Het jonge Prinsesje dat niet lachen kon Van een kleine Koningin, die nimmer haar Koninkrijk zag DAT KOMT VAN GULZIG ZIJN HET TEEKENEN VAN EEN HAAN '/y Maar haar vader, die zielsveel van zijn dochtertje hield, probeerde zooveel moge lijk haar het groot verlies van de moeder te doen vergeten. Hij liet verschillende kin deren tegelijk met de prinses opvoeden, gaf haar het mooiste speelgoed, dat er in Japan te koop was, zij had een kleine pon- ny, een paar honden, in één woord, zij had maar te wenschen of zij had het, maar één ding kon haar vader niet geven, en dat was vroolijkheid. Onze prinses was altijd treurig en neer slachtig en waarom, ja, dat wist zij zelf ook het broekje. Het strikje om zijn boord je wordt zwart; zijn manchetten zijn wit, natuurlijk. Dolly Dog, die daar zoo lustig staat te springen, heeft een blauw jurkje aan en Ma heeft een stemmige donkerblauwe japon aan en het kleine kanten broekje is wit. Ma Dog behoeft geen kleurtje op haar wangen. Haar gelaatskleur is mooi genoeg, vindt je niet? haar tante aan, inplaats van gezellig keu velend naast haar te loopen. Zij trachtte steeds haar aandacht te trekken door haar op een mooie bloem of boom te wijzen, maar zij keek er nauwelijks naar, ant woordde beleefd op alles, wat tante zei, maar vroeg of sprak uit zichzelf weinig of niets. Haar tante loosde een diepe zucht, schudde het hoofd en was wanhopig! Nu dwarrelde er al den heelen dag een kleine vlinder voor het meisje uit, maar onze prinses had haar oogen zoo naar den grond geslagen, dat zij het vroolijke dier niet eens bemerkte. Het vlindertje liet zich niet afschepen, vloog iets lager, bijna tot op den grond en dan weer naar boven bij na tegen haar gezicht aan. Tenslotte zag het meisje het vlindertje, wilde op zij gaan om door te loopen, toen het dier, wat moe diger geworden nu, tegen haar kimono aan ging zitten en alzoo probeerde naar boven te klimmen, tot vlak bij haar gezicht. Zij was opeens geboeid door het slimme vlin dertje, dat al hooger en hooger klom en opeens haar lippen raakteDe prinses, Frans, zegt moeder, stom verbaasd, Ben je heelemaal verdwaasd, Om zooveel appelen te eten, Nu, dat zal je strakjes weten. Ook zijn vader zegt: „Maar kind, Dat je die appels zoo lekker vindt, Ik zou dat eten nu maar staken, En je maag niet van streek doen raken. Maar Frans stoort zich aan geen raad, Hij weet werkelijk geen raad, Hij eet, en eet zich dik en rond, In den mand ziet hij al grond. Maar ach, wat moest dat Frans bezuren, Dat had hij van zijn malle kuren, Zijn heele buik die deed hem pijn, Hoe kon hij ook zoo gulzig zijn. door Violette Carr. De verzegelde brief. De kleine Koningin van Schotland. Op weg naar haar koninkrijk. Koning Erik van Noorwegen gaf een verzegelde brief aan den wachtenden koe rier en toen deze was vertrokken, verborg <de koning zijn hoofd in de handen, want hij had juist aan den koning van Schotland geschreven: „Uw dochter, mijn lieve vrouw leeft niet meer. Zij heeft mij een dochter tje nagelaten, dat naar haar moeder is ge noemd." Toen de koerier aan het Schotsche Hof kwam, vond hij dit reeds in diepe rouw ge dompeld, want de erfgenaam van den troon was eveneens gestorven. Nadat de koning van Schotland den brief van den koning van Noorwegen had ge lezen, riep hij zijn Ministerraad bijeen en zoo gebeurde het dan, dat zijn kleindochter, de pas geboren Margaretha van Noorwegen werd benoemd als erfgenaam van den Schotschen troon als haar grootvader mocht komen te overlijden. Drie jaren gingen voorbij. De kleine Margaretha groeide op als een lachend, vroolijk, klein meisje. En op een dag, dat zij met haar vader in den tuin aan het spelen was, pakte hij haar op, hief haar in de hoogte en zette haar toen weer op den grond. Dat was een geliefkoosd