De opgravingen bij de Herv. Kerk te Vlijmen
Firma L. J. Veerman - Drukkerij - Heusden
Wederopbouw in de Bommelerwaard
M
I
ff
wijnen vruchtenlimonadesiroop likeuren
Historic.
Het archief van de kerkelijke
gemeente reikt terug tol. 1417, uit
welk jaar een testament stamt van
de priester Theodoricus van Em-
pel. Reeds in dien tijd bestond de
kerk te Vlijmen, waarvan een deel
Zuid,muur en het onderste -gedeelte
der toren nog de stille getuigen
zijn. Een deskundige van de Rijks
dienst voor Oudheidkundig bodem
onderzoek meent, dat dit gedeelte
dateert uit de eerste helft der 14e
eeuw. De mogelijkheid is zodoende
niet fuitgesloten, dat dit gedeelte
gebouwd is tijdens of kort na 'de
overdracht van het patronaat dei'
Vlij men se kerk aan de Praemon-
stratenser abdij te Bern (gesticht
(1134). Blijkens een archiefstuk, nl.
een brief van Gerardus de pdaro-
ka, bisschop van Luik, gedateerd
24 Sept. 1526, werd in 1526 tenge
volge van verval en gedeeltelijke
instorting, overgegaan tot een ge
deeltelijke restauratie.
In 1543 viel de kerk van Vlij
men ten prooi aan de roof- en ver
nielzucht van Maarten van Ros-
sum, vermoedelijk tijdens zijn be
leg voor 's-Hertogenboseh in Ju-
li-Augustus,.
„Met een kruys, heerlijker als
te vooren" bouwden de Vlijmena-
ren vervolgens onverdroten hun
kerk weer op ten koste van
alle kerkelijke goederen, die ver
kocht werden om aan de benodig
de financiën te komen.
Slechts kort hebben zij even-
vel van hun kruiskerk met het
lostbare oxaal kunnen genieten:
Spaanse soldaten richtten in 1587
le kerk in tot vesting, omgeven
net wallen en grachten. De Graaf
ran Hohenhole opent vanaf de
laasdijk liet vuur uit enkele stuk
en geschut. De grote kerk ge-
aak t in brand en wordt vernield.
Tengevolge van de uitgeputte fi
nanciën van parochie en gemeen-
3 werd de kerk herbouwd op
leiner plan, zonder transept, met
en ondiepe koorafsluiting doch
iet handhaving van de zijbeuk
an de Noordzijde.
In 1672 werd het gebouw
'at sinds 1610 door de Hervormde
temeente gel)ruikt wordt door
en nieuwe ramp getroffen en
-door de troebelen van de oorlog
voor een groot gedeelte omverge-
choten". Met hulp van buiten
•vordt het opnieuw hersteld.
Aan de in 1759 nieuwgebouw
de pastorie voor Ds. Benjamin
luys valt het driezijdige koor ten
iffer, en bij een „restauratie" (el-
Se restauratie betekende geenszins
een verbetering...) in 1760 wordt
le zijbeuk ook nog gesloopt. Sic
ransit, gloria mundi...-|— En in
1944 door Engels granaatvuur ern-
;tig beschadigd, later ook door
V-wapens.
Bouwtrant.
De oorspronkelijke toren de
irie onderste muurvakken
waarschijnlijk gedekt met een py
ramid ale spits onder een hoek van
>0° en liet onderste gedeelte
Ier Zuidmuur van de kerk verto
nen symptomen van de overgangs-
lijd van de Romeinse stijl (lisenen,
ooogfries, tandlijst) naar de vroeg-
^othische (kleine smalle spitsboog
raampjes, nog zichtbaar). Materi-
ia.1 voor deze oorspronkelijke
cerk: baksteen, z.g. kloostermop
pen.
De kruiskerk anno 1544: Gotisch
De tegenwoordige ramen aan de
Zuidzij de getuigen ervan. De kerk
muren en de toren werden bii
lie gelegenheid verhoogd.'"
Erappant voor Brabant: koepel
gewelf, gemetseld, in toren, met
de merkwaardige transen in de
hoeken.
Interieur.
Herengestoelte uit 1761-3.
Kaarsenkroon anno 1639.
Preekstoel uit 1647.
Tekstborden uit 1659.
Offerblok uit 1756.
Wat ide opgravingen aan
Ui et licht brachten.
