w
Bezoek van H.M. de Koningin aan Heusden en zijn omgeving in 1904.
W
w
Lang; van tevoren was door
de bewoners van Heusden en
zijn omgeving uitgezien naar
de 18e Augustus.
Daagis tevoren was hetprach-
tigl zomerweer, zodat het voor
Donderdag veel beloofde.
Donderdagmorgen wakkerde
de wind aan en ging in storm
over. Het zand, waarmede de
straten waren bestrooid, werd
opgezwiept en een verzoek
aan de ingezetenen om de
straten te begieten, werd ter
stond uitgevoerd, doch weldra
was dit niet meer nodig, want
de regen begon in stromen
te vallen en bleef vla hen tot
des namiddags toe. Ondanks
de stromende regen werd LI.
M. aan de Oudheusdensiepoort
met een uitbundig gejuich
door een talrijk' publiek be
groet. Ondanks de regen,
werd in een open rijtuig een
rijtoer door de mooi versier
de straten van ons stadje ge
maakt.
Bij het opgaan van het stad
huis werd H.M. door de Bur
gemeester begeleid, de Com
missaris der Koningin, bege
leidde de Prins. Op het bor
des van het stadhuis keerden
H.H. M.M. zich naar het pu
bliek, dat de vorstelijke per
sonen luide toejuichte.
In de raadszaal bood Mej. A.
Honcoop Hare Majesteit een
bouquet aan.
De Wethouders en de leden
van de raad werden persoon
lijk aan H.M. voorgesteld,
waarna de Burgemeester H.
M. toesprak.
Als antwoord op het welkom
van de Burgemeester sprak
Hare Majesteit
Mjijnheer de Burgemees ter!
Iki b en diep getroffen door
de hartelijke ontvangst, welke
die Prins en mij van de zijde
van Heusdens ingezetenen is
te 'beurt gevallen en ik ver
zoek u de bevolking dezer
gemeente mijne warme dank
te willen overbrengen voor
de vele bewijzen van aan
hankelijkheid en trouw welke
zij ons gedurende ons kort-
s to nd ig be zoek gegeven h eef t
waar de gehele burgerij zich
heeft opgemaakt, om ons een
hartelijk welkom toe te roe
pen en door vlaggen tooi en
kwistige versiering harer stra
ten aan te tonen, dat deze
dag een feestdag voor haar
is, heeft zij ons zo ondubbel
zinnig bewezen, hoe warm
haar hart klopt voor mij en
mijn stamhuis.
Zo wordt heden de band, in
benarde tijden van dreigend
gevaar tussen mijne dierbare
vader en deze oude stad ge
vlochten, opnieuw bevestigd,
en, zo dit mogelijk ware, nog
nauwer aangehaald. Ik besluit
met de wens, dat de thans
uitgevoerde werken aan de
Maasmond zullen bijdragen
tot vermeerdering van de
bloei dezer gemeente.
Voor het vertrek hoorden we
Hare Majesteit aan de Burge
meester betuigen, dat zii mei
het meeste genoegen met
Heusden had kennis gemaakt
en de Burgemeester werd op
gedragen om aan de gehele
bevolking, zowel arm ais rijk
hare warme dank over te
brengen voor de hartelijke en
luisterrijke ontvangst, Haar
bereid.
Intocht van H.M. de Koningin aan de Oudheusdense poort ter gelegenheid van
de opening van de Maasmond op 18 Augustus 1904
H.M. de Koningin met wijlen burgemeester Honcoop
op het bordes van het stadhuis
t.
'Vertrek uit Heusden van H.M. de Koningin met de stoomboot Kraaijenhof
voor het verrichten van de officiële opening van de Maasmond.
Vanaf het Stadhuis ging het
naar de aanlegplaats waar de
schooljeugd stond' opgesteld
en Hare Majesteit door hen
werd toegezongen.
Met het Koninklijk jacht voor
op ging het nu in de rich
ting van de brug alwaar de
Nieuwe Maasmond dooreen
Oranjelint met mastgroen ver
sierd, was afgesloten, en het
welk nu door het Koninklijke
jacht werd verbroken. De of
ficiële opening had hiermede
plaats gevonden.
Op datzelfde ogenblik wer
den tal van saluutschoten ge
geven met het kanon en liet
de harmonie van Loon op
Zand zich horen, die op het
eiland, dat door de Nieuwe
Maasmond is ontstaan, was
opgesteld.
Te Aalburg stond de feeste
lijk getooide jeugd aan de
versierde Kade en riep dap
per en vrijmoedig het Konik-
1 ijk Echtpaar hare hulde toe.
Te Wijk was een erezuil op
gericht van 3500 mandjes,
vervaardigd door de manden-
makerij „Werkverschaffing d>e
Vlijt". Hier werd een sierlijke
mand met de verschillende
1 a nd'bo uwvoortbr e ngselen a an -
geboden.
Te Veen was de jeugd' alweer
op een versierd terrein opge
steld, evenals te And'el.
In Andel aangekomen werd
het gedenkteken nabij dë sluis
aldaar, door H.M. met de
volgende rede onthuld
Ik voldoe gaarne aan uwe
uitnodiging deze gedenksteen
te onthullen, welke aan liet
nageslacht kond zal doen van
het reuzenwerk dat hier ge
wrocht is en het bewijs zal1
leveren van de offervaardig
heid van liet Nederlandse
volk, waar het geldt zulk een
uitgestrekte landstreek te ver
lossen van het element dat
haar gedurende lange jaren
zo zeer geplaagd heeft. De
vruchten van de bodem door
een nijvere bevolking ge
kweekt, werden vaak vernie
tigd door een ongunstige wa
terstand welke door deze wer
ken verbeterd is.
Ons volk mag met trots zien
op de zo dikwijls met goede
uitslag gevoerde strijd tegen
zijn oude vijand, wien het op
zo vernuftige wijze zijn prooi
weet te ontwoekeren.
Met genoegen gedenk ik de
belangstelling, door mijn voor
zaten in de plannen tot ver
legging van de Maasmond
betoond en evenzeer verheug
ik mij in het feit, dat de naam
van mijne onvergetelijke Va
der op zo bijzondere wijze is
saaingevlochten met de jong
ste geschiedenis dezer geteis
terde landau wen.
Zo herhaling der rampen van
het jaar 1861 met Gods hulp
door deze werken voorkomen
worden, zal dit in de eerste
plaats te danken zijn aan de
bekwaamheid van onze amb
tenaren van de Waterstaat»
wien ik, evenals de bevolking
dezer streken geluk wens met
de dag van heden.
Moge de volbrachte arbeid
jhaar tot zegen strekken.
-v
v.y.4.v. v.*.-
■w
-m