FEUILLETON. Een partij schaak. BIJDRAGEN Landbouw Rechtzaken. feit, dat het blikvleesch begint op te raken, evenals het gemengd gehakt. Dit zal aanleiding geven tot eenige ver-, ruiming van de vleeschmarkt. Om de vleeschpositie nog te verbeteren, zou kunnen dienen een zeer groote massale export van b.v. 100.000 stuks koeien, doch thans is daarop geen enkele rede lijke kans. Ook door middel van uitvoerpremie, of door toeslag op export van vleesch, zou verbetering kunnen worden ge bracht, doch groot resultaat is hier van niet te verwachten. Een nadeel van afslachting is, dat het veel geld kost, doch men blijft met het product zitten in een of andere vorm. Bij mas sale afslachting saneert men voor eeni- gen tijd den toestand, doch de invloed' van de voorraden blijft bestaan. Over afslachting wordt tegenwoordig wei nig meer gesproken, hetgeen volgens spr. ook niet afdoende zal werken. Spr. geeft toe, dat de toestand van het rundvee nog ongunstiger is te noe men. Varkens: Ook ten aanzien van de varkensprijzen is de toestand onbevre- gend, hier werkt de teeltbeperking reeds langer dan bij het rundvee en ondanks dat moet men gewagen van een onbe vredigende varkensprijs. De hoeveel heid varkens is niet te groot. De lage veevleeschprijzen hebben de consumptie van varkensvleesch nadeel'iig beïnvloed. Op 1 Jan. 1934 waren er 1 nïlUioen 400 duizend stuks; op 1 Jan. 1935 1 millioen 500 duizend stuks. De gewichten waarop de varkens worden geslacht, waren in 1936 iets kleiner dan in 1935. De slachtgewichten zijn normaler geworden. Voor toewij- Zing van de biggen merken 1936 iis men uitgegaan, dat de consumptie aan var kensvleesch zich zou egaliseeren, door dat de slachtgewichten in 1936 kleiner zouden zijn dan iin 1935, dit is ook werkelijk het geval, doch de consump tie is sneller afgenomen dan verwacht werd. In begin 1936 heeft zich het ver schijnsel voorgedaan, dat de vlucht van uit het varkensvleesch naar het rund- vleesch zich nog heeft voortgezet. Hier door zijn de varkensprijzen aanmerke lijk afgezakt en hebben zich dus eenigs- zïns aangepast aan de lage rundvee- prijzen. Het vraagstuk, pm de: var kensprijs te verhoogen, is zeer moeilijk, de rundveeprijs is in dit geval primair, omdat dit juist de varkensvleeschprijs in hooge mate beïnvloedt. Ook ten, opzichte van de varkens- prijzen kan spr. geen optimistische toon laten hoor en. Crisismaatregelen, hoe onaangenaam ze ook zijn, kunnen hunne goede zijden hebben, dit brengt spr. tot de, prijs van bacon op de Londensche markt. De Veehouderij Centrale heeft zeer veel gedaan, om de prijs daarvan te verbe teren. De Deensche1 bacon is steeds het hoogste in, prijs. Vroeger was de Nederlands,che bacon veel lager in prijs dan, de Deensche, doch in den, loop der jaren, is de prijs van Hollandsche bacon, door de genomen maatregelen der Veehouderij Centrale, steeds beter geworden, en benadeelt de Deensche prijzen. Dit resultaat mag men hiet verloren, laten gaan. Ook geeft spr. nog een nadere1 uit eenzetting ten opzichte van de bacon- contracten. Verschillende vragen werden gesteld', die door spreker werden beantwoordi. De antwoorden op de vragen door de afdeelingen gesteld', zullen schrift- télijk worden gegeven. Nadat de voorzitter ir. de Jong en de aanwezige leden had bedankt, werd deze goedgeslaagde vergadering geslo ten. HAVER, ZOMERGERST EN ZOMERTARWE. De teelt van bovenstaande graange wassen is in de laatste jaren zeer uitge breid. Bij en