De historische waarde van ons
stadje Heusden.
TWEEDE BLAD
NIEUWSBLAD voor het Land van Heusden en Altona, de Langstraat en de Bommelerwaard
DE WALLEN VAN HEIISDE
behorende bij het
No. 6613 DONDERDAG 28 OCTOBER 1948
De regering hecht er grote
waarde aan om de vestingwerken
en het historische in Heusden on
gerept voor het nageslacht te be
waren. Aan de stedebouwkundige
schoonheid mag niet getornd wor
den, alles moet bij het ,oude blij
ven, niets mag er gebeuren, waar
door deze schoonheid verloren zou
gaan, al was het ook ^slechts voor
een gedeelte.
Heusden's' wallen zijn mooi,
men behoeft slechts de hierafge-
heelde schetstekening te bezien,
om dit te erkennen. Heusden be
zit veel schoonheid, daarvan ge
tuigde ook het ;artikel in Archi-
tectura van 15 Augustus 1936,
waaraan wij het volgende ontle
nen
„Tot het positieve element,
dat He u sde n zo- b ij z onder fr a a i
maakt, behoren zijn wallen. De
ze wallen zijn nog volledig in
tact. Hoe is het toch mogelijk,
dat sommige gemeentebesturen
de wallen hunner stadjes wil
len doen slechten en helaas ook
al hebben doen slechten? Wat
doen nu zulke wallen aan de
bloei van dergelijke dorpen
kwaad? Het pogen om de wal
len te slechten is veelal dan ook
niet anders dan kinderachtig
dwingen en het praatje „ver
lost te worden uit de knellende
banden, die de ontwikkeling der
gemeente tegenhouden", is een
zeurpraatjeiedere stad met
goede en mooie wallen is be-
voorrecht met een prachtig ele
ment van schoonheid.
Niet alleen van buitenaf,
maar ook van binnenuit, heeft
de stadswal zijn aesthetisch ef
fect.
Het blad besluit: „De wallen
met prachtige perspectief der
bomenrijen, in alle mogelijke
wijkende richtingen, zijn essen
tieel voor de schoonheid van
deze stad, die er terecht trots
op kan zijn."
Schrijvers en dichters van al
le tijden hebben de schoonheid
van Heusden bezongen en alle
grote bladen in ons land hebben
bij tijd en wijle aan de schoon
heid van onze plaats en zijn wal
len kolommen gewijd. Een storm
van verontwaardiging stak op,
toen er in het voorjaar yan 19*38
in Heusden stemmen opgingen, om
in werkverschaffing een klein ge
deelte van die wallen te .slechten
en daarmede een gedeelte van <ie
stadsgracht te dempen, om op die
manier verkeersverbeteringen en
gelegenheid te verkrijgen te voor
zien in de grote behoefte aan
bouwterrein.
Zijn de Heusdenaren zich dan
de schoonheid van hun plaats
niet bewust, dat zij daaraan wil
den gaan tornen? Zeer zeker js
dit wel het geval, maar schreef
in diezelfde dagen de Maasbode
niet:
„Heusden is een oud vesting
stadje eens beroemd, thans bij
na onbekend".
En juist dit wensen de vHeusde-
naren niet, omdat hun plaats
daardoor geheel ten onder dreigt
te gaan.
De Heusdenaren houden van
hun gemeente en willen gaarne
medewerken om die schoonheid
ongerept te bewaren, maar, zo
redeneren zij, wij kunnen van die
schoonheid alleen niet eten, daar
voor is iets anders en yneer no
dig.
Wil een plaats vooruit komen,
en zijn ingezetenen een behoorlijk
bestaan verzekeren, dan moet zij
niet onbekend zijn, behoort zij
met haar tijd mee te gaan [en moet
zij de gelegenheid bezitten om
zich te kunnen uitbreiden, dit js
een eis van de tegenwoordige tijd
en juist die gelegenheid heeft zij
niet, tengevolge van haar wallen.
•Aandrang uitoefenen om die ge
legenheid te verkrijgen, is geen
„zeurpraatje", doch is gebieden
de eis. Hel adres dat dezer da
gen door de raad van de gemeen
te Heusden is verzonden aan .He
ren Ged. Stalen van Noordbrabant
en aan het Hoofd van het. «streek-
bureau Wederopbouw te Vlijmen,
heeft dan ook de volle instemming
van alle ingezetenen.
