V FIRMA L. J. VEERMAN A BEZOEKT Jan Geertzen, 's-BOSCH, 1 P. J. SGHETSELAAR OKÉ fll Coöp. Boeren Leenbank „L. B." Rentevergoeding voor inlagen 3 pet. Denk er aan Laat deze kans U niet ontglippen! "SWAN"-VULPENHOUDER Restaurant Uitspanning Neem geen risico maar'n JUNOfornuis. VI. PB| Attentie s.v.p. Attentie s.v.p. Attentie s.v.p. Attentie s.v.p. 's-Hertogenbosch. WIJK EN AALBURG. 3 Tandheelkundige l GORINCHEM 3 SPREEKUREN i IJZERHANDEL-— crisistijd als deze is zulks gebiedend noodzakelijk. Een Ministerie van Landbouw is opgeheven en een van Arbeid opgericht. De vraag rijst, wat acht de regeering belangrijker, de ar beid, of de landbouw welke de ar beid' voortbrengt Een en ander samenvattend staat het onomstootelijk vast, dat onze landbouw, de grondslag onzer wel vaart, thans niet door natuurlijke oor zaken, maar tengevolge der econo mische politiek der stedelijke en niet- landbouwende bedrijven, gesteund door ons bepaalde stelsel van so ciale wetgeving en werkloozensteun, volkomen wordt geruïneerd. Als men den landbouw recht wil doen wedervaren, dan zal het levens peil in de steden en in het algemeen bij de niet landbouwende bevolking, belangrijk moeten dalen. Onverantwoordelijk is het te noe men, dat leiders van stedelijke en in dustrie-arbeiders, de landarbeiders wijs hebben gemaakt, dat hun lage loonen in vergelijking met de loonen in andere bedrijven, de schuld van de landbouwers is, terwijl in werke lijkheid hun loon, in verhouding tot de bedrijfsuitkomsten, veel hooger is dan door de boeren kan gegeven wor den. Onze industrieele loonstandaard is ®en_ van de hoogste van Europa. Ver schillende landen hebben onze nijver heidsartikelen niet meer noodig, daar ze deze zelf voortbrengen, of zijn der mate verarmd, dat ze onze dure in dustrie—producten niet meer kunnen koopen. Loopt het vast met onzen uitvoer, wat heeft men dan aan gloei lampen, radio-toestellen en wat dies meer zij om zijn hongerige maag te stillen. Gansch anders is het met den landbouw, wat zou men in een tijd van oorlog aan een weermacht heli- ben, als men wat de voedselvoorzie ning betreft grootencleels van het bui tenland afhankelijk is. Zooals reeds opgemerkt is, zal bij extensiveering van het bedrijf de werkeloosheid steeds toenemen, ge lijk hiervan de overtuigende bewij zen aanwezig gijn en niet alleen de werkeloosheid in den landbouw, maar indirect ook in andere bedrijven. Ge volg isverminderde opbrengst van eigen boclem, kleinere- export, gerin gere belasting opbrehgst, interen van het maatschappelijk kapitaal, hetwelk onberoepelijk moet uitloopen op in flatie én de onmogelijkheid van eene sluitende staatsbegrooting te maken. Groot ook is cie moreele betee- kenis van het verarmen van den boe renstand. Het betreft hier menschen die hun leven lang hard gewerkt hebben, waar de meerderheid in cle stad geen flauw begrip van heeft, en die nu alle vrucht van hun le vensarbeid zien verloren gaanja renlang alle mogelijke dure verzeke ringen voor anderen betaald hebben, terwijl zij zelf naar de armbesturen worden verwezen. En dat alles onder een leer van z.g.n. sociale rechtvaar digheid, als een afschrikwekkend voorbeeld voor degenen die door vlijt en overleg en door individueele be- staansverantwoordelijkheicl zich zelf hebben trachten te redden. De land bouw is reeds jaren aan zijn lot over gelaten en de dupe geworden van de door de niet-landbouw gevormde kunstmatige economie. Een en an der moet tot de meest heillooze ge volgen leiden. De democratie wil het loonpeil re gelen naar behoeften en het loonpeil in de landbouw doen aansluiten bij dat in 'de industrie. Op zichzelf kan gezegd worden dat