Sk
TWEEDE BLAD
Woensdag 16 Juli 1941
Uo. 6176
FEUILLETON
PUROL
RUSLAND
Binnenland
HET RAADSEL
VAN DE ROTS
DE STRIJD IN
De Held van Loevestein.
Omnium Kompas=kaart
BEHOORENDE BIJ HET
VOOR HET LAND VAN
HEUSDEN EN ALTENA,
DE LANGSTRAAT EN
DE BOMMELERWAARD
Het legendarisch verhaal
der buskruitontploffing-
De aanslag op Loevestein was uil-
gegaan van den Prins van Oranje.
Dit blijkt heet duidelijk uit ie au
thentieke stukken, die men later ge
vonden heeft.
Zijn bedeeling was Loevestein, Go
rinchem en Woud rich em in zijn
macht te krijgen, atzoo handelend,
zooals de Prins beweerde, volgens de
bevelen van den Spaanschen koning,
die hem „toch had opgedragen de
Nederlanden en bepaaldelijk de pro
vinciën, waarover hij was aangesteld
te bewaren in haar oude vrijheden
en privilegiën, die door Alva werden
geschonden.
Daarom noodigde hij die van Go
rinchem ein Woudrichem en zoove-
len als hun voorbeeld zouden volgen
uit, ooi hun steden ten dienste van
den koning in handen van Herman
de Ruyter te geven".
Ongetwijfeld moet de Prins een bij
zonder vertrouwen gehad hebben in
Herman de Ruyter. „Er was heel
wat persoonlijke moed en bedaard
overleg, heel wat krijgskundige be
kwaamheid en staalkundige wijsheid
noodig, om het voorgestelde doel te
bereiken
Wie was nu de held van Loeven-
stein, die, zooals Dr. Acquoy in zijn
naar uitgegeven en onuitgegeven au
thentieke documenten bewerkte be
schouwing, zegt, in de boeken over
geschiedenis van ons volk meestal
even plotseling verschijnt als ver
dwijnt?-. Hoogslwaarschijnlij k is IIer-
man de Ruyter te Den Bosch gebo
ren. Zeker is, dat hij daar lang in
de Orthenstraat heeft gewoond. Dat
hij van Gelderscben adel was, is niet
voldoende bewezen.
Uit vrees voor de Spanjaarden ver
liet hij het vaderland, medenemend
zooveel hij kon. Volgens een lijst van
verbeurd verklaarde goederen, liet hij
„een houten slaapkoets, open met
gesneden" achter, die geschat werd
op een waardie van meer dan hon
derd gulden.
Dr. Acqoy merkt op, dat een man,
die zoo'n kostbaar ledikant had, wel
niet tot de onbemiddelde Rossche-
naren zal hebben behoord.
Van beroep was hij ossenkooper
of ossen weider. Toentertijd werd in
Gelderland en Noordbrabant de vee
handel op grootje schaal gedreven. Dit
blijkt ook uit een aanvrage van een
29.
Het meisje naderde de baarzoo
men haar gevraagd had, waarom,
zou z'ij bezwaarlijk hebben kunnen
antwoorden. Zij was ze,er aangedaan
en bleek als een doode. Zoodra zij bij
het lijk was, bukte zij zich om het
doek op te beuren. Een. van de vis-
schers zette haar echter zondeir veel
plichtplegingen op zijde en zeide
Vrouwen, of zij .jong of oud
zijn, mogen zoo iets nijet zien.
Kom hier, Adelaide voegde
lord Dane er bij die man heeft
gelijk, wat zijt gij hier komen doen?
Maar het jonge meisje gehoorzaam
de niet vlug; zij strekte integendeel
de hand opnieuw uit naar de baar.
Zoo gij kijkt riep haar een
andere visscher toe zult gij dat
schouwspel uw geheele leven voor
lOogen hebben.
Verwijder u Adelaide zeide
lord Dane op barschen toon.
Neen, ik wil Harry zien ant
woordde zij, zich tot haar oom wen
dend.
Terwijl zij dit zeide, zag zij Ra-
zekeren Willem Goyarts uit Waalwijk
om een paspoort, teneinde in Dene
marken 500 magere ossen te kunnen
aanknopen, om die te doen vetwei
den in de omgeving van Den Rosch,
de Langstraat, de Tieler- en Bomme-
ler waard.
Als ijverig Calvinist nam de Ruy
ter een belangrijke plaats in op gods
dienstig en politiek gebied.
