Uit het leven
van een
LEVERWORST
Eet smakelijk!
WIE KENT DIE SOM
EEN GEMAKKELIJK KUNSTJE, DAT MOEILIJK LIJKT
Scherp je geheugen
HOE DOORNROOSJE IN SLAAP VIEL
door HANNI FRANKEN
r Lang niet alle leverworsten beleven zo
Veel als de leverworst waarover ik nu ga
vertellen. De meeste worden gemaakt, ko
men dan in een slagerswinkel te hangen en
worden in plakjes gesneden. Die plakjes
komen op boterhammen terecht en mét de
boterhammen belanden ze tenslotte in eet-
grage magen.
Daarna hoor je nooit meer van hen.
Neen, 't leverworsten-bestaan is meestal
ferg saai en hun vrolijkste ogenblik komt
veelal op 't allerlaatst van hun leven, als
ze op de boterhammen liggen. Dan worden
ze uitbundig geprezen. Gelukkig maar!
Want leverworsten zijn eigenlijk erg zieli
ge dingen.
De leverworst, waarover ik ga vertellen,
werd ook in een slagerswinkel aan eeft
haak gehangen, maar ze werd nooit in
plakjes gesneden en lag nooit op een bo
terham. En ze had meer plezier dan haar
broertjes en zusjes, maar ook., veel meer
verdriet.
Haar broertjes en zusjes werden op 't
eind geprezen eri zij, zij werd'veracht.
Ja, ja, van die leverworst valt heel veel
.te vertellen.
Ze was groot en dik en ze zat zo stijf in
haar vel geperst, dat ze 't er soms benauwd
van kreeg. Op dat vel was ze heel erg
trots.
't Was prachtig vet en glanzend en mooi
'doorschijnend licht-geel.
De rookworst met haar hoepelrug en de
metworst met zijn donkere huid waren echt
jaloers op haar en de andere leverworsten,
de kleine en dunne waren 't nog erger. Die
werden zelfs kwaadaardig en bedachten
een lelijk plan.
Ze schoven met z'n allen naar de mooie
Öikke en tilden haar samen van haar haak.
Plens! Daar lag ze! Haar mooie rug was
in eens helemaal plat!
En de slagersjongen kreeg een draai om
z'n oren. Want de slager dacht, dat hij de
worst had afgestoten. Hoe zou hij ook kun
nen weten dat onder leverworsten ook
al valserds zijn!
De kleine valserikken lachten geniepig.
Maar ze lachten veel te vroeg! Want de
slager raapte de grote dikke vette weer op,
bekeek haar gekneusde rug en vond, dat
er nog best plakken van haar te maken
waren. En doodkalm hing hij haar weer
aan haar haak.
Getroost leunde de dikke weer tegen de
muur en droomde er van ééns naar een
tentoonstelling te mogen. Dan was ze in
eens beroemd! Aan haar platte rug dacht
ze niet meer.
Haar magere broertjes en zusjes waren
worst-nijdig en beraamden weer rare plan
nen, maar voor ze die klaar hadden, lag de
eerzuchtige alweer op de grond.
Ditmaal had de slagersjongen haar wel
uit haar evenwicht gestoten en z'n oorveeg
was nu verdiend!
Daar lag nu de trotse dikzak en haar rug-
vel* was helemaal open gescheurd.
De jaloerse worsten waren wat in hun
nopjes en lachten nog harder als toen
„dikkie" voor 't eerst naar beneden viel.
Ze lachten zó hard, dat ze zelf bijna van
hun haken schoten en dat zou hun ver
diende loon zijn geweest!
Maar ze hadden alwéér te vroeg gelachen
en al hun plezier verdween, toen ze zagen
wat er nu ging gebeuren.
Wat gebeurde was dan ook heel erg voor
de jaloerselingen, want stel je dat nu eens
voor! Inplaats van achteraf gezet te wor
den, kreeg me die dikkerd opeens een veel
mooiere plaats!
