NIEUWSBLAD
M. NORT,
RAVENSW AAY'S GOLDEN SHAG
HET WONDER FORNUIS
WILLEM DE BRUIN
0 U rolt 40 kloeke sigaretten uit een ons.
Cfiallacombe.
TWEEDE BLAD
Ja natuurlijk
Zusterhuis 6
GORINCHEM
Dus ook Uw Opticien!
Vrijdag!28 Januari 1938 j f|gg No.-5819
Huishoudelijke Rubriek.
mijn BRIL is van
Erkend Vak-Opticien
Een belangrijk voordeel
't Is ongelooflijk..... maar WAAR!!
Schittert ais een gouden zon aan het
firmament der SHAG soorten Virginia Puur
NEEMT PROEF!! OVERAL VERKRIJGBAAR.
Feuilleton'
BEHOORENDE BIJ HET
VOOR HET LAND VAN
HEUSDEN EN ALTENA,
DE LANGSTRAAT EN
DE BOMMELERWAARD
den *£eder die soldaat
ia geweest, weet ach zulk een keu
ring wel te herinneren.
Het" vis overigens verklaarbaar, dat
bij zulk een keuring wel eens kleinig
heden over het hoofd worden gezien.
Maar kleine oorzaken hebben dikwijls
groote gevolgen.Djjt heeft reeds me
nige dienstplichtige"; ervaren.
Zoolang van regeringswege hetrönt-
genologisch onderdek niet verplicht
wordt- toegepast; mqken wij belangheb
benden er daarom wijzen, dat
.vooral bij eenigen twijfel omtrent hun
geschiktheid zij| verstandig zullen
dóen deskundige, vóórlichting te vra-
1 gen.'4
Uw redactie bij -Voorbaat dankend
J voor de o-pname, \-efblijven wij
Vraag: Ik heb weieens gelezen, dat
men een vacht best zelf kan was-
schen. Kunt U mij misschien mededee-
len, op welke wijze en met welk wasch-
middel dit moet geschieden?
Antwoord: Over het algemeen laat
een vacht zich heel goed wasschen.
Hieronder volgt het juist waschvocr-
schrift:
Meet de lengte en breedte van <A
vacht (alleen van de huid, dus de
achterkant van de vacht). Dit is noodig
om de vacht, wanneer deze mocht krim
pen bij het drogen, weer op de juiste
maat terug te brengen. Maak een Ra--
dionsop als volgt: doe de vereischte
hoeveelheid Radion in een kom (1
pakje 'is voldoende voor ca. 30 liter
sop). Voeg dan koud! water in kleine
hoeveelheden toe. Goed' roeren om
klonteren te voorkomen. Dan koud wa
ter bijvoegen om een melkachtige vloei
stof te verkrijgen. De Radion-oplos
sing dan bij het waschwater voegen,
hetwelk men gereed gezet heeft in
een groote teil. Het water mag iets
lauw zijn. Men wascht nu de vacht
in de teil; eerst bewerkt men de ach
terkant met een hard bbrsteltje, dan
keert 'men de vacht om en wascht
met de handen door de haren, precies
alsof men hoofdhaar wascht. Mocht
de vacht zeer vuil zijn, geet dan nog
een tweede Radionsop. Na deze be
werking spoelt men de vacht terdege
uit, zoodat geen zeepdeelen meer aan
wezig zijn. Heeft men een wringer,
haal de vacht hier dan even door,
doch zorg ervoor, dat de haren niet,
tusschen de assen komen. Beschikt men
niet over een wringer, knijp dan zoo
veel mogelijk water uit de vacht met
LANDBOUW
Stichting! „De Nederlandse
de handen. Hang het stuk in den l (Soldaat",
wind te drogen, niet in de zon, overl^^ j-J im
een ronde lat. Tijdens het drógen schudt
men de vacht af eri toe "wat op, ten-,
einde de haren wat los te maken. Is
de vacht droog, borstel de haren dan
nog eens goed na met een harden,
drogen borstel en U zult verrukt zijn
over het resultaat. Bemerkt men, wan
neer de vacht eenmaal droog is, d<l£
deze gekrompen is, dan maakt men
de huid met wat sop een beetje voch':.
tig en rekt deze op. Daar de huid
tijdens het drogen zou kunnen- krim
pen, spijkert men hem even vast "op
een plank /(met koperen spijkertjes),
nadat men hierop de juiste maten heeft
aangegeven.
