Voorjaarsmodellen ^E*EN ZICH
Sportieve kleeding
KNI P-PATRONEN
BEHEERSCHT
DE MODE.
Gebreid Jongenspakje
SlstaiEó o-p, één haafda£.g.e&temd
Wxig.etig,aAnituWi
Groote kansen voor
Blouses en Casaques
Sportieve kleeding, waaronder wij niet
verstaan modellen, die zich sléchts leenen
om bij de beoefening van een of andere
tak van sport gedragen le worden, doch
die aan practische eischen yoldoen, zonder
dat evenwel het aesthetis^'he element op
den achtergrond is geraakt. Japonnen, die
dusdanig ontworpen zijn, dat men ze op
alle uren van den dag kan dragen, waar
voor men een, goede kwaliteit stof ver
werkt in een kleifr, die bij het type van
de draagster past. Slechts een weinig op
vallende garneering past men er op toe,
b.v. in den vorm van stiksels, plooien, bie
zen, knoopen of met overleg ingehaalde
ruimte, terwijl ook passen en zakken van
allerlei afmeting met vergeten mogen wor
den. Onze schets geeft een viertal japon
nen weer, die eenvoudig zijn, doch tevens
een gekleeden indruk maken. Model
K. 23802 is een vlotte tweedeelige japon,
die zich zoowel voor effen als fantasie
weefsels leent en desverkiezende met lan
ge mouwen gemaakt kan worden. Benoo-
digde stof I 3.50 M. van 80 c.M. breedte of
1.85 M". van 1.30 M.
K. 22263 is een japon van fantasiestof en
leent zich speciaal voor slanke figuren,
aangezien de lange banen in het midden
van een schuif voorzien zijn en hierdoor
ruimte rondom de taille ontstaat. Ben. stof
pl.m. 2.65 van 90 c.M. en 1.85 van 1.30 M.
Bovenaan geeft K. 39197 een zeer aparte
knoopgarneering te zien aan pas en zak
ken, die, indien men slechts over weinig
stof beschikt, ook van een afstekende kleur
gemaakt kunnen worden. In het laatste
geval heeft men noodig 2.30 M. donkere en
45 c.M, lichte stof van 90 c.M. breedte of
pl.m. 2 M. van 1.30 M.
Ten slotte vestigen wij nog de aandacht
op K 39202, een model, dat zich evenzeer
voor slanke als voor gezette figuren leent
en waarvan het plastron van piqué een
frisch aanzien aan het geheel geeft. Noo
dig pl.m. 1.85 stof van 1.30 M. en pl.m. 1
M. piqué van 90 c.M.
Iedere vrouw komt gaarne góed
gekleed voor den dag, hetgeen zon
der meerdere uitgaven mogelijk is,
Indien zij slechts datgene koopt, dat
bij haar type èn haar leeftijd
past. Nu we bij de aanschaffing
van nieuwe kleeren beperkt zijn
door de invoering der textielkaar-
ten, is het verstandig om van één
hoofdkleur uit te gaan, die zoowel
zwart als donkerblauw of bruin
kan zijn. Groen en rood komen
minder inaanmerking, omdat dez(
kleuren niet zooveel mogelijkheden
bieden, doch op den duur gaexr
vervelen. Zwart treedt meer op den
voorgrond, omdat de variaties
schier onuitputtelijk zijn en hef
minst opvallen. Geeft men de voor
keur aan bruin, dan zal een voor-
jaarcostume van reebruin zelfs ir.
den zomer niet somber aandoen,
doch het dient gecompleteerd te
worden door bruine schoenen en
een dito hoed in donkerder tint dan
het costume, hetgeen ook voor an
dere details geldt. Aanvulling van
japonnen, blouses, enz. dient in
een bijpassende tint bruin te ge
schieden, het geheel wordt dus een
symphonie in bruin, afgestemd op
verschillende nuanceeringen, waar
bij een niet overheerschend groen onder
deel evenwel ook in aanmerking komt. Een
bruine 'mantel, beige handtasch, blouse,
pullover en vest in lichter tint of wel in
zacht groen, bruine schoenen en om den
bruinen- of groenen hoed een ribslint, dat
zich eensklaps grillig toont en bonte kleu
ren, o.a. een bepaalde kleur rood te zien
heeft, vormen een geheel, dat in onder
linge harmonie is. Een in bruin als hoofd
kleur gekozen garderobe kan o.m. gecom
pleteerd worden door een bontjas in oce
lot, waarvan ook goede imitaties in de ge
weven bontsoorten te vinden zijn. Onze
schets geeft een tweetal van deze mantels
te zien, links een model, dat een aangezet
glad schootje heeft en met een dik koord
om het middel gedragen wordt en rechts
een langen mantel in aansluitend model
met ceintuur van bruin suède; kraag naar
verkiezing, die opgeslagen gedragen kan
worden. Beide mantels sluiten in het mid
denvoor met een rij haken en oogen.
