om TE LACHEN.
Een dagelijksch gebruiksvoorwerp
Uit het leven van Peter den Groote.
DE ROZENOLIE
IN INDIë.
De eeuw van uitvindingen
en ondekkingen.
SDüe Ëiozilkcsrs'l
DE OORSPRONG
VAN LAK
KLEIN ZUSJE
De schepper van het
Russische rijk.
Waarvan weinigen
iets weten-
In de nabijheid van Benares ligt de stad
Gasipore, die wereldbenoemd is geworden
door de bereiding van de kostbare rozen
olie, attar genaamd. I>e kweeking van de
rozen, welke de rozenolie leveren en de be
reiding van de olie geeft de inwoners van
Gasipore zooveel werk, dat iedereen op de
kweekerijen werkt. In de buurt van Gasi
pore is een streek van ongeveer honderd
en vijftig akkers in kleine rozenvelden af
gedeeld, die tezamen van alle zijden met
muren zijn omringd, om alle beschadiging
te voorkomen en tevens om de rozen tegen
den scherpen wind te beschutten.
De velden worden door de eigenaars met
de daarin geplante rozenstruiken aan de
rozentuinders verpacht en deze beijveren
zich natuurlijk om een zoo groot mogelijk
aantal van rozen te kweeken. Wanneer de
rozenoogst meevalt, dan geeft iedere akker,
waarvoor ongeveer zestig ropijen als pacht
wordt oetaald, ongeveer 200.000 rozen en
deze hoeveelheid wordt aan de liefhebbers
verkocht voor het dubbele bedrag, dat er
voor werd betaald. Duizenden rozen gaan
jaarlijks ook naar de fabrieken, naar de
zeepfabrieken, de parfumfabrieken, enz.
In de maand Maart, als de rozen begin
nen te bloeien, dan komen de destillateurs
uit Casipore en treffen met de eigenaren
en de pachters een overeenkomst over den
prijs, welke bij den verkoop van de rozen
.cnoet worden betaald.
De z g. attar is een olieachtige,, roomach
tige substantie, die zich op de oppervlakte
van-het gedistilleerde rozenwater vormt.
Deze dikke vloeistof is heel veel geld
waard. Behalve bij de bereiding van aller
hande soorten parfum wordt de rozenolie
ook gebruikt bij de samenstelling van haar
water, van luxe zeep, van scheerzeep en
xneerdere toiletartikelen.
Bulgarije is het rozenland bij uitnemend
heid. Wanneer het rozenseizoen weer is
.aangebroken, dan trekken de rozenpluk-
.-sters in lange rijen naar de velden. Het ro
zenplukken gaat deze meisjes zoo vlug af,
-dat zij enkele duizenden rozen der dag
Jkunnen plukken. Zijn de rozen eenmaal ge
plukt en in groote korven, welke aan de
armen der meisjes hangen, gedaan, dan
^aan de pluksters naar de fabrieken en de
•olie wordt door middel van vernuftige
^machines uit de rozenblaadjes geperst.
De 20 eeuw wordt haast altijd genoemd
■oie eeuw van vooruitgang, omdat in deze
«euw zooveel uitvindingen en ontdekkin
gen zijn gedaan en n'et in het minst op tech-
z»isch gebied. Maar toch was er vóór 1900
amog een eeuw, die nóg rijker in belangrijke
■uitvindingen en ontdekkingen was dan de
—vorige eeuw. Het is n.l. de 15e eeuw ge
harnast: in 1498 werd de weg naar Ind'ië, via
■Kaap de Goede Hoop, door Vasco Da Gama,
Wim was in zijn sas! Hij had een nieu
we muziekje, geruild voor alle mogelijke
dingen. Een stukje groen vlakgom, een
stompje rood potlood, een verknoeide zeld
zame postzegel, een spijker met een zon
derling groote kop, enfin, nog een massa
andere schatten bleken Jan voldoende, om
een der schooljongens te bewegen er zijn
mondharmonica voor in ruil te geven.
Wim was den koning te rijk. Hij voelde
zich direct orkestmeester in het buiten
land en zag zich zelf al staan in een groot
concertgebouw, terwijl een aandachtig luis
terend publiek hem gadesloeg.
