alle plattelandsgemeenten
ten door de rijkskas worden gesteund.
De Voorzitter merkt op, dat dit
ook met groöte gemeenten het geval
is, men zie maar eens naar Amster
dam.
De heer Timmermans zegt dat
Veen een uitkeering krijgt van f 6000
uit de fondsbelasting, een andere ge
meente van dezelfde grootte f 59000,
dit lijkt nergens op.
De Voorzitter kan dit laatste niet
gelooven, de grootste uitkeering be
draagt f 45 per inwoner.
De heer Timmermans zegt, dat als
Veen tegen zijn wil wordt vereenigd,
daarop de bijbelspreuk toepasselijk
is: Er zal een tijd komen dat de eene
mensch zal heerschen over den ander
ten kwade van dien eene. Zoo is het
ook hier als de overheid dwingt tot
vereeniging wordt Veen ten kwade
geregeerd.
De heer v. d. Pol spreekt hierop
als volgt:
Mijnheer de Voorzitter!
Het is niet mijne gewoonte om bij
raadsvergaderingen, mij over te ge
ven aan lange redevoeringen of breed
voerige beschouwingen. Zulks is meest
al ook niet noodig, waar de punten
van behandeling gewoonlijk al in de
vergadering van B. en W. zijn bespro
ken, en zoodoende allicht met een
woord van toelichting of verdediging
kan worden volstaan. Op hed'en M. de
V. meen ik echter van genoemde ge
woonte te moeten afwijken, en acht
ik mij verplicht, gezien het ernstige
en ingrijpendie ten opzichte onzer ge
meente van het in behandeling zijnde
onderwerp. Ik mieen in meerdere bij
zonderheden te móeten afdalien, ten
einde een helder licht over deze zaak
te doen schijnen, waarom ik mij M. de
V. verstout een vrij lange spreektijd
te verzoeken.
Reeds in de jaren 1925 en 1923 is
een wetsontwerp tot vereeniging der
gemeente Wijk en Aalburg met Veen,
alhier ter tafel geweest. Ik wil daarbij
niet in den breede blijven stilstaan,
maar alleen memoreerend opmerken,
dat in 1925 en 1923 de commissie be
doeld in art 158 der gemeentewet
steeds tegen vereeniging heeft gestemd.
In hoeverre de financieele verantwoor
delijkheid v.n.l. in het laatst genoem
de jaar gewicht in de schaal heeft ge
legd bij genoemde stemming is eene
open vraag. De raad die in 1925 oojk
tegen vereeniging stemde, heeft in 1928
gezien de steeds moeilijker worden
de financiering der gemeente, zich
voor vereeniging uitgesproken, met uit
zondering van het lid Smits. In Wijk
en Aalburg meen ik, dat het omge
keerde het gevall geweest is, waar
de raad daar oorspronkelijk vóór ver
eeniging was,, is men later tot andere
inzichten gekomen, en tegen het wets-
extra Reizen iet den Reiswagen