Zelfs op voorjaarsdagen die menigmaal
koud zijn, zal men nog dankbaar naar
warme omhulsels grijpen.
Wanneer de dagen warmer en zonniger
worden ziet men altijd weer, hoe de jonge
moeders met baby in zijn of haar rijtuig
geïnstalleerd er op uit trekken om hem
haar van de voorjaarslucht te doen ge
neiten. Een nieuw garnituur, bestaande uit
een overtrek voor een gekleurd dekentje
en dito kussen valt altijd bijzonder in den
smaak en is gemakkelijk te maken van
lapjes battist, eventueel in twee kleuren
uitgevoerd.
Men verbindt de kleuren als op de werk-
proef is aangegeven, terwijl de rand ver
sierd wordt met dubbele kruisjes en het
middengedeelte steelsteek in rechte lijnen,
die men er zeer dim op aangeeft met pot
lood. Het kussen is 38x45 c.M. groot, ter
wijl het middengedeelte wit gehouden en
18x25 c.M. groot is. Twee reepen zijn 10x25
c.M. en twee 10x18 c.M. lang, terwijl voor
de vier hoeken vierkantjes van 10 c.M.
noodig zijn. Naden aanknippen. Alle kan
ten, waar open randen gewerkt worden,
zoomt men zeer smal met de hand om en
rijgt de reepen vervolgens op stevig pa
pier op 4 m.M. afstand van elkander,
waarna men op afstand van nog geen c.M.
draden spant van den eenen kant naar
den anderen en deze met den draad om
wikkelt, zoodat men weer op het uitgangs
punt komt en tusschen de stof van den
zoom door weer 8 m.M. verder een nieuw
spijltje begint. Inplaats van battist kan
men ook resten zijden crêpe in een of twee
kleuren aanwenden.
Voor het andere overtrek richt men zich
naar de grootte van den deken, terwijl men
dit aan de hand van het voorbeeld gemak
kelijk kan uitvoeren. De randen worden
evenwel iets breeder geknipt n.l. 12 c.M.
4- naden. Achterkant van kussen en van
dekenovertrek worden m één kleur en
zonder versiering uitgevoerd.
De Duitsche modecentra Eerlij n-Mün-
chen-Frankfort en ook het oude Weenen,
dat zijn ouden roem weer heroverd heeft,
brengen voor het komende voorjaar een
keur van modellen, die zich aan de eischen
des tij cis aanpassen.
Alhoewel niet verwacht kan worden, dat
de silhouette der mode ons ingrijpende
veranderingen brengt, zijn er vele details,
die er toe medewerken om te voorkomen,
dat het modebeeld een eentonigen aanblik
zal geven.
We moeten „bezuinigen" thans geldt dit
niet in de eerste plaats voor de finantieele,
maar meer nog voor die puntenoffers.
Wanneer we orus voorgenomen hebben iets
nieuws te gaan koopen, onverschillig of
het confectie, dan wel stof per meter is,
wordt ons tegenwoordig 'soms voor den
prijs het aantal benoodigde punten, ge
noemd. Zonder textielkaart doen we niets
en daarom is het zaak om de punten, die
we besteden, als op een goudschaaltje af
te wegen, om niet op een gegeven oogen-
blik, wanneer blijkt, dat een of andere aan
schaffing dringend noodig is, in moeilijk
heden te geraken. Bij het ontwerpen van
japonnen, blouses enz. is wel degelijk re
kening gehouden met een zuinig stofver-
bruik, omdat overdadige ruimte verspilling
beteekent en vermeden moet worden.