De instructie, die hij in 1570 van
den Prins, inzake het nemen van
Loevesteyn, Gorincheni en Woudri
chem ontving, bevatte allerlei bepa
lingen, waaraan hij zich zou hebben
le houden.
In twee schuiten, waarin hij zich
met twintig man had verborgen, be
gaf hij zich naar Loevesteyn. Rij hel
vallen van den avond ging hij mei
zes of zeven, evenals hijzelf, als Fran
ciscaner monniken verkleed, naar de
kes teel poort, om onderkomen voor
den nacht. .De slotvoogd liet hem
binnen, maar, toen de monniken hem
kwamen begroeten, terwijl hij mei
zijn vrouw bij het vuur zat, zette
de Ruyter hem het pistool op de
borst, toonde hem de opdracht van
den Prins en eischte van hem on
derwerping daaraan. Die slotvoogd
weigerde. Deze weigering moest hij
met den dood bekoop en.
Daarna rukten de andere soldaten
van de Ruyter binnen en bezetten
het kasteel. Tevergeefs zag de be
zetting nu lang naar versterking uit.
Reeds spoedig vernam de Dros-
saart van Woudrichem, jonkheer
Hemdek Bentynck, dat er onraad op
Loevesteyn was, want niemand kon
met bescheid of brieven den slot
voogd persoonlijk te spreken krijgen,
en de poort werd al maar gesloten
gehouden. Daarom stelde hij vaar
tuigen met soldaten op de rivieren
die scherp de wacht moesten hou
den, dat niemand van of naar Loe
vestein kon komen. Zelf ging hij naar
Gorinchem om den drossaart aldaar
tot waakzaamheid aan te sporen en
hulp te vragen. Deze waarschuwde
op zijn beurt weer de stadsregeering
van Zaltbommel en deze weer die
van Tiel. Niet lang* daarna bleken
de geruchten omtrent het slot waar
heid te bevatten.
's Maandags, na de overrompeling
liet de Gorinchiemscbe stadsregeering
met schepen en schuiten op de ri
vier de wacht houden. Donderdag,
14 December, dus 5 dagen na de Ruy-
ler's aanslag, ontving Alva de tijding
van het gebeurde op Loevesteyn.
Dadelijk gaf hij bevel aan de stad
vensbird, die haar sterk aankeek.
Is het kapitein Danie, Ravens-
bird? riep zij hem toe.
Het is zijn overschot, milady.
Ik zou hem onder duizend herkend
hebben.
Het jonge, meisje barstte in tra
nen uit en keerde naar haar kamer
terug.
Er had een onderzoek plaats, maar
slechts voor den. vorm, want ieder
een. geloofde wat Ravensbird gezegd
had. De knecht getuigde opnieuw,
dat het gevonden lijk dat van zijn
meester was. Mitchel en. Drake, de
smokkelaar, getuigden het eveneens,
en de dokter ontdekte op het achter
hoofd van den doode een schelbreuik,
die waarschijnlijk het gevolg was van
den val van het rotspad. of van een
slag. Het resultaat van dat- onder
zoek was, da,t men, verklaarde, dat
Harry Dane wel degelijk vermoord
was.
Harry Dane werd begraven met al
de eerbewijzen die men aan zijn rang
verschuldigd was, en ook ditmaal was
bord Dane, evenmin als bij de begra
fenis van Geoffry, in staat om het
lijk naar de laatste rustplaats te ver
gezellen. De erfgenaam ging weder
in zijn plaats.
Toen Herbert, of nu Geoffry Dane,
van de begrafenis op het kasteel te
rugkwam, liet zijn oom hem roepen.
Hij volgde Bruff onmiddellijk en
was bij zijn binnentreden in de ka
mer van lord Dane Verbaasd over de
Gorinchem, dat zij zooveel schepen,
als maar mogelijk was, met solda
len n geweren mrest uitrusten voor
p a I to u i 1 lediens [en rond het kasteel.
Woudrichem en Heusden moesten
mede hulp verleenen. Werd op de
rivier de wacht alzoo „naarstelijk
en sterk" gehouden, dan zou het al
heel moeilijk zijn voor de bezitting
van Loevesteyn om te ontsnappen,
en zouden zij niet licht er uit ge
raken, zonder in 'svijands handen
le vallen „om gekastijd te worden,
anderen ten exempel", gelijk zij ver
dienden."
