voor het Land van Heusden en Altena, de Langstraat en de Bommelerwaard
Bevrijdingsdienst op 5 Mei 1948 te Heusden
UITGAVE: FIRMA L. J. VEERMAN, HEUSDEN
No. 6565 MAANDAG 10 MEI 1948
Herdenkingswoord
Dit blad verschijnt MAANDAG en DONDERDAG
Abonnementsprijs: f 1.95 per 3 maanden
per week 15 cent; losse nummers 10 cent
Int. Telefoon No. 19 Postrekening No. 61525
Algemeen Redacteur: J. H. ROZA, Heusden
Advertentiën 20 cent per regel
Advertentiën en berichten worden ingewacht: voor
het Maandagnummer tot Zaterdagmorgen uiterlijk
10 uur; voor het Donderdagnummer tot Woensdag
middag uiterlijk 2 uur
Woensdagavond, op de Natio
nale feestdag, werd in de Ned.
Herv. Kerk alhier, een herden-
knigsdienst gehouden, waarin Ds.
W. Anker als spreker optrad.
De kerk was geheel gevuld en
de dienst ving aan met gemeen,-
tezang van het eerste couplet van
het „Wilhelmus", waarna het dub-
belmannenkwartet onder leiding
van L. Groen het 6e en 14e couplet
"van ons Volkslied ten gehore
bracht.
Op de schriftlezing van Ps. 124
zong 'het kwartet „Heer, die Uw
tent in de hemelen spreit", en het
koor „Sursum Corda" onder lei
ding van J. Groen: „Wilt heden
nu treden".
Hierna sprak Ds. Anker de vol
gende rede uit:
Het kan er zo bij oppervlakkige
beschouwing de schijn van heb
ben, dat de herdenking van onze
bevrijding van jaar tot jaar wel
steeds meer verbleken zal. Die ge
weldige- oprechte bevrijdingsvreug-
lde van 3 jaar geleden zullen we
wel nooit meer terugkrijgen en het
zal wel zo zijn dat ieder jaar op
nieuw, weer iets van de betekenis
der bevrijdingsviering teloor zal
gaan. Zeker, het zal niet zo gaan,
en we constateren dat ook, en het
is natuurlijk ook, dat dat gewel-
v dige enthousiasme en die bewo
genheid tot schreiens toe van de
eerste dagen der bevrijding zal ta-
nen maar dat de betekenis van
de bevrijding zelf en van de be-
vrii dings vie ring, zal afnemen, dat
bestrijden we ten enenmale.
Want 'het is juist precies anders
om 'hoe verder wij van de 5e
Mei 1945af komen, des temeer be
hoort het ons duidelijk te wor
den wat voor een beltangrijk feit
daar in de historie van de wereld
heeft plaats gegrepen, en daarmee
gegeven 'hoe ontzaglijk groot het
geschènk der bevrijding is ge
weest dat God aan Nederland 3
jaren geleden 'heeft overhandigd.
Zie, het is met alle historische
feiten zo; hoe meer wij er afstand
van' nemen, des te dieper gaan
wij er van beseffen de draagwijd
te en de diepe zin, in het geheel
der historie. Op de 5e Mei 1945
beleefden we intens het feit der
bevrijding.v Nu behoren we van
jaar tot jaar steeds meer te bele
ven, de betekenis er van. En wie
zo oppervlakkig is dat hij de be
tekenis er van vandaag nog niet
wil en kan beleven, wie alleen het
bevrijdingsfeest om het feest wil,
en de bevrijdingsdans om de dans
die heeft, er ook op 5 Mei 1945
niets van begrepen.
Want nu wij na drie jaren nog
weer eens terug gaan kijken, moe
ten we 'het met verbijstering zeg
gen en eigenlijk nog wel eens met
een hernieuwd angstgevoel dat
het zo op het kantje af is geweest.
Soms gaan in eens onze ogen er
weer wijd voor open, 'hoe het met
ons nationale volksbestaan, meï\
ons gezin en met ons persoonlijk le
ven, langs de rand van de afgrond
ging. En wie zich vanavond lid
van de Kerk veet en geen we-
reldling, die zingt het in zijn hart
nog een keer mee met Ps. 124:
Indien de Heer, die bn ons is
geweest,
Indien de Heer die ons heeft
bijgestaan.
Toen 'svijands 'heir en aanval
werd gevreesd.
Niet had gered, wij waren lang
vergaan 1
Ja, als God Zijn hand niet uit
gestoken had, dan was er niets
van terecht gekomen!, helemaal
niets, dan waren we vergaan.
