De Grootmoeder.
Uitgave FIRMA L. J. VEERMAN - HEUSDEN.
Dit miner MM2 Mades
lAAJD VAN AtfENA
No. 5537 Woensdag 15 Mei 1935
De tolheffing op de
bruggen.
FEUILLETON.
Binnenland.
Dft blad verschijnt WOENSDAGMORGEN en
VRIJDAGMIDDAG.
Abonnementsprijs: per 3 maanden f 1.10,
franco per post beschikt f 1.25. Bij onze Agenten lOcent
per week. Afzonderlijke nummers 5 cent.
Int. Telefoon no. 19. Postrekening no. 61525.
Advertentiên van 16 regels 90 cent. Elke regel
meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte.
Advertentiên worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en
Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht.
In de Donderdagmiddag gehouden
zitting van de Provinciale Staten, kwam
ook de tolheffing op de bruggen ter
sprake. Van het verslag dezer verga
dering, opgenomen in die Provinciale en
em 's Bossche Courant van Vrijdag 10
Mei, ontleenen wij het volgende:
De voorzitter geeft het lid Meijring
daarna gelegenheid zijn reeds gepubli
ceerde vraag te stellen, n.l. of Ged.
Staten in de vele acties van alle zijden
tot de regeering. gericht en zeer bij
zonder in het belang van handel en in
dustrie van Noord-Brabant, aanleiding
hebben kunnen vinden bij de regeering
aan te dringen, op intrekking of wijzi
ging van het ontwerp der tolheffing
op de bruggen.
De Voorzitter antwoordt diaarop al
dus:
Naar den geest der Grondwet behoo-
ren Gedeputeerde Staten een zeer voor
zichtig gebruik te maken van het recht
van petitie betreffende wetsontwerpen.
Regelmatig hebben zij zich beperkt
tot gevalllen, waarin specifiek Noord
brabant sche rechten of belangen hen
daartoe hoopten.
Na de indiening van het wetsontwerp
tot ,.het geven van vrijheid onr een
concessie tot tolheffing te verleenen
aan een aan te wijzen Naamlooze Ven
nootschap", hebben Gedeputeerde Sta
ten overwogen, of zij ter zake zouden
petitionneeren.
Nij rijp beraad zijn zij tot de slot
som1 gekomen, dat daartoe geen vol
doende gronden aanwezig waren.
Het lid Meijriing geeft te kennen, dat
er alle reden is om te petitionneeren.
Hij releveerde de diverse vergaderingen
aan deze kwestie gewijd, opmerkend,
dat Brabant wel zeer groot belang er
bij heeft.
In de Tweede Kamer is het ontwerp
zeer ongunstig ontvangen, in het voor-
loopig verslag is speciaal tot uiting
gekomen het nadeel voor Brabant.
In Gelderland! nemen de Ged. Staten
een 'heel ander standpunt in dan nu
hier blijkt te bestaan.
Spr. herinnerde aan een uitlating van
een der leden van Ged. Staten op de
vergadering te Grave en vond het jam
mer, dat deze hoopvolle toezegging
niet doorgewerkt heeft.
Tenslotte dient hij1 een motie in,
waarin de Staten, overtuigd van het
Ié3.
De jonge man vloog vader Anselme
olm den hals en riep uit:
O, vader! vader!
De grijsaard snikte overluid, drukte
dan jonkman aan zijn hart en zeide:
Ja, kind1, zeker ben ik uw va
der, want gij zijt reeds mijn zo:on!
En nu heb ik u getroost en ga ik
naar mijn plaats in den faubourg Saint-
Antoine terug.
Dat wil i!k niet, antwoordde
de jonge man o! ik duld niet...
Ik weet, wat gij1 wilt, viel va
der Anselme hem in die rede; maar
dat is onmogelijk.
Blijf toch hier; alles wat wij be
zitten, zult glij deelen.
Dank u, mijn kind, dank u; maar
het is onmogelijk; misschien moet alk
nog langen tijd' kruier blijven.
XII.
EEN NIEUW PLANNETJE.