Vooral des nachts moet scherp op
gelet worden.
Donderdagsnachts kwam van uil
Den Bosch Lorenzo Perea met 50
man om verkenningen te doen of
zoo mogelijk het kasteel te heroveren
Direct na aankomst trok hij er op
uit en bemerkte alras, dat geen en
kele schildwacht was uitgezet. Vlie
gensvlug werden nu ladders aange
dragen en zoo konden Perea's sol
daten reeds den voorburcht bezet
ten, vóór de bezetting het merkte.
Drie van hen werden claaraa ge
vangen genomen, maar nu bleek de
tegenstand zoo sterk, dat het zich
liet aanzien, dat het slot nog zoomaar
niet zou zijn teruggewonnen.
Perea liet het lijk van den slot
voogd, dat hij gevonden had, naar
Hardinxveld overbrengen, omdat de
gestorvene Heer was van deze plaats.
Nog steeds zagen de Ruyter en de
zijnen tevergeefs naar hulp uit. Alva
liet nog 6(0 haakbusschutters uit Den
Bosch komen. Maar desondanks hield
de bezitting het tot Dinsdag toe uit.
Verbitterd wordt het gevecht, wan
neer Perea uit Zaltbommel een stuk
veldgeschut laat komen, waardoor
een bres in den muur werd gescho
ten, groot genoeg om een soldaat
door te laten. Een woedend gevecht
van man tegen man beeft dan plaats.
Als evenwel, de bezetting ook in den
rug wordt aangevallen, is de slrijd
weldra heslist. Tenslotte trok de Ruy
ter zich met de zijnen in een ver
trek terug, waarvan de vloer met
buskruit was bestrooid. Hier stierf
de Emissario den heldendood. Slechts
ld dagen, van 919 December, was
het slot in handen van den Prins
geweest. Een kroniek van Den Bosch
vermeldt, dat de Spanjaarden het
hoofd van de Ruyter hebben afge
slagen en het in deze stad lang op
een galg hebben tentoongesteld.
De vrouw van den slotvoogd was
bij den strijd door een kogel in den
arm getroffen. Deze werd er „uit
gesneden". Na het incident leefde zij
nog 44 jaar.
Eerst den Sisten December ontving
de Prins, volgens Bos, het bericht,
dat Loevesteyn door de Ruyter was
genomen, dus twee dagen, nadat het
geheele avontuur al voorbij was. Het
mislukken van dit avontuur was oor
zaak, dat ook 's Prinsen andere plan
nen niet doorgingen.
-Alleen een krachtig ontzet had de
belegerden van Loevesteyn kunnen
groot e veran dering, die er in de laat
ste vier en twin ig uren in het schoo-
ne gelaat van, lord Dane had plaats
gegrepen.
Veelt gij u zwakker, oom?
vroeg hij onwillekeurig.
Ik geloof, Geoffry, dat mijn ziek
te ergier wordt, ik heb willen opi-
staan, om te gaan, waarheen gij nu
in mijn plaats gegaan zijt, maar ik
ben onmachtig neergevallen en heb
mij weder te bed moeten begeven;
ik moet u spreken, want ik heb u
een. heiligen plicht op te dragen.
Wilt gij dien vervullen?
Ik zal daartoe niets verzui
men.
Het is nu geschied, dat gij
de zeventiende baron Dane zult zijn.
Geoffry, bij al wat u heilig is en
de ou.de lord legde zijn hand op die
van zijn neef, terwijl hij hem strak
aankeek beloof mij dat gij uw best
zult doen om den moordenaar van
mijn zoon aan het gerecht over te
leveren. Dat geen opoffering noch
van tijd, noch van geld u daartoe
te groot zijdat de zwarigheden, die
gij daarbij zult ontmoeten, u nietontl-
moedigen en verlies daarbij vooral
hem, die Harry gedood heeft, niet
uit het oog. Verstaat gij mij, Geof
fry?
Maar men heeft hem nog niet
gevonden.
Nog niet gevonden? Van wien
meent gij dan dat ik spreek?
Van den marskramer.
redden. Deze hulp was hun door den
Graal van den Berg, den zwager van
den Prins, die te Hedel woonde, be
loofd.
Maar, zooals uit meerdere docu
menten blijkt, was juist het water ge
vaarlijk hoog, vee-I land was over
stroomd en men vreesde voor de dij
ken. De landweg was door de rivier
versperd en de waterwegen bezet.
