De Grootmoeder. Binnenland. FEUILLETON. BIJDRAGEN Land- en Tuinbouw. Burgerlijke Stand. STEUNMAATREGELEN GROENE ERWTEN (KROONERWTEN), SCHOKKERERWTEN EN LANGE BRUINE BOONEN. Daar de regeling voor den nieu wen oogst op verschillende punten afwijkt van de oude steunregeling, volgt hieronder een kort resumé van Üe voorgenomen steunmaatregelen. De richtprijzen welke door den (Minister van Economische Zaken zijn bepaald, zijn reeds medegedeeld in het teeltplan 1935, terwijl het de bedoeling is, de vastgestelde richt prijzen maandelijks met f0,10 per 10Ó K.G. te verhoogen. voor het eerst op 1 October 1935 en voor 'de laatste maal op 1 April 1936. DENATURATIE VAN CONSUMP TIEAARDAPPELEN. In verband met de van verschillende zijden geuite vraag, welke maatregelen er zullen worden getroffen t.a.v. de de- naturatie van consumplie-aardappe'en, deelt men ons van bevoegde zijde mede, dat voor den oogst 1935 op een vroeger tijdstip met denaturatie zal worden aan gevangen dan voor den oogst 1934 het geval is geweest (waarschijn'ijk in de maand September). Omtrent de grootte van de denatura- tievergoeding en de wijze waarop de denaturatie zal dienen te geschieden zul len t.z t. nadere mededee ingen worden gedaan. GROENE ERWTEN (KROON ERWTEN) EN SCHOKKER ERWTEN. I. Voor deze producten zijn maatre gelen getroffen, die beoogen door middel van denaturatie tegen ver goeding de markt van overmatig aanbod van consumptie-erwten te ontlasten en tevens om erwten van minder goede kwaliteit voor steun in aanmerking te laten komen. De denaturatie kan plaats vinden Op de boerderij (voorzoover eigen 'teelt betreft) alsook bij den hande laar. Aanvragen door telers moeten wor- .den ingezonden bij de Provinciale iLandbouw-Crisis Organisaties en die 'door den handel bij de Nederland- sche Akkerbouw Centrale. De erwten worden in vier kwali teitsklassen gerangschikt. Door de opzichters worden monsters geno men en gezonden aan de N.A.C., waar voor elke partij de vaststelling van 'de kwaliteitsklasse centraal ge schiedt. Deze Centrale stelt weke lijks over de voorafgaande week de 'denaturatievergoeding voor elke klas se vast. In den aanvang zal alleen voor de twee laagste klassen de de- maturatietoeslag worden vastgesteld. SCHOKKERERWTEN EN LANGE BRUINE BOONEN. 3 II. Voorts zal, teneinde de bepaalde richtprijzen zooveel mogelijk te be naderen, ten aanzien van schokkér- lerwten en lange bruine bobnen een regeling worden getroffen, krach tens welke de N.A.C. van hare daar voor in aanmerking komende geor- ganiseerden onder bepaalde voor waarden hun voorraden van deze peulvruchten op 15 'Mei 1936 over neemt tegen richtprijzen, verhoogd met een bepaalde vergoeding, i III. De N.A.C. behoudt het recht, in dien zulks noodig mocht zijh tot steun van de markt of ter bevor dering van den afzet van in Neder land geteelde peulvruchten, prijsre- gelend op te treden, hetzij door ei gen aankoopen, hetzij door het tref fen van andere regelingen. HEFFING OP MELKPOEDER EN BLOKMELK. Naar wij vernemen heeft de Minister van Economische Zaken de heffing op voor het binnenland bestemde melkpoe der en blokmelk met ingang van Zon- idag 4 Augustus a.s. verhoogd van 0.484 cent tot 0.605 cent per pCt. vet per K.G. product. Evenals tot nog toe de heffing in mindering wordt gebracht van den Zuivelsteun, zat dit ook met de verhoogde heffing het