Denzelfden dag, waarop Genevieve
als goevernante bijl de familie Melikoff
in dienst trad, begaf de baron de Ver-
boise zich naar den faubourg Saint-
Antoine en vertelde mevrouw Lipnnet
groote belang voor de provincie en het
bedrijfsleven van tolvrije bruggen, Tra
gen dat Gedl Staten alsnog een poging
zuilen aanwenden, opdat het voorge
stelde wetsontwerp in dien ingedienden
vorm niet tot wet wordt verheven of
althans de nadeelen, welke het inhoudt
voor Brabant ongedaan zullen gemaakt
worden.
De Voorzitter merkt o.m. op, dat
de provincie alleen gehoord wordt als
er specifiek Brabantsche belangen aan
de orde zijn. Dat is hier niet het geval.
Die belangen doen zich in het ge-
heele rijk voor. Herinnerend aan het
woord van Mgr. Nolens: ieder op zijn
plaats en alles op zijn tijd, betoogt spr.,
dat de provinciale Staten geen be
moeienis hebben met 's lands wetge
ving. Overigens gaf hij te kennen, dat
een vergelijking met Gelderland en
Overijssel niet opgaat.
Spr. ontraadt aanvaarding van de mo
tie-Meijring.
Het lid Meijring beveelt zijn motie
nader aan.
Het lid Donders herinnert er aan
dat zeer lang gestreden is voor ver
bindingen tusschen Noord en Zuid. Wat
heeft men aan die verbindingen als er
voor het bedrijfsleven moeilijkheden in
den weg worden gelegd. Naast Brabant
sche belangen ziet spr. hier nationale
belangen van de eerste orde. Er moet
z.i. voor gezorgd worden, dat van de
verbindingen gebruik gemaakt kan wor
den.
Hij verklaart zich voor de motie.
Het lid Mr. van Ommeren spreekt de
meening uit, dat de brug bij Heusden
toch inderdaad een Brabantsch belang
betreft. Die brug, verbindt twee deelen
van Brabant. Overigens bedenke men,
dat hier oude rechten gelden; de brug
is in de plaats gekomen van een weg-
gegraven dijk. De vaste brug is een
recht, waarop men moet kunnen bou
wen.
Z.i. is het de morcele plicht van Ged.
Staten het contact tusschen het land
van Heusden en Altena en overig Bra
bant zoo gemakkelijk mogelijk te ma
ken.
Spr. zal voor de motie stemmen.
Het lid Jansen betoogt dat hier toch
wel een groot Brabantsch belang in
het spel is. Zijn fractie zal stemmen
voor de motie-Meijring.
Het lid Van der Schans zeide niet
met de motie te kunnen meegaan. Hij
heeft er een practisch bezwaar tegen.
Hij kent geen andere wijze om aan het
geld te konten. Overigens sluit hij zich
aan bij1 het betoog van den heer van
Ommeren, opdat de brug bij1 Heusdlen
zal vrij blijven.
hem, dat het jonge meisje gevlucht
was, zonder hem echter de toedracht
der zaak mee te dieelen.
De baron bleef alsi door dien bliksem
getroffen staan; daarna liet hij den vrij
en loop aan zijn waanhoop, een we
zenlijke wanhoop, want hij zag op eens
al zijn hoop vervlogen. Waartoe hadden
nu al zijn mooie plannen geleid?
Genevieve was weg! Zou men haar
kunnen terugvinden?
In het eerste oogenblik dacht hij;
dat zij een schuilplaats bij Henri Mer-
son en zijn moeder had gezocht. Maar
dienzelfden avond nog was hij' zeker,
dat de architect nog niets van de zaak
wist.
Den morgen daarop vinden wij den
gewaanden baron in zijn geheim ca
binetje, op de canapé uitgestrekt. Zijn
voorhoofd was niet meer bezorgd en
zijn gelaat had een harde uitdrukking,
die gewoonlijk opi zijn gezicht stond,
wanneer bijl aan een hinderpaal dacht,
die op zijn weg stond1. Hij' had een
sigaar tusschen de vingers. Hij was
ten prooi aan ernstige overpeinzingen.
