Nieuwsblad
Nd. 5542 Vrijdag 31 Hei
Onze wigvoGrzieig in 193b,
B. E. S
WILLEM DE BRUIN
RAVENSWAAY'8 POLIS-KOFFIE EN POLIS-THEE
De Grootmoeder.
EEIUISÏ
UltTAIIT
Officieele Reisgids
Nederl. Spoorwegen
Het ideaal van elke Huisvrouw
Veilig - Snel Goedkoop.
TWEEDE BLAD
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
g consulent
Alléén verkrijgbaar in den Ijzerhandel
GORINCHEM - Tel. Int. 840.
DIE IS LEKKERGEURIGNIET DUURENMEN ONTVANGT ER FLINKE GELDBEDRAGEN MEE
FEUILLETON.
pehedectianclschejcM^^
BEHOORENDE BIJ HET
Een paar weken geleden verscheen
het verslag' van den hoofdinspecteur
van de volkshuisvesting over het jaar
1934 en als gewoonlijk bevat het
weer vele belangrijke gegevens van
oeconomischen en socialen aard, die
een uitnemend inzicht geven in den
stand der woningvoorziening.
De hoofdinspecteur wijdt in de eer
ste plaats aandacht aan de groote ac
tiviteit van het bouwbedrijf juist in
de crisisdagen. Het bedrijf wordt ge
voed door braakliggende kapitalen
van elders en de hierdoor veroorzaak
te vergrooting van den woningvoor
raad, die boven de toeneming van
de behoefte uitgaat, maakt het bezit
van huizen zeer precair.
De aanbouw van woningen wordt
mede sterk bevorderd door de groote
daling van de bouwkosten, welke
slechts 20 procent boven die van 1914
liggen. Deze daling vindt voor een
deel haar oorzaak in de vermindering
der prijzen van de materialen, voor
een ander deel in eene verdere ver
laging van de loonen der bouwvakar
beiders, en voorts in de daling van
den rentevoet, waardoor de post ren
te en aflossing voor nieuwgebouwde
woningen thans dikwijls 40 procent
lager is dan in 1930. Echter is de
exploitatie nog steeds belast met de
hooge vaste lasten, die aan de over
heidskassen verschuldigd zijn.
Verlaging daarvan is dan ook meer
dan noodzakelijk, omdat de huren de
daling der bouwkosten slechts voor
een deel hebben kunnen meemaken.
Mede om de verliezen uit bestaand
huizenbezit met hun verderfelijken in
vloed op de inkomsten der overheids
kassen te beperken, is de verlaging
noodig. Bovenal evenwel om den
aanbouw van goedkoope woningen
met lage huren aan te wakkeren.
De hiermede nagestreefde aanpassing
zal evenwel vooral moeten worden
bereikt door woningen van een een
voudig type te bouwen.
Dit is in het kort de strekking
van de zeer belangrijke beschouwin
gen, die de hoofdinspecteur in zijn
jaarverslag heeft neergelegd. De be
langrijkste punten willen we wat ver
duidelijken.
Het aantal nieuw gebouwde wonin
gen zonder herbouw of vernieuwing
bedroeg in 1934 52,600, een aantal
dat in geen enkel der voorafgaande
jaren werd bereikt.
Ook in de thans lieerschende cri
sis heeft zich weer het verschijnsel
voorgedaan dat vroegere crisisperio
den kenmerkte t.w. bloei van de bouw
nijverheid in een tijd van inzinking
van handel en industrie. Zulks is
evenwel zeer goed verklaarbaar.
Door de slapte in het bedrijfsleven
is er slechts weinig vraag naar kapi
taal. Daardoor liggen groote bedra
gen renteloos, die geen emplooi kun
nen vinden, en die door de bezitters
gaarne ter beschikking van de bouw
nijverheid worden gesteld. Ook in
het verleden heeft het beschikbaar
zijn van veel geld tegen matige rente
immer geleid tot groote bouwbedrij-
vighcid met als gevolg overproductie,
waardoor het product dan weinig ren
dabel was.
Het particuliere bouwbedrijf is dan
ook altijd een bedrijf geweest van
zeer bijzonderen aard. In tegenstelling
ge
UNICtACCOUNTANiy
L EI DEN Hoogewoe rd l?3.Tel. 1371
BDKAdTOOR:
ZALT BOMMEL
Stationsweg 30 _Tel. 146
Balansen. Rapporten.
Regeling van de
Belastingaangiften.
ende gezinnen steeds stijgende is.
