JficuwsMail
1.5556 Vrijdag 19 Juli
Gedurende de pleele maand Juli
M. NORT, Gorinchem, I
i
Snijboonen-molens
2-gaats.
fTM
fïÜT
DE BRUIN.
RAVENSWAAY'8 P0LIS-K0FFIE EN POLIS-THEE
De Grootmoeder.
TWEEDE BLAD
Prima Kwaliteit.
Prachtige Snijdikte.
Lichte uitvoering.
Zware uitvoering.
IJZERHANDEL - Tel. Int. 840. - GORINCHEM.
voor het Land
van Hensden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
PRIJSRAADSEL.
ontvangt ieder die een BRIL koopt
een zeer te waardeeren geschenk.
DIE IS LEKKERGEOR1GNIET DUURENMEN ONTVANGT ER FLINKE GELDBEDRAGEN MEE
FEUILLETON.
Uit het dagelijksch leven.
Binnenlandsch weekoverzicht.
GEDIPLOMEERD OPTICIEN.
BEHOORENDE BIJ HET
Hier volgt een prijsraadsel waar
voor een actieve firma te Waalwijk
als prijzen heeft beschikbaar gesteld
een eiken parapluie bak, een ets.
Oplossingen worden ingewacht tot
25 Juli aan ons blad.
12—4 ligt in de straat
7—8—910 11—12 vindt men in
elke bewoonde kamer.
13—14-15-16—17-18 19 strekt
tot welvaart der plaats
23—24—25—26-27—28—29—30-31
is een windstreek.
204—3 heeft een vis om te
zwemmen.
5 4-20-2122 een meubel om
te rusten dat toch een sieraad
kan zijn
6—4 komt van de vogels
5—6 moeten met een zeer grote
hoofdletter worden geschreven.
DE MIDDAGHOOGTE.
Als de fraziele lente met haar bloe
sems en eerste, schuchtere bloemen
aan ons voorbij gegaan is, zien wij
ons geplaatst in de weelderige volheid
van den zomer.
In het groote, open land davert de
hitte; het uitbundige, glorierijke zon
nelicht viert feest over velden en wei
den; de bosschen hebben hun blauwe
schaduwen en de verre einders tri len
van witte zonne-schittering. Het groen
krijgt zijn diepte; de wuivende boo
menkruinen hun lommerrijke zwaarte.
Rijke schakeeringen van kleuren boeien
onze oogen. Heel de feestelijke, zo-
mersche aarde ligt voor ons open.
Schoonheid noodigt ons tot stille be
wondering; de overdadige veelheid der
natuur spreekt tót ons in een goed
heid ,die ontroert.
Het is de middaghoogte van den
zomer: vreugde, arbeid, pracht overal!
We moeten deze uren en dagen van
zon en gezondheid grijpen, met beide j
handen. Geniet ervan, nu het bij ons is!
Zomer-voilheid is gelijk aan de vol-
heid, de middaghoogte van ons merisch-
zijn. Krachten zijn er in ons gerijpt
en vragen om uiting van levensdaden,
Ons innerlijk kwam langs de lente 1
onzer jeugd tot de volheid' dezer man
nelijke jaren. Hart en verstand en wil:
alles zomert in ons, wanneer wij zijn
qp de middaghoogte van ons leven.
Nu hebben wij de taak ons te geven,
zooals de heerlijke zomer zich geeft
aan ons. Ons geven in arbeid en da
den. in liefde en toewijding. Met de
zomerprachten in ons, moeten wij ook
een stralenden levenszomer vermen.
I Daarna komt de herfst en de afda.mg
in kracht. En dan de herinnering aan
het gedane werk
Gij die staat op de middaghoogte:
laat het zomer zijn, in U en rondom
U!
H. POLL.
R.K. HOOGERE BURGERSCHOOL
EN HOOGERE HANDELSSCHOOL
WAALWIJK.
Uitslagen van de eindexamens toe
latingsexamens en overgangsexamens
1935.