Wij laten dit adres hier jn zijn
geheel volgen:
Wij hebben de eer U hierbij
te doen toekomen het Weder-
opbouwplan. dezer gemeente,
omvattende
1. een kadastrale kaart van de
gemeente Heusden Sectie A.
2. een kaart oude toestand der
gemeente.
der
ge-
3. een schadekaart
m ee n te.
4. een kaart van het wederop-
bouwplan.
5. een kaart bestemmingsplan
nieuwe toestand.
6. een onteigenisgskaart.
7. een blad dwarsprofielen.
9'. een toelichting op het we-
deropbouwplan.
9. De bebouwingsvoorschriften
behorende bij het weder op-
bouwplan.
10. een onteigeningsstaat met
een Staat van door de gemeen
te aangekochte terreinen.
11. een begr oting, bestaande uit
een raming van inkomsten door
Achterzijde van het voormalig Stadhuis te Heusden
uitgifte van terreinen, met be
groting van openbare werken,
met een overzicht van de eind
cijfers.
Wij hebben de Raad gehoord.
Wij kunnen ons met het plan
wel verenigen, onder voorwaar
de dat rekening wordt gehou
den met het feit, dat de ves
tingwerken niet mogen worden
gesloopt en de grachten g|e-
dempt, z/'oals door de Minister
van Onderwijs, Kunsten en We
tenschappen bij zijn persoon
lijk bezoek aan de gemeente in
1945 is medegedeeld en in zijn
brief van 1 October 1945, Nr.
1410 I, afd. K.W. is bevestigd.
I n bed o e ld s c h r ij v en w ord t ve r-
der nog gezegd, dat het karak
ter van de vesting gespaard
moet blijven, en dat ingeval een
besluit tot slechting mocht wor
den genomen, Zijne Excellentie
zich verplicht zou zien om dat
besluit in afwachting van een
nader onderzoek aan de Kroon
voor te dragen tot schorsing we
gens strijd met het algemeen
belang. In dit verband kan nog
worden verwezen naar een rap
port .van de stichting Menno
van Coehoorn d.d. 18 Februari
19)14, waarin de vestingwerken
worden genoemd „Culturele
waarde van het Nederlandse
volk".
Een. en ander brengt met zich
mede, dat Heusden binnen de
wallen over geen voldoende ter
reinen beschikt voor woning
bouw en industrie, en gedwon
gen wordt de stedebouwkun
dige van de gemeente heeft dit
reeds in uitzicht gesteld een
nieuwe kern te stichten in de
afdeling Oud heusden.
Dat dit geen holle frase is,
moge blijken uit het feit, dat
van de in 1947 (brief Hoofd-
i n gen ie u r - D i ree te ur Volkshuis-
vesting dd. 10-7-'47) toegewezen
25 prioriteitswoningen er geen
enkele wegens gebrek aan
bouwgrond is kunnen worden
gebouwd.
Het stichten van een nieuwe
kern, noodzakelijk ooi aan de
zeer dringende behoefte aan wo
ningen voor de in de gemeen
te reeds aanwezige industrieën
te voldoen, brengt met zich me
de zeer hoge kosten, omdat voor
die nieuwe kern moet worden
beschikt over landbouw-, tuin-
bouwgrond en weiland.
Het komt ons in alle beschei
denheid voor, dat de gemeente,
die deze hoge kosten moet ma
ken om wille van het behoud
van de vestingwerken, waarop
de Regering in verband met,,de
culturele waarde van het 'Ne
derlandse" zeer hoge prijsstelt,
door het Rijk hierin op zeer
royale geldelijke wijze moet
worden tegemoet gekomen.
Het behoud der vestingwer
ken op de hiervoor vermelde
gronden is alleszins prijzens
waardig, maar het werpt voor
de gemeente geen voordelen af,
integendeel de gemeente wordt
in haar uitbreiding er ten zeer
ste door belemmerd.
De vreemdelingen, die de
vestingwerken willen bewonde
ren brengen hiervoor slechts
een korte tijd in de gemeente
door en vruchten levert dit be
zoek voor de gemeente niet op.
Onze gemeente, die voor de
oorlog een kwijnend bestaan
leidde en door de oorlog zeer
zwaar is getroffen, moet thans
gelegenheid krijgen zich te ont
plooien; gaat deze gelegenheid
voorbij, dan is de mogelijkheid