geval zijn. o 189. Mijnheer, zeide Gabrielie herkent ge mij nog? Ja, mevrouw, ik herken u; niet tegenstaande vele jaren zijn voorbij gegaan, zijt gij niet veranderd. Na reeds zoo goed voor mij te zijn geweest, mijnheer, hebt gij het kind, dat ik u heb toevertrouwd, met de grootste liefde verpleegd. Heb dank, mijnheer, heb dank! En ik voeg mijn dankbetuigingen bij die mijner dochter, zeide de mar kiezin; ja, ik ben er trotsch op, u de hand te kunnen reiken. Dames, antwoordde mijnheer Lionnet gij maakt mij verlegen; een eerlijk man, die weet wat zijn plicht is, doet ook zijn plicht; ik heb veel van dat kind gehouden; zij was mijn dochter!... Spreek mij niet meer, van hetgeen ik voor haar heb gedaan; zij heeft het mij duizendmaal teruggege ven, door de vreugde, die ik van haar heb beloofd. Goed, mijnheer, zeide de mar kiezin opgewonden; maar gij kunt u niet aan onze dankbaarheid onttrek- trekken; vergeet niet, mijnheer, dat gij een lid van de familie der markiezin de Saulien zijt geworden. Geschiedenis van het Land van Heusden en Altena en den Bomuielerwaard. 30. In de Nederlandsche Tale is het nu een Serkte, een Kasteel, of Slot, en die de bewaaringe van zoo een burg en kasteel betroud was, werd genaamt Burggraaf, gelijk die van het aloud geslagt Wassenaer geweest zijn Burg graven van Leijden, en om dat het ze kerst was, omtrent off digt onder zoo danige Burgt te woonen, zoo heeft dat aenleijdinge gegeven, om zoodanige plaatsen te bewoonen, waerom zoo danige ook Burgers genaamt werden. Divelus verhaalt opt Jaer 1286, dat de Hertogh van Brabant de Steeden Tiel en Bommel innam, en met eene de Stad Heusden met het Kasteel, en daer zegt hij1, dat het Kasteel malrepas genaamt werd. Dit schijnt genoomen te zijn uut de Brabantsche Cronijk, schrijvende cap. 36: „Item als men schreef 1286, zoo trok Hertog Jan met groote magt voor „Heusden, en hij won den Burg en „besette se met volk. Dan trok hij „netftns de Maze en won den Burg van „Malrepa." Hetwelk met Divelus niet overeen- konii, zeggende, dat het Kasteel' van Heusden Malrepas genaamt werd. Dit is een Frans woord, betekenende een plaats daer niet veel te eeten is, off een die niet wel gegeeten heeft. Ik zóude wel meijnen dat het Kasteel van Kessel zoo genaamt werd, omdat C. Butk., pag. 289, verhaalt, dat de Hertog van Brabant, vertrekkende van Heusden, gegaan is langs de Maze na Kessel; doch daer staat niet, dat hij het Kasteel innam. Dit Kasteel heeft van ouds gehad twee groote uutstekende vierkante Too- rens, en is daer van de grootste anno 1620 met een groot deel van het zijdel. werk nedergestort, en dat op den klaa- ren dag, zijnde het aengenaamste en stilste weder van de wereld zonder eenige wind, en men presumeert, sulx veroorzaakt te zijn, om dat men hier en daer de mueren heeft uutgehouwen, in een zekere benede zaal, en geschrijn- werkte kasges daer in gestelt, waar door het werk, verswakt zijnde, en niet konnende draagen de swaarte van liet booven werk, noodzakelijk heeft moeten wijken, wanneer men vernam dat de tooren en het muerwerk begon te wijken, het welke langzaam toe ging en dat men sulx begon te merken door het verwijden van zekere spleet, in de muer gebersten zijnde, zoo heeft men terstond begonnen te arbeijden docr eenige persoonen, en alles, waeraan ge legen was en van eenige waardije, daer uutte haaien, en bij