De gezamenlijke opdracht van
gemeente Vlijmen en kerkvoogdij
der Herv. Gemeente aan architect
Ferd. B. Jantzen F.Gzn. te Am
sterdam leidde tot veronderstellin
gen. De proef op de som werd
genomen door een Steele proef in
Augustus. Leverde onmiddellijk
succes op, bracht een zwaar stuk
fundering aan het licht en de aan
zetten van een spaarboog. Was
dit het transept van de voormali
ge kruiskerk, waar nog de tegen
woordige naam „Grote Kerk" aan
ontleend is? In September werden
de opgravingen na overleg met
Drs. P. Glazema, adj. directeur
van de Rijksdienst voor Oudheid
kundig Bodemonderzoek voortge
zet. 'Gevonden werdensteunlaag
met enkele gemetselde sternen van
de voormalige zijbeuk, op 1.50
diepte, onder een 12-tal geraam
ten (rond de kerk lag oudtijds
het kerkhof). Hierbij werden en
kele m on tan ts tenen gevonden, van
belang voor de reconstructie der
vroegere glas-in-loodramen.
Daarnaast werden hoekpunten
met overhoekse steunberen gevon
den, die leidden tot een volledige
reconstructie van het Noordelijk
deel van het transept.
Op zoek naar de funderingen
van de Zuidzijde van het transept,
slaagde men erin één der hoek
punten met steunbeer terug te vin
den en wier restanten van 4 to
gen, z.g. spaarbogen. Tenslotte
werden achterzijde en enige steun
beren van het koor blootgelegd.
Een collectie natuursteenfrag-
ménten, waaronder één met een
uitgehouwen kruisje, wijst erop,
dat de kerk van 1544 waaraan
de blootgelegde funderingen beho
ren rijker was versierd, dan
wij ooit vermoed hebben, en ver
moedelijk ook ge welf bouw heeft
gekend. Voornamelijk werd voor
de ornamenten zandsteen, soms
ook mergel gebruikt.
Daarnaast werden enkele mun
ten gevonden uit de zestiende
eeuw, waarvan één van de vor-
stin-abdis van de abdij te Thorn
(Limburg).
Met behulp van de gevonden
funderingsfragmenten is het thans
mogelijk vrijwel het gehele grond
plan van de Grote Kerk te recon-
str uëren.
Het voornaamste, wat de opgra
vingen evenwel aan het licht ge
bracht hebben, is, dat we hier
te doen hebben met een tot op
heden aan de buitenwacht vrijwel
volkomen onbekend of althans in
belangrijkheid onderschat monu
ment voor de cultuurgeschiedenis
van Brabant. Op een enkele na
waren de hier gevonden feiten en
gegevens tot voor enkele weken
nog volkomen onbekend ook
bii Monumentenzorg. Deze reeks
van nieuwe feiten uit bodemon
derzoek en archiefonderzoek spre
ken overduidelijk uit: laat wat nog
rest van deze kerk door een gron
dige en verantwoorde restauratie
en de naam van architect Ferd.
B. Jantzen is daar borg voor
gaaf en waardig bewaard blijven
voor liet nageslacht. Mogen Rijk
en Provincie het hunne bijdragen
opdat het initiatief van Burgemees
ter en Wethouders van Vlijmen,
samen met de predikant, zijn doel
moge bereiken.
Planologisclh.
Beoogd wordt de openlegging
van dit vanouds religieuze en cul
tuurhistorisch centrum gedacht is
aan een soort kerkplein. In ver
band daarmede heeft de gemeente
Vlijmen reeds 'een aanvang doen
maken met het slopen van de res
tanten van de voormalige O. L.
School, terwijl gewaakt wordt le
gen bebouwing van het gedachte
plein met plantsoen.
Wij zijn nu weer in de gelegenheid Uw Naamkaartjes
met keurige lettertype's te verzorgen bij afname van 50 en
100 stuks in cartonnen doosje.
Telefoon 19
Weldadig is liet effect, dat jr-
al de oudere boerderijen i:i de
Bommelerwaard maken. Ze Lggen
verscholen achter groen en zijn
omhangen, met een sfeer van rust
en vrede. De dominerende factor
is de harmonie van boerderij en
landschap, wat de charme, die er
van uitgaat, schept.
