T vv E ED B L A D N0. 666i NIEUWSBLAD PAIEI Heusdens verleden en toekomst Heldhaftig! in de folklore TTArrrnr r> t n donderdag 14 april 1949 voor het Land v. Heusden en Altena, de Langstraat en Bommelerwaard De grootste wonderen geschieden vaak in stilte. Zulk een wonder had plaats in de onmiddellijke nabijheid van de Romeinse wacht bij liet graf in Jozefs hof: hier verenigt zich Je zus' ziel met het lichaam, dat onge schonden neerlag op de kille, stenen gr af bank. Geen menselijk oog ontheiligt dit mysterieus gebeuren. De wachters zijn gevlucht door de aardbeving, die de grond deed trillen en in ei gen kracht herrees de Levensvorst. Een vrolijk feest. Bij onze voorouders kenmerkte de Lijd waarin ons Pasen valt, zich door grote vrolijkheid, daar dan de jonge lente zich vaak al presenteert in bruidstooi. Paasfeest was een volksfeest en de diverse symbolen, die tot op he den in zwang bleven, vormen er de heidense inslag van: Paasvuren, Paaseieren, Palmpaasoptochten, enz. Vooral de Heyliche Palmdach" of „Palmpaeschendag" was een feest dag bij uitnemendheid. liet Paasei. Vooral het ei speelde met Pasen een oeiangrijke rol en in bijna alle godsdienstplechtigheden van de ou dere volken komt het voor als sym bool van ontwakend leven. Het verzamelen van eieren voor Pasen was dan ook een vaak voor komend verschijnsel. Niet alleen kin deren, doch ook wel volwassenen namen er aan deel. Op sommige plaatsen gingen de koster en schoolmeester rond, om hun mede-dorpsbewoners „zalige Pa sen" te wensen, hopend op een gift eieren. En deze werd gul verstrekt. Het is wel gebeurd, dat te Deurne beide functionnarissén, na zo'n „om megang" met... 1300 eieren thuis kwamen! Nu moeten we wél in het oog hou den, dat hun salarissen erg laag wa ren. Toen daarin dan ook verbete ring kwam, staakten zowel koster als meester de rondgangen! De schoolmeester had op andere plaatsen de leiding bij het ophalen der eieren. En dan ging school na school rond. Tussen beide bestond meestal nogal ernstige concurrentie en om de volijverige jeugd wat in toom te houden en te sterke, over tollige energie-ontladingen, die zich nog wel eens in vechtpartijen uit ten, tegen te gaan, waren de school- archen wel zo wijs de ommegangen op verschillende dagen te doen plaats hebben. Niet alle boeren waren even gul, ja, het kwam wel voor, dat men de jeugd met lege handen liet staan. Deze reageerde op deze min-vriende- lijke houding dikwijls met een re pertoire scheldwoorden, die lang niet mooi waren voor de krenterige buitenlui. De jeugd was ook zo naïef begin nen te zingen: „Vrouwtje, vrouwtje, doe je best, Haal de eitjes uit het nest, Van de witte henne..." Was het nest toevallig leeg, dan stelden de jeugdige" zangers zich ook wel met een geldstukje .tevreden. Het ei als symbool en geschenk. Paaseieren gaf men elkaar wel als geschenk en voor deze gelegen heid had men ze gekleurd. Tijdens de vlasuitzaai peuzelden vroeger de boeren heel wat eitjes op, niet omdat deze arbeid zoveel van hun krachten vorderde, welk tekort zij dan op deze manier weer wensten aan te vullen, maar om de schalen, vergruizeld te kunnen uit strooien op de akkers, om zodoende een goede vlasoogst te verkrijgen. De Boedhisten zouden onze land man niet durven navolgen in zijn „roekeloos," ei-gebruik, tenminste, wanneer deze vogelproducten wer den gekookt. Door koken toch, le raren zij, verwoest men het in de ei sluimerende leven. Trouwens, zij staan in deze opvattingen niet alleen, want in verschillende cosmogonieën of wordingsverhalen leest men deze zienswijze. De Hindoes gaan nog een stapje verder en verkondigen, dat Brahma, hun schepper, vanuit een goudglan zend ei net eerste licht aanschouw de, en dat de eerste mens zich uit eierschalen brak om voor het eerst op aarde te verschijnen. De Finnen zien het heelal ontstaan uit vogeleieren, gelegd in een nest op de knieën van llmator! In het ei zagen velen een symbool van de Opstanding van Christus. Lees slechts wat de Vlaamse Druk Almanak er van verhaalt: „Een ei is een nieuw