Dit verschijnsel van inkrimping van
1 de betaalkrachtige vraag moet ten-
I gevolge hebben dat liet werkelijk aan-
tal leegstaande woningen in het ge-
heele land meer dan 100,000 be
draagt, zoodat eene woningreserve
van meer dan 5 procent aanwezig
moet zijn.
De waardedaling van het huizenbe
zit is door het groot aantal leegstaan
de woningen in hooge mate ver
scherpt. In alle huurgroepen is clan
ook eene luiurdaling ingetreden, wel
ke voor sommigen zeer groote afme
tingen aanneemt. Deze huurdaling is
echter eenigermate blijven steken in
de groep van woningen naar welke
de meeste vraag bestaat. In de groo
te steden is dat de groep tot f 6,
per week. De vraag naar woningen
van f 5.00 en f 6.00 is zoo groot om-
j dat eenerzijds velen uit duurdere wo
ningen naar deze woningen moeten
afdalen, terwijl anderzijds bepaalde
groepen der gesteunde werkloozen
deze woningen wenschcn, omdat zij
tengevolge van de huurbijslagen er
slechts weinig belang bij hebben eene
goedkoopere woning te zoeken. In-
tusschen moet ook voor deze wonin
gen het einde eener onvermijdelijke
huurdaling zijn en dat deze reeds aan
den gang is blijkt uit gegevens om
trent leegstaande woningen in de la
gere liuurklassen. Deze doorwerkende
huurdaling zal zich zonder twijfel nog
verder voortzetten en daardoor leiden
tot ruïne voor tal van betrokken ei
genaren.
Indien geen bijzondere omstandig
heden intreden, welke den aanbouw
stremmen, is het te verwachten, dat
deze inderdaad nog zal blijven voort
gaan. De particuliere bouwer toch,
die de nieuwe woningen bouwt, is in
het algemeen niet dezelfde persoon
als de exploitant van oude woningen,
die zijn bezit met verlies moet verhu
ren. Ware dit wel het geval, dan zou
wellicht de drang tot zelfbehoud den
aanbouw kunnen doen staken. Dit
echter is niet het geval. Er is dan
ook geen enkel verschijnsel, dat op
een belangrijke vermindering van een
met andere bedrijven kent men daar
in geen regelmatigheid in de produc
tie. Bouwwoede en stilstand wisselen
elkaar periodiek af.
Het gevolg hiervan is, dat van de
particuliere bouwers zonder twijfel 'n
aantal welvarend wordt, doch vele
anderen maatschappelijk ondergaan.
De hoofdinsp. berekent dan, dat de
netto-vermeerdering v. d. woningvoor
raad in de laatste 4 j. biina 172.000 wo
ningen heeft bedragen, terwijl de be
rekende behoefte een toeneming met
120.000 woningen eischte. Dit te veel
van 50.000 is het aantal leegstaande
woningen (50.000 eind 1930) met
een gelijk getal komen vermeerderen,
zoodat er thans 100.000 woningen
leeg zouden staan. Dan neemt men
echter aan, dat de relatieve vraag
dezelfde is gebleven. En dit laatste
is niet het geval want het is ons be
kend dat het aantal niet-woningvra-
Zomerdienst 1935.
INGAANDE 15 MEI.
Kleine uitgave 15 cent1
Groote uitgave 50 cent.
- BOEKHANDEL -
Fa. L. VEERMAN
- HEUSDEN.
aanbouw wijst. Indien het voor den
bouw benoodigde kapitaal ook in de
toekomst beschikbaar wordt gesteld,
zal de aanbouw van nieuwe woningen
blijven uitgaan boven de toeneming-
der behoefte en dit kapitaal zal ver
moedelijk niet op zich laten wachten.
De voortgang van den aanbouw
van woningen wordt ook bevorderd
door de aanmerkelijke daling der
bouwkosten, welke sedert het intre
den van de crisis heeft plaats gevon
den. Ook in 1934 heeft deze daling
zich nog voortgezet, niettegenstaande
de invoering van de omzetbelasting
het tegendeel zoude doen verwachten.
Het indexcijfer van de bouwkosten,
vergeleken bij 1914 bedraagt thans
120, terwijl het in 1931 nog op 155
stond. Deze daling komt voor een
deel voor rekening van de bouwmate
rialen, van welke vele beneden vóór-
oorlogsche prijzen worden geleverd.
En ook de loonen van de bouwvak
arbeiders zijn verder gedaald.
