Vacantie in 't verschiet...
M. NORT, Qorinchem
Tnar-ARÏIKELEI
T uinscharen
Grasscharen
Snoeischaren, 20 cents.
Grasperkscheerders,
Prima Tuinslang, CENTS
WILLEM DE BRUIN,
RAVEMWAAY'S ZWARTMERK-, GEELiERK-, GROEMERK- M ORANJEMERK KOFFIE.
HET KLAVERBLAD VAN VIER!
TWEEDE BLAD
Kwaliteiten zéér goed
Prijzen zéér laag!
voor het Land
van Heusden en Altena,
de Langstraat
en de Bommelerwaard.
H
m
ÉH
ÉÜi
H
HP
ÉI
BI
m
üf
^Éiü
iü
s
§i§
igi
Él
Mooi gebruinde Huid
Zusterhuis 6.
Gediplomeerd Opticien.
Ijzerhandel, GOR1NCHEM, Tel. Int. 840.
PITTIG KRACHTIG GEURIG EXTRA FIJN I
FEUILLETON.
per Meter
f 0.18 f 0 25 f 0.32 f 0.37 pep >|2 pond.
VRAAGT UW WINKELIER.
OVERAL VERKRIJGBAAR
BEHOORENDE BIJ HET
80. M Vrijdag 5 Juni
DAMKÜBKIEK'
Ridderstraat O 92, Heusden.
Correspond.-adres: A. DE GRAAG,
Partij-combinatie.
1 2 3 4 5
Hgg
Hf
m
Hf
IJ
W
ËÉ1
ÜP
Ui
'ÜP
46
47
48
49
50
Stand in cijfers:
Zwart: 4, 7, 8, 9, 13, 18, 19, 24 en 26 (9).
Wit: 25, 28, 32, 34, 37, 38, 39, 43 en 47.
Deze combinatie werd geconstiueerd
met de bedoeling de stand strikt naar
de partij te houden. Met een beetje
oefening slaagt men daarna vrij spoe
dig. Bovenstaande stand doet geheel
aan de partij denken, zoodat de combi
natie, welke in dezen stand verborgen
is, practisch van groot nut is.
Wit wint als volgt:
Wit: Zwart:
34—30 24 x 35
28—23! 18x29
Anders slaan brengt voor zwart een
schijf verlies.
37—31 26 x 28
38—32 28 x 37
47—42 37 x 48
39—34! 48x30
25 x 1. Gewonnen!
OM HET KAMPIOENSCHAP HEUS
DEN EN ALTENA EN DE
LANGSTRAAT.
2de klasse.
Te Raamsdonksveer werden vorige
week twee partijen gespeeld, waarvan
het resultaat was:
B. Bergmans—Jo Deurloo 2—0.
R. Timmermans E. v. Dalen 2—0.
De volgende partijen werden door
den wedstrijdleider remise verklaard,
als zijnde van geen belang meer voor
de twee bovenste plaatsen: Jac. Tim
mermansE. van Dalen, Jac. Timmer
mansSnijders, Jac. TimmermansDo-
remans, Jac. TimmermansSchilders,
terwijl de partij SnijdersKramer voor
laatstgenoemde verloren werd verklaard.
Er moet nu nog een partij gespeeld
worden: B. Bergmans—Jac. Timmer
mans, welke van groot belang is.
De stsand is thans:
R. Timmerm. 9 7 1 1 15
B. Bergmans 8 7 0 1 14
W. Schilders 9 4 3 2 11
Jo Deurloo 9 4 2 3 10
Snijders 9 4 2 3 10
K. Kramer 9 3 2 4 8
M. Krop 9 2 3 4 7
Jac. Timmerm. 8 14 3 6
E. v. Dalen 9 117 3
W. Doremans 9 13 5 5
Zooals reeds eerder medegedeeld,
vindt Maandag a.s. de wedstrijd plaats
V.D. D.G.V. te Raamsdonksveer. De
wedstrijd begint ongeveer half acht in
Hotel Heesels. Het vertrek is bepaald
om 6 uur vanaf de Mulo school, per
van gelaat, hals en armen, óók bij geen zon,
dooa AMILDA zonnebruincième.
Voorkomt tevens zonnebrand.
Vervolg Raadsverslag
WERKENDAM.
Daarna komt de benoeming van
een wethouder aan de orde, in de
vacature J. J. v. Oord en wordt de
heer C. H. Hakkers met io van de
11 uitgebrachte stemmen gekozen.
De Voorzitter wenscht den heer
Hakkers geluk met deze benoeming,
terwijl de heer Hakkers, den Raad
dankt zegt voor het groote vertrou
wen in hem gesteld en belooft zijn
beste krachten te zullen geven in
het belang der gemeente.