Eindexamen H.B.S. 3-j. c.
Geslaagd: A. Dicks, J. v. Kempen, J.
Klijberg, J. Langermans, P. Rüttchen,
J. v. Son en J. Wildeman te Waalwijk;
F. Boelen te Drunen; A. v. Bommel
te Hedikhuizen; P. Konings te Raams-
donk; W. Oerlemans te Heusden en
P. Speetjens te Geertruidenberg.
Herexamen 1. Afgewezen 4.
Toelatingsexamen tot de le klas H.
B.S. 3-j. c.
Geslaagd: H. Broos, P. Broos, H.
v. Heesbeen, P. v. Heesbeen, A. de
Kort, D. v. Liempt, P. v. d. Mee, R.
v. Mil, C. Pullens, A. Schaap (vcorw.),
A. Schoemans, A. Sevenster, H. Se-
venster, H. Spijkerman, J. Spijkerman,
Th. de Vaan, J. Verhoef en N. v.
Wel te Waalwijk; C. Berkelmans, A.
Brokx,, J. Brokx en C. de Wit te Was
pik; A. Peters en K. Veltman te Dru
nen; C. v. Alphen en P. de Nijs te
Kaatsheuvel; R. v. Drongelen en M.
Dijkstra te Sprang-Capelle en H. Ver-
wiel te Heesbeen.
Afgewezen geen.
Toelatingsexamen tot de 3de klas
H.B.S. 3-j. c.
Voorwaardelijk toegelaten: N. v. Loon
te Waalwijk.
Overgangsexamens.
Bevorderd van klas I naar klas II:
J. Bank, P. Bertels, H. Both, J. v.
Delft, H. v. Haren, F. Hceben, J.
Lombarts, F. Hoffmans, W. Marinus,
M. de Rooy, P. de Rooy, A. Schalken,
V. Wijers en P. v. Zeist te Waalijk;
A. v. Boxel, P. Hochstenbach, B.,
Speetjens en P. Stal te Geertruiden
berg; A. Boelen, B. v. Drunen en J.
IJpelaar te Drunen; R. v. d. Schans en
J. Colijn te Eethen; A. Koolsi en A. v.
Yelthoven te Waspik; L. Broeder en J.
v. d. Schans te Sprang-Capelle; A.
Snijers te Raamsdonksveer en G. v.
d. Linden te Kaatsheuvel.
Herexamens 4. Niet bevorderd 10.
Bevorderd van klas II naar klas III:
j. Eibers, Jos. de Folter, J. de Folter,
E. v. d. Hammen, A. v. d. Heuvel, A.
Hornman (voorw.), J. Kemperman, J.
de Kort, F. v. Liempt, J. Muskes, J.
Pullens, D. Roxs, A. Spitters en J.
Spijkerman te Waalwijk; R. Bakker en
L. Merk te Geertruidenberg; F. Boelen,
J. v. Delft en H. Petersi te Drunen;
P. v. Boxtel en A. de Bruin te Kaats
heuvel en A. Gijsman te Waspik.
Herexamen 1. Niet bevorderd 3.
Bevorderd van klas IV naar klas V:
J. v. d. Dungen, G. Maas, B. Mombers
en C. Spitters te Waalwijk; A. v. Laar
hoven. P. Leenaarts en F. Tuerlings te
Kaatsheuvel en D. Verhagen te Sprang-
Capelle.
Niet bevorderd geen.
Vragen op rechtskundig gebied
(Abonné's kunnen in deze rubriek
GRATIS vragen stellen).
Als iemand geld te goed heeft,
dat men niet aan heeft gegeven vo
rig jaar, omdat men meende, dat
de schuldenaar toch niet zou kun
nen betalen. Nu blijkt later, dat de
schuldenaar wel kon betalen. Indien
nu de schuldenaar aangesproken
wordt tot betaling, hoe gaat het dan
met het Rijk? Wordt er dan boete
toegepast of is dat ook bii de wet
geregeld?
