Voile en Schotsche Crêpe. GEBREIDE BABYJASJES Sierlijke vandeljaponnen. Twee leuke modellen. Zwakheden van beroemde personen, EEN LUCHTIGE Z0MERBL0USE. o>lQ HET NUT VAN EEN #RESERVELADE" HOE VLEKKEN TE VERWIJDEREN? Critiek op een leeglooper. Charmante zomerjapon. VLUG TE BEREIDEN „TOETJES". EINDELIJK schijnt de zomer zijn intrede te heb ben gedaan. En heeft U Uw zomer- garderobe reeds klaar? Neen? Dan wordt het toch heusch tijd! Wij willen U ■gaarne helpen. Bestel slechts één of meer dere van onderstaande charmante model len en vervaardig Uw eigen kleeding. Gij weet dan iets aparts te hebben. Patronen kunnen worden besteld bij de Redactrice Damesrubriek, L. v. Meerdervoort 45a, Den Haag a 36 ets. 6 ets. verzendkosten. De bestelling geschiedt per brief (met bijge sloten postzegels), per giro (125025) of per postwissel. De patronen worden binnen en kele dagen afgezonden. Bijgaande modellen laten ons zien, wat wij kunnen vervaardigen van voile en Schotsche crêpe, twee stoffen, welke in den komenden zomer in het middelpunt der zomermode zullen staan. Het eerste model, no. 921, is een jaon, gemaakt van voile, waarbij het bloemmotief zoo moet voldoen, dat het de hoofdgarneeTing kan uitmaken. De jurk is een tunica, hetgeen vooral lange vrouwen heel goed staat, omdat een tunica, even als een kazak, de lengte breekt. De ceintuur, eindigend in een sierlijke, groote strik, is gemaakt ;van de japonstof. Aan den hals komt ter versiering een wit zijden strik, welke op het boord van de mouwen wordt aangebracht. De imouwen zijn, zooals het prentje aangeeft, halflang en tamelijk wijd, maar worden bij den elleboog inge haald door het witte boordje. Het tweede model, no. 922 is een jjapon, welke men op het eerste ge zicht ook een tunica zou kunnen noemen, maar dat is toch niet het 'geval. De jurk bestaat eenvoudig uit lijfje en rok, welke laatste klok- ikend is en waarop aan beide zijden klokende bannen zijn aangebracht. De hals van deze japon is hoog gesloten en vindt een sluiting van achteren op den rug, door middel van een klein splitje. De mouwen zijn halflang, doch kunnen natuurlijk, indien de japon voor speciaal visitejapon wordt ge bruikt, geheel laag worden geno men. In dat geval past men het kleine boordje aan den pols toe, en zouden de garneeringen, ter hoogte van den elleboog, kunnen wegvallen. Om het middel komt een stoffen cein tuur, sluitend met een metalen of glazen gesp in de kleur van de garneering. Het derde en tevens laatste model (no. 923) is een meer sportieve japon, ook zeer geschikt voor het jonge meisje. De japon wordt vervaardigd van sterk zomerlinnen, dat wasch-, zon- en kleur echt is, ofwel van Schotsch crêpe, de zoo gemakkelijk te bewerken nieuwe stof, welke in alle tinten verkrijgbaar is. De Schotsche crêpe heeft het heerlijk voor deel, dat zij niet krimpt bij het wasschen, hetgeen van de meeste crêpesoorten niet kan worden gezegd. De japon sluit hoog aan den hals en wordt daar afgewerkt door een kleine zwarte strik, welke, wanneer de ceintuur van fluweel wordt genomen, ook in flu weel kan worden gekozen. Het lijfje heeft een schootjè, bestaand uit vijf strookjes, welke naar onderen toe wijder uitloopen. Ook de halflange mouwen hebben deze strookjesgarneering. De rok loopt tot aan de knieën gewoon recht en krijgt dan meer ruimte door de ingezette plooien, welke ongeveer zoo breed moeten zijn als de strookjes aan lijfje en mouwen. No. 920 is een model voor een luchtige zomerblouse, vervaardigd van kunstzijden crêpe de chine. De blouse heeft een hooge f\ l'-'r (A*/ halssluiting en driekwart lange mouwen, welke laatste zeer modern zijn. Pe garneering aan den hals bestaat uit een sierlijke sluitgesp en een kraag, wel ke als volant naar beneden valt. De blouse heeft een schootje van onge veer tien c.m., terwijl op dit schootje een paar looze zakjes komen, ter versiering. Om het middel komt een ceintuur, ge maakt van de blousestof. De halflange mouwen hebben ook weer een geklokte strook, zooals bij de kraag. Dit blouse model zal zeer zeker bij onze lezeressen in den smaak vallen. Een reservelade, daarvan zullen vele lezeressen wel nooit gehoord hebben, en eerlijk gezegd, ik ook niet, totdat ik op een middag bij mijn vriendin op