Hun goeie Korsemus HET LOOPEN NAAR HAAR WERK niet hoorde en vroeg zenuwachtig ge- \y/as. ffn 'MAPTFI.ING. iaagd, of hij het onmiddellijk (kon WAS EEN 'MARTELING Nu bevrijd Van de rheumati sche pijn 'in haar voeten. „Gewoonlijk liep ik naar mijn werk jaagd, of hij het onmiddellijk kon koopen en meenemen. Die hoeren, kieken elkandepVragend aan. De oudste der twoe "meende „Gewoonlijk liep 'ik naar mijn werk tegen (jen aankoop w,el geen be- met tranen 'in mijn oogen door de tSNa2iï m bestaan, doch dat de schil- rheumatische pijn 'in mijn voeten. Een ten minste haar tijd pit moest ----- -1-4- ;l' geëxposeerd 'blijven. Die aommissie en de schilders hadden dit wederzijds gecontractoerd. De graaf gevloeide eenige teleurstelling; zlijn blik viel wei zien hollen. Ik heb sindsdien steeds der op den jden d<^k, dmn de dagelijksche dosis genomenen heb niettegenstaande de nooit meer last van rheumatische poj beperkende Voorwaarde, bereid de nen". Mevr. M. W. sClblder]j aan te koopen, betaalde de -hal be- collega drong er op aan, dat ik regel matig Kruschen Salts zou gebruiken. Na 3 flacons voelde ik mij zoo ver licht, 'dat men mij door de zaak kon zien'hollen. Ik heb sindsdien steeds bUlJLLTUlCllJ' CUXll. ut- Wanneer -zich in Uw lichaam atval- gievraaJg<de som en vierziocht bet stotten ophoopen, 'zullen zich hieruit drag dadelijk aan den schilder allerlei schadelijke stoften vormen, o.a. rwiprFanrlip-ipri zonder daarbij het gevreesde urinezuur, dat de oor zaak is van rheumatische pijnen. Kru schen Salts spoort Uw inwendige or ganen 'aan tot actieve geregelde wer king, waardoor alle afvalstoffen langs overhandigen. Zonder daarbij den naam van den. fcooper te noemen Die kleine zwarte kroeskop, die als ten volle vertrouwd bekend stond, zou deze opdracht onmiddellijk gaan vervullen. Die graaf en de knaap ver- king, waardoor alle afvalstoffen langs bei'den Bureau. Op de stoep natuurlijke weg zacht en regelmatig 2ei de eerste);ja, hoor eens, jon- Xia luui lujivu. vv ^6 -o o worden verwijderd. Kruschen Salts is verkrijgbaar bij pile apothekers en er- zei de eersteTa, hoor eens, jon genlief, nu blijft er nog een zaakje oVer. Ik zou gaarne ook den doek 11 rtp-rliil in Vftr- verkrijgbaar bij pile apothekers en er- OV|er. ik zou gaarne ook oen aook kende drogisten a f0.40, f0.75 en f 1.60 koopen, waar de schilderij1 in ver- per ilacon. Let op, dat op het etiket pakt was. Hoeveel denkt gif. dat (he oo de flesch zoowel als op de bui- moet kosten? Hij hield de knaap tenve^pakking de naam Rowntree Han- eea paar muntbiljetten Van tien gul- öels 'Miij., A'dam, voorkomt. Adv. ieens hier. dit eene is voor den kleinen boodschapper, als be- looning voor alles, wat hij mij over haastige schreden, geen luide ge- de Madonna della casa heeft jjertekl sp rekken. Een weldadige stilte had en dit andere in betalmg Voor den 'de drukte Van daareven vervangen, doek. Zeg aan den eigenaar, dat de De kleine zwarte kroeskop, die daar hooper, die de schilderij met dadelijk lop enkele passen afstand al fluitend in bezit mocht nemen, althans den dien graaf te gemoet kwam, was de doek gaarne mede naar huis nam. eerste die deze stilte verbrak. Het Nm wat zeg je van den ruil? ,was echter niet om het Vroolijke lied- Die knaap Zei niet Veel, doch be fte dat deze op eens bleef stilstaan. dacht des te meer, hoe welkom elk