4 Japonnen
De practische huisvrouw zegt
KNIP-PATRONEN
WOLLEN PLASTRON
UIT TWEE VERSCHILLENDE
Met omgeslagen kraag
STOFFEN GEMAAKT
Verwijderen van vochtvlekken
MAKEN VAN SCHULPEN
WATERDICHT MAKEN VAN
KLEEDINGSTUKKEN
Noodig pl.m. 100 gr. wol. Naalden 4 m.m.
Voor- en rugzijde wordt in heen en weer-
gaande toeren recht gebreid, de omgesla
gen kraag in geribd patroon.
Opzetten 137 st. Middelste st. in de heen
gaande toer en terug aver, breien. (Zie
werkproef fig. 1). Om den anderen toer
twee aan weerskanten van den middelsten
steek samen breien. Gelijktijdig iederen
vierden toer aan het begin en eind van de
naald twee steken samen breien totdat het
werk pl.m. 14 c.m. lang is. Door deze min
deringen worden de schouders gevormd.
Rug- en voorgedeelte hetzelfde breien,
daarna verbinden met overhandsche steken.
Kraag opzetten 106 st. en 2 recht 2 aver,
breien tot men een lengte van 17 c.m.
heeft, daarna aan beide korte zijkanten
verbinden en aan het overige deel zetten.
Dames plastron. Noodig pl.m. 50 gr. dun
ne wol, naalden 4 m.m. Breien in tricot
steek.
Beginnen met 5 st., 2 toeren breien,
daarna beginnen met de meerderingen. In
tegenstelling met het andere plastron be
gint men dit aan den onderkant en maakt
men vóór en na den middelsten steek een
omslag, die in den teruggaanden toer als
averechte steek gebreid wordt. Wanneer
men 81 st. op de naald heeft, wordt dg
De nieuwe textielkaarten stellen hooge
eischen aan overleg en zuinigheid, twee
eigenschappen, die de practische huisvrouw
niet vreemd zijn. We moeten naar wegen
zoeken om bestaande stukken met behulp
van ander materiaal een nieuw aanzien te
geven. Op den voorgrond dient evenwel
gesteld te worden, dat we zoolang mogelijk
nog voorhanden zijnde stoffen, desnoods
van oude stukken dienen te verwerken.
te stikken en hiervan ook de mouwen te
maken (afb. 4).
Ook mantels komen voor moderniseeren
in aanmerking, hiervoor kan gebruik ge
maakt worden van een goedkoope boh,t-
soort, of van bontstof, afhankelijk van dén,
staat, waarin zij verkeeren en van het geld,
dat we er voor wenschen te besteden.
Een mantel van overslag is minder mo
dern, de sluiting wordt naar het midden
verplaatst en van den bontkraag kunnen
o.m. een rechten col en zakken gemaakt
worden. Indien het ondergedeelte nog goe£
te gebruiken is, doch bovendeel hier en
daar begint te slijten, dan kan een bolero
die tot de taille reikt eventueel met
mouwen van bontstof weer een geheel an
der aanzien aan zoo'n veelgedragen mantel
geven. De sluiting wordt in dit geval naar
het midden verplaatst.
Ten slotte nog een wenk om een over
gangsmantel met zijden voering ook gedu
rende de wintermaanden door te kunnen
dragen. Met behulp van vellen watten
wordt de voering tegengevoerd, waartoe
deze eerst losgetornd en uitgestreken
wordt, daarna leggen wij de verschillende
deelen op de watten uit en knippen het
patroon na. Met groote steken worden de
watten niet alleen langs den omtrek, doch
ook op afstanden in lengte en breedte met
rijgsteken op de voering gehecht. Vervol
gens teekenen we met gekleurd krijt rui
ten, waarna beide lagen gemakkelijk door
gestikt kunnen worden en een keurige ge
watteerde mantelvoering ontstaat. De ver
schillende deelen worden weer in elkander
gestikt en in den mantel gezoomd; hier en
daar vasthechten met een zijden draad
Vochtvlekken bederven het aanzien van
alle weefsels en worden meestal veroor
zaakt door dat bepaalde stukken goed niet
met voldoende zorg zijn opgeborgen, al
thans niet opv een droge plaats. In glacé
handschoenen soms zelfs in leeren tas-
schen, die lang in een vochtige kast be
waard zijn bespeurt men ook meermalen
hatelijke verkleurde plekjes, die het aan
zien van een en ander volkomen beder
ven. Een paar stoffen handschoenen, die
met vochtvlekken zitten, behandelt men
op de volgende wijze: men doet ze in een
bus of jampot, die afgesloten kan worden
en legt op den bodem eenige stukjes kool
zure ammoniak (hertshoornzout) waarover
een dun laagje walten of wat propjes pa
pier komen, teneinde te voorkomen, dat de
stof met het zout in aanraking komt, hierop
legt "men de handschoenen en sluit de bus
of pot luchtdicht af. Na eenige uren zijn
de vochtvlekken verdwenen. Bij het ope
nen moet men de bus (pot) niet te dicht
bjj den neus houden!