na het uitzaaien ervan vraagt vooral de stikstofbemesting on ze aandacht. Dut is wel een der voor naamste punten waarvan het slagen dezer gewassen afhangt. De vorige oogst heeft ons geleerd, dat door een te sterke bezuiniging op stikstof een rendabele teelt is uit gesloten. De opbrengsten blijven dan veel te gering. Door voldoende stikstof te geven, stijgen zij ontegenzeggelijk, vooral daar waar het gewas beschikt over een behoorlijke reserve van de overige voedingsstoffen. Het zou jam mer zijn', door besparing op een enkel baaltje kalksalpeter of zwavelzure am moniak, het risico te loopen van een slechte oogst onzer zomergranen! Voor stikstofbemesting van haver leent zich de zwavelzure Ammoniak uit stekend. Op alle alkalische grondsoor ten is dit de stikstofmeststof bij uit nemendheid, voor haver. Op zuur rea- geerende gronden gebrutifce men liever de kalksalpeter. De oude meening, dat haver, wat dil stikstof betreft, weinig eischen. aan den grond stilt, heeft men reeds lang laten varen. Vooral op haver willen wij daarom de goedkoope en gunstig werkende zwavelzure ammo niak warm aanbevelen. Zij bezit een hoog stikstof ge halte, 20y2 pGt. Een, glilft van 200 a 300 K.G. per H.A. zal in den regel wel voldoende en renda bel zijn. De zomergerst en, zomertarwe stel len groote eischen aan den bodem. De tijd, dat ze op het land staan is betrekkelijk kort. De' behoefte aan, voe dingsstoffen, om in zoo'n korten tijd een hoog beschot te geven aan graan en stroo, derhalve groot, vooral bij de 'tegenwoordige veredelde soorten. Proeven hebben uitgemaakt, dat ook op deze graangewassen de zwavelzure ammoniak zeer gunstig werkt. Toch zou ik voor deze gewassen, de kalksal peter preefreeren. Deze werkt snel, lost gemakkelijk in, het bodemvocht op. Ook bevat zij, naast 15y2 pCt. stik stof een, hoeveelheid kalk in direct op neembaren vorm. Deze kalk oefent een gunstiigen invloed uit op de structuur. Van veel belang is dit als na regen de gronden dichtgeslibt zijn en de grond ponder kalksalpeter tot een korst zou opdrogen. Bovendien betaalt men voor de kalk in kalksalpeter niets. De benoodigde hoeveelheid voor 20- mergeKst en. zomertarwe kunnen wij gevoeglijk op 300' a 400 K.G. per H.A. stellen, al naar behoefte. Door een oordeelkundige bemesting onzer zomergranen, in het bijzonder met de stikstof, is veel meer te oogsten dan nu het geval is. Vooral, bij een goede grondbewerking, bij gebruik van priima zaadgoed en bij dun uitzaaien. 1. Het volgende is een vrije vertaling van den brief, dien Henri, Drumont te Boukrah, twee dagen vóór zijn dood schreef aan, zijn Oom, den graaf Fer rand 'te Parijs. Daarin vindt men de verklaring der gebeurtenissen, die na derhand worden beschreven: „Beste Oom, U zal uit mijn vorige brieven wel gemerkt hebben, dat, hoe meer Oost waarts van Buda-Pest men komt, de verdorvenheid in de ambtenaarswereld toeneemt in een mate, waarvan men in 't Westen haast geen begrip heeft. De hefnel weet dat Parijs al erg genoeg is; maar het ambtenaarsleven in Parijs is heilig vergeleken bij dat van Boukrah. Wel wist ik, vóór mijn vertrek Uit Frankrijk, dat het ons heel wat geld aan omkooperij zou kosten, vóórdat de concessie itjot electrische verlich ting van Boukrah de onze was maar, dat de eischen zulke afmetingen zouden aannemen, daarop was ik geens zins voorbereid. Geweldig hebzuchtig zijn de ambtenaren; maar dit moet gezegd worden, heeft men ze eenmaal omgekocht, dan blijven ze