het loon van den landarbeider, die veel zwaarder werk en van veel meer verscheidenheid heeft en een veel grootere veelzijdig heid van kennis vereischt, dan het veelal veel eenvoudiger werk van den fabrieksarbeider, niet te hoog is. De fabrieksarbeider verdient tweemaal zooveel, terwijl het lage loon van den boerenarbeider, gezien de bedrijfsuit komsten nog veel te hoog is. Van een groot maatschappelijk onrecht is hier sprake. De actie om het lage loon van den boerenarbeider op een peil als dat in de industrie te brengen moet falen, en kan alleen leiden tot verhoo ging van het loon van een gedeelte dèr arbeiders ten koste van de wer keloosheid van een ander deel, zoo als de maatschappij te zien geeft. Hooger loon is alleen mogelijk in dien de landbouw in staat wordt ge steld, de productieprijzen te regelen naar het rechtvaardig geoordeelde loon. Dit zou te verkrijgen zijn door uitsluiting van concureerende interna tionale bodemproducten, door mid del eener hoogen tolmuur, en de niet- landbouwende bevolking betaald dan per jaar 300 millioen gulden meer aan de boeren voor hun bodempro ducten dan thans het geval is. Dan zou de boer recht wedervaren en de schrijnende tegenstelling tusschen landelijk en stedelijk loon- en prijs peil zijn opgeheven. Het algemeen prijspeil zou dan gestegen zijn, wat neerkomt op waardevermindering van den gulden. De thans voor de land bouw bestaande inflatie, waar de meerdere koopkracht van de niet- landbouw tegenover staat, zou dan een feit voor het geheele volk zijn. Om zonder bescherming de prijzen der landbouwproducten door de boe ren vast te stellen zou alleen mogelijk zijn door eene bedrijfsorganisatie die de geheele wereld zou omvatten. Een dergelijk plan behoort evenwel tot de fantasie, zoo goed als het denk beeld om de agrarische productie over de geheele aarde te willen re gelen. Tot heden heeft men in Nederland geen inflatie gekregen, niettegen staande de veel te hoogen levensstan daard der niet-landbouwende bevol king. Dit is echter alleen mogelijk ge weest door het te veel aan uitgaven op de plattelandsbevolking af te wentelen en deze tot een paria-be staan te dwingen. W il men de land bouw met handhaving van het hooge levenspeil van den niet-landbouw recht laten wedervaren, dan zal het met de waardevastheid van onze munteenheid gedaan zijn. Als natie leven wij ver boven on zen stand en krachten, en een veel bescheidener levenswijze is gebiedend noodzakelijk. Het conjunctuur-verloop in den landbouw (de basis van het economische leveni wijst heen naar een voor-oorlogsch prijspeil of zelfs naar een nog lager. Men schijnt echter in ons weleer om zijn zuinigheid geprezen vader land op deze kenteekenen geen acht te slaan, zoowel in particuliere krin gen als in publiekrechtelijke licha men. Wat hebben b.v. z.g.n. democra tische gemeentebesturen al durven doen, terwijl een groot deel van ons volk aan den rand van den afgrond staat. In eenige jaren tijd zijn de uit gaven der gemeenten met 10-tallen millioenen toegenomen, welke potver- teringspolitiek moet uitloopen tot in tering van het vermogen der gemeen schap, tot verwoesting van cle wel vaart der landbouwende bevolking en der meer spaarzame burgerij. Een groote massa stedelingen schreeuwt moord en brand bii een 5 of 10 pCt. loon en salarisverminde ring ook al zijn de kosten van het levensonderhoud met 40 pCt. of meer gedaald sinds den tijd der vaststelling dier salarissen. Hoe steekt deze mentaliteit af, te gen die der landbouwende bevolking. Daar op het platteland wordt de vol le zwaarte der crisis gedragen, daar wonen de menschen die tegen de geringsten belooning, de langste