Blouses en casaques leenen zich meerma
len om van een niet meer gedragen avond
japon gemaakt te worden, en indien het
materiaal er zich voor leent kan men ook
een middagjurk van uit een lange japon
maken.
„Passen en meten" is het wachtwoord,
dat ons voör de naaste toekomst gegeven
wordt, terwijl het maken van „oud tot
nieuw" aan de orde van den dag zal zijn.
„Al doende leert men", dit geldt zeker ook
voor vermaken van dames- en kinderklee-
ding, want telkens zal men weer nieuwe
mogelijkheden weten te vinden.
Eenvoud is het kenmerk der voorjaars
mode, dat over de geheele linie toepas
sing vindt, ook ten opzichte van het meer
gekleede genre modellen. Blouses vieren
steeds meer triomfen en worden op alle
uren van den dag gedragen, zij het dan
ook, dat snit en materiaal zich zullen wij
zigen naar gelang dit noodig zal zijn.
Overhemdblouses hebben een vaste
plaats in het modebeeld weten te veroveren
en worden ook voor min of meer feestelij
ke doeleinden gedragen, maar zijn dan van
zijde of georgette gemaakt.
Op onze schets zijn enkele modellen voor
casaques aangegeven, practische kleeding-
stukken, die de mogelijkheid van een ele
gant effect niet uitsluiten. Ongetwijfeld
zullen zij medegaan dingen naar den roem
en de populariteit, die de blouses thans ge
nieten. De lijn is afkleedend, doordat de
casaques meestal nog een flink stuk over
de heupen reikt en om deze reden zijn zij
tevens geschikt om door gezette dames ge
dragen te worden mits men geen te zeer
constateerende kleuren toepast tusschen
bovendeel en rok. Nieuw zijn de van deux-
pièces, doch met een lang bovendeel in
casaque model dus. B. 23883 geeft zoo'n
casaque-japon te zien, dat practisch is en
goed kleedt. Het bovendeel sluit met knoo
pen, terwijl als garneering een tweede rij
is aangebracht. Hoogsluitende kraag en
schouderstukken. Schuine zakjes, die even
tueel alléén aangegeven kunnen worden
door opgestikte overslagjes. Links van de
ze japon is het bovendeel aangeven, ge
B 1011
maakt van eer. smalle streep of ruit, het
geen zich meer leent voor slanke figuur
tjes.
B. 1011 is een elegant model, dat desge-
wensoht over een blouse van dunne, lichte
stof gedragen kan worden of ook kan vol
staan worden met een vest van piqué of
matte zijde. Rechts ziet men onze bedoeling
aangegeven, terwijl links uit de hoog ge
sloten casaque de witte revers-kraag van
het vest te zien komt.
B. 39250 geeft een gekleed casaque te
zien, die b.v. van zwarte zijde gedragen
op een dito of wollen rok een zeer geklee
den indruk zal maken. Hooge, aangeknip
te halslijn en sluiting met lang split aan
de rugzijde. Driekwart lange mouwen en
eenige dwarsplooitjes, die aan den bin
nenkant gestikt worden op zij. Een paar-
lensnoer of eenigszins massieve goudme
talen ketting vormen een geschikte gar
neering.
Voor 4 jaar.
Een aardig geheel, dat tot ver in het
voorjaar gedragen kan worden vormt het
broekje van donkerblauw wol met den
trui, die van restjes wol gemaakt is in
streepdessin. Voor het broekje heeft men
ongeveer 150 gr. donkerblauwe sportwol
noodig en plm. eenzelfde hoeveelheid wol,
die in kleurige resten onderverdeeld kan
worden.
Men begint met aan de hand van de cij
fers het patroon van papier te knippen
en meerdert of mindert naar gelang zulks
noodig zal blijken, wanneer men het brei
werk op de verschillende deelen uitlegt.