Uw schuldenaar had U geleend
geld terug te betalen. Het vorig iaar
heeft hit dit niet gedaan en nu wilt
U den schuldenaar gerechtelijk aan
spreken. Hoe zit nu de zaak?
U hebt uwen schuldenaar geld ge
leend öf uit uw vermogen öf uit
uwe inkomsten. Is het van uw ver
mogen afgegaan en komt het thans
terug dan in U in de toekomst wat
meer vermogensbelasting verschul
digd en hebt U het van uw inkomen
gedaan dan hebt U er zeer waar
schijnlijk reeds belasting voor be
taald over het jaar, waarin het door
U geleend werd en behoeft U er
nu bii terugontvangst natuurlijk niet
als nieuwe inkomst voor te betalen.
Boete kan door den fiscus niet op
U worden toegepast, 't Levert dus
geen fiscaal bezwaar voor U op in-
i dien U het aan U verschuldigde ge
rechtelijk invordert.
Van iemand, die destijds geld ge
leend heeft aan een persoon, doch
dit vermogen voor den fiscus verzwe
gen heeft, daar toen het geld niet
verhaalbaar was, doch- momenteel
gemakkelijk te verhalen is op dien
perscon, nog in moeilijkheden ko
men met den belastingambtenaar, als
de schuldeischer het geld thans op
vordert?
H. H,
Zie antwoord hierboven.
Welke tijdregelmg krijgen wij?
Regeeringssteun aan de
scheepvaart. Het verloren
schaap uit Wormerveer terecht.
Vorderingen op vreemde sta
ten. Een directeur uit het
land van Kokanje. De nieu
we spelling wil er niet in.
Tijd is geld. Daar zijn wij het over
eens. Waar wij het echter nog altijd
niet over eens zijn, is de vorm, waarin
wij dien tijd zullen gieten. Schier on
telbare malen is in moties, in initiatief-
ontwerpen en bij de behandeling der
Rijksbegrooting uiting gegeven aan,
dikwijls sterk uiteenlcopende, verlan
gens ojp het gebied der tijdregeling.
Zusterhuis 6
Thans is de kwestie weder aan de
orde, door het verschijnen van de Me
morie van Antwoord op het Voor-
loopig Verslag aan de Eerste Kamer
ever het wetsontwerp tot herziening
van den wettelijken tijd.
Met het oog op het internationale
verkeer is aansluiting gezocht bij de
wereldtijdindeeling, daarbij rekening
hcudende met den wensch van eenheid
van tijd gedurende het geheele jaar,
daar dit voert tot aansluiting bij den
Midden-Europeeschen tijd, met overeen
stemming tevens ten opzichte van Bel
gië, Frankrijk en Engeland in de pe-
ricde van zomertijd in die landen. Een
stemmigheid kan men in deze materie
bezwaarlijk verwachten, zeide de mi
nister, het ontwerp verdedigende, doch
men doet aan de souplesse en het
aanpassingsvermogen van ons maat
schappelijk verkeer tekort, wanneer men
van „onoverkomelijke bezwaren'' ge
waagt.
Wij zullen moeten afwachten, of er
nu ditmaal een besluit valt.
Het afnemen van de tonnemaat on
zer koopvaardijvloot door verkoop van
tal van schepen naar het buitenland
is een verontrustend verschijnsel, dat
ook de Regeering heeft bezig gehou
den. Zij wil trachten, hulp te bieden
cm dit euvel tegen te gaan, al is zij'
zich er wel van bewust, dat de te ver-
leenen steun niet van dien aard zal
kunnen zijn, dat er van een afdoenden
maatregel zal kunnen worden gesprc»*
ken. Zij is voornemens,, volgens eed
nader vast te stellen schema steun
bedragen uit te keeren aan vracht- ed
passagiersschepen, gedurende den tijdj
dat deze in de vaart zijn. Ook wil zij
gaarne een vrachtlijn van Amsterdainj
op Zuid-Amerika behouden zien, wa&r*?
