voor FOTO'S: VISSER ZN. - WERKENDAM
Onze Nederlandse vrienden
Boekbespreking
Bodemtypa en Waterstaatkundige
toestanden.
PSALMEN en GEZANGEN
Bevonden en verloren voorwerpen
Burgerlijken Stand
BESTRIJDING VAN VELDMUIZEN
Herbert N. Casson^ de beken
de Englelsche auteur, schrijft in
„The Efficiency Magazine" (Lon
den)
Naar mijn mening) konden wij
meer handel drijven met -de Neder
landers. Ze zijn eerlijk, efficient
en ze vormen een prachtig! volk
met eeji gleschiedenis, die veel lijkt
op onze eigien historie.
Ook zij zijn kolonisatoren 'ge
weest, verb reiders van de bescha
ving en zij hebben nimmer enig
ander volk leed berokkend. Ook
zij hebben vrede en voorspoed ge
bracht in het Verre Oosten.
Natuurlijk moeten zij in Indone
sië blijven. Ze hebben de levens
standaard op Java doen stijg|e.n.
Ze hebben er bewezen, dat ze
Scheppend vermoglen bezitten, hu
maan zijn en opgewassen tegen
hun taak. Zij mogen niet worden
verdreven door communisten en
volksmenners.
Zij zijn onze vrienden zowel als
onze buren. Hun geld is goed en
ze zijn credietwaardig!. Ook hun
producten zijn .voortreffelijk. En
wij zouden tweemaal zoveel zaken
met hen kunnen doen. Dit is een
tip voor onze im- en exporteurs.
Astrid Varinjgj „ONSi ERF
DEEL". De gleschiedenis van
een jonjg! meisje, Sara-Greta, doch
ter van Kristina- Deze Kristina
heeft veel moeten mé'êmlaken en
haar deel van het leven was zorgi
ten zwoeglen. Veel sombere dagen
en maar heel weinig! zon, juist
als het harde Noorden, waar zij
leeft en werkt. Sara-Greta, onecht
kind van Kristina en de zeeman
1 [erker, slijt een groot, deel van
haar jeugd op' de boerde rij van
de rijke buren, waarvan de boerin,
die Kristina bij de glebportie van
haar kind heeft bijgles'taan, zwich
tend voor de dra,rig I van het allies
overheersend moedergevoel, haar
peet is geworden. Op de boerderij
leert ze Gudmund, een aan geno
men kind, kennen. De jongenpeen
dromerige natuur, daarbij zwak van
karakter, voelt zich sterk aangie
trokken tot Sa,ra-Greta.
Erika, dochter van 'de rijke
boerin en een jaar ouder dan
Sara-Gneta, voelt een steeds hefti
ger wordende jalouzie en ziet de
groeiende vriendschap tussen Gud
mund ten Sara-Greta met lede oglen
aan. Zij is een heerszuchtige en
egoïstische natuur en eist Gud
mund voor zichzelf. Een drama
voltrekt zich voor onze oigieü.
Gudmund trouwt haar tenslotte,
terwijl Sara-Greta huwt* mét een
rijke, doch ziekelijke boer uit de
orngieving. Geen van hen vindt het
gleluk. De man wan Sara-Greta
Sterft en zij blijft met haar zwak,
ziekelijk zoontje alleen. Gudmund
hoort over het leed van Sara-Gretia,
zoekt haar weer op en de oude
liefde herleeft. Gudmund wil met
haar het land ontvluchten. Het
zwakke kind is hem echter een
doorn in het oog). Hij mgngt zwa
velzuur in een boestrank en het
kind sterft. Door de door Erika
verspreide gieruehten .wordt Sara-
Greta gearresteerd en ervan be
schuldigd, haar kind te hebben
vergiftigd. Zij begrijpt ineens, dat
Gudmund ^waarschijnlijk zonder het
zelf te weten, het kind een verkeer
de drank heeft giegeven. Om hem
te redden zwijgt zij eri laat zich de
beschuldiging aanleunen. Het slot
van dit boeiende boek schildert op
treffende wijze het g'rote offer, dat
Sara-Greta voor haar liefde brengt.