Dte knaap, droeg ©en groot vierkant muntje zijn meester was en hoe yoox Voorwerp, dat met een doek was hem zelf een bedrag van tien gulden ovterdekt. De wind had een tip van een bepaald .vermogen uitmaakte, en dien doek opgelicht; de bonte opval- toch arzelde hij 'een ©ogenblik. op lende kleuren, de eigenaardige teeke- den voorslag in te gaan daar hij ai ming den graaf stokte het bloed vaak had gemerkt, dat de doek m jn de aderen dat was immers de bet bijzonder rijn meesteres veel doek van Marianne Hoe kwam die waard was. Maar deze was en bleet iongen er dan aan Zou Zij.zoo- toch ©en arme drommel, die een zoo waar reeds haar boedel hebben moe- schitterende gave maar al te goea ten Verkoopen, om- niet van honger gebruiken kon. Hij draalde dus niet om te komen? 'langer en gaf den ouden heer die Hij had geen tijd Verder na te bi Zijn ©ogen minstens een Koth- Idlenfcen, doch greep den knaap ste- schild moest rijn, den geVraagden vig bij den schouder. Reeds wilde doek. bij tot dezen de Vraag richten„hoe Snel eenige woorden van dank komt gij aan dien doek?" toen een stamelend, liep hij, na den weldome nieuwe, nog heftiger gemoedsbe- te hebben gegroet, kjangs miet de wegirtg hem een oogmblik aEe gddsom voort, Zjn meesta op WOgJLIiljC UPCl" W" - spraakvermogen benam. Ben nieuwe windvlaag had den doek' geheel op gelicht zoodat de schilderij zichtbaar werd, met de woorden er onder „Ma- OOffma della casa. Het beeld van Marianne, van rijn Verloren kind! En de schilder van het beeld: haar echtgenoot! Dp ©en verhevenheid zat de klei ne Vriendelijke gestalte der jonge vrouw, in een donker ©udduitsche huisvrouwendracht gekleed. Eeft witte sluier viel tot over de half neergeslagen oogen neder, wel ke teeder rusten op een "kindje Van enkele maanden, dat slapend in haar Schoot lag Zijn kleinkind, zijn eigen kleinkind dus, van welks bestaan hij geheel onkundig was. Het vertrek was slechts1 zeer spaarzaam gemeu beld; kaal en kil zagen de wanden Op dit lieftallige groepje neder, doch Van het bleebe vriendelijke gelaat der moeder straalde een glans af van bovenaardsch geluk, dat op de ge- hieele omgeving, een stroom van licht wierp. „'Madonna della casa, mompelde Ide oude man, „de madonna van zijn huis." Menschenstemmen om hem neen waarschuwden hem, dat hij niet lan ger met Zijn geluk alleen was. Hij trok den doek weder over de schil derij en stapte nu naast den knaap „Hoe komt gij aan die schilderij, Sojniscii „Van den schilder, daar in (de Boor- Straat." „En waar wou je het nu heen brengen?" ,Naar de tentoonstelling, m Kunst liefde, hier in de buurt. Daar moet het verkocht worden. Nu, de lui foëbben 'twel noodig'. Ben vroolijken Kerstmis zullen ze niet hebben. „Kent gif den schilder allang Een half jaar omtrent; zoolang als" hij hier woont, ben ik rijn hulp jongen en help ik hem zoo wat." ,En diedie jonge vrouw daar; Biet Zij er werkelijk evlen Zwak uit als op de schilderij?" •Natuurlijk, meneer" hier noem- dte 'de knaap een Italiaanschen naam in de volkstaal ^basterd schil dert alles net als de werkelijkheid er uit ziet. En de kamer is ook precies zoo; daar staat met te Veel in Ik heb ook eens als model ge staan; dat hadt u eens moeten UU geldsom voort, om rijn meester op te zoeken. De overgelukkige bood schapper trok hard de schel over, als stond het huis in brand. Marianne, met