toe een onderzoek gaande is. Voorts
hoopt zij nog steeds tot overeenstem
ming te zullen komen met de Holland*
Amerika-lijn, betreffende den bouw vad
een nieuw, groot, modern passagiers-,
schip voor deze scheepvaartmaatschap
pij-
Voorts heeft de minister van Sociale
Zaken een schrijven gericht aan het
gemeentebestuur van Den Haag, waar
in hij in overweging geeft het aldaar
geldende systeem van tewerkstelling
van steuntrekkenden te vervangen door
een werkverschaffing volgens de rijks
regeling, daar de minister van inee-
ning is, dat de Haagsche werkverschaf
fing duurder is dan andere, terwijl de
prestaties geringer zijn. In verband hier
mede hebben B. en W. van de resi
dentie een nauwkeurig onderzoek ge
last.
Het verloren schaap is terecht; .dei
spoorloos verdwenen kassier Schaap
182.
Die portefeuille, mijnheer, was het
eigendom van Gabrielle de Saulien, en
bevat een stuk van een brief, aien ik
aan mijn dochter heb geschreven. Wel
nu, die portefeuille is in de kleeren
van de kleine Laurence gevonden, toen
haar moeder haar had verlaten.
Dat heeft men u verteld, mevrouw
de markiezin. Maar ik zeg: die porte
feuille is de vicomtesse de Mérulle ont
stolen
Mijnheer, pas op
Ik behoef niet op te passen, ik
heb niets te vreezen. Kent gij den
baron de Verboise, mevrouw?
Ja, mijnheer, hij is de verloofde
mijner kleindochter.
O! daar was ik zeker van!
riep de kruier uit eindelijk, einde
lijk!... nu heb ik hem! Ik kan hem
du9 ontmaskeren!
Zijn gelaat had een vreeselijke uit
drukking; zijn oogen schoten vlammen.
Mevrouw de Saulien zag hem ver
bluft aan.
Mevrouw, hernam hij op doffen
toon, de baron de Verboise is uw
ergste vijand; hij is de bedrijver van
het .schandelijk complot en het ellen
dige meisje, dat hier voor Laurence
de Mérulle doorgaat, is een der mede
plichtigen van den baron.
O, hoe knap is mijnheer de baron de
Verboise! Met welk een genie heeft
hij zijn plan beraamd! Hij Iaat u uw
kleindochter terugvinden, hij trouwt
haar en komt op die wijze in het bezit
van het fortuin der grootmoeder..,.
O! ik ken zijn bedrijf! Mijnheer de
baron .speelt dat spelletje voor de
.tweede maal... Ja, maar hij' rekende
niet op den ouden kruier; ik roep den
baron de Verboise toe: Halt, ellende
ling, tot hiertoe en niet verder! De op
lossing van zijn spel zal ik hem be
zorgen J Ik zeg u nogmaals, mevrouw,
gij zijt door stoutmoedige schurken
schandelijk bedrogen; gij kunt veront
waardigd zijn, maar moet u tegelijker
tijd verheugen!... Ik heb u volmaakt
geluk beloofd en gij zult het hebben,
mevrouw. Uw kleindochter, de ware
Laurence de Mérulle, zal u teruggege
ven worden, maar nog meer
De kruier was genoodzaakt op te
houden, want de aandoening schroefde
hem de keel toe, en de markiezin zag
groote tranen langs zijn wangen bigge
len. Maar spoedig hernam hij weer:
Maar gij kent uw kleindochter,
mevrouw, gij hebt haar lief en hebt
haar reeds in uw armen gesloten en
aan uw liefderijk kloppend hart ge
drukt.
Wat zegt ge? riep de groot
moeder uit.
fik zeg, mevrouw de markiezin,
dat de dochter van Gabrielle de Sau
lien, onder den naam van Geneviève,
acht en veertig uur bij u heeft ge
woond, in het oude huis harer voor
vaderen.