werktijden maken, die in tijden van gevaar groote offers brengen, het land voor omwenteling behoeden en het fundament van welvaart leggen. Men heft leuze aan, dat de loonen en salarissen niet mogen worden ver laagd, dat de werktijden moeten wor den verkort, de werkloozen-steun ver hoogd, alle maatregelen die onhoud baar blijken te zijn, indien men slechts bij de natuur in de leer wilde gaan. Verblijdend is het te noemen, dat uit de protestantsch-christelijke arbei dersbeweging ook andere- stemmen zijn opgegaan, getuigenden van een andere wereldbeschouwing, n.l. de naaste lief te hebben als zich zeiven, waarmede dus het najagen van eigen belangen, ten kosten en nadeele van medemenschen niet te vereenigen is. Levert de verrichten arbeid een product op ter waarde van b.v. f 20 en wil men zulks met f 25.blij ven betalen, dan zal zulks op den duur moeten uitloopen, dat men met 25 guldens betaald welke slechts f 20 waarde hebben, en zal de spanning tusschen de goudwaarde en koop kracht van den gulden zoo groot wor den dat waardevermindering niet meer tegen te houden is, hetwelk voortgaande op den ingeslagen weg dan ook slechts een kwestie van kor ten tijd meer kan zijn. En dat omdat jnen in de praktijk het veel gezondere aanpassing aan gewijzigde levensom standigheden niet wil. Tusschen landelijk en met-landelijk loon- en prijs-peil bestaat een schreeu wende wanverhouding. Wil men infla tie voorkomen, dan zal het loon-, prijs- en winstpeil der bedrijven met nationale prijsvorming weer moeten aansluiten bij dat in den landbouw, waar de maat schappij weer op haar natuurlijken ba sis komt te rusten. Vrije concurrentie in het geheele bedrijfsleven is daar voor noodzakelijk. De meer genoemde 18e eeuwsche En- gelsche staa.huishoudkuncige Ac'am Smith schrijft aangaande de uitbuiting van den boerenstand door de niet-'and- i bouwende bevolking o.m. het volgen de: „Alle regelingen nu, die de strek king hebben, loonen en winsten te ver- hoogen boven wat zij bij vrije concur rentie zouden zijn, stellen de niet-land bouw in staat met een kleinere hoeveel heid Van eigen arbeid het product van een grootere hoeveelheid van den ar beid van het land te koopen. Deze re- gelingen geven aan handelaren en am bachtslieden in de niet-landbouw een voordeel boven grondeigenaren, land bouwers en landarbeiders en verbreken 'de natuurlijke*gelijkheid die anders zou 1 bestaan. .De geheele jaarlijksche op brengst van den arbeid der maatschap pij wordt verdeeld tusschen deze twee deelen der natie. Door de bovenbe doelde regelingen (organisatie's) wcrdt een grooter deel gegeven aan de niet- landbouwende bevolking, dan hun an ders ten deel zou vallen en een kleiner deel aan het platteland." Dit betoog van meer dan anderhalve eeuw terug, is woordelijk op onzen tijd toepasse lijk, alsof het in de laatste jaren ge schreven is. In de landbouw zijn de loonen in vergelijking met 191Ó—1914 met 100 pCt. gestegen, de prijzen der akker bouwproducten met 16 en van de vee teelt met 32 pCt. gedaald, zoodat de lage loonen der landarbeiders te dien opzichte nog veel te hoog zijn. De loonen der ongeschoolde arbeiders in de stad zijn nog 150 pCt. hooger dan voor den oorlog. Loonen en salarissen zouden een gevoelige daling moeten ondergaan. Het ziet er niet naar uit, dat het vooralsnog hiertoe zal komen, liever zal men de natuur door stakin gen, bedreigingen of revolutie vrachten te dwingen, waarop het antwoord zal zal volgen, dat eene geblinddoekte ver- laging zal komen, als de gi lden waarop men zoo trotsch is de waarde van een kwartje zal krijgen, terwijl dan de eco nomische wanverhouding nog niet zal zijn