trouw; dat is tenminste de ondervinding die ik opdeed. Er bestaat evenwel hier een bende bloedzuigers, nog onverzadelijker dan de staatskliek, en de eerste onderhen ais wel zekere Schwikoff, redacteur van de „Boukrah-Gazette", de voornaam ste courant hier, eigenlijk weinig meer dan een schendblad. Hij bezit iedere eigenschap vereischt voor redacteur in Oost-Europa, dat is, hij is duivels be dreven in het hanteeren van degen en pistool. Herhaaldelijk heeft hij en ik geloof niet ten onrechte, beweerd, dat zijn giftig blad in staat is ons plan in duigen te doen vallen. Hoe dit ook zij, ik heb hem reeds verscheidene malen groote geldsom men uitgekeerd, maar het lijkt wel of iedere gift de voorlooper is van steeds onbeschaamder eischen. Eindelijk was ik genoodzaakt verdere uitbetalingen te staken, en de jonge man verklaarde glimlachend, dat hij hoopte, dat mijn besluit niet onherroepelijk vaststond, anders zou het mij mogelijk berouwen. Hoewel Schwikoff er niets van wist, had ik toen reeds de concessie, die ik u gisteren morgen toezond, getee- kend, en in haar geheel in mijn bezit. Ik veronderstelde, dat Schwikoff woe dend zou zijn als hij 't hoorde, maar dat scheen toch niet het geval te zijn. Gisteren avond ontmoette hij me in de rookkamer van de Keizerlijke Club, en drukte me, schijnbaar warm, de hand, lachte om zijn eigen nederlaag, en noemde me een der gewikste man nen van zaken, die hij jooit had ont- KANTONGERECHT GORINCHEM. Uitspraken. Visschen in gesloten tijd: S. v. B., Almkerk, f2 suibsj. 2 d. h. Motorrijtuig met te hooge lading be sturen: G. V., Almkerk, f 4 subs. 4 d. h. Met rijwiel daarvoor verboden rij weg berijden: A. v. d. 5., Almkerk, R. v. B., De Werken c.a., ieder f4 subs. 4 d. h. Motorrijtuig met onvoldoende ver lichting besturen: J. v. R., Babiloniën- broek, 2 maal f2 suhs. 2 maal 2 d. h. Rijwiel zonder licht: A. v. d. B., De Werken, f 3 subs. 3 d. h.; P. V., Wou- drichem, f 12 subs. 12 d. h.; J. v. O., De Werken, f2 subs. 1 w. ts.; J. S., Brakel, 2 maal f 1 subsi. 2 miaal 1 d. h. Rijwiel reflector hooger dan 60 c.M.: J. v. B., Werkendam en A. P., De Wer ken c.a., ieder f2 subs. 2 d. h. STRAFZITTING VAN HET KAN TONGERECHT TE 's BOSCH. Zitting van Maandag 20 April. Veiligheid verkeer: P. v. E., Ga meren, f50.1. Niet behoorlijk uitwijken: C. P. K., Wijk, f5. Gespan z. licht: W. H., Giessen, f 10. Rijw. z. reflector: J. K., Sprang', fl; P. H. en W. L. v. d. B., Zuilichem, ieder f2. Rijw. z. licht: J. J. v. d. S., Sprang, f3; M. V., Veen, f3. Voetballen: G. v. H., Zuilichem, be risping. Tieren: H. S., Brakel, f5. Zitting van Woensdag 22 April. Met 3en, naast elkaar rijden: S. R., Kaatsheuvel, 13. Wapenwet: J. M. K., Drunen, f 10. Winkelsluitingswet: H. A. K-, Waal wijk, f 3. Criisiszuiilvelwet: P. W., Ammerzoden, f25; J. v. O., Zaltbommel, T25. Veiligheid verkeer: C. A. J. R., Kaats heuvel, f5. Rijw. z. reflector: M. D., Kaatsh., f 3. Rijden op voetpad: J. C. V., Waal wijk, f3. Luidkeels schreeuwen: H. A. v. Z., Brakel, f5. Leunen tegen gevel: H. A. L., Dus- sen, f3. Schreeuwen: A. F., H. F. K., P. Ml. v. d. O., allen te Ammerzoden, ieder f 5. Geschiedenis van het Land van Heusden en ABtena en den Bonameler waard. 