stenen graf, hetgeen er in is, schijnt dood, maar het kan levende uitbreken; 'tis het beeld van onzes Heren Verrijzenis." En... de Paashaas? Waarom komt deze steeds in combinatie voor met een ei op prentbriefkaarten? Omdat men in hen zag het mysterieuze dier, dat de Paaseiers in de struiken legt. De jeugd trok dan ook het veld in om zijn eieren te zoeken. Eens toch was deze haas een vogel, maar, hoe wel hij in een viervoeter werd ge transformeerd, bleef hij zijn legca- paciteit behouden. De geestelijkheid wijdde de eieren, zodat ze het vermogen kregen om onheilen te weren en ziekten te ge- zen. Vorsten deelden gewijde eieren uit onder hun hovelingen. Voorts wijzen we hier op een functie, die het ei had, n.l. van „pos tillon d'amour". De verliefde jon geman gaf zijn beminde soms een Paasei present, dat bij opening wel een kleinood bleek te bevatten. Het ei als belasting. De boeren moesten vroeger de landheer, als verplichting, een aantal eieren ten geschenke geven. Duidelijk staat dit in de 15e eeuw- se geschriften te lezen. Zo moesten Duitse landbouwers hun heer voor elk bepaald stuk land zeven en een halLei betalen. Het achtste ei werd dan door de burgemeester doorge sneden. Boeren, die maar weinig land be zaten, behoefden slechts twee en half ei te betalen. Op de dorpel der boer derij werd het derde ei gehalveerd, waarbij alle stukken die binnenshuis vielen voor de boer waren. Het ei als beloning. Tot aanmoediging der schooljeugd ontving deze vroeger wel eieren voor vlijt en ijver. Later werd dit ge bruik weer afgeschaft, toen dit "sys teem in zekere zin ontaardde. Eier-eten. Onze voorouders hebben heel wat plezier gehad op de schaats en niet minder bij het Paaseieren eten, als er dan nog ijs was! Inderdaad kwam dat wel voor, al bracht een soms plots invallende dooi niet-vermoede verrassingen, zo als in 1845, toen reeds per adverten tie was aangekondigd, dat de „beste eyers op het ijs" zouden worden verkrijgbaar gesteld en de winter vorst een dag voorafgaande aan de bepaalde datum, ijlings de vlucht nam voor de dooi. Wanneer begon Pasen? Gedurende de Middeleeuwen begon het jaar met Pasen. Doch... het Paasfeest werd niet overal gerekend in te gaan op de Paasdag. Dat gaf dus nogal verwarring. Dit feest toch ging in Holland, Vlaanderen, Bour- gondië en Henegouwen in op Stille Zaterdag, in Brabant al op Goede Vrijdag. Na 1333 en tot op de invoering van de Gregoriaanse Stijl, begon in Luik het jaar met Kerstmis. Onder Bra bantse Stijl zou dus te verstaan zijn, het jaar te rekenen van Goede Vrij dag. De Palmpaas. Er is een verticaal en een hori zontaal type, terwijl de attributen van de palmpaasstok zeer grillig zijn: slierten rozijnen, reepjes pe perkoek, suikeren eitjes, sinaasappe len, enz. Het beste bewaard bleef de palm paas wel in Overijsel, Gelderland en Drente. Doch in Groningen is hij onbekend, terwijl hij in Zeeland nu zo goed als geheel is verdwenen. Nog herinnert het palmtakje, dat in de R.K. kerk op Palmzondag aan de gelovigen uitgereikt wordt, aan de Koninklijke intocht van Jezus. Bij het, in processie ronddragen van de palmpaas, zong de jeugd het bekende „Palm, Palmpasen! Hei, koerei! hie, koerei! Nog een Zondag dan hebben we een ei, Een ei is geen ei; Twee ei is een ei: Drie ei is een Paasei!" N. Wij ontvingen van de firma de Haan en Oerlemans ohdersitaand ar tikel, dat bedoeld was om te worden opgenomen in de jubileumuitgave „Veertig jaar scheepsbouw in Heus den". Dit artikel kon daarin niet volledig worden opgenomen, omdat het ener zijds te laat kwam en anderzijds, om dat het artikel' over de historische beschrijving van Heusden anders te lang zou worden. Wij hebben het met alle aandacht gelezen en achten het belangrijk ge noeg om het in ons blad op te ne men, heel veel wat er in wordt ge schreven, heeft onze volledige., instem ming. Nadat de schrijver een aantal blad zijden heeft gewijld aan het ontstaan, de groei en het wel en wee van de scheepswerf, gaat hij als volgt ver der Het is evenwel te betreuren, dat de ze