bezoek was en zei mij deze toonde. Wij hadden het over gasten en logées en zoodoende kwam mijn gastvrouw op de gedachte haar .reservelaadje" te toonen. Het „reserve] a ad je" was een. doodgewone schuiflade onder in een staande spiegel kast, welke zich op de logeerkamer be vond. In deze lade lagen: een tweetal sneeuwwitte, keurig opgemaakte bedla- kens, een sloop, een badhandoek, een fleschje badzout, een stuk frissche zeep in perkament verpakt, een fleschje zuivere eau de cologne, een doosje schrijfpapier, pen en inkt, een waschhandje en tenslotte een tube tandpasta. „Dat is bestemd voor een onverwachte logee", bracht mijn gast vrouw mij op de hoogte". „Eenmaal heb ik in groote verlegenheid gezeten, toen ik des avonds laat nog een logée moest her bergen en ik tot de ontdekking kwam, dat ik bijna niets in huis had, waarmee mijn gast zich kon bedienen en waarmee ik het logeerkamertje aantrekkelijk kon maken. Toen kwam ik op de gedachte mij een „re- servelaadje" aan te schaffen, dat ik van tijd tot tijd uithaal om het schoon te hou den. Nu, ik kan je wel vertellen, dat zoo'n „reservelaadje" je heel wat ongemak be spaart en het geeft je meteen een veilig idee, dat je alles in huis hebt, wanneer er onverwacht iemand bij je aanklopt om nachtverblijf". Hoe vindt u, lezeressen, zoo'n spaarlade, zou zij misschien ook u van nut kunnen zijn? Raadgevingen ter verwijdering van vlek ken, van welken aard deze ook zijn, zijn voor de meeste vrouwen niet onwelkom. Immers, iedereen krijgt toch wel eens een ongelukje met morsen of zoo iets derge lijks en daarom is het altijd wel raad zaam, ook al is men er niet direct bij ge ïnteresseerd, die raadgevingen te lezen en ze te onthouden. In dit artikeltje willen wij het behan delen van verschillende vlekken eventjes bespreken. Op tafellinnen komen thee- en koffie- vlekken meermalen voor. Zij kunnen vaak worden verwijderd door het tafelkleed of het servet direct in zout water te leggen en het stuk dan in warm zeepsop uit te spoelen. Vlekken, veroorzaakt door vruchten of wijn, moeten zoo gauw mogelijk worden behandeld. Strooi een flinke hand zout over de plek en spoel de plek met heet water af. Ook lauw water, waarin een scheutje amoniak, kan dikwijls helpen. Melk wordt gebruikt bij het verwijde ren van intvlekken, wanneer deze nog nat zijn. De vlekken moeten goed in de melk worden eeweekt en zoodra de melk door de inkt wordt verkleurd, wordt er versche melk op de vlek gelegd. Verfvlekken kunnen het best met ter pentijn of benzine worden behandeld. Wanneer deze behandeling niet helpt, ge bruik dan wat chloroform. Daar cloroform echter zeer gauw verdampt, is het noodig, dat de flesch angstvallig wordt dichtge houden, terwijl het lapje, waarop de chlo roform is gelegd, heel snel moet worden gebruikt. Wagensmeer- of vetvlekken van auto's of motoren kunnen uit zijde stoffen wor den gehaald door er fijngestampte mag nesium, ofwel magnesiumpoeder op te leggen. Wrijf de magnesiumpoeder goed in de stof en laat de poeder twee of drie dagen op de plek liggen. Haai dan de magnesium er af en spoel de plek na met koud water, maar niet te hard wrijven, anders raken de vezels van de stof los. Gebruik bij het uithalen van machine olie-vlekken nooit warmwater, daar de vlekken er door deze behandeling juist nog dieper in gedrukt worden, maar wend koud zeepwater aan. Vlekken, veroorzaakt door transpiratie, kunnen worden verwijderd door het klee- dingstuk in gewoon koud water met zeep te wasschen. Leg het natte kleedingstuk in de zon. Mocht de vlek nog niet geheel verwijderd zijn, leg het kleedingstuk dan in koud water, waarin enkele lepels azijn werden gedaan. Om grasvlekken te verwijderen moet het gevlekte deel met alcohol worden afge- sponst en dan in schoon water worden na gespoeld. Fijn wolgoed. zachte pullovers en kin- derkleeren, welke zelfs geen gewoon wa ter kunnen verdragen, wascht men „droog" n.l. door ze te behandelen met. een natte borstel (met zacht haar), gedrenkt in warm water, waarin wat meel werd gedaan. Der gelijke kleedingstukken worden ook wel met een geheel droge borstel behandeld, welke borstel vooraf in een beetje meel werd gedrukt. Daarna wordt het kleeding stuk goed uitgeslagen, zoodat alle meel er uit