40 VAN DE BURGERS OF POORTERS. Deze zijn tweederleij, eerst, geboore Burgers off Poorters, dat is, die daer geboore 11 zijn, ten anderen geworden oft aengekoome Burgers, dat is, die van buijten komende haer burgerregt het zij door huwelijk off op een andere maniere verkrijgen, dog het schijnt dat bij oude tijden eenige Poorteren der Stad Heusden daer buijten gewoont hebben, en nogtans voor Poorteren der Stad gehouden zijn geweest, te weten, die op de Vrijh)eijd van. Heusden woo- nen. Int jaer 1290 heeft Graef Flopis van moet. Ik was blij dat Jiij 'tzóó opnam, en toen hij me later pp den avond uït- noodigde een partij schaak met hem te spelen, nam ik zijn voorstel aan, denkende dat het voor de Maatschappij voordeeliger zou wezen hem te vriend te houden. We hadden niet lang gespeeld, of plotseling beschuldigde hij me een zet te hebben gedaan, die niet geoorloofd was. Ik trachtte de zaak te verklaren, maar 'met gemaakte woede sprong hij op, en wierp me een glas wijn in het gelaat. De zaal was vol officieren en heeren. U zal 't misschien dwaas van me 'vinden, dat ik een man als Schwi koff, »die algemeen bekend staat .als een schurk, mijne getuigen zond, maar toch, hij is van goeden huize, en ik, die gediend heb in het Fransche leger, en 'van uw bloed ben, ik kan derge lijke beleediging niet zoo maar aan mij laten voorbijgaan. Indien al wat ik hoor omtrent zijn meesterschap op den degen waar is, dan trek ik zeker in dezen strijd aan het kortste eind; want helaas, ik heb 't schermen ver waarloosd sedert mijne wetenschappe lijke studies. Hoe de afloop evenwel ook moge zijn, deze voldoening heb ik in ieder geval, dat de mij opgedragen taak tot een goed einde is. gebracht. Onze Maatschappij heeft thans het recht hare machines en geleidingen in Boukrah aan te leggen, en 'tvolk hier is op zijn Oostersch zóó verzot op al wat blinkt en schittert, dat ik Holland die van Heusden Tolvrij ver- klaert, in Holland en daer staat bij „die wonen binnen de vrijheijd zijner Poorten". Welk handvest daer na, int jaar 1357, Aalbert Graef van Holland vernieut heeft en daer staet: „Onser Stad voorsd. en hare In- „gesetenen Poorteren woonende met „alle hare woonstede binnen hare mue- „ren." Dog de handveste van Johanna Her- toginne van Brabant gegeven int jaer 1356, waer bij zij die van Heusden Tolvrij maekt in Brabant, gebruijkt de- se woorden: - „Ende geeve daer toe nog alle de „geene die poortere zijn binnen onse „voorse. stad Heusden off woonen zul- „len, die woonagtig zijn binnen onser „Stad voorst., en binnen de vrijheijd „daer aff, etc. Dog het schijnt dat die van de voor noemde Stad omtrent dien tijd' wat te verre moeten gegaan zijn ten aensien het aanneemen en erkennen van eenige voorpoorters, het welke niet en was na regt, want Aalbert Ruwaerd van Holland en Zeeland, gevende omtrent het jaer 1358 zeker acte van, confir matie der privilegiën, bedingt daer wel expresselijk dat die van Heusden voort aan geen uutpoorteren meer ontfangen olt aanneemen en zullen buijten zijne, dat is des Ruwaerts kennisse, en dat de uutpoorteren die der doen ter tijd waaren, zoude uutsterven zonder zul ke regt te koomen op hare kinderen. In den jare 1419, heeft Jan Hertog- van Brabant en Grave van Holland bij zijn handveste an die van Heusden ge- confirmeert hare privilegie dat zij heb ben om tolvrij te zijn door geheel Bra bant, en daer zegt de voornoemde Jan: „Doen kont allen Luijden dat vvaert „ons getoont is van onses Stad wege „van Heusden, dat alle de Poorteren „'woonagtig binnen onser Stad en Vrij- „heijd van Heusden overal, etc." Zoo' staet ook art. 2 in zekere Ordon nantie an die van Heusden gegeven opt jaer 1452: „Binnen de vrijheijd van Heusden". Dese