Buitenland Nederl. Landstand FEUILLETON Uitgave FIRMA L. J. VEERMAN - HEÜSDEN. iet Duitschland voor een Nieuw Europa ZIELEN-ADEL Hugo de Groot op Loevestein. No. 6227 Woensdag 14 Januari 1942 VERB BISTEREN: lAflD VAN Dit blad verschijnt WOENSDAGMORGEN en VR IJ DAGMIDDAG. Abonnementsprijs: per 3 maanden franco per post beschikt f 1.30. Bij onze agenten 11 cent per week - Afzonderlijke nummers 6 cent. Int. Telefoon no. 19. Postrekening no, 61525. Advertentiën van 16 regels 90 cent. Elke regel meer 15 cent. Groote letters naar plaatsruimte Advertentiën worden tot Dinsdagmiddag 1 uur en Vrijdagmorgen 9 uur ingewacht. De gevechten in 'het centrale deel van het Oostelijk 'front en in het Wialdai-gébied duren voort. In de overige sectoren geen 'gevechtshan delingen van beteekenis. Een batterij verdragend 'geschut der marine heeft Do vier beschoten. Waargenomen kon worden, dat de schoten doel troffen. Onderzeebooten hebben op den At- lantischen Oceaan een Britschen tor pedojager t ot zinken gebracht en er een op de 'Middellandsche Zee getor pedeerd. In Noord-Afrika levendige verken ningsactiviteit. Duitsche gevechts vliegtuigen 'hebben den kustwegvan Cyrenaica alsmede Britsche vliegvel den op het eiland Malta gebombar deerd. In het tijdvak van 1 tot 10 Januari heeft de Britsche luchtmacht 42 vlieg tuigen verloren waarvan 19 bioven de Middellandsche Zee in Noord-Afrika. In dezelfde periode gingen 'in den strijd tegen Groot-Brit tannië negen eigen vliegtuigen verloren. Bij de in het weermachtfblerieht van 7 Januari gemelde sowjet-Rus- eische- landirigV&ct'tèS" te TEupaió'ria 'o§ de Krim liet /de vijand in de taaie gevechten in de huizen en op straten 600 dooide soldaten en 1300 partijgan gers op liet slagveld achter. Er vie len ons 203 gevangenen in handen. Dit succes is in het bijzonder te dan ken aan het «vastberaden optreden van den eersten luitenant Vom 'Bod- dien die als .commandant der verken- ningsafdeeling eener infanteriedivisie in deze gevechten gesneuveld is. De Fuehrer en opperbevelhebber der weermacht heeft dezen dapperen of ficier posthuum met het eikenloof be- hoorende bij het ridderkruis van het ijzeren :kruis onderscheiden. IV. Boeren van Brabant, Wanneer het devies van den Ne derlandse hen Landstand is: „Deboer baas op eigen erf", dan be tee kent dat ook: „Baas op het erf van den Nedierlandschen Landstand" en daar uit volgt, dat het beleid van den Landstand uit en door die boeren gevormd moet worden. Wanneer het U>Gij hebt als een heilige geleden," ging1 Hugo voort, „qn als zoodanig staat gij ook voor mijne oogiefn. Doch om mijn armep vader en ook om mijnentwille, die beidien door u zoo gelukkig zijn, vergeef hiet hujn, die u dat leed veroorzaakt hebben! Vergeef het mijn tapte, hetgeen zij uit hoof de van haar eenlgen broeder gedaan heeft! Gij, met een reijne ziel en ëën engelachtig hart, gij "kiunt niet haten." I,,lk haat Pauline ook piet," ant woordde de gravin, „ik haat haar ip lang niet meer, maar wederzien kan ik! haar niet, haar aanblik zou mij den dood veroorzaken." Het rollen van «en rijtuig op het slotplein kondigde de terugkomst aan van den graaf. Hugo haastte zich om zijn vader aan den trap te ontvangen, en hierr dan ook plicht is lid van den Land stand te zijn, dan is het voor die boe ren, die daarvoor de noodige ge schiktheid bezitten óók een plicht op de een of andere plaats aan de leiding, het bestuur van den Land stand deel te nemen. Dat karakter van plicht wordt bepaald door de ver antw o orde I ij k he idw e 1 ke i e de r Nederlander heeft tegenover de volksgemeenschap in het algemeen en tegenover zijn directe omgeving in het bijzonder. Laat ik U dit practisch voor oo- gen stellen. De Landstand is provinciaalsgewij- ze opgezet. In elke provincie is een provinciale boerenleider met een provinciale boerenraad samengesteld uit