Fig. I geeft rug en voorpand voor den helft
aan. Fig. II de mouwen en fig III den
broek. Men begint aan den onderkant van
fig. I met den boord en breit op naalden
no. 214 tot een hoogte van 114 cM., daarna
verdeelt men het aantal steken zóó, dat
men aan voor-, rug- en zijkanten knoops
gaten aanbrengt in totaal zes. Men
kant voor ieder knoopsgat 3 st. af en zet
hierboven in den volgenden toer weer 3
st. op. Het boord is in totaal 3 cM. hoog,
daarna breit men met verschillende kleu
ren in den tricot steek verder. Telkens,
wanneer men een nieuwe kleur merkt,
kruist men de draden over elkander; draad
niet afbreken, doch van de kluwen afwer
ken. De mouwen worden aan den onder
kant begonnen met een 6 c.M. hoog boord
(1 recht 1 averecht) kraag is 6 c.M. breed
en wordt over 87 st. heen en weer recht
gebreid. Vervolgens worden de naden ge
sloten van schouders en mouwen en deze
laatsten in het armsgat genaaid, terwijl de
kraag met overhandsche steken wordt aan
gezet en men ook de knoopen aannaait.
Luchtig oppersen, behalve, het geribde pa
troon (boord van trui en manchetten).
De broek wordt aan den bovenkant be
gonnen, waar man 180 st. voor opzet en
met een boord ingeribd patroon begint b.v.
1 recht 1 averecht tot dat men een hoogte
va n3 c.M. bereikt heeft; op anderhalve
c.M. hoogte breit men eveneens zes knoops
gaten, welke met die van den trui corres-
pondeeren. Op het lijfje, dat onder het pak
je gedragen wordt naait men zes knoopen,
hierop wordt eerst de broek, daarna de trui
gekoopt.
Het werk wordt in tweeërlei gedeeld en
in den tricot-steek vervolgd. Den derden
toer wordt gebreid tot op 12 st. na het
midden achter, daarna keert men het werk
om, zoodat een gedeelte gebreid wordt, dat
het achterdeel langer maakt dan de voor
zijde. le toer breit men nu over 24 st., bij
iederen volgenden toer breit men 4 st. van
ht hoofdaantal bij en na twintig toeren
breit men over het geheele aantal steken
verder. Is het voorsplit 10 c.M. lang, dan
wordt in het rond verder gebreid en na 7
c.M. verdeelt men het werk weer in twee
deelen voor de pijpjes. Men breit 61/2
c.M. en slaat de laatst gebreide 1 1/2 c.M.
na het afkanten om en zoomt dit deel on
zichtbaar op. Het kruis bestaat uit een lap
je van 5 c.M.2.
Aan den linkerkant van het split maakt
men 1 toer vasten, terwijl de rechterkant
met 5 toeren vasten wordt afgemaakt. Aan
den linkerkant komt een 10 c.M. langen
reep voor de knoopen, bestaande uit 5 toe
ren vasten, waarbij men in den derden
toer iedere 6e en 7e vaste overslaat en
vervangt door 2 lossen.
Succespatroon A 639.
J
Prijs 40 cent.
Bij voorkeur zullen wij thans modellen
kiezen voor onze kleeding, die geen al te
groote offers vragen van onze textielkaart
en waarvoor met een minimum van stof
volstaan kan worden.
Deze japon, die van effen ziide. of dunne
wollen stof gemaakt kan worden voldoet
aan dezen eisch. Voor een smal figuurtje
kan volstaan worden met 2x de hoogte
21/2 M. bij een stofbreedte van 1.30 M.
De eenige garneering bestaat uit buidel
zakjes van dezelfde stof en drie knoopen
met een gesp die zoo mogelijk in over
eenstemming hiermede gekozen wordt. Het
model leent zich ook voor meer gezette da
mes, die dan eventueel gladde, opgestikte
zakjes kunnen nemen b.v. met een opge
knoopt overslagje, terwijl in dit geval de
mouwen minstens tot den .elleboog moe
ten reiken.
Bij het patroon worden lange mou
wen gevoegd, die men dan naar verkie
zing zelf op de gewenschte hoogte kan
verkorten.
Patronen verkrijgbaar in de maten 44
46—48.
KNIPPATRONEN VAN DEZE
MODELLEN
zijn tegen den aangegeven prijs verkrijg
baar bij Het Practisch Modeblad, Postbus
36, Den Haag.
Betaling steeds vooruit per giro (post
rekening 203203), per postwissel of in post
zegels, mits deze een waarde hebben van
1 Vi, 3 of 7 y2 ct.