vrijheijd heeft buijten. de Oud- heusdense poort zilg gestrekt tot de oude Maze toe, volgens de handveste vant jaer 1386, gegeven bij Aalbrecht van. ,Beijeïen Ruwaerd van Holland, en ,ook heeft onder de vrijheijd: van Heusden gehoort een zeker gedeelte van .de Hesbeense Dijk, waer op ziet de voornoemde Ordonnantie van Graef Jan van Nassau, zeggende art. 6: Dat een en ge daagt zijnde voor regt het zij inde vrijheijd van Heusden off opden Hesbeensle Dijk woonagtig, zal geven eenen .halven silveren Borgondischen Schild. Dog men moet weeten dat dese plaats al over lange inde Stad getrokken is, door het uutzetten der poorten en wal len; het huijs eertijds genaamt Zeven bergen, zijnde de Brouwerije van de Swarte Leeuw, plag buijten de Stad te leggen, en was het uutterste van de Hesbeen, ja men zegt dat het halve Kasteel nog well legt opden boodem van Hesbeen, en dat is wel te gelooven, alsoo het zelve voor de Trouble n. buij ten de Stad lag na Hesbeen toe. Wat aengaat de hanteeringe der Bur- gerije, daer van, dienen ons dese volgen de punten tot openinge. 1 Dat veel haer in voortijden plag- ten te geneeren met den Koophandel en voornamelijk van de Hop, gelijk nog jegenwoordig geschiet, terwijl dese hop int land van Heusden overvloedig word geteelt, het welke doen voorde Stad en het platte Land jaerlijx een tamelijke rijkdom inbragt. Hier op is de Hop van Heusden en ook derselver Koopluijden vermaert geworden in Engeland, Denemarken, en in gansch Nederland. 2 Dat veele hare Kinderen inde stu die optrekken, om tot d'een off d'an- dere Staat te konnen gebruijkt werden, tot welk eijnde de Eersame Raad altijd onderhout een bekwaame Rector, met nog een onder hem, om dat de jonge jteugd inde studie en geleertheijd op getrokken werden. In hiet Xlle Kap. word een bewijs van dit ons Zeggen aengeweesen, blij kende daer niet alleen dat veele van dte Stad Heusden tot groote geleert heijd en ervarenheijd gekoomen zijn inde Theologie, Regtsgeleertheijd, en Medicijnen, maer ook wat Rectores dat inde voornoemde Stad van Heusden t'z'edert dat deselve met dese Staat ver- eenigt is geweest, haer tot onderwijs van de jeugd hebben laaten gebruijken. 3. Dat d'e Ouders zijnde van eeniig Vermoogen en aensien hare Kindren hebben laaten leeren de franse taal tot Welk eijnde zij deselve hebben laa ten reijsen na Vrankrijk en elders, om dat haer te zijner tijd hetzij' inde han- delinge van de Koopmanschap of el ders, zulx zoude te passé koomen. 4. Dat die van Heusden ook Lief hebbers zijn geweest van musijke en eenige ordinaris haer daer in geoeffent hebben, houdende de Liefhebbers daer van hare weekelijke collegien, en sulx niettegenstaende zij den vijand dikwils voor de poorten hadden. 5. Dat d'e voornoemde Burgers haer ook mannelijk altijd tegen den vijand g'edraagen hebben, lopende met de Soldaaten uut om den vijand afbreuk' te doen en te beletten, tot welk eijnde zij om bij tijd van nood met een maand gagie te konnen gelast werden, en ook om na hare Akkeren, Land en Zand, te slieh, haer In dienst begaaven, om- derd' een of d'andere Compagnie, het welke daer bij de voornoemde Poor ters der Stad Heusden gemeen was, ja ook bijde meest gequaliificeerde. 