kringleiders, welke weer onder zich hebben dorpsleiders met dorps raden. Nu is het toch van het hoog ste gewicht, dat op al deze posten mannen komen te staan, die geest en mentaliteit van hun streek kennen, die weten wat daar op technisch en economisch gebied noodig is en dis het vertrouwen van hun omgeving genieten. De Landstand wil zoo maar niet een onderdeel van het boe ren be lang verzorgen, technische kwesties regelen of voor marktordening zor gen, maar wil het wel en wee van den giebeelen boeir verzorgen, dat is van den boer als nnensch, wil hem helpen zich te ontplooien naar zijn eigen geestelijke geaardheid en tradi ties. De Nederlandsclie Landstand ziet in den, in dein voorvaderlijken grond giewortelden boer, vasthoudend ziin^godsdienstige en zede'iikjS_w?ai- i den, die meest waardevolle elementen van het Nederlandsche hoerendom. Het is de rijke verscheidenheid der Nederlandsche Gewesten, welke de grootste rijkdom van ons Vaderland vormt. Dat te handhaven, ziedaar mede de taak van al degenen, die op eenigerlei wijze aan het bestuur van den Nederlandschen Landstand deel nemen. Begrijpt men nu de aan drang, waarmede ik al degenen, die over de noodige geschiktheid beschik ken, opwek, zich niet te onttrekken aan de groote zedelijke plicht, des- gewenscht een bestuursfunctie aan vaarden? Zij tocli hebben het in hun macht, om de groote zedelijke waar den naast die economische te behar tigen en veilig te stellen. Thans kan het dus niet zóó zijn, dat men eerst eens wil afwachten, hoe de Nederlandsche Landstand zich eventueel in zijn practischien arbeid ontpoppen zal, neen, eerst dan zal de Landstand werkelijk goed op dreef kunnen komen, wanneer elke boer en elkeen, die tot dien Landstand bei- hoort, met liefde en trotsch den Landstand als zijn eerestand zal er kennen en wanneer men haar eerlijk vermogen aan zijn werken zal deel nemen. Dit moge ik vooral zeggen tiot hen, die gisteren nog miet zooj- rnede was het gesprek geëindigd, het welk de gravin zoodanig had aangie tast, dat zij uitgeput op een stoel' (ne der zonk en eerst eenige u,ren later zich weder 'bij het gezelschap voe gen kon, om deel te nemen aan den avondmaaltijd. Toep Hugo haar aan zag, vond hij' haaar 'bleekte gelaats kleur nog flauwer dap gewoonlijk en het berouwde hem bijna eep onder werp te hebben aapgeroerd, hetwelk zijn moeder ip de diepte harer ziel zoo zeier geschokt .had- Den naam vann tante Pauline noemde hij ver der niet meer. In de maand Februari van. het jaar 1851, vinden wij Hugo von Trautzky te Ween en weder, terwijl hij' gebruik maakte van zijn verlof, om bet genot te smaken van het carneval, in de residentie. De gedachte, Lucie La- meth wellicht terug te vinden, die hem nog altijd zoo levipdiig bezig hield, deed hem dikwijls theaters en concerten bezoeken en voerde hem s riorgens :ot 9.43 i. 42 9.41 's avonds vanaf veel toewijding en liefde in de vroei- gere organisaties vioor het boerenbeL iang gewerkt hebben en op wie thans ook nog zooveel arbeid wacht. Het is niet zoo, dat er een gronideliooze klove ligt tusschen wat onder het vorige systeem als noodzakelijk en nuttig bestond en wal' nu wordt ge bouwd, integendeel, langs den 'bre.e- den weg van wederzijdsch begrip en achting voor ge presteerden arbeid,, zullen tallioozen uiteindelijk de plaat sen kunnen bereiken Tin den Land(- stand, waarop zij de juiste menschen zullen blijken te zijn. Boeren van Brabant, ik moge U herinneren aan een oud Vaderlandsch spreekwoord, dat zegt „Wat de boer niet kent, dat eet hij 'niiiet". Welniu, ook omgekeerd wil ik dit spreek woord toepassen „Np gij weet, wat de Nederlandsche Landstand is en voor U nog worden zak onthoudt hem dan ook' niet Uw medewerking. Daar mede behartigt gij ten slotte wel op de bes te wijze uw eigen belang en. dat van geheel Uw volk". Het is toch wel duidelijk', dat ons hoerendom, zoo vereend 'in de jaren 1914'18, zoo geminacht daarna, nu zorg zal dienen te dr gen na dezen oorlog- zich on ver w f,G* baar te heb- taa. Sk\x- Gelang' alleen, maar ook en vooral in het bel lang van het Nederlandsche Volk, wiens voedsel verzorger het is. Nooit mag we,er de kans bestaan, dat tot schade r an den boer het „'Ieder voor zich en God voor ,ons allen" zijn ver woestenden drakenkop wèer 'opsteekt, maai' dat het eenmial ^gegrondveste Allen voor allen mét God" zege vierend zal worden, uitgedragen. P. J. JANSEN. Hoeven (N.