haar kleintje op den arm, opende aelf de deur. Zdj zag: onmiddellijk, dat er iets buitengewoons moest rijn "geschied en ook dat de jongen den doek niet meer bij zich had. HliJ wilde haar voorbijvliegen, doch Zij hield hem staande. „Neen, niet naar binnen, maar ver tel mij eerst hoe het met de schil derij staat, dan kan ik heqi lang zaam Voorbereiden. Het is treurig ge noeg, dat wij geen Kerstfeest heb ben." 1 Intusschen was de kroeskop een weinig tot bedaren gekomen. „Toe laat mij het asjeblieft hem Zelf gaan vertellen. Maar dan moet u er bij zijn; dan zult gtij |eens wat hooren. Wat zal hij oogen opzetten! Pfit zal me een Kerstfeest gevtenl" Haar vraag naar den doek liet hij in zijn agitatie onbeantwoord, maar zonder vierder vergunning af^te wach- ten, stormde hij het atelier binnen. Die knaap werd in zijn woorden vloed gestuit, doordat zij het Ten- toonstellingsgeibouw waren gena derd. Zonder op den graaf verder te letten, stormde hij de trappen op naar het Bureau, echter door dezen OP den Voet gevolgd. De doek was van de schilderij weggenomen en we derom werd de graaf getroffen door de lieftallige groep. Hij trad op de beide heeren toe, die het schilderstuk met opmerkzamen blik beschouwden, noemde rijn naam, doch zoo. dat de knaap, diie iets achteraf stond het UCHj o LWl HA j.1 j Op een rieten stoeltje Voor den ezel zat de schilder, die met duisteren blik op het doek staarde, dat hij voor zich had staan. Er kwam een vroohj- ken trek om rijn lippen, toen mj vrouw en kind binnen zag komen. „Is het bezorgd?" vroeg hij den knaap. Deze knikte heel geheimzinnig toe stemmend en reikte henriet verze gelde couvert over. „Hier is bet antwoord! '„Antwoord Ik wist niet, dat er antwoord noodig was de schilderij moet opgehangen worden, en daarna naar een andere tentoonstelling ge transporteerd worden, totdat rij weer hier terug komt." De schilder open- d«e het couvert; een aantal banknoten kwamen er uit te Voorschijn Een oogenblik zag hij ais bewusteloos rond; daarop verhelderde rijn blik eq gaf hij rijn gemoed lucht m den blij den kreet „Marianne." Hij sprong op en sloot de vrouw en kind jubelend en. juichend in rijn armen. „O kind; o, beste vrouw, wïj zijn gered!" Langen 'tfijd duurde het, eer de Vreugderoes zoover geweken was, dat de kleine bemiddelaar Verslag kon gevten van hetgeen hem was wederva ren en eerst nadat hïj uit het geluk Van rijn meester bdgreep, dat deze hem niet hard zou vallen over het koopje, dat hij op eigen hand had durVen sluiten, kwam hij met Zijn eigen muntbiljet Voor den dag en en met het verhaal, hoe hij daaraan was gekomen. Miarianne kon het niet laten, een oogenblik er over te jammeren, dat aj haar doek kwijt w^s. „Die doek die het allereerst getuige was van onze ontmoeting!" en haar oog werd door ©en traan Verduisterd. Doch haar man kustte dien weg. „Kom kind, wat is ons Verder aan dien doek gelegen Hij heeft immers rijn bestemming ver vuld. Gij hingt hem' over de schilderij, opdat hij de Madonna geluk zou bren gen. En nu, jij kleine deugniet, Vertel mij vóór alles eens, hoe die heer eigenlijk heet." De jonge haalde de schouders op. Je bent een domme j.ong©n, meer niet', dat je dat niet weet. Maar Ver tel dan ten minste, hoe hij er uit ziet." ff De Zwarte ikroeskop poogde een nauwkeurig signalement te geven. Marianne wendde zich af; elk