Ze mocht in de etalage pronken in een
huidje vun cellofaan.
Ze was nu nog ééns zo glanzend en de
slager had haar kapotte rug keurigjes be
dekt. Met blaadjes sla en schijfjes tomaat
en zowaar ook met een paar bloemen!
O, wat was de dikkerd trots en gelukkig!
Ze voelde zich eindelijk beroemd. En dat
nog wel zonder tentoonstelling!
Wat lag ze daar mooi, omringd door al
lerlei fijne en lekkere dingen en geen mens
ging voorbij of hij keek haar aan.
Ze bracht den slager veel nieuwe klan
ten, want waar zulke leverworst te krijgen
is, daar komen de mensen graag.
Ook al moeten ze er veel voor betalen!
De slager was erg in z'n schik en dacht:
„Als je maar zorgt voor een mooie etalage,
dan gaat alles voor de wind."
Maar op een dag scheen 't met die wind
toch niet helemaal in orde te zijn. 't Was
gek, maar er kwamen minder klanten en
wat later kwam er een hele dag geen één!
Wel stonden de mensen aandachtig voor
't raam te kijken, maar niemand stapte
naar binnen.
De slager vond dat erg vervelend, maar
hij dacht: ,,'t zal wel weer beter gaan."
Tot hij zag, dat de mensen in groepjes
bleven staan en fluisterden en lachten als
of er iets grappigs was te zien. Toen dacht
de slager: „Ik moet eens even gaan kij
ken."
En hij deed dadelijk wat hij dacht.
„O, wee, o wee, wat was dót verschrik
kelijk! Nog nooit had hij zó iets erg ge
zien!
Daar zat.boven op de pronkworst.een
grote, grijze muis! Ze at en at en hulppel-
de naar links en huppelde naar rechts en
at aan één stuk door.
De prachtworst was vreselijk gehavend
en haar vel was rimpelig en vuil. Maar de
muis was zo rond als een kogel!
De slager kon z'n ogen haast niet gelo
ven en keek en keek en keek.
En ontdekte opeens nog meer verschrik
kelijks.
Daar kwam, van achter een paar bussen,
een muisje aangetrippeld, niet groter dan
een okkernoot. En toen nog een en nog een
en nog een, op 't laatst waren er zes. Ze
klommen brutaal op de worst, naast hun
moeder, en aten even gulzig als zij.
De slager rende naar binnen en sloot on
middellijk de deur en ook 't gordijn liet
hij dadelijk zakken. De slagersjongen was
nog niet gelukkig. Die kreeg een pak op
z'n broek. Want als hij gedaan had wat
hem was opgedragen en iedere dag de eta
lage had nagezien, had zo iets ergs nooit
kunnen gebeuren.
Maar 't erge was nu al gebeurd en de
slagersjongen heeft een anderen baas moe
ten zoeken en de slager kreeg zeven grijze
haren van ergernis. Elke muis bezorgde
hem er één!
En de pronkworst? Met haar ging het
treurig. Ze kwam eerst in het afvalvat.
Toen kwam ze op een kar met allerlei din
gen die vreselijk vies roken en eindelijk
kwam ze in een varkenshok.
Maar zelfs 't varken keek niet naar haar
om en op een dag verdween ze vanzelf in
de modder.
De slager heeft veel moeite gehad z'n
klanten weer terug te krijgen, maar 't is
hem tóch gelukt! Maar weet je wat merk
waardig is? Als hij 't woord „muis" hoort
zeggen, staan z'n zeven grijze haren op
eens steil overeind!
Om je geheugen te scherpen is een leuk
speL Niet alleen is het een gezond spel voor
je hersens, maar ook voor je ogen. Die le
ren er snel en scherp door kijken. Je kunt
't zo moeilijk maken als je zelf wilt en je;
kunt het net zo goed spelen met je tienen
als met je tweeën.
De spelbenodigdheden zijn: een stapel
kleine stukjes karton of stukjes heel stevig
papier, zo groot als visitekaartjes.