Ook de legende heeft zich met de
overrompeling bezig gehouden. Zoo
wordt door de geschiedschrijvers ver
haald, dat de Ruyter door zijn eigen
volk in den steek werd gelaten en
dat ze allen op drie na, wegliepen,
en dat één van dezen zich verstopte
boven in het dak, met twee kazen en
driehonderd gulden. Zoo moeten de
belegerden met buskruit gevulde bed
den op den vijand hebben geworpen,
waardoor volle schuilden met dooden
mcesljen worden afgevoerd.
Legende is, dat de Ruyter zich met
vriend en vijand in de lucht heeft la
ten vliegen. Dr. Acquoy vindt daar
voor een bewijs in het feit, dat men
bij de Ruyter drie geschreven docu
menten vond. „Dit geeft tenminste
niet den indruk van eene buskruit
ontploffing, waarbij muren kraak
ten en menschen in stukken werden
gescheurd".
Ook Van Isselt maakt van sneuve-
zegt: „Eindelijk, door de menigte zij
len door buskruit geen melding, maar
ner vijanden overstelpt, wordt hijzelf
ook gedood."
En de Spaansche historicus Men-
doga spreekt zeer bepaaldelijk van
de soldaten, die de Ruyter doodden."
Ook Van Me teren zegt met geen en
kel woord van het in de lucht vlie
gen door buskruit.
Van groot gewicht is ook het ge
tuigenis van Cuperinus, diie mede
deelt, dat die Ruyter „van de Span
jaarden is dood geslogen zijnde", zij
hem daarna het hoofd afgehouwen
hebben.
Onze binnienlandsche schrijvers be
weren, dat de Ruyter met de kruit-
ont ploffing geen ander doel heeft ge
had, dan de vijanden zooveel moge
lijk te blakeren en te branden. Van
de ontstane verwarring zou hij ge
bruik hebben willen maken. Zeker
is wel, dat er in het vertrek buskruit
aanwezig was. Maar, zegt Dr. Acquoy
dit diende niet tot verdelging, maar
tot verdediging en het werd aange
wend bij het begin, niet bij het einde
van den strijd.
De legende moet in de wereld ge
komen zijn, door een dubbelzinnige
vertaling van ee;n Spaanschen vol
zin in het Franseh. Volgens dein
Spaanschen tekst stierf de Ruyter
door het zwaard, terwijl de Fransche
onwillekeurig aan „door het bus
kruit" doet denken.
Hooft is het geweest, die het eerst
op zoo geruchtmakende en verplet
terende wijze den heldendood van
de Ruyter heeft beschreven. Wage
naar nam de legende op geloof over
en tal van geschiedenisboeken legden
haar vast in het geheugen, terwijl
Tollens en Oltmaras er de laatste
versierende hand aanlegden en zegt
Dr. Acquoy, de Amerikaan Motley
hndelde recht Nederlandsch-natio-
naal, toen hij ook den toren, waar
volgens hiem de strijd plaats had,
in de lucht deed springen!
Laat dien maar rusten. Dat ver
haal is meer dan onwaarschijnlijk.
Indien Harry door een marskramer
ware aangerand geweest, zou hij zich
met een paar woorden van hemonf
daan hebben, en daarmede ware het
afgeloopen. 't Is geen vreemdeling ge
weest, die mijn zoon van "het rots
pad naar benedien heeft geworpen,
maar Ravensbird. De misdaad was
vooruit bedacht, en ik draag u op,
Geofrfy, om den schuldige in het
oog te houden.
Ik zou het gaarne met u eens
zijn antwoordde het jonge mensch
eenigszins verlegen, maar ik kan
niet gelooven dat Ravensbird de
moordenaar is. Ik heb hem in den
beginne ook beschuldigd, maar ik
ben van gevoelen veranderd, sedert
hij bewezen heeft, dat hij in de her
berg der Matrozen was.
Ik zeg u, Geoffry, dat Ravens
bird de misdaad begaan heeft. Zoor
Lang gij het hem niet kunt bewijzen,
meet gij waken: dat is.de taak, die
ik u opdraag. Spreken wij nu over
iets anders? Waar is uw zuster Ce
cilia? Is die al terug?
Neen; ik heb heden morgen
een brief van haar gehad, waarin
zij mij schrijft, dat zij over een paar
weken terugkomt. Mevrouw St. Au,-
bin, bij wie zij logeert, is ziek', en
daarom kan mijn zuster haar nog
niet verlaten.