spelletje. Haar vader vroeg dan: „Hoe groot wordt je?", dan tilde hij haar zoo hoog mogelijk op en dan zei het kleintje: „Zóó groot!" „Dat is vandaag voor het laatst geweest", zei hij, terwijl hij Margaretha met een zucht weer op den grond zette, „want de koningin van Schotland moet met grooten eerbied worden behandeld." Margaretha keek hem verwonderd aan. Zij begreep hee lemaal niet wat hij zeide, toen hij haar vertelde, dat haar grootvader van een rots was gestort en om het leven was gekomen in een land, dat zij nog nooit had gezien. Zij begreep ook niet, waarom zij in het vervolg steeds zes schildknapen met zich mee kréég. Maar in Schotland waren verschillende ede len, die zich met de troonopvolging niet hadden kunnen vereenigen, en zich nu gin gen roeren. Daarop had de koning van En geland gewacht. Want deze wilde Schotland graag bij zijn land hebben en hij zag nu kans dit misschien zonder oorlog of bloed vergieten te laten gebeuren. Hij stuurde een koerier naar den koning van Noorwegen, waarin hij voor zijn zoon Edward de hand vroeg van Margaretha, die intusschen pas zeven jaar oud was. Ieder een was blij en gelukkig, behalve Marga retha, want zij wilde haar vader niet ver laten om naar een vreemd en kil land te gaan en zij huilde, omdat zij in Noorwegen wilde blijven. Maar tranen helnen niet bij kleine koninginnen en zoo reea zij op ze keren dag in een lange processie door Bergen, de hoofdstad van Noorwegen om zich met haar Prinsgemaal in te schepen naar Schotland. En hoewel haar oogjes ge zwollen waren van de tranen, probeerde zij toch tegen haar volk te glimlachen. Toen zij aan boord van het schip was, werden de vlaggen gehesehen en langzaam verliet het schip de kade en koos de volle zee Zij stond over de railing en zwaaide naar haar vader tot zij hem niet meer kon onderscheiden. Overal aan den kant werd gezongen en zij dacht bij zichzelf: „Nu hoor ik niet meer zingen, totdat ik in Schotland ben!" Maar ach, zij zou nooit meer luisteren naar de vreugdezangen van haar onderda nen. Want nauwelijks twee dagen aan boord werd zij zwaar ziek, zoo ziek, dat de geneesheeren haar niet over de woelige zee durfden vervoeren. Er werd nu koers gezet naar de Orkneij-Eilanden, en daar in de armen van een goeden vriend, namelijk de oude Bisschop van Narve, sliep de klei ne koningin Margaretha in, om niet meer wakker te worden. En het trotsche zee kasteel, dat haar van huis had weggevoerd, bracht haar lichaam weer terug om begra ven te worden naast dat van haar jongge storven moeder, die zij nimmer had ge kend, terug van het land, waarvan zij ko ningin was geweest, zonder het ooit te hebben gezien. door Carly Vos. Zij kreeg alles, wat haar hartje be geerde. Zij huilde zich 's avonds dikwijls in slaap. De betoover- de vlinder, die op haar mouw kwam zitten. In Japan leefde er eens een prinses, die geen moeder meer had, maar alleen nog haar vader. Haar moeder was gestorven, toen zij nog klein was en zij kon zich niet meer herinneren hoe haar moesje was ge weest en hoe zij er had uitgezien. EEN LEUKE KLEURPRENT. Onderstaand plaatje toont jullie weer 'n aardige kleurprent. Jullie hebt die immers zoo graag? Of niet? Je kunt er op een re- genachtigen middag zoo heerlijk mee bezig zijn. Ja, zul je zeggen, maar er zijn zoc veel regenachtige middagen, en dat eene kleurplaatje krijg ik in één middag wel klaar. Ik geloof jullie graag, maar als ik daar mee rekening moest houden, zou ik weJ een heele bladzijde van de krant vol kleur- heen loopt, wil je broer er wel even in timmeren. De buitenkant van het kastje wordt met cretonne overtrokken. Jullie meisjes weet wel wat cretonne is, niet waar? De stof wordt goed over de wanden van het kistje getrokken, anders komen er plooien in en dat staat slordig. Je