woord, waarmede de knaap het uiterlijk van den goeden beer beschreef, sneed haar door die zdel. Hoe moest het wel gellijken op haar armen Vader! Zij had kunnen: meenien, dat het in derdaad haar vader zelf was, als met nog slechts enkele dagen geleden ©en vriendin haar had meegedeeld, Idat hïj al sinds maanden in bet Noor den reisde en op het oogenblik in Stokliohn was. En toch, al ware hij terug, hïj was er de man met naar, om ,haar ooit hane handelwijze te ver geven. Hij zou de slechtste etóhilderij van den onibeduidendsten schilder eerder goed vinden dan het beste werk van haar eChtgjenoot. Twiee dagen later op den mul dag Voor Kerstavond bracht bet dienst meisje aan Mariaftme een aan haar geadresseerd parket. Toen zjjj het o- pende, kwam de Oosterscbe doek met een klein briefje er uit te Voorschijn. Het briefje behelsde een verontschul diging, dat de schrijver een doek, welke blijkbaar Voor de bezitster van hooge waarde was 'geweest, door '66TI list zxynider hcicur toicstemming had machtig weten te worden en ver der een verzoek om den schrijver te vergunnen haar persoonlijk zijne ex cuses en tegelijkertijd den schepper der „Madonna della casa, welker gelukkige bezitter hij was, rijh dank te komen betuigen. Het schrijven was niet onderteekend. Marianne was alleen met haar kindje. Haar 'man was uit, om voor de versieringen te zorgen voor den Kerstboom, die des avonds zou ont stoken worden. Het dienstmeisje, die zij na den zoo voorspoedigen verkoop van de schilderij had gehuurd was in de keuken bezig; rij kon zich dus ongestoord aan hare gedachten over- In gepeins verzonken, dacht zij aan dengene, dien rij ter wille yan haar geluk had verloren. Zij hoorde bet hiiden der huisschel met een® en keek eerst oP, toen Hj, met wien Zichzoo juist hare gedachten beziig hielden, maar dien rij irt verre. Verre streken had gewaand, £k>tselmg Voor haar St°Alds Voor een geWtesverschijhing te rugschrikkend .sprong rij op; het klei ne kindje ware l.i-r. m de omtroe- dng "an het ooge^lk, bijna ontval len, als met de toude vader, daar voor haar, tegelijk moeder en kind in rijn armen had gesloten. Zij tut te een hartverscheurenden kreet, die den armen vader' tot m merg en been doordrong. Nog vaster drukte hij haar hoofd aan rijn borst, terwiji hij fluisterde: „Mjjn lief arm kind; wat heb ik je Shield hij rijn kind omarmd toen de deur gdopend werd en de schilder door rijn trouwen factotum gevolgd, het vertrek binnentrad, ee nige bijeengebonden bloemen m de ^Èjt gif het? O - Zie eens,-wie daar tot ons gekomen is! Die schilder keek m bet ter ri^e gewende gelaat; toien Ej den graaf herkende kwam er een trek yan bit terheid on zijn lippen„Niet tot ons, maar tot tois hïj gekomen. Hij wil de hem passeer,en en het atelier bom nen gaan, toen hij Zich door vier armen Zacht en toch stevig voelde omslingerd, zoodat hïj als vastgewor- told moest bBJven staan. Ten over vloede hing ook de zwarte kroeskop 'nog aan rijn jaspanden, zoodat hij zich wikken nog bewegen kon U zult toch met wegloopen Dit is de heer, die uw schilderij gekocht ^Wat daar vterder gedurende het volgende uur geschiedde, zou met een der drie hebben kunnen naver tellen. Alleen het dienstmeisje en de factotum doorleefden deze momen ten in de keuken bij voEe bewust zijn ,en tevens vol ongeduld, m de vrees, dat de' Kerstgeschenken door