opgelost. Er zullen groote offers moeten wor den gebracht en menig hei'ig huisje zal opgeruimd moeten worden, wil men devaluatie voorkomen, en het z.g.n. drastische bezuinigingsprogram der ie- geering zal dan nog maar kinderspel zijn. Sociale wetgeving behoort bij de publieke kassen gebracht en zoo ge ducht herzien te worden, als met de econonmische mogelijkheden in den landbouw en natuur in overeenstem ming is. Veel luxe kan nog verdwijnen zonder dat men behoort te klagen. Terugkeer tot de vrije concurrentie behoort niet tot het onmogelijke. Of marcheerde de maatschappij voor den oorlog niet beter dan nu, en waren de menschen toen soms ongelukkiger? Of heerschte er bij vrije concurrentie niet een natuurlijke orde in de maatschappij en een beter verband tusschen land bouw en andere takken van volkswel vaart? Hoewel de moeilijkheden van over gang niet te onderschatten zijn, zal toch bij vrije concurrentie alles naar een lager peil gaan, goedkoopere ar beidskrachten, minder werkeloosheid, goedkooper leven, toenemen van con currentievermogen met het buitenland, minder sociale wetgeving en voorzie ningen, meerder persoonlijk verant woordelijkheidsgevoel. Er dient een ein de te komen, dat een verkwistende meerderheid teert op wat een spaar zame minderheid heeft tot stand ge bracht. Soberheid, matigheid en zuinig heid, individueele verantwoordeli kheid diene in eere hersteld, ter verhooging van de economische weerkracht van ons volk. De landbouw en het welvaartspeil in het algemeen behoort te bepalen hoever met sociale wetgeving kan worden gegaan. Het volmaakte zal ook dan niet zijn bereikt, maar het is goed, dat de mensch j wordt herinnerd dat deze aarde gegil paradijs is, maar het tegenbeeld te zien 1 geeft van wat zij eens was, opdat ook worde uitgezien naar een beter va derland, waar geen moeite meer zal zijn. Maar zulks ontslaat ons toch niet van den plicht om op het gebied van het stoffelijke naar rechtvaardigheid te staan, en deze komt bij de huidige men taliteit en organisatie steeds meer in het gedrang. Het sociale streven van arbeiders- en werkgeversorganisatie^ en overheid, leidt tot schijndemocratie, waarin maatschappelijke ourecht\a;r- digheid hoogtij vfiert. Theorieën dat loon- cn salarisver laging niet noodig zou zijn, worden nog dikwijls verkondigt, waardoor de groo te massa in den waan wordt gebracht, dat de toestand' nog zoo erg niet is. Hoe groot zal de ontgoocheling zijn, wanneer die verlaging in hare ware gedaante zal komen, hetzij door nog op grootere schaal stopzetting" der be drijven en nog grootere werkeloosheid, gelijk die van jaar tot jaar toeneemt, cf door den val van den gulden. Duidelijk is waar te nemen, wan neer de gewone wijze van voortbren- gen geweld wordt aangedaan door te regelen, te ordenen, te organisee- i en, juist het tegenovergestelde wordt bereikt van wat beoogd wordt. n.l. disharmonie en wanorde. Hoe zullen de landarbeiders met een loon van 25 cent per uur gebruik kunnen maken van de diensten der arbeiders in de beschutte bedrijven van minstens 50 cent per uur. De werkloozen zullen eens moeten gaan inzien, dat zij tot nietsdoen met wei nig inkomsten worden gedwongen om vakgenooten een hoog loon te be zorgen. Evenzoo in de ambtenaren wereld. Hoevelen worden niet ontsla gen. omdat de gemeenschap al de hooge salarissen niet kan betalen, en en komen zonder betrekking, om hun collega's hun hooge bezoldigingen te doen behouden. Op een school met b.v. 8 leerkrachten, worden 2 ont slagen en komen aan de dijk te staan om f 4000 te bezuinigen, terwijl die zelfde bezuiniging ware te verkrijgen door alle 8 iper hoofd gemiddeld f 500 