Hoe meer je er hebt, hoe beter. Je ver
deelt ze in groepen en op elke groep komt
een serie woorden. Een serie Nederlandse
steden, een serie belangrijke buitenlandse
steden, een reeks bloemen, dieren, namen.
Je bedenkt maar!
De kaartjes moet je groepsgewijs bij el
kaar houden, 't Gemakkelijkst is om elk
bundeltje een elastiekje te doen. Al die
bundeltjes berg je dan op in een doos. Op
het deksel schrijf je keurig netjes: Geheu-
genspel. Dat staét!
En nu de spelregel! Wel, als je er zin in
hebt, pak je uit je doos een of ander bun
deltje, schudt de kaarten goed door elkaar
en legt een deel ervan met de namen naar
boven op tafel. Je spelgenoot mag nu naar
die namen één minuut kijken. Dan schuif
je een krant over de kaarten en moet hij
alles opnoemen wat hij ervan onthouden
heeft.
In 't begin neem je niet te veel kaarten,
langzamerhand meer. Maar minstens tien.
Elke bundel moet minstens 30 namen be
vatten.
't Is heus een leuk spel, spannend en 't
verveelt niet gauw. En 't maken op zich
zelf is al zo gezellig! Ik zou 't vast doen als
ik jullie was.
Wie kent er niet Doornroosje
Dat mooie, lieve kind
Die blonde krullen had en droeg
Een rose, zijden lint.
Eens kwam ze in de toren
En zag daar klein en schriel
Een besje zitten spinnen
Al aan het spinnewiel.
Och lieve oude vrouwtje
Zo luidde toen de vraag
Och laat mij ook eens spinnen
Ik doe het toch zo graag.
Niemand was er aanwezig
Geen redding in de buurt,
Doornroosje zat te spinnen
Terwijl de oude naar haar tuur
Ineenseen val, het meisje
Valt helemaal in elkaar
En raakte toen aan 't slapen
Een slaap van honderd jaar.
Zie eens! op m'n eigen tafel,
Staat vandaag een fijne wafel.
En, is dat niet gek?
Opeens heb ik een reuze trek.
Er staat ook een grote beker melk,
En melk is goed voor elk.
En dan moet ik nog een boterham eten,
Dat zou ik haast vergeten!
Die is lang niet zo lekker als die wafel,
Maar hij staat nu eenmaal op tafel.
En als ik hem laat staan,
Mak ik niet spelen gaan.
Dus één, twee drie, ik hap h'm op
En ga dan spelen met m'n pop.
Miep.
DE KORTSTE EN DE LANGSTE.
Weten jullie, dat 23 December de kortste
dag is? Dan is het maar acht uren licht.
Zelfs nog iets minder.
22 Juni hebben we de langste dag.
Hoe lang het dan licht is?
17 uren!
EEN VRAAG.
Jullie hebben toch wel eens gehoord, dat
zonnebaden in het hooggebergte buitenge
woon gezond zijn? Maar heb je wel eens
bedacht, hoe vreemd het is, dat de sneeuw
in het hooggebergte, ondanks hoge tempe
raturen, niet smelt? Ik denk, dat je daar
nog nooit over gedacht hebt en ik denk
ook, dat je er dan toch geen verklaring voor
had gevonden. Daarom geef ik die verkla
ring er maar dadelijk bij.
EEN ANTWOORD.
De oorzaak, dat de sneeuw in het hoogge
bergte, ondanks hoge temperaturen, niet
smelt, is deze:
Door de verblindend witte sneeuwmas
sa's worden het zonnelicht en de zonne
warmte teruggekaatst, zodat het smeltpro-
ces niet kan intreden.
HOEVEEL SOORTEN HUISDIEREN
ZIJN ER?
Zonder huisdieren kunnen we ons leven
haast niet voorstellen. Hoeveel huisdieren
zijn er eigenlijk? Men gelooft dat er 37
verschillende huisdieren bestaan.