De heer lp,pel spreekt namens zijn
fractie, waardeerende woorden tot
den heer Hakkers, feliciteert hem met
zijn benoeming, en zegt, dat de heer
Hakkers voor hun fractie het sym
pathiekste raadslid is.
Dan komt spieker op de voorge
schiedenis van deze wethoudersbenoe
ming, waarbij Gemeentebelang voor
samenspreking ,is uitgenoodigd, in te
genstelling met de vorige wethou
dersbenoeming, toen sprek'ersfractie.
om verschillende redenen niet bil de
voorspr. werd uitgenoodigd, hetgeen
niet de juiste weg was, om de goede
verstandhouding te bevorderen. Hun
houding is bij deze benoeming ge
wijzigd, omdat spreker de meenig is
toegedaan, dat de A. R. fractie, als
grootste fractie, de verantwoorde
lijkheid moet dragen. Spreker doet
tenslotte een beroep op den nieuwge
kozen yvethouder, om zijn fractie te
helpen waar zulks noodig mocht zijn.
Als ingekomen stukken worden be
handeld
Verkoop bii inschriiving van
straatpuin: Verheii f 1.14; Groeneveld
fo.8o; Cornet f0.75; Dekker f 0.86,
alles per M3.
Goedgekeurd wordt te gunnen aan
den hoogsten inschrijver.
Adres van eenige bewoners over
de haven, over de rioleering en be
strating aldaar te verbeteren.
Dit wordt in handen gesteld van
B. en W.
Goedkeuring Ged. Staten van het
besluit van den raad een geldlee-
ning a pari aan te gaan ad f ^000.
Idem voor de geldleening ad
f 5200.
Ter kennis gebracht van den raad
het Reglement van orde voor de
vergadering* van het college van B.
en W.
Mededeeling van Ged. Staten, dat
de begrooting dienstjaar 19.36 is
goedgekeurd.
Een schrijven van de Vereen. Zie
kenhuis verpleging, inzake te verlee-
nen subsidie in de premie voor aan
gesloten werkloozen.
De Voorzitter zegt, dat de circu
laire van den Minister subsidieering
mogelijk1 maakt.
♦B. en W. hadden gemeend een sub
sidie te verleenen door de gemeente
van 30 pCt., terwijl dan Hulpbetoon
en de Diaconie ieder 10 pCt. zouden
bijdragen, zoodat in totaal 50 pCt.
subsidie wordt gegeven.
De heer de Waard had het beter
gevonden een principe besluit te ne
men en de hoegrootheid van het per
centage voorloopig buiten het geding
te laten, opdat ten opzichte van de
subsidieering door naburige gemeen
ten, meerdere uniformiteit kan wor
den verkregen, bovendien heeft men
niet te beslissen over de gelden van
Hulpbetoon en Diaconie.
De Voorzitter zegt, dat het col
lege ook1 in den aanvang meer ge
voelde voor een principebesluit, doch
de vereeniging wil per 1 Juni haar
werkzaamheden beginnen, en men
meende, dat het goed was, als men
wist hoeveel subsidie kon worden ver
wacht.
De heer Brienen merkt op, dat
als Hulpbetoon en de Diaconie met
de gedachten 10 pCt. verleenen de
aangeslotene werkloozen de dupe
worden, hij vindt bovendien een ge
meentelijke subsidie van 30 p|Ct. veel
te laag.
Ook de heer Ippel bespreekt de
moeilijkheid, om de Diaconiën bij
voorbaat reeds in te schakelen.
Ten slotte wordt besloten 50 pCt.
subsidie te verleenen in de premie
de aangesloten werkloozen en te zien
wat Hulpbetoon en Diaconie willen
terug betalen.
De heer de Noijer zegt, het subsi
die wordt toch verleend, onverschil
lig van welke vereeniging, men lid is,
hetgeen de Voorzitter beaamt^ echter
naar maatstaf der vereeniging te
Werkendam.
De heer Versluis zegt, er zijn ar
beiders die werken en minder ver
dienen, dan sommige steuntrekkers
krijgen, deze krijgen geen subsidie,
dit is onbillijk1, waarop de Voorzitter
zegt, dat deze eventueel via het Bur
gerlijk Armbestuur kunnen worden
geholpen.
De instructie voor den Gemeente
geneesheer wordt conform1 het voor
stel van B. en W. vastgesteld.
Laat nü tijdig Uw Bril nazien of
Laat een reserve Brilletje klaarmaken.