Een werkelijk mooi boek, waarin
veel folklore is verwerkt en veel
oud bijgieloof.
Verkrijgbaar in de boekhandel
van de Firma L. J. Veerman.
Hoe is de structuur van
dfe Bommielerwaard.
De bodemkarterinlgi in de Be
tuwe, d.w.z. het in kaart breng(en
van de bodemgesteldheid van dieze
streek, heeft verscheidene bodem-
typen aan het licht gebracht, die
ongetwijfeld waard zijn hier te
worden vermeld.
Vooraf» zij er op gewezen, dat
heel de Betuwe, alsmede heel ons
rivierkleiigjebied eqn lange wor
dingsgeschiedenis achter de rug;
heeft, waarvan men aanneemt, dat
zie beglon, nu vóór ongeveer 10.000
jaar, d.w.z. in de tijd dat de ijs
tijd ledndiglde.
Ir. Pijlis zegt ervan, dat, wat
nu rivierkleiigjebied is, toen een
zandgrondstreek was en dat de
Betuwe toen een meter of vijf ho-
gjer lag dan nu. Het smeltwater
vond toen een weg| langs de riui-
digle stromen. Die hoogste „rug-
gleri Van die zandgrond Dieven
boven hun omgeving uithollen. Een
voorbeeld van zo'n eilandje is de
Rijkerswoerd onder Eist.
Toen dte stroomsnelheid der ri
vieren Verminderde, spoelde steeds
minder zand weg! en die meege
voerde kleideeltjes werden over de
langlsligglende 'gronden afgezet. Dij
ken waren er nog! niet, zodat de
stromen in hun bewegling oribe-
llemimiefd blevein. Deze klei-afzet-
ting; had natuurlijk plaats bii bo
gle rivierstanden, wanneer net wa
ter buiten zijn oevers trad, dus
vooral in voor- en najaar. Daar
zwaarder materiaal' spoedigter 'be
zinkt dan het lichtere, treft men
lanigls de stroomdraad meer zandig
materiaal, meer ervan verwijderd
klei aan. Het eerste is tevens
kal kr ijk.
[plhbeteugield verlegden de stro-
meiTTiun bedding1 naar willekeur
typenuiterwaarden, overslaglen,
oeverwallen, kommen oude zand
en cultuurgronden. De uiterwaar
den moeten nog nader onderzocht
worden. Ze zijn de bles te voe
dingsbodem, zijn jong en bevat
ten veel voedinjglsstoffen. Doch,
daar zij gjevaar lopen van ovier-
stromingbn, worden ze bijna alle
vdor weiland gjebruikt.
De overslag gronden, afkomstig
van dijkdoorbraken, zijn uitnemen
de tuinbouWgrond, omdat ze licht
zijn, kalkhoudend en niet ziuur. Ze
lenen zich goed voor vroege ge
wassen. Vandaar, dat Huissen, Oos
terhout, Groessen, enz. tuinbouw
centra zijn en vinden we zulke
centra ook nipt in die Bommelter-
waard
Ideaal als fruitgrond zijn die
stroomglronden, die mien op die
oeverwallen kan verwachten. Zie
liglgen hoog, zijn zandig, zijn
meestal gloed ontwaterd en kalk
houdend. Die grijize kleur van de
waal, 1196 Zuilichem, 1319 ,Bru-
criem, 1321 Kerkwijk en Delwii-
nen. Uit deze nederzetHngien groei
den de dorps polders,met g|emeen-
schappelijke behartigiing hunner
belanjglen. De ergste vijand was
mede het water. Berustte de zorg
voor de dijken aanvankelijk voor
elk fraglment bij het individu, reeds
in 1307 wordt melding! gemaakt
van een algemeen Dijkbestuur en
wordt in feite eigenlijk het pol
derdistrict „igleboreri
Door de Bommelerwaard liepten
in de 14e eeuw ten behoeve van
de waterlossinigj en dus tevens tot
Verbetering! van de cultuurgrond
twee wieteriniglen.