be grijpt zeker wel, dat de onderkant van het kastje niet van stof behoeft te worden voorzien; dat staat toch op den grond. Een roetje, waaraan de gordijn-ringen komen, rust op een paar spijkers aan weerskanten van het kastje en het gor dijntje kun je, als je handig bent, zelf borduren. Voor diegene, die de stof zelf willen borduren, gaat hierbij een patroon, dat heel eenvoudig is. Het figuurtje, waar bij „c" staat, geeft aan hoe de bloempjes v/orden verwerkt. „Opa, mag ik nu op mijn step?" „Ik heb hem toch van Papa gekregent" prentjes moeten geven. En dat kan na tuurlijk niet! Jullie moeten het dus maar voorloopig stellen met dit leuke plaatje, misschien krijgen jullie er volgende week weer een. Het prentje is, zooals jullie wel ziet, lang niet moeilijk. Ik zal jullie vertellen, hoe je het moet doen, om de familie eens fijn in de kleurtjes te zetten. Je hebt hiervoor weer verschillende kleuren noodig. Wij beginnen met papa Dog, die links hot touw draait. Je kunt zijn kop lichtbruin ma ken en zijn tong rood. Het jasje groen en die altijd doodsbenauwd was voor insec ten en vlinders, hield haar adem in, om het dier niet te schrikken, doch nauwelijks had de vlinder haar lippen beroerd, of opeens stond daar voor haar lachend en buigend een mooie, slanke jonge man! De tante van de prinses schrok natuurlijk en her kende in den jongeling den zoon van den koning van een naburig land, die jaren geleden plotseling was verdwenen. De jonge prins vertelde nu, dat hij door een heks in een vlinder was omgetoo- verd en net zoo lang vlinder moest blij ven, totdat hij de lippen van een prinses kon aanraken. Nu, dat was met vele geva ren gepaard gegaan en vaak was hij ter nauwernood aan den dood ontsnapt. De prinses was zoo verheugd, dat zij eensklaps begon te lachen, dat zij haast niet meer kon ophouden. De vader van het prinsesje, die dit hoorde, was zoo verheugd hierover, dat hij den prins beloofde, dat hij later, als de prinses volwassen was, met haar mocht trouwen en van dien dag af was er geen vroolijker en zonniger prinses in geheel Japan! JK Meneer de Haan is al vroeg aan het kraaien en omdat hij mij 's morgens zoo vroeg wekt, heb ik hem eens uitgetee- RECEPT-PUZZLE. kend. Hier zien jullie zijn portret. Pro beert hem eens na te teekenen! Recept- j=>t/zx 6e VCbvx, <x~uct '/V l 'WyJU-C '/y v-osyt, ótcA tn 5"-CA^c k C/t Als je van de verschillende woorden het aangegeven deel gebruikt en je zet die ver schillende letters naast elkaar, dan krijg je een naam van iets, dat zoo heerlijk is in koek. •jaquiao :Suissoido EEN KASTJE, DAT JE ZELF MAAKT. Hierbij zien jullie een kastje, dat de grooteren onder jullie misschien wel zelf kunt maken, want moeilijk is het niet. Als je het kastje goed bekijkt, dan zie je, dat het feitelijk niet anders is dan een groote kist waaroverheen een cretonnen lap stof. Nu, een groote kist kun je wel krijgen, die vraag je maar aan den groen teboer. En het plankje, dat er dwars door- I niet. Als de kinderen opgeruimd en lachend aan het spelen waren, kroop zij in een hoekje van het vertrek of den tuin en had moeite haar tranen te bedwingen. Zij at haast niet, huilde zich des avonds in slaap, kortom, het was treurig met haar gesteld. Haar vader raadpleegde verschil lende doktoren, maar zij konden haar niet helpen en het prinsesje was en bleef som ber. Zoo liep zij op zekeren morgen met haar tante door het mooie park, dat achter hun paleis lag en beroemd was om de prachtige bloesems, welke in het park groeiden. De kersenbloemen stonden "in volle glorie en dan is de Japansche tuin 't mooist! Maar ons prinsesje had nu geen oog voor al het schoone en liep naar den grond turend en een paar passen achter

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1936 | | pagina 7