Natuurlijk bij
De wijziging der Gemeentebegroo-
ting .1935 en 1936, alsmede de Be
grooting Veerbedrijf 1936, wordt
goedgekeurd.
De vergoedingen overeenkomsig
worden vastgesteld op f 1.40 per week
art. 13 der Dagere Onderwijswet '20
en per kind.
Op voorstel van den heer Versluis,
worden de beraadslagingen, over het
plan van uitstel, om de schip persha-
te maken, heropend.
De heer Versluis deelt mede, dat
er te Antwerpen een vergadering is
geweest van sleepbooteigenaren, waar
besproken werd, op welke wijze het
sleepwerk van Antwerpen naar
Duitschland te regelen. Men wil de
basis Dordrecht doen vervallen en
Werkendam als basis nemen, zou dit
tot stand komen, dan is er zeker een
haven te Werkendam noodig, en zou
dit een groote opleving geven.
De heer de Noijer zegt, wel te ge
voelen de besprekingen uit te stel-*
len, tot dat meer bekend is. om-
trent de verlegging van de basis riaax
Werkendam.
Dit wordt met algemeene steml-
men goedgekeurd.
De notulen der vergaderingen vaa
3 April en 1 Mei worden daarna met
een 'kleine wijziging Op voorstel vaa
den heer Brienen goedgekeurd.
Bij de rondvraag bespreekt de hij.
Noijer de wenschelijkheid van eea
ventvergunning voor personen die
buiten deze gemeente hier komea
verkoopen.
Hierop wordt' langdurig van ge
dachte gewisseld. i
De Voorzitter stelt voor deze mar
terie nog eens te verwijzen naar het
College van B. en W., hetgeen wordt
goedgekeurd.
De heer den Dunnen bespreekt het
met automatische afstelling.
Jacques Brulefert's Dood.
Toen dacht ik aan den jongen, die
voor niets stond en zeer wakker was.
Het was een stikdonkere avond, hij
kon langs den weg kruipen en zich ge
makkelijker dan een man in de slooten
verschuilen, en als hij dan eens bij zijn
vader was, had hij tenminste iemand
die hem kon beschermen.
„Hij kan niet ver weg zijn," zeide
ik tot Jean Lacroix. „We moeten hem
opzoeken".
„Ik dacht dat zulks het beste was,
dat in de omstandigheden kon gedaan
worden, mijnheer en toch heb ik later
dikwijls gedacht, dat ik, buiten mijn
weten, precies deed wat die ellendige
kommandant verlangde. Niemand zal
mij ooit kunnen overtuigen, dat dit
zijne bedoeling niet was, toen hij het
kind buiten de deur zette. Hij wou
door middel van het kind den vader in
handen krijgen. Wat dunkt u? Maar
Jean Lacroix dacht toen even als ik,
dat het 't beste was en hij ging naar
buiten om het jongetje op *te zoe
ken.
„De Pruisen hadden gegeten en za
ten als echte doorrookers te smoken.
Jacques zijn vrouw zat nog steeds in
haar hoekje stil te schreien; ze wou
niet eten of drinken en het was hart
verscheurend om te zien, hoe ongeluk
kig ze zich gevoelde en te weten dat
er toch niets aan te doen was. Men
hoorde de schildwachten in de straat
„werda" roepen en niemand mocht het
dorp in of uit, zonder verlof van den
van den kommandant. De officieren
en de manschappen kwamen van tijd
tot tijd binnen om rapport uit te bren
gen.
Met klokslag van zevenen, sprong
de vrouw van Jacques van haren stoel
en gat een luiden schreeuw; haar man
en haar zoontje werden door de pa
trouille binnengebracht.
„Jacques was zeer bleek en kalm;
maar hij had de tanden opeengeklemd
en zag den kommandant met een don
keren blik aan. Toen deze hem met
een grijnslach zeide: Ik wist wel dat
we je zouden vangen, heertje, ant
woordde hij, terwijl hij hem vlak in de
oogen zag:
„Je hebt mij in het geheel niet ge
vangen. Ik wist dat je mijn vrouw
had gearresteerd en dat ze vrijgelaten
zou worden als ik terugkwam. Hier
ben ik nu. Maar je hebt je als een
lafaard gedragen."
De kommandant werd spierwit en
toen werd hij zoo rood of hij zou
stikken. Hij sloeg zijn hand aan zijn
zwaard en een oogenblik dacht ik, dat
hij zich op Jacques zou werpen, die
met gekruiste armen voor hem stond.