-Br.). Een kenmerkend verschil tusschen den pas opgcrichten Nedierlandschen Landstand en die vroegere landbouw organisaties is wel, dat eerstgenoem de zich ook het lot van den land arbeider aantrekt. De landarbeider toch behoort uit hoofde van zijn functie in dein Ned. Landstand thuis, terwijl voor hem binnen de muren van de boerenorganisaties geen plaats ook heden paar het theater. Doch te vergeefs zochten zijp blikken de schitterende verschijpieg van Luciie en de bedrogen verwachting stemde hem zoo mismoedig, dat hij slechts weinig aapdacht wijdde aan het to,o- neel'. „Is de opera dan pog niet ten einde?" vroeg hij aap een ritmees ter die naast hem zat. •,/Dat zou wel jammer zijn," gaf de ze ten antwoord, „want het 'beste, het gemaskerd bal komt nu eerst, in de laatste actie." Op een hoorde Hugo ip de naaste loge een hem békende stem zeggén „bet doet mij zeer leed, lieve va der, dat wij wegens 'hét souper 'bij tante eerst zoo laat hier konden ko men". Een nogenblik later stond Hugo voer baron Lameth, wieps hartelijk welkom, alsook de verheugde blik van Lucie, hem genoegzaam bewe zen, dat beiden hem niet vergeten hadden. Nadat de eerste begroetingen voorbij waren, zeide de baron „Daar ik voor zeker kan aannemen dat gij, was ingeruimd. Boer en arbeider wa ren twee verschillende begrippen. Ieder van hen streed voor zijn ei gen belangen en veelal meende men, dat deze belangen tegenstrijdig wa ren. De boer was angstig voor hoo- giene arbeidsloonen en de arbeider van zijn kant streed met alle midde len, die hem ter beschikking ston den om betere levensvoorwaarden te verkrijgen. Van een samengaan, van een sa- menstrijden voor één gemeenschap pelijk doel was geen sprake, hetgeen trouwens nóch den boer, nóch den arbeider zwaar aangerekend kan worden, omdat het nu eenmaal, niet tot den geest van den tijd behoorde het saamhoorigheidsgevoel aan te kweeken. Eerst thans door de opneming van den boer èn arbeider in dein Landstand is het beginsel van de ze saamhoorigheid in het bedrijf vast gelegd. ITet boerenbedrijf vereischt van allen, die er werkzaam zijn, volledige overgave aan de hun opge dragen taak. Eien goed boerenbe drijf zonder goede boerenarbeiders is niet bestaanbaar. Maar er is meer, want het is niet voldoende, dat de hulpkrachten op heit boerenbedrijf goed hun plicht daan, neen, zij moe ten eigenlijk volledig „boer" zijn en den boer kunnen vervangen. De bes te krachten onder de landarbeiders zijn daartoe dan ook inderdaad in staat. Zoo zien we, dat landarbei mijnheer de graaf, mij ten mijnen huize zult bezoeken, vlerzoek ik u mor gen avopd ons eerste bal miet uwe tegenwoordigheid te v-ereeren. Gij weet immers wel dat ik in "de Ka- rinthierstr,aat dicht bij de poort woon. Tot weiebz'lens dus." Hugo nam deze uitnoódiging' gaar ne aan en terwijl hij Lucie tot haar rijtuig geleidde, verzocht hij" haar om de gunst, dien volgenden avond' mét haar te mogen üapsen, "hetgeen Lucie met een zaChte trillipa; in hare stem Jaanpam. („Soupeert gij hedenavond miet ons in den Aartshertog Karei', Trautzky?" riepen eenige officieren hem toe, „wij zullen daar een klein feest geven on der eenige kameraden- jMen ging naar het genoemde hotel, in welks groote hooge eetzaal de roo- de gordijnen tusschen de zuilen wer den nedergelaten, waardoor een klein