Geneviève! Groote God! riep
de markiezin uit.
De kruier kon zijn tranen niet meer
bedwingen en weende overluid.
Mevrouw de Saulien ging haastig
op hem toe, vatte zijn hand en zeide
bevende:
Wees bedaard, ik geloof nu aan
de waarheid uwer woorden; o! ik bid
u, mijnheer, ga voort; ik hoor u met
heel mijn ziel aan.
V.
PAOLO.
Na zijn tranen afgewischt te hebben,
hernam de kruier:
Geneviève heeft u reeds alles ver
haald, wat haar is overkomen sedert
het oogenblik, dat zij het huis harer
pleegouders heeft verlaten.
God heeft Laurence de Mérulle bijge<
staan. Hij heeft gewild, dat zij haar
grootmoeder zou verlaten, dat zij on
derwijzeres der dames Melikoff zou
worden en haar leerlingen naar de
Dauphiné zou vergezellen, ik zal u
zeggen, waarom Hij dat heeft gewild;
maar bereid u op groote vreug
de voor... O! gij zijt krachtig geweest
tegenover het verdriet, wees nu ook
krachtig tegenover de vreugde.
God, wat zal ik hooren? prevel
de mevrouw de Saulien en vouwde haar
handen.
Mevrouw de markiezin, ging
vader Ajiselme voort in een afge
legen hoekje van het gebergte der
Isère vond uw kleindochter... haar
moeder!
Mevrouw de Saulien gaf een gil; zij
werd bleek als een lijk, sloot baar
oogen en wankelde. Vader Anselme
had nog juist den tijd, haar in zijn
armen op te vangen.
Vrouw Darasse, schuif dadelijk die
canapé .hierheen, riep de kruier.
De weduwe gehoorzaamde.
En terwijl vader Anselme de mar
kiezin ,op de Canapé legde, ging vrouw
Darasse Dorothea roepen, die dade
lijk kwam toeschieten, om hare mees
teres bij te staan.
Weldra kwam de markiezin bij; zij
opende de oogen.
Gedurende eenige oogenb'.ikken zag
zij verwonderd om zich heen, daarna
kregen haar oogen weer de gewone
uitdrukking en zweefde en een onver
klaarbare glimlach op haar lippen. Zij
zuchtte, stak den kruier haar hand toe
en zeide:
De aandoening was groot, maar
gij moet mij nu ook zeggen, hoe mijne
kleindochter haar moeder heeft gevon
den. Vrees nu niet meer mij te schok
ken; de vreugde is nu in mijn hart.
Vader Anselme deed' het geheele ver*
haal, en toen hij geëindigd bad, stond
de markiezin weenende op en zeide:
Waar zijn mijn dochter en mijn
kleindochter?
Sedert van morgen te Parijs. i
Te Parijs! Waarom' zijn zij dani
niet hier?
Mevrouw de markiezin, de vicorn*
tesse de Mérulle en haar dochter wil*
den niet bijl u komen, voordat gij waarfc
voorbereid.
O! ja, ik begrijp dat!
Ik kwam hier met de idéee, vt
te zeggen: Binnen een uur zullen uwi'
dochter en uw kleindochter in uw aiK
men zijn.
En zegt gij mij dit dan nu niet
meer?
De tegenwoordigheid der valschej
Laurence de Mérulle belet het.
Mevrouw de Saulien richtte zich woe*
dend op en zeide:
(Mijnheer, ik zal die ongelukkige
in uw bijzijn ondervragen, haar heuiy
misdaad doen bekennen, en haar daar*
na wegjagen.
Zij wendde zich haastig tot Doro*
thea. om haar te zeggen, het jonge'
meisje voor haar te brengen; maar de
kruier hield haar terug, zeggende:
Jn naam van Gabrielle en Lau*
rence, bid ik u, niet te haastig te han*
delen; bedwing u en houd, als het
moet, nog twee dagen uw verontwaar*
diging in u opgesloten.
(Wordt vervolgd).