„Toen Rewald, zoon des giraven
van Gelre, de 21 Augbstus 1320
aan de gleërfden van Diriel, Ros-
sum en Hierwijtnen (thans Hurwe-
men) in de Bommelerwaard het
recht verkocht om een wjëbermg]
te gfavten, noem die hij haar een
nieuw. Er bestond er dus eien,
komiglronden wijst er op, dat deze welke, volgbns de inhoud van de
zwaar zijn, slecht ontwaterd en brief, die gleweest zal zijn, waar
kalkloos en meestal zuur. Kom
glrondien zijp meestal niet geschikt
voor fruitteelt. Soms glelukt het,
na jarenlanigle kostbare arbeid,
komgtronden voor booimjgaarden
gleschikt te maken. Bovendien heb
ben zij vaak eerder met nacht
vorsten te kampen, daar ze; nog|al
nat zijn over het alglemeen.
Pruimen gjroeien riet best op
oude zandgronden. De ouidle. cul
tuurgronden zijn meermalen kunst-
ma tijg! opgehoogd en vertonen
meestal een zwarte kleur.
Re'gleling van die waterstand.
Sloet noemt de plaatsen in het
midden van de Bommelterwaard als
de jongis te. In 670 komt Rothem
.(Riossum) al voor, in 814 Poede-
rooyien, Aalst, Dritel, He del. In 838
Brakel, 1031 Gameren en Nieu-
mede de nieuwe zich Zou veren i-
gten, te wetendie van Wielt, W: or-
d rag (en en Ammierzoden, wiélke te
Aalst met een sluis in een meer,
•geheten de Eender, en verder in
de Maas uitloosde". De bewoners
van Zaltommel kreig|en in Juni
1321 het recht ook een wetering!
naar de Maas te graven.
In later tijld worden windwater
molens gebouwd. In de loop der ja
ren werden ze vervangen door ge
malen en zijn ze bijna alle Igle-
sloopt.
Die aan de gfangi zijnde ruil
verkaveling jn het Zuidelijk deel
van jde Bommielerwaard is tevens
dienstig! aan een goéde afwate-
rinjgl. Dat het bodemtype ten nauw
ste samenhangt miet de waterstaat-
kundigle toestand, behoeft niet
meer gezegd te worden.
Nog! herkent men aan de zan-
dilgle oevers de oude stroombed-
dingten. Zie omsluiten lager ge-
leglen gebieiden en waren in de
aanvang! voor de er zich vestigende
Batavieren welkome plaatsen voor
bewoningi. Van hieruit nu, van de
ze oeverwallen, beglon men de
vruchtbare streken in cultuur te
brengten.
Bedijking!.
In de 12e en 13e eeuw volglde
de bedijking), doch die rivieren lie
ten zich Zo maar niet 'bedwingen.
In ide overstromingisperiode zoch
ten de anglstige bewoners een
schuilplaats op bovengenoemde
woerden. Tegjenwoordig, zo lezen
we (elders, zijn de meeste afgiegfra-
ven. Aan die oude tijden van hup.
bestaan der inn eren nog de woerd
bfij Uedel, de Wordrag|en bij Am-
merzoden en Drielse Woerden.
Die dijkdoorbraken brachten als
nieuw element in het landschap
de z.lgj. overslagen. Het binnen-
jagénd water kolkte in de bodem
een diepe kom uit en sloeg! de
oestanddelen ,uit deze kommen, als
klei, ,zand en grint verder neer.
Zo ,werd ,zeg't Pijls, over de oude
igrond veel grintrioudend materiaal
overgeslagen.
Toen de Ned. Heide Mij. nog
niet bestond, kon dit gr int mate
riaal zo maar niet verwijderd wor
den, zodat de girond daar braak
bleef liglgen en als natuurlijke ve
getatie .groeide er spoedig een wil
genbosje. Zodoende ontstond er
een humuslaagj. Toen een later ge
slacht het bosje rooide en de grond
in cultuur bracht, was een nieuw
stuk land gtewonnen. i
Te Huissen, Ochten, enz. zijn
zulke overslagjen. Langs de rivie
ren ontstonden, na de bedijking, de
uiterwaarden. Haar bestanddelen
zijnzandig materiaal, dat kalk-
rijk is en organische stoffen bevat.