dfe ongewone emotie hun zouden ont gaan. Eindelijk - uit Verveling waren rij al begonnen elkander m de haren te zitten - liet zich een klokje m het atelier hooren. Verlegen traden beiden de wijdgeopende deur binnen, waarna zij, door den glans verblind, eenige ©ogenblikken de oogen stor ten. Toen zij deze weder opensloegen; kwaim het zelfs hun Voor, dat de helle vroolijke glans niet alleen straaL- de van de vele schitterende kaarsjes., doch ook van de gelaatstrekken van de drie menschen, die daar elkan der onder de groene takken omhels den. De kroeskop maakte de dolste ca priolen. Al begreep hij ook hoege naamd niets van hetgeen er gebeurd was, hij beschouwde zich toch m ze keren' zin, en terecht, als de por tier die rijn meester en meesteres de poorten tot dit geluk had tont- sloten. Hij was de eenige cke om der al deze gemoedsaandoeningen den schel hoorde overgaan en er zich 'dadelijk een nieuwe gelufcstij- I te om wieer is efkes op z'un ver ding van voorstelde, terwijl de ander haol te komme. Mer klaoge dint ie A v Trri rrond a onra oiPin WHt TliOOlt Tlite. Eïl llï} IlICUWt 101 OOK IllC ULllJi Vdli vwioiuiue. j- ren elkander vragend aanzagen, wat dékï stoornis in het feestelijk uuir wel kon beteekenen. Ditmaal zou dan toch waarlijk het optimisne van den knaap gelijk! heb ben. De late boodschap was Vervat in een dergelijk couvert als dat.,waar in de banknoten waren bezorgd. De inhoud van het schrijven luidde „Van regeeringswege is ons de op dracht gegeven, ons tot u te wen den met de vraag, of gij genegen zoudt willen Zijn, door onze bemidde ling den aankoop Van uwe schilderij Madonna della Casa te Vernietigen. De Minister, die gisteren de schilde rij op de Tentoonstelling zag. heeft het voornemen te kennen gegeven, voor het geval de privé-kooper bereid zou wezen van rijn rechten afstand te doen het schilderstuk zelfs vooir een hoogere som ten behoeve van het Rijksmuseum aan te 'koopen. Wij verzoeken u, in aanmerking genomen de rijde, van welke deze opdracht tot ons komt. niettegenstaande het late uur dringend nog om ©enig voor- loopig antwoord." Marianne Vloog juichend, haar echtgenoot om den hals. „Zift gij' nu overtuigd, ongeloovi- ge die gij ziijt. dat het niet alleen de verblinde oogen van een liefheb benden vader Zijh. die uw arbeid voor een .meesterstuk verklaren!" schilder drukte rijn vrouw een kus op de lippen. Dan fluisterde hij, doch zoo zacht, dat slechts rij hem kon verstaan: „Is het wonder? Het is immers jouw beeld. Madonna." Die schilderij werd niet Voor het Museum afgestaan. deur GERT ROELAND. Ge kint ze allemaol wel, war. die miense mee d'r kiesje op durre nek, die langs de dïjke en wege van t Laand van Heusde trekke. Er rug ge zien zijn ze deurgaons nie went miees- tentijïis dinkte det zuk volluk nie erg te vertrouwen is, al bedde er nooit nie gin slechte ervaoringe mee op- gedaon. Mier allieen al det ze aan- ders praote dan gezelf gewend zijt is al zo Vrimd. En d'r lopt wel is unnen onstraante kaerel onder daor nie van. Waor ze vandaon komme witte nie en waor ze nar toe gaon èvemin. Es ze 'saoves Heusde kan- ne haole dan kanne ze daor wel 'n onderkomme vein de. Det was ten- mienste vroeger zo in dê jaore gev^r- in gebeurde wet ik oe,nou gaoi ver- telle. Onder de kiesjesmannie, die zU n paor kieere in 'tjaor durre wegt deur de durpe van Heusde