Langen tijd had de fortuin hem toe
gelachen. De arme zwerveling, die uit
een ellendige buurt van Napels kwam,
was rijk en machtig geworden; zijn
bescherming was overal gezocht, zijn
haat gevreesd; niemand twijfelde aan
zijn adel.
De eenige getuige, die het geheim
van zijn geboorte had kunnen ppen-
baren, die hem had kunnen ontmaske
ren, sliep voor altijd op dien bodem
Spr. zou het betreuren als door een
actie als hier bepleit de bruggenbouw
vertraagd zou worden.
Het lid Van Hout betoogt, dat het
notionaal belang voorgaat. Hij' acht het
niet juist, dat de provincie zich gaat
bemoeien met zaken die des rijks zijn.
De kwestie door Mr. van Ommeren aan
geroerd is z.i. een zaak van de gemeen
te Heusden.
Spr. acht het standpunt van Ged.
Staten juist. Hij zal tegen de motie
stemmen.
Het lid Putman Cramer is van oor
deel, dat de heer Meijring wet wat over
drijft. We mogen tenslotte wet bfij zijn
met de bruggen. Als Ged. Staten Heus
den zouden kunnen steunen zou hij
dat toejuichen. De motie-Meijring gaat
z.i. in haar algemeene strekking te ver.
Het lid Mr. v. d. Mortel merkt op, dat
er middelen noodig zijn voor het fi
nancieren der bruggen. Als dcor de
omstandigheden tolgelden geheven moe
ten worden, dan moet men zich z.i.
daar niet tegen verzetten. De verbin
dingen zijn toch ook wel wat waard.
Als de motie gehandhaafd wordt zal
zij verworpen worden en dat zou spr.
betreuren, want dan bereikt hij een
heel ander doel dan hij' bedoeld heeft.
De heer Meijring zou meerdere belan
gen dienen als hij de motie intrekt.
Het lid Mr. Arts blijkt dezelfde mee
ning te zijn toegedaan. Hij voelt voor
het wetsvoorstel niets, maar als de
motie verworpen wordt doet men de
zaak eerder schade dan voordeel.
Het lid Kipp zegt, dat net lid van
Gedeputeerde dat de heer Meijring be-
cloletde, spr. zelf alleen geweest kan
zijn. H'et zou hem spijten als uit de
woorden van den heer Meijring iets ver
keerds gedistilleerd zou worden. Hij
heeft in Grave te kennen gegeven, dat
het ontwerp de bijzondere aandacht
van het college had. Als zijn persoon
lijke meening had hij gezegd, dat hij
zeer onsympathiek tegen de wet stond'.
Het lid Meijring; merkt op, dat hij
niet de bedoeling had, welke de heer
Kipp veronderstelt.
Het lid Jhr. Mr. van Meeuwen zegt
wat huiverig te staan tegenover de mo
tie. Hij vraagt zich af, of wat de mo
tie wil vollgens de Grondwet wel kan.
De Voorzitter licht toe, dat de Sta
ten zich inderdaad tot de regeering
zouden kunnen wenden.
Het lid Meijring handhaaft zijn motie.
Het lid Donders bestrijdt de wijze
waarop de heer van de Mortel tracht
de motie te doen vervallen.
De motie wordt verworpen met 38
tegen 24 stemmen.
der Marne.
Hij had Darasse gedood, ten eerste,
omdat deze hem in den weg stond, en
ten tweede, om de erkentelijkheid van
Geneviève te winnen, om1 zich bij haar
bemind te maken. Hij had gedacht,
dat hij zich gemakkelijk van haar zou
meester maken, en dat hij op die ma
nier de millioenen der markiezin de Sau-
lien zou winnen.
Maar Geneviève was niet vrij meer.
O! als Henri Merson, de zoon van een
dwangarbeider, er niet was geweest,
zou zij hem1 hebben liefgehad.
O! die architekt, die ellendige mede
dinger, die hem' alles had belet, hoe
haatte hij hem!
De baron balde de vuisten van woe
de. Maar moest hij zich nu gewonnen
geven? Moest hij de millioenen der
markiezin nu laten varen?
Hij' was er den man niet naar, om
zich zoo spoedig uit het veldi te laten
slaan.
Met het hoofd in zijn handen, be
gon hij' na te denken.
