Ho. 5538 Vrijdag 17 IVlei waarborgt Tuin-artikelen. WILLEM DE BRUIN De Grootmoeder. TWEEDE BLAD voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard. Zomersproeten ver dwijnen in korten tijd geheel door Sprutol. Bij alle Drogisten. Pot 90 ct., Tube 50 ct. Zeep 60 ct. VoJkenbondsdag=1935 INGEZONDEN. TUINSCHAREN - Prima GRASSCHAREN - TUINSLANG HEGGENSCHAREN 15 ct. de Meter SNOEISCHAREN - GRASPERKSCHEERDERS ENZ. ENZ. Ijzerhandel - G0RINCHEM - Tel. Int. 840. DIE IS LEKKERGEURIGNIET DUURENMEN ONTVANGT ER FLINKE GELDBEDRAGEN MEE FEUILLETON. Kwaliteiten het beste van hel beste. Prijzen zeer laag! BEHOORENDE BIJ HET Al wie het ,wèl meent met den we reldvrede heeft sinds ,de vorige her denking van d'en internationalen Vol kenbondsdag (Ie internation. verhoudin gen zich zóó beangstigend zien verscher-] pen, dat hij zich met de grootste be zorgdheid zal hebben afgevraagd, wat de naaste toekomst ons zal brengen. Wel zijn de tijden veranderd! Men herinnere zich de jaren .19251926, toen de in- ternationaal-polifieke hemel zoozeer scheen op te klaren, het vredesbeginsel zóó algemeen aanvaard werd, dat de vredesvrienden zich tevreden konden stellen met de overtuiging, dat ,-men" den oorlog niet wilde, dat „men'' Recht boven Geweld" stelde, dat iets van de hoogzedelijke plichtenleer van Hugo, de Groot tot werkelijkheid was geworden in de wereld der internationale betrek kingen niet alleen, maar ook in de har ten en hoofden der massa. Die tijden zijn voorbij: de bereid heid tot den oorlog neemt hier en daar betreurenswaardige vormen aan; de ge laden internationale atmosfeer wekt stemmingen, die den Vrede bedenkelijk bedreigen. En al is die atmosfeer nog niet zóó, dat de waarschuwing zou moeten luiden: wordt verwacht storm, een: weest op Uw hoede is geen over bodig attentiesein. Een Weest op Uw hoede"... Nog is het niet te laat, nog is het tijd, om, door de hand aan het werk te slaan, het zijne bij te dragen tot de organi satie van den Vrede. Nóg is het tijd, om te beseffen, dat men, met een simpele verklaring, dat men den oorlog niet wil, den vrede maar matig dient; om te beseffen, dat de vrede ons niet als rijpe vrucht in den schoot valt, maar moeizaam veroverd dient te worden. Man voor man, vrouw voor vrouvv zon op dezen herdenkingsdag de vraag moeten worden gesteld: wat déédt ge voor den vrede, welk offer bracht ge om het onvoorstelbare onheil van een nieuwen oorlog te voorkomen? Be schikt ge waarlijk over voldoende fan tasie en moed om zich onverbloemd voor oogen te stellen, wat een nieuwe wereldkrijg zou beteekenen? U verzekert zich en de Uwen tegen ongevallen, tegen brand, tegen invalidi teit, tegen storm, ziekte en wat niet al: U heeft levensverzekeringen afge sloten ten behoeve van de Uwen U getroostte zich daarvoor allerlei of fers... Maar welk offer bracht ge te gen het grootste gevaar, de vreeselijk- ste bedreiging van ons allen: tegen oen oorlog? Steunde U altijd en overal mo reel den Volkenbond? Of heeft U mee gezongen in het koor der klagers, inee- gehoond 'met de massa der spotters, die niets ongedaan hebben gelaten, om het gezag van den Volkenbond te on dermijnen? Hoe verzwakt de Volkenbond ook moge zijn, hoezeer hij in menig geval ook in gebreke moge zijn gebleven, hij is en blijft het eenige bolwerk te-' gen een herhaling van een wereldoor log, die in veler herinneringen helaas te zeer verflauwd is. Er zijn er, die er een bijna boos aardig vermaak in hebben geschept, om de fouten van den Volkenbond piet rood te onderstrepen, alsof het er om ging, hem den genadestoot toe te brengen; er zijn er, die de resultaten van den Volkenbond (men denke aan het Saarplesbiciet, aan de spannende dagen van den koningsmoord in Mar seille) hebben gekleineerd, voorbijge zien. Teleurgesteklen waren het, die van het nog zoo jonge instituut wonde ren verwachtten; die vergaten, dat het onmogelijk is, om, na eeuwen van vol slagen ongebondenheid der staten in de volkerengemeenschap, als met een tooverslag de