nar Woe- rek-um naorne was ook den Hmke- laer. Diejen naom had ie m hieei de 'burt en det kwaamp deur z'n raor nucniér van looipe det ie dm. Hoe oud of tie was konde wel raoie mer es ge 't um zmt dan laachten ie mer is. Abuis, Vrouwke" of „Abuis, hoor moeder" zin t'ie dan deurgaons en hij liet oe ève wijs es van te veure. Omdet ie ginnen kwaoien aord lia en ok al omdet ie deur Zunme ge- brekkelukke gang 'saoVes me nar Heusde kon terug gaon .om te siao- pe moog ie wel is hier of daor m 'n, schurke of op unnen hooitas slao- pe. Mer nie ielkieen was ter opge steld, went ge wit 't mer is nooit. Nou stind er erreges en ik zal oe nie Vertelle waor 'n auw, grooit huis. Daor woinde den Turk mee z'n vrouw en twee volwaasse kemder, nun jonge en 'n meske. Diejen Turk was in Vroeger jaore uit de haai daor komme woine in det grooit huis. Hij hagget geürVe zinnen ze GtWas es g'um zo zaogt urmen vrim- cle kaerel .donker van opslag mee mi ne grooite snor es unnen schoen borstel. Hïj was al z'n lèVe un biet je op z'n ège gebleVe en z'n vrouw, die Sjenet hiette kwaamp ook nooit is burte. 'tBlaauw Huis waor tie in woinde was 'n aouw kedaster mer d'r was unnen grooiton boogerd aon en daor lèèfde diejen Turk zu'n biet je van. Hïj hieuw 'n paor bieesjes en hij had ook nog 'n hittekarreke. Nou was 't op 'n jaor det de Korssemus viel op Woensdag en Don derdag. Hieel 't najaar was nat ge- wiest. Den Hinkelaer hagget kwaod_ ge had mee al dieje régen lelken kieer Hoe dikkels t'ie tot op zn hmd nat was gewiest kan ik oe me zegge. Ik mot niet praote van nat tot op zn himd wient det had ie me. Hij droeg nun bontembazzeroen, 'n vet vesje en daorover unnen jas die vroeger zeker van den ieen of aanderen bur germeester was gewiest, zo ieene mee twee van die overtrokke kneupe van aachtere en mee boorsel langs de kaante, ge .wit wel war. Dieje jas was onVersliftbaor leek 't wel. Mer nou in deuze weinter was 't toen vur den Hinkelaer te errug gewarde. Hij hagget zo lang meu geluk vol ge- haauwe mer ten leste kon ie mer 'n paor uur op unnen dag mieer tooi- pe Bij hoestte van 's mèrreges tot Psaoves en dikkels zat. kondum zo mer hier of taor in nat gras Zien zit- lLdiUU. UG JtVVlUllillto. nooit nie. E|n hij hieuwt er «ok nie van om beklaagd te worre. Dieje Maondag vur de Korssemus hagget wieer gerègend en 'saovtes was den Hinkelaer Zo nat es messing. En ver kocht had ie nie vteul. De miense waore zellef vteul èrrem ien de boef- re, waor t'ie kwaamp gaoVen um nog ieer unne oent dan det ze wet koch- de. Diejen Maondaggenaovend sliep t'ie aachter 'n hooimijt. Die stind daer erreges aon 'n modderige steeg. Gin miens had um doende gezien zo tusse licht en duster om 't hooi er 'n bietje uit te haole. En om hallef vijf laag t'ie d'r al in. Mer sLaope hoo mer. Bijl rilde van de kors. Midden in de naacht moes ie uit Zn broeierug bed opstaon om uit de slooit watter te scheppe om te drm- ke. 