De rentevoet is ook naar beneden
geloopen. Vergelijkt men de exploi
tatiekosten van gelijkwaardige wonin
gen gebouwd in 1930 en thans, dan
kan worden aangenomen dat ten ge
volge van de daling van den rente
voet en van de bouwkosten de post
rente en aflossing van het bouwkapi-
taal met dikwijls 40 procent is ge
daald. Dit beteekent echter niet dat
de huren thans een dergelijk percen
tage lager zouden kunnen zijn dan in
1930. Immers bestaan de exploitatie
kosten van woningen voor een groot
deel uit vaste lasten aan de over
heid (grondbelasting, straatbelasting,
brandverzekering, waterleiding enz.)
en de vaste lasten aan de overheid
zijn in vrijwel alle gemeenten onver
anderd gebleven.
Intusschen beteekent het handha
ven van cle overheidslasten op het be
staande peil niet, dat voor de open
bare kassen geen vermindering van
inkomsten uit het huizenbezit te duch
ten zou zijn. Immers, indien mede ten
gevolge van de starheid der over
heidslasten de exploitatie van een
groot deel van den woningvoorraad
verlies gaat opleveren, beteekent dit
niet alleen nadeel voor de betrokken
eigenaren, die een groot deel van
hun bezit zien verloren gaan, doelt
ook nadeel voor den fiscus, clie ten
gevolge van de inkomsten- en ver
mogensvermindering van vele belas
tingbetalers belangrijke inkomsten
gaat derven. Een groot deel van het
nationaal vermogen toch is belegd,
in onroerend goed. Het bedrag aan
hypotheken reeds beloopt 6 milliard.
In de groote steden, waar het vraag
stuk der lage huren het meest nijpend
is, vormen de vaste lasten een zoo
danig deel van de exploitatiekosten,
dat een verlaging" van den post rente
en aflossing als sedert 1930 heeft
plaats gehad, slechts tengevolge heeft,
dat de huren van nieuwgebouwde w o
ningen niet meer dan 20 pCt. lager
kunnen zijn dan die van vóór de
crisis gebouwde. Deze huren worden
uiteindelijk maatgevend ook voor de
huren van de oude woningen. Het be
hoeft clan ook niet te verwonderen,
dat op vele van deze aanmerkelijke
verliezen worden geleden. De over
heid kan dit verlies niet op zich ne-
ZEEPPOEDER
Branden op géén katoenen pit, dus reuk, walm en roet uitgesloten I
Geen ontploffingsgevaar Absoluut gevaarloos
Enorm warmte vermogen Verbruiken 1 cent per uur.
WORDEN OP VOLLE PROEF GELEVERD.
De vrouw hield haar zakdoek voor
de oogen, weende en zeide:
Ja, mevrouw de markiezin- het
leven heeft vele teleurstellingen; ik kan
u uw kleindochter niet weigeren..v
O! de beproeving is hard... Maar ik
moet mij er aan önderwerpen.
Buitendien, mevrouw Drivot,
vervolgde de markiezin, die medelijden
kreeg met het valsche schepsel' gij
zult haar niet geheel en al missen, gij
zult haar dikwijls zien.
O! ik ken haar, ik weet, ,dat zij
vader en moeder Drivot niet zal ver
geten.
Is zij thuis? vroeg de markiezin
met bevende stem.
Ja, zij is in haar kamer, bezig
een hoed op te maken.
O, dan zal ik haar spoedig zien,
riep mevrouw de Saulien uit.
Laat haar dadelijk hier komen.
De vrouw wischte haar roode oogen
af, zuchtte en zeide:
Ja, het moet wel!
Daarna ging zij langzaam naar de
deur, en riep:
Laurence, Laurence!
Een oogenblik later verscheen het
jonge meisje. Zij deed, alsof zij Jheel
verwonderd was en groette mevrouw
Saulien op bevallige wijze.
Kindlief, zeide haar moeder, die
dame is mevrouw de markiezin de Sau
lien, die een oogenblikje met je vvenscht
te spreken.
Het jonge meisje boog voor de groo
te dame, en haar gelaat drukte ppnieuw
groote verwondering uit. Mevrouw de
Saulien verslond Laurence met de oo
gen. Eindelijk was de lang verwachte
dag dan gekomen! Het kind, waarom
zij God zooi lang had gesmeekt, stond
eindelijk vóór haar!
Maar hoe vreemd was het, dat zij
niet hetzelfde gevoelde, als toen zij
Geneviève voor het eerst aanschouwde.
Ja, de grootmoeder verweet zich, dat
zij Laurence, die zij toch zoo innig
moest liefhebben voortdurend met Ge
neviève vergeleek.
Hevig ontroerd zeide zij tot het jon
ge meisje, dat met neergeslagen oogen
voor de groote dame stond:
Kindlief, ge weet toch, dat mijn
heer en mevrouw Drivot uw ouders
niet zijn?