industrie, welke normaal een be zetting heeft van ruim 250 arbeiders, nu slechts met 140 a 150 mensen kan werken, omdat het tekort aan woningen de huisvesting van meer ar beiders belemmert. Hetzelfde is het geval met het personeel van de conservenfabriek van de firma Wagenberg Fes ten, die jaarlijks ruim 10.000.000 kg groen ten en vruchten verwerkt, waarvan 30 a 50 pet. voor de export is bestemd. Deze fabriek werkt met 160 arbei ders, waarvan er slechts 35 in Heus den kunnen wonen. Ook de N. V. M;elkproductenfabriek „De Bommeler waard" 'heeft een ernstig tekort aan woningen voor haar personeel, ter wijl ook de 's Hertogenhosscbe Wand- tegelfabriek, welke te Heusden is ge vestigd, en de afdeling van de schoen fabriek van de firma van Toon uit Dongen wachten op woningen voor het leidinggevend personeel. Bovendien zijn er -nogal wat oude woningen, die men krotwoningen zou kunnen noemen en welke hoogno dig moeten worden vernieuwd. Thans is er een wederopbouw- plan vastgesteld, dat ongetwijfeld perspectieven voor de toekomst opent zodra tot verwezenlijking daarvan al is het elan ook in etappes zal kunnen worden overgegaan. Waar Ne derland met het oog op een redelijk volksbestaan meer en meer tot in dustrialisatie zal moeten overgaan, is nu ook voor Heusden bij het huidige streven tot decentralisatie van de industrie de kans géjkomen daar van voordeel te trekken" indien de gemeente terreinen geneed maakt voor vestiging van fabrieksgebouwen en van daarbij behorende woningen van ia her productieproces ingeschakelde personen. Wij zijn ervan overtuigd, dat Heus den die kans zal grijpen, en, indien men thans nog in de zoete herinne ring van vervlogen glorie zou voort leven, dan mogen wij nu toch wel een oproep richten tot allen, die op welke wijze ook het wel en wee van Heusden kunnen beinvloeden, om de handen uit de mouwen te steken en alle krachten in te spannen tot bloei en groei van het mooie stedeke. Wij zien in de toekomst de leven dige groentemarkt van weleer op de Botermarkt, welke een gezellig ca chet gaf aan het plaatselijk leven en belanghebbende leveranciers vanuit de omgeving naar de stad trok. Ter zake met de veilingverenigingen gevoerd overleg wijst wellicht de wegen en de middelen aan om dit doel te bereiken. Waarom zo vragen wij zou de verkoop van rivier- en zeevis op de Vismarkt, waar de visbank staat, niet kunnen worden hervat? Wie zich de drukke veemarkt van vroeger herinnert, zal ongetwijfeld ernaar verla/igen dat deze weer spoe dig in haar oude glorie wordt her steld. Zeker, 's Hertogenbosch, Go- rinchem en Rotterdam zijn geduch te concurrenten, maar zou een vee markt, al is het dan geen eerste-rangs derhalve op meer bescheiden voet in Heusden, dat midden in de land bouw- en vee teel tgebieden is gelegen, dan tot de onmogelijkheden behoren Wij rijn van oordeel, dat overleg ter zake met de betrokken boeiemorga- nisaties, ook al zullen moeilijkheden moeten worden overwonnen en al zullen er financiële offers moeten worden gebracht, zeker niet zal wor den nagelaten. Teruggrijpend in bet verleden zien wij de boten van de Heusdense Stoom bootmaatschappij io.a. de Stad Heus den, de Metta I en de Metta II, alsook de Maasstroom, die de ver bindingen te water met 's Hertogen- hosch! en Rotterdam en de vele tus- sengiélegen plaatsen vormden en bet personen- en goederenvervoer in stand hielden. Dit verkeer van 'die fraaie stad aan de rivier was een stuk ylan het plaatselijk leven en bracht er enig vertier. Die moderne tijd mlet zijn autobussen en vrachtauto's heeft het .aanzien op dit punt ten nadele van Heusden gewijzigd, maar het vervoer te water is nog altijd het goedkoopste en zal zeker bij vestiging van indus trie een rol van betekenis kunnen spelen, zodat Heusden deze factor te zijnen voordele zal kunnen gebrui ken. Wij mogen toch verwachten, dat in de nabije toekomst de industriali satie, vooral van 'de zuidelijke pro vincies, ook de volle .aandacht op Heusden zal vestigen en de ligging van deze plaats aan een cler grootste rivieren