staten te onderwerpen aan een volmaakte rechtsgemeenschap, geschraagd door een even volmaak ten geest van samenwerking. Verge ten werd ook, dat men het onmoge lijke verlangt, als men met één daad een streep denkt te kunnen halen door de geschiedenis der eeuwen. Een eerste stap op den weg der vredesorganisatie der volkeren, een eer ste steen aan het gebouw der inter nationale samenwerking wie den Volkenbond zóó ziet, stelt hemi in het licht der werkelijkheid, ziet hem ge bouwd op het terrein, waarop enkel voor de menschheid duurzaam-nuttige arbeid valt te verrichten: op het ter rein van het menschelijk-mogeiijke. Wat onder gunstige omstandigheden geboren wordt en opgroeit, zie, het is sterk genoeg, het heeft onzen steun, onze zorg, onze toewijding niet zoozeer van noode: het groeit en bloeit als van zelf. Maar het goede en vrucht bare, dat onder een niet bemoedigend gesternte geboren, schuchter en wat bloedarm en daardoor onvast zijn le vensweg gaat, moeten wij schragen met onzen voortdurenden steun, met onze warmte en toewijding, opdat het groot en sterk wordt. Men wijst op de onvolmaaktheid van den Volkenbond: welnu, men beschou- we het als voorname roeping, aan zijn vervolmaking mede te werken opdat hij uitgroeie tot het hechte, nimmer falende bolwerk tegen den jammerlijk sten gruwel en geesel der menschheid: den oorlog. Zeker heeft het zin op dezen Vol kenbondsdag de woorden in herinne ring te brengen van Prof. C. van Vol lenhoven, geschreven in 1918: .,Voor een yolkenbond moet de oorlogsvrij heid .worden teniet gedaan; voor een Volkenbond moet de organisatie wor den getroffen, die tegen den oorlogs misdaad waakt. Wat dan verdwijnt is niet alle oorlog de misdaad laat zich nu eenmaal niet afschaffen maar wel de eeuwenlang als normaal beschouwde, vechterij-oorlog tusschen de staten En voorzienend voegde hij daaraan toe: ,,Een nieuwe politiek zal meer bespoedigd worden door een nog onvolmaakten Volkenbond, maar die er is, dan door gedroomde plannen. Het ,is waarlijk zoo al arbeids genoeg." Beter .een onvolmaakte Volkenbond, dan geen! Ondanks allen tegenspoed, ondanks alle weinig bemoedigende teekenen, die het heden ons laat zien, is de toe komst aan den Volkenbond. Een ver re (toekomst zoolang het woord is aan Jauwen en spotters, een nabije zoodra men de hand aan het werk slaat en bereid is, het zijne te doen en zijn offer te brengen, ter afwering van een onheil, ,zoo groot, dat onze humani teit ,ons belet, het ons in heel zijn afschuwelijkheid ,voor te steden. De jVrede vraagt -eèn offer: is hij niet waard, dat men het brengt? Buiten verantwoordelijkheid der Red. In het ,,Nederland!sch Landbouwweek blad" van 19 April! j.I. kwam -een arti kel voor van de hand van dr. J. Oort wijn Botjes te Oostwold, getiteld: De valuatie en Welvaart". Gezien het hoogst belangrijke onderwerp om in breedere, v.n.I. ook landbouwkringen in onze streek gelezen te worden, is het M. de R. diat ondergeteekende beleefd verzoekt om eenige plaatsruimte in uw blad te willen beschikbaar stellen, ten einde, onder meer ,ook in het kort een en ander uit genoemd artikel over te nemen. Als twee ondernemingen dezelfde grondstof tot hetzelfde eindproduct ver werken en prijzen van grondstof en product zijn dezelfde, dan zal de onder neming die het laagste bedrag aantoon en aan rente heeft te betalen de con currentiestrijd winnen. Eene plotselin ge verlaging van Loonen en renten bij het eene bedrijf werkt noodlottig voor het andere bedrijf, waarvoor de concur rentie onmogelijk wordt gemaakt. Alleen de naam op een koker ENUW-TABLETTEN dat men U geen waardelooze of schadelijke namaak verkoopt. Een plotselinge verlaging van loonen j en renten heeft plaats als een land j tot devaluatie overgaat. De prijzen van i grondstoffen, in goud' uitgedrukt blij- i ven dezelfde, maar loonen en renten gaan omlaag en de concurrent van het j niet devalueerende land, wordt door de onderneming die lagere productiekos ten heeft, van de markt gedrukt. De