Stel daar tegenover de uit de
stadsarchitectuur verhuisde bouw
producten, met hun stijl, in fla-
granten strijd met de omgeving.
Dan komen we er toe te spreken:
Laat die „nieuwe" woningen haar
gerief hebben, misschien veel meer
dan de „ouderwetse" behuizingen,
het gemis aan harmonie tussen
woning en landschap spreekt lui
der tot hen, die een open oog heeft
voor het landschappelijk gegevene.
Zo zijn tal van „onharmonieuze"
bouwproducten gesticht.
Kentering.
De bouwkundigen in onze tijd
plaatsen weer opnieuw de „land
schappelijke" factor op de voor
grond. Duidelijk is een streven
merkbaar tot opstuwing van de
landelijke bouwkunst tot hoger ni
veau, tot het aanbrengen van de
volle harmonie tussen woning en
omgeving.
Achter wiegelende korenhalmen
en malsgroene weiden, behoort
niet de stadse woning, maar de
verscholen, sobere plattelands-
boerderij met haar eigen specifieke
verdeling der woningfragmenten.
Wel behoren, dat spreekt van
zelf, de hygiënische eisen aan de
plattelandswoning niet in het ge
drang te komen en kan en moet
aan deze ten volle worden-vol
daan, maar de bouwconstructie be
hoeft dan nog niet het landelijk
totaal te schaden.
Veel ten goede is hier tot stand
gekomen door het bouw- en wo
ningtoezicht en zo wordt karakter
loze bebouwing steeds meer be
perkt. De architecten houden bij
ontwerpen hunner plannen reke
ning met het karakter en de aard
der bepaalde streek, waarin de
bouwwerken moeten worden op
getrokken.
En voor de boerenhoeve, die
wordt gebouwd, is de bodem, die
de producten levert, richtinggevend
voor haar karakter. Daarbij
spreekt de grondsoort een woord
je mee, zodat in zekere zin de
royaliteit der bouwwijze vrucht
baarheid van de bodem demon
streert, althans in normale \aren.
In onze tijd bestaan meer beper
kende bepalingen.
Eigen charme.
Verscheidene boerenwoningen in
de Bommelerwaard ontlenen hun
eigen charme aan de rieten dak
bedekking, die door de meeste
boeren nog als de beste wordt
aangemerkt.
Bii de wederopbouw en bouw
voor de uitbreiding der gemeenten
wordt natuurlijk rekening gehou
den met de vraag, waarvoor heil
type boerderijen dienen moet zal
de landbouw of veeteelt hoofdmid
del van bestaan zijn? (Al zal na
tuurlijk het verschil in constructie
niet altijd zo heel duidelijk aan de
dag treden). Toch stellen b.v. stal-,
tas- en opslagruimte bii de spe
cifieke landbouw- en veeteeltbe
drijven hun aparte eisen. In al
deze gevallen worden aan de
architect en de aannemer zware
eisen gesteld. De gemeentebesturen
zijn diligent genoeg in het tegemoet
komen aan liet heersende woning
gebrek, al wordt dan het tempo,
waarin de plannen verwezenlijkt
worden, meermalen sterk gestag
neerd door gebrek aan materialen,
enz., enz.
Gewijzigde
om s tandigheden
Zoals wij reeds opmerkten,
houdt de architect rekening met
de gewijzigde omstandigheden op
landbouwgebied bij het bouwen
van boerderijen. Met een concreet
voorbeeld kan men dit duidelijk
maken. Daar is b.v. de factor der
hooiwinning. Is deze in de laatste
tijd toegenomen en het accent in
die richting verplaatst, dan houdt
de architect daar terdege rekening
mee. Zo speelt het transportvraag-
stuk een rol. Daar in vele geval
len de schok kerende boerenwagen
is verdwenen en vervangen door
de sterke motor der vrachtauto's,
komt hier dus de garagebouw ter
sprake.
We kunnen hier nog tal van
andere „meesprekende" factoren
te berde brengen. De enkele voor
beelden zijn genoeg om te doen
zien, dat, nu de wederopbouw in
de Bommelerwaard, met name in
het ex-frontgebied, met kracht
wordt ^a angepakt, met al deze fac
toren moet rekening gehouden
worden, waarbij dan nog deaes-
thetische eisen komen.
Gouden Koets behoeft geen krans!
<!z
t
Langestraat 101a
Amsterdam,