Witter düm wit
worden uw tanden indien U poetst met
Tube 60 en 40 ct. Doos 20 ct. IVÖR0L
INGEZONDEN
Geachte Redactie,
:>H Zöü -ZOO y! EGGEN
(Zorg voor ||oed fruit).
Er is de laatste "jj-en bijzonder veel
gedaan voor de friitteelt.
Eruit -was gedurende lange jaren een
product in heefaveel gevallen al
thans waaraan t|et bijzonder veel
zptg werd' j>esteed. -Kwam er wat van,
dan. was het een jseevaller.
Dé buitenlandscKéj fruitsoorten kwa
men,; ®P önzè mar» en met schade
en -schande moést nam leeren, dat we
mef ons fruit, dat »ch heel best met
éfke buiténlandschê ïoort zou kunnen
concurreeren, lecdijk'T hteraan kwamen.
Gelukkig,'dat mediinzag dat er ver
betering moest kom# en mogelijk was.
Men 'gaat nu, eljlmet veel succes,
üich meer toeleggen op de fruitteelt
en past- de cLaarvojr in aanmerking
I$om^de: middelen. »e om mooier en
«NOOTSOUD
>m v-vtjói -..-jv.,
Een van de factoren waar tegen
woordig ook terdege op gelet wordt
door de steeds meer deskundig wor
dende fruittelers, is de besmetting.
Thans wordt het weer tijd daar aan
dacht aan te besteden. Voor flinke
vau de nieuwe Mijnhardt-caehets (Mijn-
li ardtjes) is, dat zij veel vlugger pij ren
stilien en kou en griep verdrijven. Hier
door verkorten zij belangrijk den duur
van elke pijn en ongesteldheid.
bloeiknoppen en vruchtvorming is for-
forzuur noodig, waarvoor wij thans
slakkenmeel zouden willen aanraden.
Zeer binnenkort zullen 'déperson? 9 óetcr frbjt *c •Jcr4aa en om regel
die ingeschreven zijn in het diérrstp icht- xnatiger te' -kuurieft -qogsten.
register voor de lichting 1938, zich öestRjdipg insecten en het
aan een militaire keuring o'ndérwer- voorko^mca--vanz)«:eii heeft tegen-
pen, kweordlg ieders aaiHacht en zelfs in
Mogen wij langs dezen .wég ;be%e- «vparticulUre. .tuiniü past men ze toe,
hebbenden opmerkzaam maken'op hei kespiwtffigèn en pestui vingen. Ook
Ook om de noodzakelijke kalk, dia
het tevens verstrekt.
Kali bevordert smaak en houdbaar
heid. En stikstof is vooral' noodig voorn
vlotte groei en voor dé vruchtzetting.
Bij stikstofgebrek zal na ruime bloei
meestal weinig vrucht gezet worden.
Vooral' voor kalkammonsalpeter zijn da
vruchtboomen zeer dankbaar. Ze is
niet duur en bevat zoowel salpeter-
als ammoniakstikstof, die beide hunl
groote voordeelen hebben, niet het
minst voor vruchtboomen.
Gebruik in gemengde meststoffen
kunnen wij niet aanbevelen, want dia
zijn veel' te duur en het bewijs is nog
nooit geleverd', dat zij' beter zijn. Tot
zoolang rekene men de waarde gelijk
1 aan de samenstellende enkelvoudige
meststoffen.