Dadelijk werd er druk geoefend, op weg
naar huis had hij nergens anders ooren
voor, zoodat er maar weinig aan scheelde,
of hij was tegen een stilstaande auto op
gebotst.
Maar thuis gekomen kon Wimpje zijn
hart ophalen. Hij ging er speciaal gemak
kelijk voor op den grond liggen en Flip,
die dacht, dat Wim met hem wilde gaan
stoeien, sloot zich bij hem aan.
Maar het was kostelijk, dat verwonderde
snuit van Flip te zien, toen Wim zich ging
oefenen en alle mogelijke schoolliedjes
speelde, maar bijna zou je denken, dat hij
de muziek nogal mooi vindt, zoo aandach
tig luisterde de schrandere hond!
Er bestaan verschillende soorten van
lak. Maar het lak, dat,wij allen natuurlijk
wel kennen en dat in den handel wordt
gebruikt om brieven en gewichtige docu
menten dicht te plakken, dat lak werd uit
gevonden in de 17e eeuw. En eigenlijk maar
door een toeval. De geschiedenis van de
ontdekking van het lak, welke ontdekking
werd gedaan door een Parijschen drogist,
Francois Rousseau genaamd, wil ik je da
delijk verhalen, eerst wilde ik wat over de
oorsprong van het lak vertellen. Lak is
eigenlijk een Indisch woord en stamt af
van het woord Lakh. Een insekt dat het
lak voortbrengt, leeft op verschillende tro
pische boomsoorten. De melkvocht zuigt
het dier uit de boomen en als de dieren in
groote zwermen op één boom zitten, ge
beurt het vaak, dat de boom zelf geen voed
sel meer heeft om te leven en tenslotte
sterft.
De Indianen dooden de lakdieren bij de
inzameling van het lak. Het lak van het
lakdier geeft aan de takken, waarop het
dier zich vastklampt, een korst. De inzame
laars van lak verkoopen het ruwe lak
voor heel goedkoop, omdat het lak in groo
te hoeveelheden verkrijgbaar is.
Men gebruikt het lak in Indië zoowel als
in Engeland, in de ververij, omdat het lak
een mooie rood j kleur bezit en verder ge
bruikt men het lak als vernis, omdat het
zoo goed tegen koud water kan.
Met een eigenaardige vloeistof, operment
genaamd, verwerkt, wordt het lak gebruikt
bij het vervaardigen van halskettingen en
andere sieraden. Men kan er zelfs siera
den van maken, die nauwelijks van goud
zijn te onderscheiden. Alleen een metaal
kenner zou het onderscheid zien.
Toen het lak pas in Europa kwam, dien
de het nog alleen als zegellak, b.v. wanneer
er een gewichtig papier moest worden op
gesteld, waardoorheen een lint werd ge
haald, zooals je nog wel op oude papier-
rollen ziet, dan werd het lak aangewend,
maar een stempel werd toen nog niet op het
lak gezet, dat kende men later pas.
Later, toen men bemerkte, dat het lak
ook bijzonder geschikt is voor verfstoffen,
maakte men er meer gebruik van. Schellak
in nafta opgelost, wordt gebruikt door de
hoedenmakers, om aan de voering van den
hoed een stevigheid te geven en daardoor
den vorm beter in den hoed te houden.
En Japan en China wordt erg veetl met
Meester: „Wie kan een kruipend dier op
noemen?"
Koosje: „Een wurm, meester". „Heel
goed, en wat zeg jij Keesje?" „Nog een
wurmpje, meester", was Keesje's vlotte
antwoord.
Joosje en zijn zusje spelen aan het strand.
„Ik ga in zee", roept zus en holt naar het
water. „Ik ook", roept Joosje haar na. „O,
nee Joos, zegt zus verschrikt, ..jij hebt
van die vieze handjes!"
„Zusje, kleine hartedief,
O, zoo zacht en o, zoo lief,
Kun je nog niet loopen gaan
Of heel eventjes maar staan?