die occasie bleven, de tooren invallende, daer onder ver plettert drie Arbeijders, en nog eenige, die swaerlijk gequetst zijnde, met groo te moeijte en door veel arbeijds eijn- delijk daer uut gehaalt zijn. Dit zijdel. werk is daer na weder opgeboud, dog zonder tooren, en als men het vervalle muerwerk verders zoude afbreeken,om het werk t'eenemaal te vernieuwen, zoo heeft men de materialen, dat is kalk en steen, van sulke hardicheijd bevonden, dat men het zelve met de grootste moeijte van de wereld heeft moeten afbreken. Omtrent het Jaer 1340 heeft Johan de III van die Name Hertog van Bra bant ,die op die tijd de possessie van de Stad, Slot en het Land van Heusden hadde, bij dese Burg of dit Kasteel aengevangen te bouwen een zeer swaa- re agtkantige Burg-Tooren, welke zijne Dogter Johanna Hertoginne van Bra bant, in haers vaders plaats gésucce- deert zijnde, daer na heeft voltrok ken, en daer booven op het corpus laaten setten een zeer hooge spits met een ommegang, het welke door Ouder dom en andere ongelegentheijd, het zij van Wind of Donder, daer afge raakt is, men zegt dat Brabant drie maal geschat is om te vinden de kos ten, tot dit gebou noodig zijnde. In het Jaer 1613 is booven op dese Tooren gemaekt een vierkant huijsge met een dak, het welk jegenwoordig daer nog op staat. (Wordt vervolgd). De beteekenis van de Specht voor den boschbouw. In het Juli-nummer van het „Tijd sein itt der Ned. Heide-Mij." lazen we van de hand van den heer M. de Ko ning een zeer interessant-opstel over de beteekenis van onze spechten voor den boschbouw. De specht, zegt de heer Koning, heeft zich vrienden en ook vijanden gemaakt, mede doordat hij zijn woning uithakt in het binnenste der stammen; ook zijn zoeken naar insecten gaat wel eens wat ruw. Hij is door de wet beschermd, maar er loopen nog veel menschen in onze bosschen, die daar geen rekening mee houden. Er zijn in onsi land 5 soorten: de zwarte specht, de groene, de groote bonte, de middenste bonte en de kleine bonte specht. Het is zeer moeilijk een oor deel uit te spreken over nut en schade van het zoeken naar insecten door spechten; vriend en vijand zijn zich beurtelings te buiten gegaan in het op hemelen en aanklagen. Spechten eten ook plantenkost. Van den groenen specht is bekend, dat hij ook besvruch ten eet. De groote bonte specht is vooral eter van boomzaden, meest naaldhoutzaden. Het zaadeten heeft in den regel voor den boschbouw weinig beteekenis; nergens treden de spechten in zwermen op. Het insectenzoeken der spechten kan zijn nut, maar ook zijn nadeel hebben; beide loopen weinig in het oog. In ieder geval helpen de insecten te sterke vermeerdering van insecten voorkomen. Door het maken van holen kan scha de ontstaan; vaak is ze ook van geen beteekenis, elk geval moet hier afzon derlijk beoordeeld worden. Het per- O! mevrouw de markiezin! Wij willen nog altijd den pleeg vader van Laurence de Mérulle in u zien, en gij kunt haar nooit te dikwijls komen bezoeken. Mevrouw, antwoordde de fabri kant diep bewogen ik dank u voor uwe vriendelijke woorden; ik zal die nooit vergeten. Grootmama, zeide het jonge meisje gij verzoekt Albert ook hier, niet waar? Wie is Albert? vroeg de groot moeder. Mijn zoon, mevrouw. Mijnheer Albert Lionnet, zeide de vicomte de Mérulle is drie jaar jonger dan Laurence; zij zijn te zanten als zuster en