afgeschoten vertrekje gevormd werd, hetgeen door de heldere gasvlammen, en door de rijkbezette tafel een zeer aangenaam voorkomen verkreeg. („blaar hoe komt gij toch in ken- ders zich opwerken tot boer, maan ook omgekeerd, dat het in den aard der dingen besloten ligt, dat boeren zonder-land weer landarbeider wor den. Dat de landarbeider dan ook ge lijk gesteld is met den boer is niet geschied uit economische overwegin gen, doch een gevolg van een ande ren en nieuwen geest, waaruit dei Landstand geboren is en waar de genen, die de voedselvoorziening van volk verzorgen, thans tezamen ge bundeld een geheel zullen vormen. Boer èn landarbeider zullen in den Landstand hun belangen gelijk behartigd zien. (L.S.P.D.). Op strafrechterlijk gebied is thans alles hieel wat beter geregeld dan vroeger en zoo zijn wij geneigd met zekicre minachting neder te ziein op onze voorvaderen. Mr. Verkouteren zegt in zijn beschouwing: Die waren achterlijk en bekrompen. Maar wie denkt er nu aan, dat een gevangene zijn vrouw en kinderen en zielfsr dienstboden bij zich zou mogen heb ben in die gevangenis en dat alles op kosten van dien Staat. De Staten-Generaal maakten voor: dien Gouverneur van Loevestein de volgende instructie: „De huisvrouwen zullen mogen koken in die keuken, haier bij dien Kqmmandieur aan te wijzen. iA* ïhaégi. zal de spijze'ui ogten bo ven brengen en de schotelen weder om afhalen, mits dat ze door den Kommandeur uit- en ingelaten, wordt. De huisvrouwen zullen mogen tot Workum of Gorkum reizen, om al le nooddruft tot de huishouding te kopen en wederom gekomen zijnde, zal de Kommandeur die vrouwen wederom bij haiere mans laten ko men, mits sluitende de 'deuren ach ter haier toe. Bij deze gevangene personen zal niemaint andiers toegelaten worden als voorschreven is. Aen elk van de voorsz. gevangens is voor dezen voor haar tractemicnt toegielieit, dies daags vierentwintig s tui vers De goederen van de Groot waren verbeurd verklaard. Zoo achtte de Staat zich verplicht te zorgen voor, hem en zijn gezin. In de gevangenis schreef die be roemde geleerde meerdere boeken. Hiervoor kreeg hij net zooveel boe ken als hij maar verkoos. In onzen tijd zou dat minder gemakkelijk gaan, Later zaten op Loevestein ook re- momslranitsche predlkapten gevangen waarvan er een zelfs daar trouwde. Zijn vrouw bleef toen bij hem. Joh an van Oldebarpevieit zat ineen niet on.ger.ie fel ij k/vertrek in het pa- =^=r= 'f nis met den ouden baron Lameth?" vroeg de ritmeester, met wiCp 'Hugo he.t theater bezocht bad. „Gijl stormde zijn loge binnen alsof zij in brand stond en gij de schoone Lucie wijde redden." |,,Ik Leerde baron Lameth en zijn dochter te Venetië kennen en ik be zocht ben hier natuurlijk weder. Maar wat heeft toch die vraag te bedui den?" l„Omdat zij ohgeloovig zijn." i,,iDat is niet waar," antwoordde Hugo, „ik zelf zjag de 'dochter te St. Marco de mis bïjVonen." „Nu ja, de dochter woont wel de mis bijl," riep de ritmeester, „maar, de oude aanlbidt steeds zijn gouden kalf. Overigens weet hij Zeer goéd te leven, heeft voortreffelijke cham pagne en men kan zijn gezelschappen zeer goed bezoeken. Morgen heeft hij zijn eerste bal, dat door velen van ons zal worden 'bijgewoond." (Wordt vervolgd). voor het Land van flensden en Altena, de Langstraat en de Bomntelerwaard Algemeen Redacteur: J. H. ROZA, Heuaden DUITSCHLAND STRIJDT VOOR EUROPA. DUITSCH WEERMACHTBERICHT Uit bet hoofdkwartier van den Führer, 12 Jan. (D.'N.B.) 'Het op perbevel der Wieermacht deelt mede 8. TII. Woensdag 14 Jan. Donderdag 15 Jan. Vrydag 16 Jan. 5 56 5.58 5.59 DE LANDSTAND EN DE LAND ARBEIDER. De antieke Binnenpoort te Culemborg, welke danig in verval was geraakt, wordt gerestaureerd, waartoe het bouwwerk in de steigers is gezet Pax-Holland-De Haan m

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1942 | | pagina 1