Maar, ach neen, wat praat ik toch,
f Zag het zelf vanmorgen nog:
Dat j'alleen maar kraaien kan!
Doe dat dus maar even dan!
'k Was zoo blij, zeg, toen jij kwam
'k Vroeg al dadelijk aan Mam
Of ik voortaan iederen dag,
Even naar je kijken mag!
Om mijn speelvriend'in te zijn
Daarvoor ben je nog te klein,
Daarom, zusje, hoop ik maar,
Op het einde van dit jaar!
Want Moes zegt, dat je dan,
Als de beste loopen kan!
Als dat waar is, kleine guit,
Gaan we telkens saampjes uit".
I Breng mij een bediende, die mij rond kan
leiden, maar gauw. want ik moet in drie
dagen heel Parijs bezichtigen!" De Maar
schalk zette groote oogen op. Hoe durfde
zoo'n onbeschaamde kerel hem zoo aan
spreken,Ik kan aan uw verzoek niet
voldoen", was daarom het koele antwoord
van den maarschalk .„Zoo", antwoordde de
Tsaar, eenigszins onthutst, want hij was
gewend, dat zijn beval direct werd opge
volgd. En waarom niet? O.... nu ik zal
je er goed voor betalen!" Toen haalde hij
zijn geldzak al te voorschijn, maar de
Maarschalk schudde het hoofd. „Het zal
vandaag niet gaan.„Zoo", sprak Peter,
nu boos geworden, „dat zullen wij eens
zien", en meteen beukte hij met zijn grove
vuist op een der zijdeuren, die uitkwamen
in den prachtigen rozentuin. „Mijnheer",
riep de maarschalk verschrikt uit. „Weet
u wel wat u doet? De Fransche diplomaten
zijn in de vertrekken aan het confereeren".
„Weet ik wel, daarom wil ik in het paleis",
schreeuwde Peter de Groote. Op het ge
rucht kwam Graaf de Florintin naar bui
ten en sprak, nadat hij Peter de Groote
eerbiedig had begroet. „Mijnheer de maar
schalk, Tsaar Peter de Groote heeft het
volste recht in het paleis te komen...."
Wat keek de maarschalk op zijn neus, toen
hij hoorde, dat niemand minder dan Peter
van Rusland voor hem stond. „Sire", sprak
hij met bevende stem, „hoe kan ik u om
vergiffenis smeeken?" „Niet noodig", sprak
Peter, „ik heb je niks te vergeven bij ons
in Rusland maken wij niet zooveel omslag!
Wijs mij maar even naar de eetzaal, waar
i de oorlogsinvaliden eten. Ik heb ook hon
ger".
De maarschalk liep minzaam voor den
Tsaar uit en wees hem den weg. „Geef mij
ook een beker wijn", riep Peter, toen hij
de invaliden zoo vroolijk zag eten en drin
ken. „Mannen, op de gezondheid van de
Fransche oorlogsinvaliden!" schreeuwde hij,
waarop de anderen invielen: „En op de
gezondheid van Peter van Rusland!" Het
werd een gezellige maaltijd en de invaliden
lachten herhaaldelijk om de grappige ver
halen van den Tsaar over zijn soldaten,
zijn hofhouding, enz. En toen Peter weer
in Rusland terug was, stuurde hij vanuit
het Hof te St. Petersburg 12 groote kisten
van de kostelijkste wijn, bestemd voor de
invaliden van Frankrijk. De invaliden
dronken met schuimende bekers op de ge
zondheid van hun Russischen vriend, Peter
den Groote!
ontdekt. Omstreeks het midden der 15e
eeuw werd het voor ce zeelieden zoo be
langrijke kompas uitgevonden en de ont
dekking van het kompas bracht weer vele
ontdekkingen mee op zeevaartkundig ge
bied, zooals de ontdekking van Amerika
door Columbus in 1492 De boekdrukkunst
bloeide in de 15e eeuw. In de 15e eeuw wer
den ook uitgevonden de klokken, het bus
kruid, de vuurwapens en het maken van pa
pier. In de 15e eeuw werden ook vele ge
leerden geniale menschen geboren, zooals
Ariosto, de Italiaanscne dichter, wiens wer
ken over geheel de wereld worden gelezen,
dan Thomas Morus, de groote Engelsche
staatsman, Erasmus, Copernicus, de sterre-
kundige, en'tenslotte de hervormers Luther,
Melanchton en Calvijn.