broer opgevoed. Mijnheer Lionnet, laat uw zoon steeds de broeder, de vriend mijner kleindochter blijven. O, voegde zij er glimlachend bij na langen tijd afgezonderd geleefd te hebben, zal ik op eens een groote fa milie hebben en ik dank God voor de belooning. Mevrouw, hernam de fabrikant denkende u een pleizier te doen, heb ik in dit kistje eenige voorwerpen, die ik zorgvuldig heb bewaard; het is een stel kinderkleertjes, die de kleine Lau rence droeg, toen ik haar tot mij heb genomen. Mijnheer de Mérulle heeft u zeker geezgd, hoe Geneviève heeft gehoord, dat zij mijn dochter niet was. Ja, dat weet ik. Ik had haar het geheim zelf wil len meedeelen op het oogenblik van haar huwelijk, en haar dan werkelijk als dochter willen aannernen. Maar het moest anders zijn, en hoewel ik eerst wanhopend was, toen ik vernam, dat Geneviève mijn huis had verlaten, ver heug ik mij nu over de gebeurtenissen die er het gevolg van zijn geweest, en neem van harte deel in uw geluk. Eigenlijk moest ik die kinderkleerijes aan mijn pleegdochter geven als een herinnering aari den dag, waarop haar moeder haar rnij had overgegeven. Ja, geef ze mij, beste vader! Ik zal ze mijn leven lang bewaren! Mijnheer Lionnet haalde een sleutel te voorschijn en opende het kistje. Ga brielie naderde met schitterende oogen en riep: O, ik herken dat mutsje, dat rok je en dat jurkje; die heb ik zelf bewerkt! AI de kleertjeshoe lief stonden zij mijn kind! Laurence omhelsde haar moeder. Daarna werd alles weer in het kistje geborgen en de sleutel aan het jonge meisje overhandigd. Juist toen dit werk voltooid was, trad Henri Merson binnen, nadat de vicomte de Mérulle hem de deur had geopend. Zijn oogen straalden. Hij dacht slechts haar, die hij lief had, te vinden; maar op het zien van mijnheer Lionnet, van mevrouw de Saulien en van een an dere vrouw, bleef hij verbaasd staan. Niettegenstaande boog hij eerbiedig. centage aan behakte stammen in een bosch is steeds uiterst gering. Het is niet moeilijk de schade, schijnbaar te recht, aan te dikken, maar de practijk leert anders. Het is toe te juichen, dat de wet de spechten beschermt. Bijenteelt en Fruitteelt. Er wordt in de laatste jaren op ver schillende wijzen propaganda gemaakt voor een intensievere fruitteelt. Op één belangrijk ding wordt daarbij lang niet genoeg, soms in het geheel niet, de aan dacht gevestigd, namelijk op de groote beteekenis van de b ij voor de fruit teelt. Volgens waarnemingen in het bui tenland mag gerust worden aangeno men, dat 75 pCt. der bestuiving van ons fruit aan de bijen te danken is. Ook voor ons land zijn wel de cijfers bekend, die de beteekenis, het voor deel, der bijenteelt voor onze fruitcul- tuur demonstreeren. Eenige jaren gele den deelde Prof. Sprenger in liet Maandschrift voor Bijenteelt het vol gende mee: Vóór 1908, toen er in Eis- den haast nog geen bijen werden ge houden, was de kersenoogst zeer ge ring. De geldelijke opbrengst in de jaren 1909—1915 was als volgt: Oprengst Aant. bijenvolken 1909 flO.OOO 60 1910 f30.000 500 1911 f90.000 1000 1912 120.000 600 1913 f 50.000 535 1914 f 10.000 437 1915 f 90.000 700 Uit vergelijkingen van de geldelijke opbrengsten met de aantallen bijenvol ken blijkt onzes inziens wel het verband daartusschen. Een regelmatige verdeeling der bijen volken over den boomgaard is ook van groot belang: de