De bodemtypen.
Res su me rend komen we dus in
de Betuwe tot de volgende bodem
voor de Ned. Herv. Kerk,
Koor-uitgave f 9,90
Voorradig in den Boekhandel van de Firma
L. J. VEERMAN - Telef. 19 - HEUSDEN
Ook de gewone HUISBIJBELS
zijn weer voorhanden, even
als KERKBOEKJES voor de
belijdenis in diverse uitvoeringen
Thans zijn gegevens bekend
over de schade, die de veldmuizen
in de Noord-Oostpolder hebben
aaiigericht. Deze schade is niet
gering: van de 8500 ha uitgezaaide
tarwe ging c.a. 20 pCt. of 17001
ha verloren tengevolge van het
optreden van deze kortstaartige
muis met haar stompe kop en
kleine oren. Ook de rogge heeft
veel geleden, hoewel de met dit
igtewas beteelde oppervalakte be
trekkelijk gering was (ca. 580). De
De winlergerst is vrijwel geheel
(d.w.z. 1200 ha) weggevreten. Ook
lucerne en grasland hadden veel
te lijden van het optreden van de
veldmuis. Het koolzaad bleek min
der te zijn beschadigd.
Deze cijfers geven een nuchter
beeld van de vraatzucht van de
ze ogenschijnlijk zo onschuldige
diertjes en maken het duidelijk
dat ae verdelging van de veldmuis
van zeer groot belang is. Boven
dien zijn de weersomstandigheden
gunstig geweest voor de uitbrei
ding van het aantal veldmuizen,
zodat het niet ondenkbaar is, dat
de in de N.O.-polder heersende
plaag zich zal verplaatsen naar
andere gebieden van ons land,
met name zou kunnen optreden
in het gebied tussen de grote ri
vieren, Noordholland, Zuidhol-
land, Utrecht en Friesland, in
welke gebieden tijdens de oorlogs
jaren dergelijke plagen voorkwa
men.
Een doelmatige bestrijding van
dit schadelijke dier kan worden
gevoerd door het uitleggen van
gif korrels (muizen tarwe), bij voor
keur rechtstreeks in de holen. Bo
venal is een tijdige bestrijding (in
het voorjaar) gewenst, omdat het
aantal muizen dan nog gering isr
de holen gemakkelijk te vinden
zijn en de betrokkenen meer tiid
tot hun beschikking hebben dan
later in het seizoen.
Aangezien in z.g.n. muizenja
ren de veldmuis zich zodanig kan
vermeerderien, dat vernieling van
1 and bo u wgew assen, vr uc h tbo m e n
en gras en hooiland het gevolg kan
zijn, is het noodzakelijk, dat land
bouwers etc. met vastberadenheid
de strijd tegen dit kleine zoogdier
aanbinden.
VERLORENEien ceintuur van
een kinder jas jie. Terugj te bezor-
Igien bij B. Versteeg, JCortestraat
C 94, Aalburgf.
GEVONDEN, op die Botermarkt
te Heusden, voor de 'boekwinkel
van de firma L. J. Veerman, een
schakelarmbandje. Adres te be
vragen bureau v. d. blad.
ALMKERK.
Geboren: Hendrika M., d. van J.
de Later en L. Ottevanger; An-}
thonij, z. van J. de Later en L.
Ottevanger; Johanna H., d. van
K. Buizer en F. TankersTeuntje
M., d. van J. de Pender en J. C..
v Pelt; Aria M.. d. van C. Stra-
ver en G. Vink; Gerard Z., z. van
J. de Graaf en J. Wij nans; Johan
nes. z. van C. v. d. Stelt en N. v.
d. Stelt.
Getrouwd: W. v. Hemert, 39 j*
en A. H. Schouten 31 j.; L. Bras,.
33 j. en C. Romijn 21 j.; A. van
Noorloos 21 j. en J. v. d. Pijl 23 j.
Overleden: Adrianus Sprangers,
37 j., z. van C. Sprangers en M. v*
Noorloos (overleden); Hendrika C..
v. d. Flier 62 j.
ril