salarisverlaging te geven. Wii zijn zelfs van oordeel, dat nog veel ver der moet gegaan worden. Wii leven niet in een tijd van tijdelijke ver storing van het evenwicht, maar wij verlceeren in een der hachelijkste po- sitie's uit de wereldgeschiedenis. Wij lijden aan groote kwalen en deze vereischen groote middelen. Van die regeering die zich niet laat beïn vloeden door degenen die de grootste luidsprekers tot hun beschikking hebben, maar doelbewust en krach tig weet aan te pakken, zoowel ten opzichte van kapitaal als van arbeid, een einde makende aan monopoliepo- sitie's, waarmede het karakter der maatschappij zich niet verdraagt, is te .verwachten dat zij onder hoogere lei ding den toestand meester wordt. De boeren hebben als één man te staan naar herstel der vrije mede dinging in het geheele bedrijfsleven en naar overbrenging van de sociale lasten van het bedrijf naar de pu blieke kassen. Vermoedelijk zou vanuit de' steden voor een dergelijk streven nog meer aanhang te vinden zijn dan wel gedacht wordt. De tij den zijn zeer ernstig, en er is groote ontwrichting op allerlei gebied. Wii1 zien de toekomst donker in en het komt ons wel eens voor alsof de wijzers der klok van het wereldge beuren niet ver meer van het midder nachtelijk uur verwijderd zijn. De gebeurtenissen volgen tegen woordig elkander steeds in sneller tempo op. Zien wij de toestand te somber in. dit zou ons alleen kunnen verheugen. Maar in elk geval is het noodzakelijk op de teekenen der tijden acht te ge ven. en plicht om de gemeenschap op de gevaren be wijzen. Er zijn velelei vragen. Afstekende naar dé diepte beamen wii de dicht regelen van Da Costa,,Op den bo dem aller vragen, ligt der wereld zondeschuld." „De koning zelfs wordt van het veld gevoed." Met hartelijk dank voor de buiten gewone plaatsruimte. Uw abonné. JAC. v. d. POL1. Veen, 24 Juli 1935. Nog slechts enkele dagen is het RUILAANBOD voor het verkrijgen van een „S WAN"-VULPENHOUDER van kracht. Nu kunt U nog tegen inruiling van Uw oude vulpenhouder, onverschillig van welk merk, doch voorzien van gouden pen, de wereldberoemde bekomen, met 20 °[0 korting op den prijs van de te koopen penhouder. B.v.U koopt een „SWAN"-zelfvuller, waarvan de verkoopprijs bedraagtf 9.50 20 korting voor inruilen van Uw oude pen1.90 Kostprijs van Uw nieuwe „Swan"-zelfvuller f 7.60 U koopt een „BLAC BIRD"-zelfvuller waarvan de verkoopprijs bedraagtf 4.75 20 korting voor inruilen van Uw oude pen 0.95 Kostprijs van Uw nieuwe „Blac Bird"-zelfvuller f 3.80 Mag U zoo'n aanbod zoo maar laten gaan Wij weten niet of dit ruilaanbod wel ooit weer terugkomt Zorg er voor, dat U over enkele dagen kunt zeggen „Ik heb ook nog juist van deze gelegenheid gepro fiteerd". BOEKHANDEL HEUSDEN. van ouds bekend Hótel Café Billard ST. JANSSTRAAT 10—12 TELEF. INTERC. 436] Ruime Autogarages. RECLAME WAGENS speciaal tarief 01S3iJbS?Jl§tei]ü3ïl0 i TELEFOON 349. g 10-12 en 1—3. 8 J 's MAANDAGS 9—3. Minvermogenden 8 3 9.3010 v.m. Het nieuwe geïllustreerd Nederlandsch Maandblad PRIJS 35 CENT. Verkrijgbaar in den Boekhandel Firma L. J. VEERMAN, Heusden. Die reeds jaren met voldoening een fornuis, merk >JUNO< stoken, zij allen zullen U zeggen, er bestaan geen betere. j Sierlijke modellen. Schitterende décors. Prachtige afwerking. Rood-, blauw-, wit- en zwart- email. Nikkel en verchroomde uitvoering. Laag in prijs. Komt eens zien naar onze enorme voorraad. Ruim 500 stuks voorhanden. Let op het merk JUNO. Hinthamerstraat 131, voorbij de St. Janskerk - Tel. 254 Kassier s D. VAN WIJK. Kantoor geopend DINSDAGS en VRIJDAGS van 29 uur.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1935 | | pagina 6