6. Veele hebben van ouds haer ook beholpen met de Landbouwerije, met haer handwerk, en op andere behoor lijke middelen, nadat de oorlog gekoo men was en allies in dese onse pro vinciën gebragt tot een forme van een vaste regeeringe, heeft niet alleen de Koophandel maer ook de Brou- werije van bier zeer toegenoomen, de Winkelen zijn vermeenigvuldïgt, en heb ben hare hanteeringen beginnen te flo reren, zoo dat volk rijk is geworden, en met huijsen meer en meer bebouwt. Schutterije. In de Stad van Heus den zijn ook twee Schutters Collegien, genaamt de oude Schutters van de Voetboog en die nieuwe Kloveniers, hebbende elk Collegie zijn bijzonder huijs off kamer genaamt de Schutska- mer /waer van int voorgaande Kap. gesprooken, is. Uut de oude brieven van donatie en dotatie kan men wel afneemen, dat het Collegie van de oude Schutters al bij oude tijden is ingestelt geweest, zijnde in grooter aensien en respect en bestaande uut de gequalificeerste van de Stad. Dese zijn verbonden haer volk harnasch(?) te houden, zoo zij met eeren die willen voeren, en piagten op alle sollenneele bijeenkomst heel statelijk op zijn oud romeijns met lae- ken tabbarden te compareren. (Wordt vervolgd). er niet aan twijfel of ons plan zal prach tige financieele uitkomsten opleveren. De ontmoeting tusschen Schwikoff en mij zal zijn juist omstreeks den tijd dat u dit schrijven ontvangt, of misschien ook iets eerder, want we vechten in den vroegen morgen, met degens, in het groote Scherm-lokaal alhier. Wees beste Oom, verzekerd van mij ne genegenheid en hoogachting, en ge loof me. Uw onwaardige neef Henri." De hand van den ouden man beef de, toen hij den brief, na dien gelezen te hebben, weer neerlei. Hij keek naar de klok. 'tWas de morgen van het duel, en 'twas vroeger dag in Boukrah dan, in Parijs. Graaf Ferrand was afstammeling van een oud Fransch geslacht, dat dooi de revolutie was verarmd. Tot dusver had 'de familie Ferrand in armoede geleefd, maar reeds als jong man had de graaf zich op de wetenschap toe gelegd, en thans, op zijn ouden dag, ging hij door voor schatrijk, en stond aan het hoofd van een der grootste electrische ondernemingen in de buurt van Parijs. Aan niemand in de fabriek was het bekend, dat deze Henri Dru mont, die, nadat zijn diensttijd was afgeloopen, bij de Maatschappij ge plaatst was, in zoo nauwe betrekking stond 'tot den ou&en graaf; de chef was van oordeel dat de jongeling van meet af aan moest beginnen ten einde het werk goed te leeren verstaan. De blik op de klok had den graaf overtuigd, dat het duel, hoe ook. de afloop mocht zijn geweest, had plaats gehad. Er bleef hem dus niets anders over dan op bericht te wachten. Het werd 'hem door den directeur gebracht. „Het spijt mij u te moeten meedee- len, mijnheer," sprak deze, „dat de jonge man, Henri Drumont, dien we naar Boukrah zonden, van morgen in een duel werd gedood. Zijn assistent seint om nadere order. Het jonge mensch heeft, voor zoover ik weet, hier geen bloedverwanten, het zal dus zeker het beste zijn hem ginds te la ten begraven". Weinig vermoedde de directeur, dat hij den chef de doodstijding van diens erfgenaam bracht. „Het lijk moet naar Frankrijk over gebracht worden," sprak de graaf kalm. En zoo gebeurde het. Daarna, toen de kwestie ter sprake werd gebracht, hoe men met de concessie te Boukrah zou handelen, verbaasde de graaf het bestuur door de mede deeling, dat, daar de zaak ginds van zoo groot gewicht was, hij zelf naar Boukrah zou reizen, en daar blijven totdat de machines, die reeds verzonden waren, zouden zijn opgesteld, en een geschikt directeur zou zijn gevonden. (Wordt vervolgd). -o- TOT DE

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1936 | | pagina 6