Behandeling van leeren handschoenen
en andere lederwaren is dezelfde, alleen
zal men bjj grootere voorwerpen over een
bus glas van grootere afmetingen moeten
beschikken, een groot biscuitblik b.v. is
uitstekend te gebruiken, terwijl men een
fleschje met ammoniak zonder kurk in
het blik plaatst, duur 2 a 3 dagen.
Vochtvlekken uit linnengoed verdwijnen
meestal indien men het goed uitgespreid in
de zon legt, besproeid met onthard water,
waaraan een theelepel zout en een scheutje
ammoniak is toegevoegd. Een oud beproefd
middel is het weken van linnengoed in
karnemelk, spoelen en daarna bleken.
Het afwerken van japonnen met een ge-
schulpten rand langs vest en onderkant
mouwen voldoet altijd bijzonder. Men kan
de schulpen met behulp van een geldstuk
natrekken op stevig papier, die men daar
na uitknipt en met behulp van kleerma-
kerskrijt op de stof overbrengt. Teneinde
te voorkomen, dat het geteekende patroon
verloren gaat, rijgt men de schulpen met
kleine steekjes na, daarna knipt men een
stofreep, die men op de stof legt, stikt bei
de deelen langs de geschulpte lijn op elkan
der, keert de stof om en rijgt de beide dee
len op elkander, daarna strijkt men de stof
over een vachtigen doek. De binnenrand
wordt om den rafel afgewerkt, zoodat hij
los blijft. Zou men dezen rand omslaan en
opzoomen, dan zou dit, zelfs bij z.g. on
zichtbaar naaien, toch een minder mooi
aanzien aan den bovenkant geven.
Het waterdicht maken van mantels en
jassen wordt meer en meer toegepast en
behalve, dat men dit vakkundig kan laten
doen, zijn er vele huisvrouwen, die zelf
gaarne experimenteeren. Men moet steeds
beginnen met de bewuste stukken vooraf
goed. te reinigen, eventueel te wasschen,
terwijl men 24 uur moet rekenen voor het
oplossen der te gebruiken stoffen. 2 ons
aluin en 2 ons lood acetaat worden
ieder afzonderlijk opgelost in
emaille pan of in een steenen kom met
ruim 1 L. kokend water. Zijn beide vloei
stoffen koud, dan kan men ze bij elkander
voegen, laat het evenwel staan zonder dat
het mengsel in beweging komt. Vanwege
de loodoplossing mag men geen zinken teil
of emmer gebruiken. Volgenden dag giet
men het mengsel voorzichtig over door
een doek in een emaille emmer, zorgt
evenwel, dat er niets van het bezinksel
mee gaat* aangezien hierdoor vlekjes op
het weefsel zouden ontstaan. Voorzichtig
heidshalve zeeft men de oplossing tweemaal
en voegt bij de genoemde hoeveelheid nog
5 L water. Voor kleine stukken zal men
kunnen volstaan met de helft van de hoe
veelheid aluin loodacetaat en water en
voor groote stukken neemt men naar ver
houding meer. Het kleedingstuk, dat ge-
wasschen en gedroogd is, wordt eerst door
lauw water gehaald, daarna in het aluin-
loodacetaat bad gezet. Af en toe moet men
het stuk omkeeren, terwijl men moet zor
gen, dat het in ruim water ligt, zoodat het
geheel onderstaat. Na 24 uur haalt men het
stuk zonder wringen of uitknijpen
uit het water, hangt het over een hanger
buiten aan een lijn te drogen. Eerst als het
volkomen droog is mag men het goed strij
ken. Door wringen of uitknijpen zou het
beschermende laagje, dat zich op de weef
seldraden heeft gevormd barsten en de
stof niet weer geheel ondoordringbaar zijn.
Het beste is om mantels, jassen e.d. te be
handelen, wanneer het droog weer is, want
er gaan minstens vier dagen overheen voor
en aleer een stuk grondig behandeld, ge
droogd en gestreken is.
Ruwe handen kunnen grootendeels voor
komen worden in den winter, indien men
ze na het wasschen goed afdroogt, daarna
eenige druppels citroensap in de huid
wrijft en tenslotte een weinig met rozen
water verdunde glycerine.
Om te voorkomen, dat de handen er des
winters rood en onooglijk gaan uitzien, kan
men aan het waschwater, dat lauw moet
zijn, een weinig borax toevoegen of een
klein scheutje kamferspiritus.
Verroeste schaatsen worden ingewreven
met een lapje met petroleum en den vol
genden dag met zout of fijn zand nge
wreven.
Ondanks de noodzakelijke beperking ten
aanzien van nieuw aanschaffing zal het
toch mogelijk zijn om goed gekleed voor
den dag te komen. Naarmate we ons meer
instellen op het vermaken- van oud tot
nieuw, zullen we steeds vindingrijker wor
den op dit gebied en het voordeel ervan is,
dat we, meer dan vroeger, een persoonlijk
aspect aan onze kleeding kunnen ver-
leenen.