devaluatie van de munt in Japan heeft dit land geholpen om een groot gedeelte van de wereld als afzetgebied te veroveren. Engeland en de Skan- dinavische landen volgden, noodge dwongen. De productiekosten werden j 'naar beneden geschroefd, de goederen- prijzen daalden in goud uitgedrukt en de toestand in de goudlanden werd steeds moeilijker. Alleen door hoog© invoerrechten, contingenteeringen, ver momde uitvoerpremie's en subsidie's kon men daar de bestaande bedrijven eenigszins in stand houden, hoewel nog een sterke inschrompeling plaats had. Van nieuwe bedrijven is geen sprake, ln ons land waar de productiekosten, dank zij de dure gulden, hoog zijn ves-; figen zich geen nieuwe bedrijven, en vernietigd de gave gulden de toekomst van ons volk en maakt de Nederlian-i ders (aldus dr. O. B.) tot een natie van rentetrekkers, steuntrekkers en lijn-; trekkers. Wij zijn omgeven door volkeren met een gedevalueerde munt, zoodat we thans in een toestand' zijn gekomen, dat devaluatie een veeC minder gevaar= lijk experiment (proefneming) is, dan de proef óm met een niet gecorrigeerde munt in een gedevalueerde wereld' ver der te blijven werken. Theorethisch zotu men door recht- streeksche aanpassing van verlaging van loonen, diensten en renten, hetzelf-! de nuttig effect kunnen krijgen als bij devaluatie. Doch de praktijk leert wel, dat dezen weg zoo goed als onbegaan baar is. Zoo zouden volgens de Kamer van Koophandel van Rotterdam, om deze havenstad met Antwerpen te doen kunnen concurreeren, de loodstarieven met 80 pCt., de havengelden met 30 pCt. en de loonen met ruim 50 pCt. moeten verlaagd worden. Een fijnboot van 8 M. diepgamg van 12030 ton kost in Rotterdam aan loodstarief f735. in Antwerpen, dat veel verder van zee ligt f112.—, Ook de overheid past zelf niet aan, aan den eenenkant steun en aan de andere zijde onhoudbare lasten, en daarom is devaluatie, ondanks bezui nigingsprogram, onvermijdelijk. De regeering moge trachten door z.g.n. loonen en renten naar beneden te 164. Welnu, hernam de baron gij moet mij een mooi jong meisje opzoeken, niet te eenvoudig, ook niet te wijs, die wat geleerd' heeft eu die gaarne een rol vervult, die ik haar zal aanwijzen. Hoe oud moet zij zijn? Tusschen twintig en twec-en-twin- tig jaar. Zij moet er bevallig en gedis tingeerd uitzien. Moet zij eerlijk zijn? Ja, als het kan. Natuurlijk moet zij arm zijn, maar verlangend, eens een mooi fortuin te krijgen. Dat laatste zijn zij allen en de keus zal ons niet moeilijk zijn; ik zal er wel een vinden, baron. Ik ken ver scheidene jonge meisjesLaat mij eens nadenken Grïtdcr ging zitten en bleef in ge peins verzonken. Nu en dan gaf hij tee- ken van voldoening, alsof hij gevon den had, wat hij zocht, maar dan schud de hij het hoofd en zeide: Neen, dat moet ik toch niet heb ben. Doch eindelijk slaakte hij een vreug dekreet. Welnu? rieip de baron. Ik geloof ,dat ik het gevonden heb. Spreek op. Ik ken een man, Drivot genaamd, met wien ik wel zaken doe. Die man is veel waard, omdat zijn vak hein noodzaakt, met veel menschen te spre ken; zoodoende weet hij alles. Zijn geschiedenis gelijkt op die van ve'.e andere arme drommels; hij heeft Frank rijk doorgereisd', heeft alle ambachten geprobeerd, zonder rijk te worden. Hij klaagt hard over zijn lot. Ik moet u ook zeggen, dat hij mij eenige honderden francs schuldig is en daardoor heeft hij natuurlijk verplichting aan mij. Die man loopt dus de fortuin na? Ja, en zijn vrouw pruttelt en schreeuwt onophoudelijk tegen de on rechtvaardigheid' van het lot. Maar nu ter zake, Grüder. Nu dan! er is bij Drivot een jong meisje in huis, dat ongeveer een-en- twintig jaar oud zal zijn en dat met een beetje aardig toilet heel mooi kan zijn. De echtelieden Drivot zijn de ouders van het jonge meisje niet. Zoo! Céline is eexi aangenomen kind. Haar moeder was familie van Drivof, maar kon haar kind niet erkennen. Va der en moeder zijn beiden dood en hebben haar een jaargeld nagelaten, hetgeen eenigszins