Want juist nu wij na drie jaren
meer en meer afstand gaan nemen,
moeten wij er oog voor krijgen,
wat 'het eigenlijke gevaar is ge
weest dat ons bedreigde, 'het grote
monster op de achtergrond van
de directe Oorlogsgevaren en ver
nielingen.
Immers nog steeds is 'het zó,
dat wij te veel naar 'het directe kij
ken dat blijkt uit onze gesprek
ken waarin de gebeurtenissen zelf
ons méér of alleen vervullen, in
plaats van de geestelijke achter
grond er van Wij zijn blij dat wij
die nog leven, nog leven, wij zijn
blij dat we in Heusden weer mo
gen wonen en werken, wii zijn blij,
dat de Koningin weer terug is en
dat we in een vrije natie weer vol
doende voedsel hebben en lang
zaam aan meer kleding wi\zijn
blij dat de oorlog met zijn uiter
lijk geweld en gevaar over is, en
om al deze dingen mogen wij
blij zijn, want het zijn stoffelijke
gaven, die niét 'hoog genoegd ge
waardeerd kunnen worden. Maar
hebben wij wel in het oog dat het
door alles heen in de oorlog en
in de bevrijding ging om 'het grote
goed van onze geestelijke vrijheid.
Die dat in de oorlog 'hebben ge
zien 'hebben zeer gevreesd, maar
hebbén tegelijk ook het aller
sterkst gestaan, en wie dat van
daag nbg ziet, die zal de bevrij
ding vieren met een grote blijd
schap, maar tegelijk met een zeer
diepe ernstige dankbaarheid.
Want die op ons aangevallen
zijn, dat waren niet alleen soldaten
met stalen helmen én fanatieke
aangezichten dat waren niet al
leen mensen die schieten konden
en trappen en ranselen maar
dat Waren (O beklagenswaardige
figuren) willoze werktuigen in
dienst van een duivelse macht.
Wat op ons aan is gekomen in
1940, na sluwe en slinkse voorbe
reiding, dat was een zich opdrin
gende nieuwe wereldbeschouwing
en levensbeschouwing, dat was een
nieuwe geest en een nieuw Evan
gelie het Evangelie van ras,
bloed en bodem, het Evangelie
van de Ubermens; 'het was de
geest uit de afgrond, de duivel in
eigen persoon. Mei 1940 en daarna
is een grote antichristelijke aanval
geweest op de wereld en o~ Ne
derland, op U en op mij. En wan
neer deze aanval gelukt was, dan
waren wij niet alleen onze natio
nale vrijheid kwijt geweest, onze
Koningin, onze nationale en per
soonlijke welvaart, maar dan had
letterlijk vandaag gegolden het 2e
vers van Ps. 124:
Dan hadden zij ons levendig ver
nield;
Hun 'hete toorn had ons gewis
ontzield.
Dan zou datgene wat wr nog
altijd de ziel van ons volk achten
zijn weggesneden, want dan waren
wii onze geestelijke vrijheid kwijt
geweest, dan waren wij nu een
slavenvolk, niet alleen dat wij niet
meer voor onze eigen stoffelijke
welvaart zouden kunnen werken,
maar dan zouden wii nu nóg, de
kranten met leugens lezen, en dan
zouden wij nog, naar den buiten
kant dagelijks ingespoten worden
met 'het nationaal-socialistisch gif
Dan zou langzaam maar zeker,
en na de volledige overwinning
van het nazidom radicaal,dé vrije
ontplooiing van het christelijk be
ginsel, en de ongehinderde verkon
diging van 'het Evangelie onmo
gelijk zijn geworden, dan was het
heidendom ons op de'rug gespron
gen en zou de kerk de tot nogtoe
allersmartelijkste tijd zijn ingegaan.
En daarom, als wii het zó zien,
wat krijgt dan de bevrijding, en
de bevrijdingsherdenking een ge
weldig diepe betekenis. Wat groeit
er dan vandaag nog een vreugde-
gevoel, wanneer wij zingen:
Indien de Heer, die ons 'heeft
bijgestaan, niet had gered.
En daarom mag in de eerste
plaats onze dank wel op stijgen
tot „dien God die aard' en hemel
heeft gemaakt, en die ons bevrijd
heeft. Want dan beseffen we ver
iets van wat het te betekenen heeft
dat de Grote Leider van het we
reldgebeuren tot de leider van het
Duitse volk, met al zijn trawan
ten heeft gezegd: „Tot hiertoe en
niet verder".
Maar dan brengen wü vandaag
onzen groten dank aan allen, die
God voor onze bevrijding heeft wil
len gebruiken, en die zich zelf
er voor hebben ingezet, meer of
minder het grote geestelijke ge
vaar onderkennend.