De inhoujd van kleerenkasten zal aan een
grondig onderzoek onderworpen dienen te
worden en wellicht houden kisten of kof
fers zelfs nog wel verrassingen in zich ver-
bor'gen. Meermalen gebeurt het, dat wij
hieruit iets opdiepen, waarvan wij het be
staan volkomen vergeten waren en thans
komt zoo'n stuk, zelfs al is het héél ouder-
wétsch, ons nog van pas.
Japonnen en jurken, die op bepaalde
plaatsen versleten of dun geworden zijn,
komen in aanmerking om met behulp van
ander materiaal vernieuwd te worden, ten
zij voldoende van dezelfde stof aanwezig
is, hetgeen evenwel slechts zelden het ge
val zal zijn. De plaatsen, die het eerst slij
ten zijn meestal onder de armen, onder-
aanvullende stof kan b.v. een ruit zijn of
in afstekende kleur gekozen worden. Des-
ge wenscht kan hiervan een kraagje als
halsafwerking worden gemaakt, het aange
name is, dat de mode thans geen bepaalde
wetten voorschrijft, doch dat alles moge
lijk is, dat niet in strijd is met den goeden
smaak.
Indien alleen de mouwen en het gedeelte
onder de armen versleten zijn, dan kan b.v.
met een bovenpas en nieuwe mouwen vol
staan worden (afb. 2) desgewenscht knipt
men aan den pas een gedeelte stof, in den
vorm van een vestje. Een vierde mogelijk
heid is, indien ondermouwen en het ge
deelte onder de armen versleten zijn, om
langs de zijnaden van japon en ook aan de
zijkanten van den rok afstekend materiaal
aan te brengen (afb. 3). De reepen, die
van den rok vrij komen worden aange
wend om de ondermouwen te vernieuwen.
De bolero, die nog steeds niet van plan is
uit het modebeeld te verdwijnen, biedt
eveneens mogelijkheden, indien een deel
van de japon begint te slijten. Een een
voudige oplossing is om van afstekend ma
teriaal nieuwe stukken in bolerovorm op
Fig. 1.
hals gevormd door in het midden li st.
af te kanten, daarna iedere helft afzonder
lijk breien door aan het begin van iederen
toer (halskant) twee st. te minderen.
Kraag. Steken van den hals oprapen en
er aan iederen kant 6 bij opzetten, waarna
er 92 st. op de naald staan, waardoor men
twee recht twee averecht breit totdat men
15 c.m. hoogte heeft. Kraag dubbel vormen
en aan de zijkanten 3 knoopen en 3 lusjes
zetten.
kant mouwen en ellebogen, soms ook op de
heupen. Indien we aanvullende stof be
schikbaar hebben, zal hiervan een heup
stuk of den rok aangezet kunnen worden,
terwijl pas en bovenmouwen van de be
staande stof blijven en van even boven het
armsgat af een nieuw stuk aan voor- en
rugpanden komt in aansluiting dus met
het heupstuk van deze stof worden ook de
ondermouwen gemaakt.
Afb, I geeft onze bedoeling we§£. De
IEDER BEGIN IS MOEILIJK!
den, nog niet zeer handig te gebruiken. De
ervaren buurvrouw treedt evenwel gaarne
als „leermeesteres" op en met vereende
krachten wordt het werk verricht!
A. 804
De gezettere dames zullen bij voorkeur
haar keus bepalen op japonnen, die er op
berekend zijn, haar figuur slanker te doen
schijnen. Onze schets beantwoordt aan
deze eisch; het model heeft een naar de
taille toe spits toeloopend vest van kant
stof of georgette, dat men desgewenscht
kan laten plisseeren. Aan de schouders
drie uitnaadjes, die de stof vloeiend over
de buste doen vallen, terwijl de taille meer
geaccentueerd wordt door de pinces aan
A. bUo
KNIPPATRONEN VAN DEZE MODELLEN
zijn tegen aangegeven prijs verkrijgbaar
bij het practisch modeblad, postbus 36 Den
Haag. Betaling steeds vooruit per giro
(postrekening 203203), per postwissel, of
in postzegels, mits deze een waarde hebben
van 1 1/2, 3 of 7 1/2 cent.
De jonge vrouw, die nog nooit land- ol
tuinarbeid heeft verricht, weet den schop
waarmede de grond omgespit moet wor-
Succespatroon. Prijs 30 cent.
A 804.
Eenvoudige meisjes nachtpon met rech
ten pas aan voor- en rugzijde. Rokdeel is
ingerimpeld, terwijl de mouwen ruim en
met rechte manchetten zijn afgewerkt.
Halsafwerking met rond kraagje.
Patronen 46 en 68 jaar.
beide zijkanten. Aansluitende mouwen.
Tweedeelige voorbaan, die een klókkende
lijn te zien geeft en achterbaan, die uit
één deel bestaat en figuurnaden heeft.
Patronen in de maten 464850.
Succespatroon. Prijs 40 cent.
Prijs 40 cent.