helpt huishouden. Ik geloof zelfs, dat zij het kind anders niet zouden hebben aangenomen, maar toch laten zij haar werken als een werkmeid. Is zij tevreden? Zij moet wel. Zij gaat nooit uit en is, geloof ik, eerlijk, maar toch onderwerpt zij zich niet gaarne. Zij vergelijkt- hadr leven voortdurend met dat van zooveel anderen, die elegant j en rijk gekleed gaan. Gij zult eens zien, hoe goed zij zich zal gedragen, wanneer zij een gelukkig bestaan heeft. Welnu, beste vriend, daar zal ik voor zorgen. Vanavond moet gij een visite bij die menschen gaan maken. Bols hen eens. Neem al uw verstand te baat en zoek een voorwendsel om mij morgen voor te stellen. Den volgenden dag kon Grüder den baron bij de familie Drivot binnenlei den, die in de rue Lacépède woonden. Het huis had een armoedig aanzien; de echtelieden Drivot bewoonden een appartement op de vierde verdieping; alles was eenvoudig en armoedig. Het papier op de muren was verschoten, gescheurd en vuil. Leelijke stoelen, dóór de motten bedorven. De echte lieden zagen er ook niet bloeiend uit; het gelaat van den man was mager, hoekig en getuigde van slechte ge woonten; de vrouw was ziekelijk, dik eh verliet bijna nooit haar kamer; het jonge meisje echter had een aangenaam uiterlijk, een vriendelijk gezicht. Drommels, zeide die baron tot zichzelf, dat duifje is niet te ver smaden; ik kan die menschen heel goed wijsmaken, dat zij mijn hart heeft ver overd, en dat ik haar zal huwen. De baron, die altijd' even vriende lijk was, wist dadelijk de sympathie te winnen door zijn vleierijen, de men schen in te pakken en hun vertrouwen te winnen door zijn openhartigheid. De echtelieden Drivot waren trou wens niet moeilijk in te pakken. Toen de baron weg was, had' hij alle hoop op de verwezenlijking zijner plan nen. Den volgenden dag meende hij den stap te kunnen wagen, zonder te zul len struikelen. De echtelieden Drivot wachtten met koortsachtig ongeduld de prachtige vooruitzichten af, die de baron hun be- dektelijk hadi voorgespiegeld. Céline had geen oog geloken. Aller lei heerlijke, verleidelijke droombeelden zweefden haar voor den geest. Zij was in het geheel niet bescheiden; in haar verbeelding zat zij in een prachtig ap partement, had de rijkste toiletten, en reed in een elegante equipage. De baron kon niet meer twijfelen, de partij was gewonnen. Beste mevrouw Drivot, zeide hij tot de vrouw ik heb u gezegd, dat gij rijk zoudt kunnen worden, en dat juffrouw Céline eens een groote dame zou worden; welnu, wat nu nog slechts hoop is, zal weldra verwezen lijkt worden. De oogen der vrouw glinsterden en haar hart klopte haastig. Zou het dan niet heerlijk zijn, wan neer zij haar armoede met grooten rijkdom zou kunnen verwisselen. Al haar droomen kondien verwezenlijkt worden. Gij moet dan weten, hernam de baron dat ik zelf ook belang bij het gelukken der zaak heb. Dat is natuurlijk. Ik heb gehoord, dat juffrouw Céli ne uw dochter niet is. Dat is waar, mijnheer. En dat zij' niet erkend' is. Ja, mijnheer de baron. Kent iemand het geheim harci: geboorte Niemand. Uitstekend; men kan haar naam dus in alle stamboeken opschrijven en haar aan de een of andere groote dame opdringen, dJie oud! en millfoenen rijk is; ook zou zij' een kleindochter kun nen zijn, die reeds sedert jaren gezocht wordt. Ik begrijp wat gij wilt, mijnheer; maar men zou de bewijzen toch moe ten hebben. Die zult gij hebben; zij bestaan uit een verhaal, dat gij de oude dame moet doen, en gij moet haar zekere voorwerpen toonen, die ik u zal geven. Opdat niets de zaak bederve, moet gij ook van woning veranderen. Mor gen gaat gij dus in de rue de Lav,al wonen, waar ik van ochtend voor u een klein appartement heb gehuurd'. Gij zult er de meubelen vinden, en gij moet heilige beeldjes ophangen, op dat uw kamers een net, vroom aanzien hebben. (Wordt vervolgd). Nieuwsblad Mijnheer de Redacteur! RAVENSWAAY'8 P0LIS-K0FFIE EN POLIS-THEE

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1935 | | pagina 5