Van die 37 zijn er 19 zoogdieren, 13 vo
gels, 3 vissen en 2 insecten. Alle dieren die
zich in gevangenschap niet vermeerderen,
worden niet als huisdieren beschouwd.
Hieronder behoren ook de olifanten en de
papegaaien.
Maar welke insecten kunnen we tot de
huisdieren rekenen? Ondeugende jongens
zullen misschien aan luizen en vlooien den
ken. Maar dit zijn eerder schadelijke in
secten dan huisdieren. Onder de huisdieren
worden echter de bijen en de zijderupsen
gerekend.
Op 't zwarte schoolbord staat een som,
Wie haar kan maken is lang niet dom!
Zo hier en daar hoor je een zucht,
Wie h'm weet, steekt snel z'n vinger
in de lucnt.
Alleen de heel erg tragen,
Proberen 't antwoord aan hun buurmah
te vragen.
Maar wil je op school wat leren,
Moet je alles zelf proberen.
Dus reken, reken wat je kan!
Zelf heb je 't meest plezier er van.
Polly.
We gaan eens heel gewichtig doen van
daag! Wij gaan een kunstje vertonen, dat
een geweldig geheimzinnige kunst lijkt,
maar doodeenvoudig blijkt te zijn, als je
maar weet hoe je 't moet doen en als je 't
maar goed doet!
Zoals je op het plaatje ziet, is het moge
lijk een bordje op te heffen met een halve
radijs. Dat lijkt erg onwaarschijnlijk, toch
is 't zo.
Begin nu eerst met een bordje te vragen.
Een ontbijtbordje bijvoorbeeld, waar een
barst in is, in ieder geval geen al te mooi
bord, en ik zou, om te beginnen, vooral
ook boven een tafel oefenen. Want 't zal
je natuurlijk wel niet in eens lukken en
dan ben ik bang, dat tegen de tijd dat je
de kunst verstaat, er geen enkel bord meer
in jullie huis is. En dan zou je vast en ze
ker deze krant niet meer mogen lezen!
Nu moet je nog een radijs hebben. Een
flinke, niet zo'n peutertje en je moet op
letten of hij wel een stevig staartje.... ik
bedoel, een stevig worteltje heeft. Niet
zo'n armetierig draadje! Als er geen radijs
te krijgen is, dan neem je een knolletje of
een rammenasje. Gaat ook best.
Daar beginnen we! Eerst even de radijs,
of het knolletje of het rammenasje door
snijden. Dwars, bij het dikste gedeelte. De
bovenste helft eten we op en de wortelhelft
aan we uithollen, zodat een napje, een
zuignapje, ontstaat, 't Napje wrijf je, flink
drukkend over het bordje tot het zo vast
zit, dat je.het bordje er aan kunt optillen.
Dat is nu alles!
't Lijkt héél wat, maar 't komt alleen op
wat handigheid aan én wat oefening. Heb
je de slag eenmaal te pakken, dan behoef
je 't niet meer boven een tafel te doen, dan
houdt je de radijs of de knol of het halve
rammenasje met het ontbijtbordje zo maar
in de lucht. En iedereen vindt het reusach
tig en jij kijkt heel gewichtig. Maar 't is
volstrekt niet nodig je gymnastiekpak er
bij aan te trekken, zoals dat jong op het
plaatje, want kracht of veel beweging komt
er helemaal niet aan te pas!
Nu is er nog iets waaraan je heel goed
moet denken. En dat „iets" is: het bord al
tijd LOODRECHT optillen!
Doe je dit niet, dan laat het zuigertje los
enregent 't scherven.
Het vastwrijven van het zuignapje moet
natuurlijk altijd op tafel gebeuren, dat kan
niet zo maar in de lucht gebeuren. Maar
zit het eenmaal, dan kan je het bord gerust
boven een afgrond houden, het blijft be
slist hangen, maar vergeet niet: loodrecht
moet de stand zijn!