(Nadruk verboden).
feit, dat onze ervaring ons heeft ge
leerd, dat belanghebbenden goed zul
len doen zich vooraf door hun huis-
Eij de officieele keuringsfaden toch
moeten in een betrekkelijk kort tijds
bestek duizenden aan een keuring wor-
tfe meest gewenschtei snoei wordt, waar
dit noodig jLs,- toegepast en de resul
taten van de „góedei maatregelen ziet
arts grondig te laten w?ar ?ns Iruit
R;i iTf* nffir-if-plp. i rirl fycrn iU-n - Tfï" 1C i ug tfiC. eeHIgC IZTCH tC-
"Veer.rgc
rug, een heel goed figuur maakt. Wat
fijnheid' van smaak e'n aroma aangaat,
staat het wel bovenaan.
DAT VOOR RUIM 5 0 ets. per week
DAG EN NACHT DOOR BRANDT.
HEERLIJKE WARMTE IN HET VERTREK
EN ZOO UW ETEN KLAAR n i
IN VOORRAAD IN DEN IJZERHANDEL
Gasthuisstraat 47 en 47 A - GORINCHEM
Tel. Int. 2840.
Naar het 'Engelsch van Walter Besant.
„Speel maar op, David, speel maar
op".
„Ik ben terug gekomen, zonder
eemig geld' dan -een paar pond'. Als
die op zijn en misschien nog wel
eerder, zal ik meer geld noodig heb
ben. De wereld' is overal vol schur
ken, behalve de landdieren, zooals gij.
Meestal leven zij van plundering en
roof evenals gij."
„Zoek dan werk. In deze streek zult
gij, als ge niet werken wilt, ook geen
geld krijgen. Dacht gij misschien dat
door me met zulke namen te noe
men, meer kans hadt om geld te krij
gen?"
„WeT, oom ge zult zien, dat ik een
middel heb om geld van u te krijgen."
„Geen cent, David, geen cent zult
ge hebben!"
„Het is natuurlijk dat ge zoo spreekt,
maar ik heb hoop, dat ik u van opi
nie kan doen veranderen."
Zijn manier van doen had een groo
te verandering ondergaan. Toen hij'
binnenkwam, was hij verward en ver-
Tegen, en nu moedig, ja zelfs bluf
ferig.
„Ik verwachtte niet andérs. Gij zoudt
liever uw neet van honger zien ster
ven, dan hem een penning te leenen.
Gij hebt hem van zijn land beroofd,
hem uit zijn huis gedreven, en als
hij in lompen terugkeert, zegt ge, dat
hij voor u part verhongeren mag.":
„Woorden doen geen zeer, David",
hernam zijn oom kalm. „Ik ben te
oud om door een woord' boos gemaakt
te worden. En als ge niet meer te
zeggen hebt, ga dan maar heen. Ge
waart op school een slechte jongen.
Gij waart een slechte zoon voor uw
vader, die u veel meer had' moeten
1 tuchtigen. Gij waart een slechte land
bouwer, toen ge in het bezit van uw
hoeve kwaamt, gij werd't een dronkaard
1 en een speler. Jaren geleden dacht
ik u een les te geven, en had ik als
i gij u wilde beteren, u uw voorvaderlijk
goed bij testament teruggegeven. Ik
bemerk nu dat gij een van diegenen'
zijt die zich nooit beteren. Ik heb het
nu een ander nagelaten."
„Ga voort," zeide David, „ik hoor
u gaarne redéneeren."
„Het oude huis te Becry, uw ou
derlijk huis is veranderd' in twee hut
ten. Een van deze staat ledig. Als
ge in het kerspel' blijven wilt, kunt
gij, als het u bevalt, daar een tijd
lang wonen, zonder huur te betalen, d.
w.z. totdat giji weer werk hebt of ik
een huurder vind. Als gij er toe be
sluiten wilt geldi te verdienen, dan
kunt gij het, er is altijd' werk voor
een handig man. Wilt ge niet werken,
dan moet gij verhongeren. Dat is al
les Wat ik voor u doen wil. Ver
veelt Challacombe u, dan kunt gij
weer heen gaan. Dat is mijn laatste
woord; neef". Hij keerde zich om en
begon zich weer met zijn papieren
bezig te houden.
„Na het ongeval en het verlies van
die papieren waart ge drie dagen be
wusteloos én daarna kreegt ge een
verlamming. Wat was het anders dan
een oordeel1 over u en uw handelwijze
met uw eigen neet?"