boomen, die het dichtst bij de bijen staan, zullen in den regel er ook het meest van profiteeren. Groenbemesting. De volijverige Rijkslandbouwcon- sulent Ir. O. J. Cleveringa te Zut- phen wijst er nog eens op, dat een der fundaroenteele fouten van de te genwoordige methode voor de cul tuur van gewassen volgens hem is dat de organische bemesting onzer gronden al te zeer wordt verwaar loosd. Deze fout wordt op vele be drijven nog aanzienlijk vergroot door een ondoelmatige grondbewerking, vooral door te diep jceeren ploegend en een onvoldoende breken van den ondergrond. Hiermee hangen ver schillende plagen samen, met name het legeren der gewassen, het over matig woekeren van bepaalde on kruiden, en ten slotte het epidemisch optreden van bepaalde plantenziek ten. Op betrekkelijk eenvoudige wijze kunnen plagen worden voorkomen door een doelmatige grondbewerking en vooral ook door een krachtiger organische bemesting met stal mest, aangevuld door groenbemesting. In zake de keuze en den verbouw van groenbemestingsgewassen bestaat in ons land nog weinig ervaring, waar om de heer Cl. hiervoor een voor schrift heeft geréed gemaakt, ont leend aan ervaringen van Görbing in Duitschlandhierin zijn verschil lende mengels van vlinderbloemigen en niet-vlinderbloemigen opgenomen Zoolang de voorraad strekt, kunnen belanghebbenden een exemplaar 'bij den heer Cl. bekomen. Kalibemestingsproef. Eén der Landbouwproefvelden in Zuidelijk Groningen over het jaar 1934 was aangelegd te Rhederveld. waar men een onderzoek wenschte in te stellen naar de meest gewensch- te hoeveelheid kalimeststoffen in de eerste kul tuur jaren. Het proefveld werd in het voorjaar 1933 aangelegd proefgewas aardappels (Eigenhei mers). Bemesting: a. op alle veldjes compost, naar 25 last (l Gron. last is 1770 K.G.) en superfosfaat naar 800 K.G. per H.A. b. Op serie a 8 K.G. ammonsal- peter S. M., op serie b 8 KG. kalle- salpeter, op serie c 8 K.G. natronsal peter per Are. De kalibemesting werd gegeven in den vorm van p)atentkalir als volgt: 1) geen kali, 2) 120 K.G. zuivere kali per H.A. 3) 180 K.G. zuivere kali per H.A. 4) 240 K.G. zuivere kali, 5) 300 K.G. zuivere kali en 6) 360 K.G. zuivere kali per H.A. De oogstresultaten waren als volgt: 1) geen kali gem. 189 K.G. per Are. 2) 120 K.G. gem. 241 K.G. per Are. 3) 180 K.G. gem. 248 K.G. per Are. 4) 240 K.G. gem. 255 K.G. per Are. 5) 300 K.G. gem. 262 K.G. per Are. 6) 360 K.G. gem. 253 K.G. per Are. Uit deze cijfers mag worden afge leid, dat bij aanwending van 25 last compost per H.A. een kalibemesting van hoogstens 300 K.G. zuivere kali per H.A. (behouden land) voldoen de is te achten. Bij het proefgewas in 1934, toen kalizout 40 pCt. werd toegediend, verkreeg men de grootste opbrengst bii aanwending van ongeveer 240 K.G. zuivere kali. Een gemiddelde hoeveelheid kan pas worden vastge steld na verloop van meerdere ja ren maar in de cijfers hierboven heeft men reeds eenig Jiouvast. B-r. Kom nader, mijnheer Merson, zeide de markiezin ik begrijp uw verwondering, want gij dacht mijnheer Lionnet en mij niet hier te vinden. Kom nader, gij wordt hier met open ar men ontvangen. En om u volkomen op uw gemak te stellen, voeg ik er bij, dat wij in onzen familiekring zijn en dat gij hier niet als een vreemde wordt beschouwd. Mevrouw de markiezin, ant woordde de jonge man verlegen ik ben reeds