Eensklaps kwam er een vreemde
glimlach op zijn lippen, vreugde ver
helderde zijn gelaat en zich in zijn
volle lengte oprichtende, begon hij' de
kamer op en neer te loopen en zeide:
Neen ,neen, nog is niets verloren!
Wie weet, of het zooi nog niet beter is?
Geneviève had! mij' niet lief, zij heeft
mij dat duidelijk verklaard1. Welnu, laat
haar maar gaan, waar haar krankzin
nigheid haar heenleidt! Dat raakt mij
nu niet meer! Ik alleen ken het geheim
HET 750-JARIG BESTAAN VAN
's-HERTOGENBOSCH.
Het spel van Beatrijs.
Gelijk reeds eerder gemeld is, zul
len ter gelegenheid van de viering
van het 750-jarig bestaan van 's-Her-
togenbosch groot opgezette vertoonin
gen van het spel van Beatrijs worden
gegeven. De opvoering, waaraan alle
zorg besteed wordt, belooft een der
hoogtepunten van de feestelijkheden
te zullen zijn.
Wij kunnen thans melden, dat Ma
ry Musch-Smithuysen de rol van Bea
trijs zal spelen. In overleg met Hans
van Meerten, den regisseur van het
spel, belast zij zich tevens met de
choreografische verzorging van liet
geheel.
DONDERDAG 16 MEI a.S. is voor
het benandelen van belastingaangiften e.d.
Accountant H. M. Verhulst te spre
ken van des namiddags 2 tot 5 uren in
Hotel „Concordia" te Heusden, in
aparte spreekkamer. Telephonische be
richten en afspraken worden gaarne
aangenomen onder No. 19, Heusden,
(Firma Veerman).
Jan Musch zal clen rol van den
Speelman vervullen. Het is bekend,
dat ondanks zijn successen in ander
genre tooneelstukken, de liefde van
dezen grooten acteur uitgaat naar
ernstig werk. Zoo mag men inder
daad groote verwachtingen hebben
van dit spel, dat met medewerking
van zoo bekende cn talentvolle kun
stenaars, den luister der Bossche
Stadsfeesten zal gaan verhoogen.
De repetities zijn reeds in vollen
gang; honderden Bosschenaars wer
ken mede.
o
VERKEERSONGEVALLEN.
Bij Renswoude is een motorfiets
in een bocht van den weg in volle
vaart tegen een boom gereden. De
bestuurder en de duopassagier wer
den zwaar gewond naar een zieken
huis overgebracht.
De toestand van een hunner is zorg
wekkend.
De 27-jarige motorrijder, B. Bronk-
van haar geboorte; en ik zal het be
waren. Alles is nog niet verloren, ik
kan de millioentjea nog krijgen!
Ja, riep hij weer na een poos
je dat nvoet ik doen. Ik zal in Parijs
gemakkelijk een jong meisje vinden,
dat voor de kleindochter der markiezin
kan doorgaan. Zij moet mijn werktuig
zijn, mijn bevelen ontvangen en nog
williger dan de ware kleindochter, zal
zij zich voor mijn plannen leenen. Ge
lukkig heb ik Grüder, prevelde hij
dien slimmen Duitschen vos. Hij
zal wel iemand voor mijl vinden.
Hij sloeg zijn oogen op de pendule.
Hij had' al hier moeten zijn. Waar
om komt hij zoo' laat?
Hij! was zenuwachtig. Hij was ge
woon, dadelijk te handelen en kon nu
het wachten niet verdragen.
Opnieuw begon hij heen en weer te
loopen. Eerzucht zonder grenzen! Hij
dacht aan zijn komst te Parijs, aan zijn
optreden in het groote drama van het
Parijfsche leven.
Toen was hij nog arm en onbe
kend; maar eindelijk had hij zich een
plaats weten te verschaffen. En wat
zou hij nu niet doen, wanneer hij die
millioenen had'? Goud, veel goud bezit
ten, was zijn droom! Hij' kon nui wor
den, wat hij1 wilde: afgevaardigde, mi
nister. Hij zou de menschen aan zijn
voeten zien; de oude vagebond zou
de wereld' met zijn pracht, zijn trots;
zijn onbeschaamdheid overbluffen!