„Peter, je sommen zijn vandaag allemaal
goed. Heeft je vader ze voor je uitgere
kend?" vraagt de juffrouw, die wel weet.
dat Peter zelf niet zoo knap in het rekenen
is. „Ja juffrouw", zegt Peter eerlijk,
„maar.ik heb 'm een beetje geholpen!"
„Mijnheer", zegt een klant tot een kunst
schilder, bij wien hij zijn portret heeft la
ten maken, „ik kom reclameeren, mijn
heer! Mijn portret is foei-leelijk. Vindt u
dat nu ook niet?'
„Tja", antwoord de kunstschilder voor
zichtig, „maar mijnheer heeft toch gezegd,
dat ik het portret heel natuurgetrouw
moest schilderen".
lak gewerkt. De mooiste sieraden en snuis
terijen vindt men hier gelakt en op zoo'n
kunstige manier, dat men al dadelijk den
indruk krijgt, dat de Oostelijke landen voor
dit werkje ware kunstenaars heeft.
Het lak, dat wij doorgaans gebruiken om
zegels te stempelen is ontdekt ten gevolge
van een brand, welke in 1625 het huis van
den drogist Rousseau te Parijs, waarvan
wij hierboven al spraken, in één nacht ge
heel in de asch legde. De arme Rousseau
had in een ladenkast zijn geld geborgen en
hoopte nu tenminste het gesmolten metaal
van de munten uit de puinhoopen te redden.
Met zijn zoons ging Rousseau aan het zoe
ken, maar vond niets. Ja toch, hij vond de
overblijfselen van de ladenkast en de hars,
de iak en de vermiljoen, welke als groote
staven onder in de ladenkast hadden gele
gen en nü.... als een roode klomp aan
elkaar kleefden. Alle munten, dus al het
geld, zaten in deze harde lakmassa, dus
wèl goed bewaard! Maar wat nu begon
nen? Rousseau dacht na en vond de oplos
sing. Boven de harde roode massa hield hij
een vlam en zie.... alles ontdooide. De
munten kwamen één voor één uit den har
den klomp gerold en Rousseau had zijn
geld terug en.... een ontdekking gedaan,
want in de langzaam ontdooiende lakmas
sa zag hij de afbeeldingen van de munten,
die er in gelegen hadden. En zoodoende
kwam de Parijsche drogist op de gedachte
uit hars, lak en vermiljoen een nieuwe stof
te maken voor het afdrukken van zegels.
Zijn uitvinding werd gepatenteerd en
Rousseau's naam kreeg bekendheid tot ver
over de Fransche grenzen. Hij kon na en
kele jaren zijn drogisterij aan zijn zoons
overdoen en kocht zelf een aardig villa'tje
in de omgeving van Parijs.
Over het &jven en werken van Peter den
Groote, Tsaar van Rusland, den schepper
van het onmetelijke Russische Rijk, behoef
ik jullie natuurlijk niet veel te vertellen.
Wie heeft op de school nu niet gehoord over
dezen Rus, die naast een goed regeerder
toch een barbaarsch mensch was en zün
soldaten bij tientallen heeft laten ophan
gen aan het schavot, dat op de binnen
plaats van zijn prachtig paleis stond ge
plaatst.
Daarom wil ik jullie liever eens een voor
val vertellen uit het leven van dezen heer-
scher en dit voorval, dat nog weinig be
kend is, is het volgende:
Op een morgen kreeg Tsaar Peter er op
eens zin in een stukje van de wereld,te
gaan zien. Hij besloot naar de Fransche
hoofdstad Parijs te gaan en daar meteen
het een en ander te bespreken met de
Fransche diplomaten. Peter trok zijn beste
plunje aan, die bestond uit een overjas van
grof, groen laken, niet meer van de laatste
snit, een ruige muts op het forsche hoofd,
en een paar kaplaarzen, waarvan klein
duimpje zou zijn geschrokken! Aldus uit
gerust kwam hij in Mei van 1717 aan het
Hof van Versailles en wilde, zonder zich
behoorlijk aan te dienen, want aan dien
„omslag" had Peter de Groote een hekel,
het mooie paleis bezichtigen en met den
gouverneur een onderhoud hebben. Op het
voorplein ontmoette hij den Maarschalk, die
voor de veiligheid van het paleis diende te
waken. „Monsieur", zoo begon de Tsaar,
„ik zou uw paleis graag eens willen zien.