'tWas toch wet mee diejen Hin kelaer. D'r was in hieel 't durp gin miens die aon um docht en gin ieen was t'er zo èrrem es hij'. Det dinkte mer, hur. Luster mer is. Mèèinde soms det ie onder in Z'n kiesje nog wet 'briefkes ha of 'n paor gouwetientjes. Neje van_ diejen rijkdom had ie niks. Mer, ik heb oe al gezeed det dè soort van miense dikkels aanders is dan det ge dinkt. war. Toen diejen Hinkelaer daor in die hooimijt prebeerde te slaope en 't mer nie kon deur de kors toen daacht ie d'r aon det 't gaauw kors semus zo zijh. En daor was t ie blij om. Hïj laachte in den donkere, went hij zaog 'sterre en vteul mooi licht. En hij beurde Kerstverskes zinge. Die kinden ie nog van toen t'ie un jon- geske was en mee z'n bruur nar de Zondagsschool gong. Neje, hij wies nog goed wet de Korssemus beté kent hur, al pratten ie d'r nooit over. Mer 's mèrreges stind ie op. Alles dint um zieer. Mer toen t'ie 'n biet je op gang kwaamp toen gong t wieer. Om 'n uur of negen al kwaamp ie bij den Turk den d'am op. Sjenet stind net bij de aachterdeur durre mat te kloppe toen z'um zaog. Daolijk riep ze den Tuifc. „Kom is efkes fcijke" zin ze „die jen Hinkelaer daor he'fc meelij mee. zo es dieje miens t'er uitziet." Den Turk zin det ie mer efkes op de geut moes 'kommie. Hij Zette de moor op de sdieevte pot en toen 't watter kokte wier d'r gaauw kof fie gezet. Sjenet snee al brooni. Goed dik sneej ze en ze smeerde veul botter op dè brooid. En sjrek sneej ze d'r bij ok nog al.Net kwaamp ze wieer m taachterhuis 'bij den Turk, die wet aon 't rammele was toen ze wet heurde Valle. Ze schrok t'er Van. Wet was det nou Saome gomge ze d'n huis in ^11 dai- .ILuri^oLo^r evji de plevuite. Den Turk slepte n'um omhooig en lin um op de mat. Kaerel, kaerel wet was Zunne miens zwaor. Sjenet" zint ie „dieje miens is ziek, hur, erreg ziek. Wet motte wul- lie doen?" Tieeuw" zin ze „we motten um in de bedsteej in 't klèèn kao- merke zien te krijge" Diet dinne ze. En zo kwaamp dieje ziek'en Hinkelaer in 'tkaomerke, waoo: den Turk m 't najaor zn beste appel ha, staon veur t'ie ze aafieverde. 't Was eigen- luk mer 'n aafgeschote stuksfoe van 'taachterhuis en d'r was nbedstee die nooit beslaope wier en die vol mee zakke laag. Det was net goed senogt vur Zunnen kiesjesman. war. Laoter op den dag lin Sjenet een aauwe wolle deke onder um en op z'n lijf kreeg t'ie d'r ok nog ieen. die 'n bietje béter was. Zunnen bur germeesters jas ha'n z'um uit wete te krijgie en zTun schoen ook. Hij was wel wieer bij kmms ge- komme mer 'hij din niks es slaope en kreune. Sjienet" zin den Turk, „motte wu'llie vur diejen miens ginnen dok ter haole?" Doe dè, Tieeuw Zin ze vrom.. Goof de zeun, wier d'r op uit gestuurd toen t'ie gegete ha en te gen 'nuur of Vier kwaamp den dok- ter,','nZwerver?" zin t'ie, „daar kun je nog Plezier van beleve. Die is erg ziek ik derik van longontstekmg. Als ik jou was liet ik hem door den burgemeester naar "'t gasthuis brerfokter' zin den Tuik, „toen ze wiëer in 't licht Van de geut kwaam- pe dieje miens is bij mijn gekomane tege den Korssemus. Die mot ik hellepe. Hij maag hier ziek rijn zo lang es noidig is. Den dokter gong weg t Fleske moes Goof mer komme haole. 'sAoves wier den Hinkelaer wak ker ze beurden um z'n ège omdraaie. Den Turk gong nar um toe. Zïjde gij wakker vroegt ie. Zïi ik nog op 'tBlaauw Huis? "Det rijde fn ge blijft er ook viir- l0°!wflde mijn is 'nplezier doen?" ',Gère, man, zegde gij t mer. „Ik zo gère den domenie is ge- sproke hebbe." Dien domenie" zm d n Turk. „Kae rel ik zal um zellef Vur oe gaon haole. ,g a(>Ves den domenie kwaamp, moest ie mieer licht heb be om den Hinkelaer goed te kan ne zien. Den Turk hieuw zn ège aachter-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1937 | | pagina 4