Terwijl hij' zich zoo aam zijn dlrpo-
jnen overgaf ,kwam Grüder binnen.
horst 'Leijts uit Breda kwam op den
rijksweg van Laren naar Bussum in
botsing met een auto. B. bekwam een
zware hoofdwonde en een hersen-
schudding. De automobilist bleef on
gedeerd. De auto en de motor werden
zwaar gehavend.
De wielrijder S. te Vlissingen, werd
aldaar doordat hij plotseling van rich
ting veranderde door een auto ge
grepen en tegen den grond geworpen.
Met wonden aan het hoofd en den
pols en een hersenschudding is het
slachtoffer naar het ziekenhuis Bet-
hesda overgebracht.
De motorrijder M. H. uit Weert
reed met groote vaart door de ruit
van het hotel Juliana aldaar. Hij liep.
zware hoofdwonden op en werd be
wusteloos het hotel binnengedragen,
waar hem geneeskundige hulp werd
verleend. Zijn toestand is ernstig.
Op den Rijksweg Venlo-Nijmegen
kwamen twee auto's met elkaar in
botsing. Beide auto's vielen hierdoor
van den weg op het vier meter lager
gelegen bouwland. Vijf van de inzit
tenden liepen min of meer zware ver
wondingen op. Zij zijn naar een zie
kenhuis te Nijmegen overgebracht.
De beide auto's zijn aanzienlijk be
schadigd.
Op den Rijksstraatweg tusschen
Halfweg en Amsterdam is een auto
bestuurd door den heer P. A. J. v.
der Pluijm tc Utrecht in botsing ge
komen met de N. Z. IT. Tram. In
de auto waren behalve de bestuurder
nog twee dames gezaten. De dochter
van den heer v. d. P. brak een sleu
telbeen terwijl haar- vriendin een arm
breuk opliep. De heer P. bleef on
gedeerd. De auto is nagenoeg geheel
vernield.
BRANDEN.
Te Eindhoven is de woning van
den heer v. d. Steen in de Mispel-
hoefstraat afgebrand. Met moeite kon
vrouw zich met haar 10 kinderen red
den. Verzekering dekt de schade.
Te Oss is de boerderij van den
landbouwjer v. d. Heijden tot den
grond afgebrand. De inboedel en de
landbouwgereedschappen benevens 'n'
bedrag aan. geld gingen verloren.
Te Rijswijk is in de Prins Hendrik
laan brantl uitgebroken in een werk
plaats voor het vervaardigen van zeil
doeken tasschen.
Deze begon met rekenschap af te
leggen van sommige zendingen, waars
mee hij wasi belast en zeide daarna:
Baron, zijt gij ontevreden? Heb
ik alles niet goed bezorgd?
Ja, alles wat gij hebt gedaan, is
heel goed, maar ik heb nu zoo'11 ern
stig plan in mijn hoofd; dat ik al het
overige vergeet.
Hebt gij mijn hulp noodig?
Ja. 1
Gij' weet, baron, dat gij slechts
hebt te spreken.
Grüder, gij' kunt mij een grooten
dienst bewijzen.
Des te beter.
Indien die groote zaak mij gea
lukt, zooals ik hoop, hebt gij er nan
tuurlijk ook voordeel bij. Wij kunnen
dan stil gaan leven, want wij zullen
dan beiden rijk zijn. Wat denkt glij
wel van een millibentje voor u?
Ik denk, baron, dat het prachtig
isik ben geheel verblind1.
Maar bij die zaak is handigheid
en volharding noodlig, waarvan gijl zoo
dikwijls bewijzen hebt gegeven.
Mijnheer, ik brand van nieuwsgier
righeid;
Grüder, kent gij Parijs goed?
Ja, beter dan de beste poli tier
agent. Ik ken het volk uit alle buurten.
De spion blufte natuurlijk; het wa9
waar, dat hij, na lange jaren van Vooflfr
durende oefening, vele familiegeheimen
had ontdekt.
1 (Wordt vervolgd).
voor het Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard
n——ra—Ttia—,"—"~~-Tn—irr»Tr——w—