Hebben wij wel eens over de herkomst
van onze toiletspons nagedacht? Over de
spons, welke wij toch iederen dag gebrui
ken? O, er zijn zoo weinig menschen, die
iets weten van de sponzen! De meesten zijn
van meening, dat de spons een plant,
zee- of waterplant is en dat is toch
heusch verkeerd; een spons is een.dier.
Ja, daar zul je van opzien. Nu, laten wij
eens wat vertellen over dit zonderlinge dier.
Sponzen worden gevonden in de Middel-
landsche en de Roode Zee alwaar zij zich
als een weefsel van zeepolypen in celvor-
mige woningkjes beneden de oppervlakte
van het water aan rotsen en vaste gronden
opbouwen. Er zijn verschillende soorten van
sponzen, groote en kleine, grove en fijne.
En naar gelang de kwaliteit en de grootte
is ook de prijs, welke wij voor een spons
in den winkel moeten betalen Gewoonlijk
zijn de grove sponzen van bruine kleur, ter
wijl de fijnere soorten dof en geelkleurig
zijn. Meestal zijn de sponzen, nog vóór zij
geprepareerd zijn, rond en bol. Wanneer
zij nog in het water liggen, is de spons met
een soort slijm bedekt. Deze slijmlaag gaat
er gewoonlijk heel moeilijk af en daarom
heeft de spons dan ook zoo'n grondige be
handeling noodig voor zij in den handel
kan worden gebracht.
Behalve andere dierlijke stoffen, bevat
de spons nog jodine, zwavel, phosphor,-
koolzuren kalk, kiezelaarde en zeezout. De
meeste sponzen worden uit de Levant toe
gevoerd en die, welke uit andere gewes
ten in ten handel worden gebracht, zooals
uit West-lndië, zijn van minder goede kwa
liteit.
Onder de Grieksche Eilanden is een rots
in de nabijheid van Rhodes, die met een
weinig steenachtige aarde is bedekt, voort
durend van de zon ais verbrand wordt en
slechts een weinig amandelen en eenige
struiken oplevert. Op deze rots worden veel
sponzen ingezameld.
Opmerkelijk is het, dat sponzen altijd in
zout water worden gevonden. Op rotsigen
grond kan de spons het beste groeien. De
sponzenvisscherii is voor de kustbewoners
in Karamanië een winstgevend bedrijf. Vele
gezinnen leven ervan. De visschers, die
willen wetten of het water, waarin zij vis-
sehen, veel spons bevat, gebruiken olie
hiervoor. Deze olie storte nzij op het water
uit, waardoor het water stil gaat liggen en
het watervlak onder de olie, die bovenop
blijft drijven, zoo doorzichtig wordt, dat zij
de sponzen op den bodem kunnen zien lig
gen. Het naar boven halen van sponzen ge
schiedt meestal met lange touwen, waaraan
lood is bevestigd. De touwen worden naar
omlaag geowrpen en om de planten heen
gedraaid. Nu trekken de visschers uit alle
macht aan de touwen en langzaam komt
het touw omhoog en een massa sponzen
zitten in de lussen der touwen verstrikt.
De sponzen visscherij geschiedt ook wel door
duiken. Sponzen, welke in de fabrieken
komen, worden het eerst in salpeterzuur ge
legd, wel 14 dagen lang, zoodat alle stof,
vuil, schelpjes en klein gedierte, alsook het
slijm, dat zich aan de spons bevindt, los
laat. Om een spons heel licht gekleurd of
wit te krijgen, wordt zij in een mengsel
chloorwater geduwd.