valt. De leeglooper is Zondags Christen, Maan dags Griek, Dinsdags Perziaan, Woens dags Assyriër, Donderdags Egyptenaar, Vrijdags Turk, en Zaterdags Israëliet, want op die dagen is het voor elk dier volken en belijdenissen een rustdag! Bijgaand model (no. 919) is een patroon tje voor een lieve zomerjapon, vooral voor haar, die van kleurtjes houden. De japon- stof is gekozen van een diagonaal loopende streep, waarvoor de draagster evenwel slank dient te zijn en ook niet te klein. Het lijfje is gewoon recht en de rok wordt er iets klokkend aangezet. Als gar- MODEL I. Hiervoor gebruikt men 100 gram drie- draadswol. Men begint met de mouwen. Brei altijd rechts gedurende 10 toeren, dan 3 toeren jerseysteek, de rechterkant van den jerseysteek moet langs den boven kant liggen, brei 22 toeren altijd rechts. Zet 30 steken en evenveel averechts van het werk bij, brei 12 toeren rechts voor den schouder. Laat 56 steken lig gen en brei op de over geblevene 44, rechts van het werk, brei daar 22 toeren op. Laat dit stuk een tijdje liggen en herneem aan den schouder; zet 10 steken af en brei 15 toeren op de overgebleven 44 ste ken. Zet de steken af. Zet op een andere pen 44 steken op, brei 15 toeren, voor 10 steken bij voor den schouder, breng dit deel bijeen bij de over gebleven steken van het voorste en brei voorts op de geheele breedte van de steken. Zet 42 steken rechts en evenveel averechts af en eindig op de 38 steken, welke de mouw vormen. Men neme in acht de 3 toeren jersey steek te breien, zooals voor het begin; zij vormen het begin van den mouwomslag. Eindig met 10 steken altijd rechts. Neem de steken aan hals en mouwen op en haak er een klein kantje of picot aan, in zijde of wol van een andere kleur. MODEL H. Daarvoor heeft men 50 gram zephirwol noodig, welke met dubbelen draad wordt gewerkt. Dit model wordt in twee ver schillende steken gewerkt. De opgegeven maten dienen voor een eerste babyjasje. Zet 40 a 44 steken op en brei 5 a 6 toeren altijd rechts, de breedte moet ongeveer 20 c.m. zijn. De rest breit men in den gepar relden steek. Deze is heel eenvoudig en staat daarbij heèl fijntjes. Men breit een pen één steek rechts, één steek averechts, in acht nemend, dat de rechtsche steken op de averechtsche vallen en omgekeerd. De volgende pen weer hetzelfde. In de zen steek breit men een strook van 10 11 c.m. hoogte, voeg dan links en rechts van het werk 15 c.m. bij, dit is ongeveer 3032 steken, voor de mouwen. Op deze steken breit men een strook van 8 con. Laat dan de steken van de lin- 'ry.-f: -V Y- - W;,y 4v..; v.:.'.' Vi'.v -iv-V-VC r-A-xN neering zette men aan beide heupzijden een klokkende oplegsel, dat ongeveer 5 c.m. korter is dan de rok, dus de rok dient er nog even onderuit te komen. De mouwen hebben een raglanmodel, doch zijn aan den bovenkant als een ge wone mouw aangezet en zijn niet over dreven wijd. Als garneering aan den hals diene een wit crêpe de chine of satijnen kraagje, dat met een smalle plisee wordt afgewerkt. Om het middel komt een smalle, peau de suede ceintuur, sluitend met een ge kleurde gesp. Het geheel is dus een vrij eenvoudige japon, maar juist door die een voud kan zij heel charmant zijn. De sluiting van de jurk komt van ach teren te zitten ofwel op een der schou ders. De mouw wordt bij den pols afge werkt met een klein, smal boordje. kermouw liggen, d.i. ongeveer 10 steken. Sluit de steken van de halsopening af (ongeveer 18 steken). Brei voort op de rest steken (de rechtermouw en de rech terschouwer). Brei 23 toeren op deze steken en zet langs den rugkant zooveel steken bij, dat Lord Byron liet zich onder het eten door niemand zout aanreiken en reikte het zelf evenmin aan iemand over. Wanneer zout op de tafel werd gemorst, sprong hij op en liet zijn maaltijd half aangebroken staan. Peter de Groote, Tsaar van Rusland, kon nooit worden overgehaald over een brug te gaan en hoezeer hij dezen afkeer voor bruggen ook zocht te verbergen, was hij daartoe bijna nooit in staat. Zoo vaak hij den voet op een brug zette, riep hij het luid keels uit van angst en vrees. Koningin Elisabeth van Engeland was reeds bang voor het woordje „dood", wan neer een van haar kennissen of iemand aan het hof plotseling den dood had