Maar hij vergenoegde zich met zwaar
te vloeken. Ik verstond die vloeken
wel niet, maar ik zag het aan zijne
manschappen die van schrik stonden
te beven. Als zij den persoon van
Jacques Brulefert niet noodig hadden
gehad v,oor de machine, dan geloof
ik, dat hij er slecht aan toe zou zijn
geweest. Toen de kommandant einde
lijk zijne zelfbeheersching had terug
gekregen, zeide hij: ,,Je blijft hier sla
pen, Fransche hond. Je gereedschap
pen zullen je hier gebracht worden
en morgen ga je met ons mee. Zoo
dra je probeert ons te ontsnappen,,
wordt je neergeschoten.
„Jacques vertrok geen spier. Hij ging
in een hoek aan een tafel zitten, ter
wijl vijf groote Duitschers zich vlak
bij hem nederzetten, met geladen ge
weren en de bajonet er op. Zijne vrouw
bracht hem zijn avondmaal. Hij at en
dronk alsof er niets gebeurd was en
sprak geen woord; toen vroeg hij om
zijn zak met gereedschappen en een
deken, zond zijne vrouw en zoontje
weg ,die hem maar niet wilden ver
laten, rolde zich in zijn deken en ging
liggen slapen.
„Den volgenden dag bij het aanbre
ken van den morgen stond reeds een
heele compagnie soldaten voor onze
deur om Jacques te halen. Hij was
ai opgestaan en had wat door de kamer
gewandeld, dronk een glas wijn met mij
en was gereed om te gaan.
„Hij maakte gekheid over de sol
daten die hem geen oogenblik uit het
oog verloren, en bang schenen te zijn
dat hij door den schoorsteen zou ont
snappen. En toch was er iets vreemds
aan hem. Soms bleef hij een minuut
lang stilstaan, staarde strak voor zich
uit met gefronst voorhoofd, alsof hij
in de verte iets zag en dan weer hief
hij plotseling het hoofd op met eene
tartende uitdrukking op 't gelaat.
„Tegen acht uur kwam zijne vrouw
en zijn zoontje hem opzoeken. De ar
me vrouw schreide hartverscheurend.
„Luister, Catherine, zeide hij, je moet
mij beloven het dorp dadelijk te ver
laten en naar oom Francois gaan."
En toen zij tegenwerpingen maakte,
sprak hij heel zacht. Ik geloof, dat de
vier soldaten geen woord' Fransch ver
stonden, maar misschien hielden ze zich
zoo. Daarom fluisterde hij haar in het
oor: „Ik ben van plan om onderweg
te ontsnappen. Maar als je hier achter
blijft, zullen ze je weer arresteeren
om mij weer in handen te krijgen. Ik
zal 'niet gerust zijn voor je weg bent.
Maak je boeltje maar klaar, vrouwtje
lief. Ik zal er mij wel uitredden, dat
zal 'je zien."
„Hij kuste haar hartelijk, bijna op
geruimd, om haar een beetje moed
te geven en duwde haar zachtjes naar
de deur. De jongen bleef achter-en
stond te snikken, hetgeen zeer natuur
lijk was. Maar Jacques nam hem tus-
schen de knieën en zei: „Beste jongen,
je moet dapper zijn en niet schreien,
die kerels zijn heel blij als ze je zien
huilen. Denk maar dat ik naar den:
oorlog ben en dat ik spoedig terugkom.
Als het slecht met mij mocht afloopen
en ik niet terugkom, moet je heel veel
van je moeder houden en heel goed
voor haar zijn, mijn jongen. En als je
een man bent geworden, word dan een
goed soldaat en neem wraak op de
Pruisen voor al het kwaad Öat zij ons
hebben gedaan. Maar schei nu niet
meer, beste jongen."
„Het kereltje stikte haast, toen hij
zijn snikken wilde bedwingen en zei:
„Zie vader, nu schrei ik niet meer.'*
Maar de woorden kwamen er heel
beverig uit, en twee groote tranen
fangs zijne wangen. Toen het kind ver
trokken was, had hij geen kracht meet!
om vroolijk te kijken. Zijn stem trilde
toen hij tot mij zeide: 'tis van morgen
koud, Pére Sauvage. Laten we samen
nog een glas drinken 't is misschien
voor de laatste maal."
„De laatste maal? zei ik. „Wel man*
'tis toch niet de eerste maal, dat je
in den oorlog bent geweest; je komtf
natuurlijk weer terug."
„Hij glimlachte zonder een woord
te spreken, maar ik zag dat hij een plan
netje in zijn hoofd had.
De kommandant was juist uit zijn
kamer gekomen en was nauwelijks be**,
neden of hij gaf bevel tot den op-
marsch.
(Wordt vervolgd)].
ffieuwslilail
W0
m,
wm,
urn
wk
i i