„Uitvaagsel!"
David zeide niéts meer. Zij', die hem
goed kenden, zouden begrepen heb
ben uit de uitdrukking van zijn ge
laat, dan zijn geest worstelde met een
vaag ontwerp, dat hem zelt nog niet
recht 'duidelijk was. Het was een nieuw
plan geheel van eigen vinding.
Nu kwam Mary thuis uit dé kerk en
met 'haar George Sidcote en ik zelf.
Wij vonden David tegenover zijn oom
zitten, maar de oude man las een
courant en David zat diep in gepeins.
„'Mary," zeide David, „gij herkent
mij niet meer veronderstel ik."
„Gij zijt mijn neet David, natuur
lijk herken ik u, David; ofschoon gij
heel wat veranderd zijt." Ze gat hem
de hand. „Men spreekt algemeen over
uw terugkomst."
Toen gaven George en ik hem broe
derlijk de hand'.
„Wel, David," zeide George, ,wij
moeten u wat opknappen. Kom met
Will en mij mede."
David wierp een somberen blik op
j zijn oom.
j „Daar schiet me nog iets te binnen
I wat ook de anderen hooren mogen.
Hij biedt me een werkmanshut en
arbeidersloon aan op mijn eigen land,
mijn eigen land dat hij gestolen heeft,
j deze grijsaard hier."
I „Wel, wel, hoe interessant," zeide
j Daniël. „Hoe gaat het met u, Will en
hoe staat het met uw schrijverswerk?
I Neem David maar mee, George, hoe
wel ik vrees dat gij hem zeer verve
lend zult vinden, zeer vervelend ïnder-'
daad!"
HOOFDSTUK IX.
OP SIDCOTE.
Wij namen David met ons mee, maar
de oude man had gelijk: hij was on
uitstaanbaar vervelend. Zijn geest
scheen geheel door iets ingenomen,
hij beantwoordde onze vragen met ja
en neen en toonde volstrekt geen
nieuwsgierigheid of belangstelling in
ons, hij was lamp en somber. Ofschoon
niemand het weten kon, geloot ik toch;
dat hij overlegde, hoe hij zich op zijn
oom kon wreken en hij was niet een
van die menschen, die aan twee din
gen tegelijk kunnen denken.
„Moeder," zeide George, ik breng
David Leighan mee ten eten; hij is
gisteravond terugkomen."
De oude vrouw gaf hem de hand,
zonder eenigen schijn van verrassing
dat David in zulk een berooiden toe
stand terugkwam. Jozef Exon's vrien
delijkheid had wel bij hem een ver
andering teweeggebracht, maar hij zag|
er toch nog ruw en haveloos uit; zijni
omzwervingen hadden hem' blijkbaar}
verlaagd.
„Ge zijt welkom David", zeide ze,
„Ge moet na den eten een en andefl
van uw lotgevallen vertellen. Ik hoop
nu maar, dat ge hier blijven zult^
en weer een goed Engelschman woe
den."
„Ik zal met David naar boven gaan/'
zeide George, „in weinige oogenblikkenj
zullen we klaar zijn."
Elk ding te Sidcote zag er uit alsof
het altijd hetzelfde geweest en nooit
veranderd was. In den winter, als dé
sneeuw een voet hoog in de lanen lag,
zag Sidcote er uit, alsof het er altijd
winter was. Als Mrs. Sidcote in dé
woonkamer zat, met haar Bijbel' vooaj
zich, scheen het alsof deze goede ou
de vrouw altijd oud moest geweest
zijn, lön haar gelaat met zilveren ha
ren omlijst, nooit jong was geweest.
Het was een klein vrouwtje met een
aangename stem en aangenaam voor
komen nu zestig jaar oud, maar
ik twijfel er geen oogenblik aan of
ze zal' ten minste vijf-en-negentig wor
den. Het huis is oud, van steen
gebouwd, met lage kamers, het bestaat
uit twee verdiepingen en is met strop
gedekt.
(Wordt vervolgd).