gevonden- ging zij op reis of naar haar buitengoed, om eerst terug te keeren als alle begrafe nisplechtigheden achter den rug waren Ook Talleyrand beefde en veranderde var gelaatskleur, wanneer hij het woord „dood" hoorde uitspreken. Zelf dorst hij nimmer over het onderwerp „dood" te spreken en zoodra iemand dit deed in zijn nabijheid dan liep hij weg of gaf dengene een snedig antwoord, zoodat deze er nooit meer over durfde spreken. De Maarschalk van Saksen, die zoo vele vijandelijke legers versloeg, kroop van angst ineen, wanneer hij een zwarte kat zag. Julius Caesar kreeg bijna een toeval op het hooren van den donder en wenschte zich in een kelder of in een gewelf te ver bergen, om het gevreesde geluid van der donder niet aan te hooren. Dr. Johnson, de bekende Engelsche chi rurg, trad nooit met den linkervoet eer kamer binnen. Wanneer hem dit soms on verhoeds overkwam, dan liep hij terug er kwam opnieuw de kamer binnen, thans zijn rechtervoet het eerst in het vertrek plaat send. Tycho Brahe, de sterrekundige, werd bi. het zien van een haas zoo bleek als een lij 1- en begon over het geheele lichaam te beven. de tomaten even in kokend water, neem er het velletje af en snijd de vruchten ir plakjes. Hak de ui fijn. Leg in een met wat boter ingesmeerd vuurvast schoteltje een laagje paneer meel, daarop een laagje tomaten, bestrooid met ui, peper en zout, Ga zoo voort met het schoteltje te vullen, tot de laatste laag uit paneermeel bestaat; leg daarop de ir. kleine klontjes verdeelde boter, zet het schoteltje, in een warmen oven en laat he< daarin nneeveer een half uur bakken. SLA MET GEVULDE EIEREN.. 1 kropje sla, 4 eieren, 50 gram magere ham, 2 eetlepels mayonnaise, 1 eetlepel olie, een half eetlepeltje azijn, wat peper en zout. Kook de eieren hard, dompel ze in koud water, laat ze koud worden en pel ze snijdt een plakje van de punt weg er neem dan voorzichtig den dooier uit de holte. Hak of maal de ham, vermeng ze met de mayonnaise, de eierdooiers, wat peper en wat zout; wrijf alles goed fijn. Spreid op een schotel de gewasschen, droog uitgeslagen slabladeren; besprenkel ze met de dooreengeroerde olie en azijn schik er de uitgeholde eieren op en vul die met het fijngewreven mengsel. Houd den schotel goed koud (b.v. op ijs) vóór zij wordt opgediend. BLOEJVIKOOLSCHOTELTJE. 1 Bloemkooltje, 100 gram tarwebloem, 100 gram boter, wat peper en zout, 3 eie ren, drie d.L. melk. Maak, terwijl de bloemkool gaar wordt, het deeg klaar, dat als bedekking moet dienen. Verwarm daarvoor roerende de boter met de bloem, voeg er langzamer hand de melk bij en laat alles samen tot 1 een stijve massa koken; klop er dan één voor één de eieren door. Bedek de bloemkool met dit beslag, dat tusschen de stukjes in zakt; bak den scho- ze reiken aan het begin van de andere steken (1820 steken voldoen). Brei op al de steken tot de mouw een breedte van 16 c.m. Zet de zijdelings aangebrachte ste ken af en brei de rug voort tot aan het boord. Sluit de steken af. Herneem den tweeden schouder en werk dit deel op dezelfde wijze uit. Zooals het voorste wordt ook de rug afgeboord, met eenige toeren, altijd rechts. Raap de steken van de mouwen op en brei er eenige toeren twee rechts en twee averechts aan om het polsstukje te vormen. Raap eveneens de steken van de halsuit snijding op en brei ook een strookje twee rechts en twee averechts. Hieronder laten wij enkele recepten volgen, welke door haar, die niet veel tijd aan het bereiden van „toetjes" kunnen be steden, heel goed kunnen worden gebruikt. TOMATENSCHOTELTJE. 6 Middelmatig groote tomaten, 1 ui, on geveer 6 volle eetlepels paneermeel, wa ter. Deuer en zout. 40 eram boter. Dompel tel in een warmen oven, ongeveer 1 uur. PETITS FOURS. Voor dertig stuks heeft men noodig: 30 gram amandelen met schil, 30 gram vruch tensuiker, een eiwit. De amandelen ma len, met de suiker en het stijfgeklopte eiwit vermengen. Alles zachtjes met een houten spaan of lepel bewerken, dan op een beboterd bakblik met een spuitzakje kleine rondjes spuiten en in een oven met veel bovenwarmte (een gasoven is zeer geschikt) stijf laten worden. Dit vormt het onderstuk van de petits fours. I

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1935 | | pagina 8