Lord Dane scheen hierover teleur
gesteld en zeide
De bevolking van de geheele wereld
richt haar blikken naar
Wilt ook Gij deze geweldige worste
ling op den voet volgen, voorziet U
dan van de
bevattende de strijdtooneelenEuro-
peesch Rusland, Noorwegen, Zweden,
Finland, Balkanlanden, Europeesch-
en Aziatisch-Turkeije, Middell. Zee,
Suez en Irak
De prijs van deze kaart is slechts
65 cent afgehaald, of 70 cent per post.
Firma L. J. VEERMAN
Boekhandel Heusden.
UIT DE WASCHINDUSTRIE.
In de Nederlandsche Staatscourant
van 11 Juli is opgenomen een be-'
schikking van het College van JéijksH
bemiddelaars, betreffende regeüng
van vacantïedagen voor werknemers
in de waschindjustrie. Deze regeling
geldt voor 'de stoomWasscheiiji (z.gj
wit-vvasscherij), wasch- en strijkin,-
richtingen en was chv er zendingen.
De arbeiders, "die op 1 Juli ,1941'
gedurende tenminste drie maanden int
dienst bij een dezer oridernqmingen)
zijn, hebben recht op een halven dag
vacantie voor elke maand dienst, me tl
behoud van loon. Voior ben, 'die ten
minste een jaar in dienst (zijp, her-
draagt deze vaacantie derhalve zes
dagen. Hiervan moeten tenminstedriel
dragen aaneengesloten worden 'ge-1
geven tusschen 1 Juli en) 1 September
1941 op door den werkgever te jbet-
palen dagen. i j
ln bijzondere gevallen, waarin 'dei
technische outillage van het bedrijf
zulks noodzakelijk maakt, kan hie tl
College van Rijks be middel aars ge
heel of gedeeltelijk ontheffing ver-1
leenen van de bepalingen van tLezei
beschikking. 1
Deze regeling is door het Colleigéi
van Rijksbemiddelaars aldus vastge
steld op voorstel van de Federatie
voor de Waschindustrie. De vacantie-
regeling maakt deel uit' van de co tr
ie ct ie ve arbeidsovereenkomst, waar
over onderhandelingen worden ge
voerd tusschen het* bestuur van de
Federatie en de saam en werkende or-
ganisaaties van fabrieksarbeiders.
Aangezien d,eze onderhandelingen'
nog niet zoover gevorderd züjjnj, datl
een spoedige totstandkoming te ver
wachten is, achtte hjet 'federatiebe
stuur 'in overlég met 'de a f beid er sp
organisatie invoering van een vacan1-
t ie regeling gewenscht, opdat de ar
beiders hiervan reeds thans kunnen
profiteerten. j
Ik had gaarne gezien dat ziijl
op het kasteel kwam wonen tot aan)
net vertrjëk van Adelaide naaf Schott-
land. i
Is het reeds beslist dat zij naar
Schotland zal gaan?
Wat zou zij hier doen? Zij kan
hier toch niet alleen, wonen.
Zij zal het niet plezierig; vim-
den, om naar Schotland te gaan.
Daar het moet, zal zij| er in
berusten. Mjevrouw Grant is een
bloedverwante van haar en zal zorg
voor haar dragen. Indien lord Irkl-
dale gehuwd was, zou Adelaide naar,
haar broeder kunnen gaan, maar hij|
is niet gehuwd.
Ik geloof, oom stamelde
het jonge mensch ik geloof dat
Adelaide gelukkiger bij mij zou zijn.
Hoe dat gelukkiger?
Als mijin vrouw.
G)eoffry zeide lord. Dane
ik grijp deze; gelegenheid ajan om
oprecht met u te spreken; gijl kunt
wel begrijpen, dat ik gedacht heb
aan de toekomst van hen die miijj
dierbaar zijn. Den paar maanden ge
leden had mijn vrouw gemeend, dat
haar nichtje veel meer aan u dacht
dan aan Harry, en zij sprak mij1
daarover na Harry's dood. Wat mij)
betreft, ik hield het er voor dat lar
dy Dane zich vergiste. Indien tocbj
Adelaide niet van "Harry hield, waart
om had zij er dan in toegestemd om
zijn vrouw te worden?
(Wordt vervolgd).
NIEUWSBLAD
tegen zonnebrand.
Voorkomt rood worden en vervellen.
Doos 50-6O,Tube 4-5 ct