sedert geruimen tijd aan uw welwillende woorden gewoon en gij zult mij wel vergeven, dat ik u mijn verwondering niet kan verbergen; ik verwachtte Mijnheer Henri, zeide de vicom te ik heb u vooruit gezegd, dat u nog vele verrassingen te wachten ston den. Dat is zoo, mijnheer Anselme en de verrassing is ook groot. Mijnheer Merson, hernam de markiezin vader Anselme, de kruier van den faubourg Saint-Antoine, be staat niet meer; in zijn plaats stel ik u mijnheer den vicomte Ernst de Mé rulle voor. O! riep de jonge man uit. Zij, die vroeger Geneviève Lion net heette, heet nu Laurence de Mé rulle en dat is haar moeder, Gabrielie de Saulien, vicomtesse de Mérulle, mijn dochter. De jonge man, die een uitroep van verwondering niet kon weerhouden, wankelde. Hij was afschuwelijk bleek IIEUSDEN. Geboren: Elisabeth Anna, d. van C. J. H. Verhoeven en A. C. RemieAnna Maria, d. van A. J. H. van Bladel en A. Th. van de Griendt. i Ondertrouwd: L. H. van Op- s torhout en J. C. van Bijnen. Getrouwd: J. van Wijk en ff. A. Toethuis. Overleden: Cornelia Petronel- la Wijnen, 56 j., echtgenoote van Thomas van der PolGijsbertus Baaijens, 31 jaar. WERKENDAM. Over de maand Juli, 1935. Geboren: Aria, d. van C. de Hoog en G. C. HolsterCornelis, z. van C. v. d. Pijl en W. El v. d. HeuvelTeunis, z. van ;M. Schmidt en G. Pruissen jMartinus, z. van T. Klop en J. A. H'. IppelElisabeth Anna, d. van G. Visser en A. Quay- taal. Getrouwd: IM. Vos. 23 j.. met T. A. Damen, 19 jaar. Overleden: W. Zwets, 44 j. VEEN. Over de maand Juli, 1935. Geboren: Willemz. van iM1. Timmermans en van M. van Willi gen Izaalc. z. van C. den Dekker, en van M. C. van der Velden Gijs- bert, z. van H. Vos en B. E. Slii- koortMatthijs Gerrit. z. van P. S. Timmermans en van P. van Vuren Alida, z. van W. B. de Fijter, en C. Vos. Getrouwd: P. J. d. Dekker. 28 j., en C. A. W. Jiskoot, 17 j.A„ Pellicaan, 24 j., en H. Sack i. Overleden: Jan Bax, 81 j. 's-GRAVENMOER. Geboren: Pieter, z. van P. S. Faro-Van de Polder Jan, z. van G. Kerst-Timmermans. Overleden: Cornelia Beunis. 43 jaar.. geworden. Mevrouw de Saulien ried wat er in hem omging en nam hem bij de hand^, zeggende; Mijnheer Merson, ik heb u zoo- even gezegd, dat gij geen vreemde in ons midden zijt; welnu, dat herhaal ik u. Ik weet, dat gij sedert langen tijd mijn kleindochter bemint en dat haar hand u door mijnheer Linonet was beloofd en later door haar vader; de markiezin de Saulien verandert daar. niets aan. Helaas! mevrouw, stamelde hij de verhouding is nu niet meer de zelfde, ik kan, ik mag niet O! gij vindt, dat juffrouw Lau- renc ede Mérulle boven u verheven is! Maar de liefde, die er tusschen twee harten bestaat, verwijdert alle hinder palen. Uw liefde vereenigt u met Lau rence de Mérulle en maakt u tot een lid der familie de Saulien. Mijnheer Merson, gij hebt Geneviève Lionnet liefgehad; later, toen zij de- dwongen was het huis van haar pleeg vader te verlaten, zijn uw gevoelens voor haar dezelfde gebleven. Toen zeide gij: „Zij heeft geen fami.ie; laat haar hfer komen, mijn moeder zal ook de hare zijn! Wat kan het mij schelen, of zij arm of rijk is? Ik zal haar rijk maken! Zij is ongelukkig, ik zal haar gelukkig maken! Zij is alles voor mij, en ik zal alles voor haar zijn!" _1- I (Wordt vervólgd)., j TOT DE

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1935 | | pagina 6