Ja, mevrouw de markiezin, maar
ik heb hen toch even lief.
Ja, gij moet hun eeuwig dank
baar zijn, voor al het goed, dat zij voor
11 gedaan hebben.
Gij waart nog heel jong, toen gij
door een ongelukkige moeder aan mijn
heer en mevrouw Drivot werd1 over
gegeven. Later hebt gij vernomen, dat
gij slechts hun pleegkind zijt, hebt gij
wel eens aan uw; vader en moeder ge
dacht?
O! dikwijls mevrouw,, ik dacht,
dat zij dood waren en heb daarom
voor hen gebeden.
Is het u nooit in gedachten ge
komen, dat gij tot een rijke familie
zoudt kunnen behooren?
Neen, nooit; ik was heel geluk
kig.
Goed; maar als men u eens zei
de: Uw vader en uw moeder zijn
dood, maar gij hebt nog een .oude
grootmoeder, die ,heel rijk is, en al haar
geld zaï ,u toebehooren; wat zoudt gij
dan antwoorden?
Mijn God, maar waarom zegt gij
mij dat?... 'tZou mij een droom toe
schijnen.
Neen kind, dat is geen droom;
die grootmoeder bestaat en het geld
cok.
In den faubourg Saint-Germain,
rue de Varennes staat een oud huis,
dat sedert twee eeuwen het eigendom
van onze familie was, en dat huis is
de plaats, die u wacht.
XV.
JUFFROUW LAURENCE.
Het jonge meisje was als verslagen;
hare betraande oogen waren op het
gelaat van mevrouw Drivot gericht.
Beste Laurence, zeide zij
wij hebben altijdi gedacht, dat ge aan
een groote en edele familie toebehoor
de; ge hebt dan gelachen; maar ge ziet,
dat wij ons niet vergist hebben... O!
1111 moeten wij scheiden; uw plaats is
voortaan bij1 uw grootmoeder.
Mijn God', mijn God! prevelde
Laurence.
Daarna zeide zij droevig:
Ik ben geheel verward'; ik 'kan
niet zeggen, wat er in mij' omgaat; ik
ben blij en bedroefd tegelijk. Moeder,
als ik u niet meer zag, u niet meer
mocht liefhebbendat zou ik niet
willen
Zij zweeg; tranen verstikten haar
stem.
Neen, kind, neen, zeide de mar
kiezin haastig dat zal ik niet van u
verlangen. Gij' zult uw pleegouders nog
dikwijls bezoeken en hen blijven lief
hebben.
Moet ik hen vandaag nog ver
laten? vroeg liet jonge meisje ver
legen.
Ja, kindlief, ik neem je mee.
Juffrouw Laurence sloeg de oogen
neer.
Maar. begon zij1.
Wat is er, mijn kind, zeg?
Zij aarzelde.
Kom', zeg het mij, wat scheelt er
aan? hernam de markiezin.
Het jonge meisje wendde zich
tot haar pleegmoeder en zeide:
Moeder Drivot, hebt ge aan me
vrouw de markiezin gezegd, dat ik ver
loofd 'ben.
Neen. Je begrijpt, dat ik nog geen
tijd daarvoor had.
O! zijt ge verloofd? vroeg de
markiezin verwonderd. Ja, dat komt
bij uw jaren te pas. Nu, vertel mij dan
wat van uw verloofde.
Ja, ik mag u niets verzwijgen,-
mevrouw de markiezin. Ik bemin een
jong mensch, en wordt door hem be
mind. Het toeval heeft ons elkaar doen
ontmoeten. Hij heeft mij eens op straat
van een groot ongeluk gered; ik had'
op hem zoo'n levendigen indruk ge
maakt, dat hij ons 's avonds weer is
komen bezoeken, en sedert dien tijd be
minnen wij elkaar. Hoewel hij in een
veel 'grooteren stand leeft- dan i'k, is
hij toch steeds nederig en eenvoudig
geweest.
Hij is niet rijk, daar zijn familie haafl
geld heeft verloren; maar hij is edel
door zijn naam en zijn hart. Benige)
dagen geleden heeft hijl om mijn hand!
gevraagd. O! dat maakt mij zoo gen
lukkig!
Hoe heet hij? 1
Baron de Verboise. i
De markiezin bleef een oogenblik
in gedachten.
Ik heb de familie de Verboise1 niet
gekend, zeide zij maar ik her
inner mij den naam. Hoe oud is de
baron I
Twee en dertig jaar.
Is hij den naam dien hij draagt,,
waardig? j
O! dat zou ik denken!
(Wordt vervolgd). J
1 DOOS 20 CT.- TUBE AO en 60 CT.
168.