Dat zijn in de eerste plaats de
Nederlandse soldaten van Mei '40,
in 't bijzonder de gevallenen van
de Grebbeberg, de Peel, de af
sluitdijk; het zijn de Nederlandse
land- en zeeslodaten, die na de
capitulatie 'hebben gestreden iri de
Irene-brigade en hebben gekruist
over alle wereldzeeën. Het zijn
•daarnaast de legers der geallieer
den. waarvan duizenden levens ge
offerd zijn, ook voor de bevrij
ding van ons Vaderland en waar
van wij voor de bevrijding van
Brabant* in 't bijzonder memoreren
de Polen.
Wij danken de reeks van illega
le werkers die nooit het hoofd in
de schoot hebben gelegd, maar
die tot het laatst toe de mannen
en vrouwen zijn geweest die de
hielepees' van de vijand hebben
doorgesneden. En wii gedenken
ook allen die~ als slachtoffers zijn
gevallen Van de nazi-terreur, slacht
offers van de honger en van de
opzettelijke vernielingen.
Wij gedenken vooral de geval
lenen van Heusden, door de laag
hartige daad van de 4e November.
En onze God moge ook vandaag
nog troosten allen die nog steeds
en onvergetelijk de wonden dra
gen, en die 'het schrijnen er van
voelen telkens op de dagen van
herdenking. Steeds méér groeie
in ons het besef dat deze dingen
niet opgelost mogen worden in
een oppervlakkig er overheen le
ven, door geen van ons, maar dat
ze allen werkelijk opgelost worden
voor Gods- aangezicht.
Zie, wanneer wij nu vanavond
weer iets verder zijn ingeleid en
ons iets dieper 'hebben bezonnen
op de werkelijke aard van de vij
and en op 'het wezen van het ge
vaar van de 2e wereldoorlog, dan
zullen we niet alleen verstaan hoe
geweldig het geschenk van de Be
vrijding is geweest, maar ook hoe
ontzettend verantwoordelijk wi\al
len voor dit geschenk zijn. Voor
ieder cadeau draagt de ontvanger
verantwoordelijkheid en daar
om bovenal voor het cadeau van
onze vrijheid.
Want nu zijn wij vrii en dat
vieren wij, óók op deze 5e Mei,
maar nu staan wij met deze vrij
heid in een geweldige tijd en voor
een geweldige toekomst. Het is
niet gering, mensen, om vandaag
je vrijheid nog te mogen hebben
en dan te weten dat die vrijheid
in hoogste instantie, je geestelijke
vrijheid is denk aan de landen
waar deze vrijheid ook vandaag
om 'hals is gebracht.
Want wij moeten ons ernstigde
vraag stellen. Is met de 5e Mei
1945 met Duitsland, met het Nat.
Socialisme, niet Hitier, ook die
anti-christelijke macht overwon
nen? En wij jnoeten vandaag vast
stellen dat deze macht niet over
wonnen is. In het werk en in de
strijd van de duivel, die deze 'hele
wereld ten ondergang wil mijden,
is 'het Hitlerdom naar een hele
kleine periode geweest. Want die
anti-christelijke macht is er nog,
en openbaart zich vandaag weer
in een andere vorm en woedt en
wentelt, en rooft en dreigt, open
baar en 'heimelijk, zowel in Oost
als West, want tenslotte in alle
levensvertakkingen.
En tegen deze anti-christelijke
macht, die niet alleen onze natio
nale en persoonlijke vrijheid, maar
die onze ziel verwoesten wil, die
de Chr. Kerk wil aanvallen, die
het Koninkrijk -van God ondermij
nen wil, is maar één afweer, en
één borstwering op te werpen, en
dat is 'het Evangelie zelf. (want
uiteindielijk hebben ook aan de
Christelijke kant, geweren en pi-
Stolen niets te betekenen). Endaar-
om betekent voor de hele Chr.
kerk, de bevrijding van 1,945 dit:
dat wij vandaag nog deze vrijheid
'hebben gehad, om in deze vrijheid
ons te geven voor het uitdragen
van de waarden van 'het Evangelie.
Wij leven op dit ogenblik in een,
buitengewoon ernstige tijd. Mis
schien zullen in de geschiedenis
van 'het Koninkrijk Gods de jaren
1948, 194:9, 1950, wel de belang
rijkste blijken te zijn voor de hele
wereld, omdat 'het er in de laatste
strijd op aan komt.
En deze ernst wordt gecamou
fleerd nog steeds, door schijnwel
vaart en door een wereldse opper
vlakkige vreugde die geen vreug
de is. Daarom worden wii Chris
tenen opgeroepen om deze camou
flage af te rukken en de naakte
geweldige ernst van deze tijd te
laten zien en anderen 'daar ook
toe op te roepen. Tot die 'hoge
taak 'heeft God ons aangesteld om