van ons land, de Maas, een factor -zal vormen bij de vraag naar de meest economische vestiging en exploitatie der fabrieken. E;n met het oog hierop zal de tegenwoordige bui tenhaven, welke bij het verdwijnen van de in het stadsbeeld zo prachtig passende binnenhaven na de opening van de Nieuwe Maasmond in de plaats daarvan is gekomen, aan de moderne eisen van los- en laadhavens moeten voldoen, in.a.w. zij zal van behoorlijke kademuren en van los kranen moeten worden voorzien, ter wijl de mogelijkheid van uitbreiding in de toekomst moet worden open gehouden. Vanzelfsprekend komt de vraag naar voren, 'hoe het staat met de communicatiemiddelen te land. Die eisen van de moderne tijd Lebben de opheffing gevergd van de in hier- Qns Feuilleton 5- Alleen Dr. Hutton en de getrouwe Mason kenden de smart, die aan naar hart knaagde en hoe moeilijk haar die opgeruimde lach en het vrolijk gezang viel, dat dikwijls in de kamer der oude dame gehoord werd. Mrs. Grahame kreeg haar meer en meer lief en bracht haar bijna tot wanhoop, door haar argeloos 'en aanhoudend gesnap over haar zoon. Het spel met de brieven werd van maand tot maand voortgezet en de arme jeugdige vrouw las dan hare schoonmoeder de ge waande brieven van haar Herhert voor. Langzamerhand vernam zij dat hij langer afwezig blijven zou dan be paald was, later diat de .tijd van zijn terugkomst zeer twijfelachtig wasen na enige tijd meende dr. Hutton haar de waarheid mede te delen. Die tijd was echter nog niet gekomen. Boven alles was er een zaak die Laura zeer kweldeeen oud minnaar die zij voor haar huwelijk had afge wezen, vernieuwde zijn aanzoeken met een onbeschaamdheid, die haar diep kwetste. Mr. Bustonzo heette hij wilde van geen afwijzing horen, ver volgde haar overal en eindigde zelfs met haa'r ten huize ener vriendin haar besluit te vragen. „Het is hier noch de tijd, noch de plaats", zeide zij bedaard. „Morgen, 20 gij wilt, zult ge het vernemen". „Wanneer en waar?" „Bij mii aan huis, v,oor de middag". „Ik zal niet nalaten te komen". Laura verbeidde zijn komst met niet weinig ongerustheid. Zij wenste zich tegenover hem te rechtvaardi gen, en gevoelde tevens dat zulks bij na onmogelijk was, want hij was een ruw en ongevoelig mensen haar hart was zonderling te moede toen Mason Ixaar de komst van Mr. Bus- Ton meldde. Hij groette haar op beleefde, maar gemeenzame wijze, doch rij beant woordde zijn groet zeer koel. „Ga zitten", zeide zij. „Ik heb u veel te zeggen". „Ik behoef slechts uw antwoord, Airs. .Grahame. Laura, gij weet hoe zeer ik u bemin". „Mijn antwoord op die vraag hebt gij reeds voor jaren vernomen. Ik kan u niet huwen". „Gij kunt niet?" „Neen. Wilt gij dat ik de nage dachtenis van mijn echtgenoot, die ik zo vurig liefhad, schande zou wil len aandoen, om zo kort na zijn dood door een ander zijn plaats te doen innemen". Haar stem beefde een weinig, maar met kalmte zag zij hem aan. „Ik weet niet, waarin die schande bestaan zoude wereld zegt dat gij zeer spoedig weer huwen zult". „Zegt zij dat. Maar zeg mij, wat verstaat gij onder die wereld?" „Iedereen uw vrienden, uw bu ren, uw ganse omgeving". „Mijn buren zijn mijn wereld niet en de weinige ware vrienden die ik heb, begrijpen mij en kennen de re denen, die mijn handelingen besturen. Om al de overigen bekommer ik mij niet". „En mag ik niet tot de vrienden van Mrs. Grahame gerekend wor den?" „Zulke vervolgingen, als ik van u in de laatste tijd 'moest verduren, geven u weinig aanspraak op die naam". „Vervolgingen, Laura?" „Ja, ik kan het met geen anderen naam noemengij vervolgt mij over al, terwijl gij weet dat uw oplettend heden mij onaangenaam zijn. Gij gaat mijn gangen overal na en ik verzoek u daaraan nu een einde te maken". „Opdat een ander mijn plaats zou kunnen innemen", zeide hij op lom pen toon. „Met welk recht durft gij mij be- beledigen", riep zij uit, met vlammen de ogen opstaande. „Ik wilde u niet beledigen, Mrs. Grahame. Ook wist ik niet, dat de nagedachtenis van uw echtgenoot u zo dierbaar was. Gij hebt dit in geen enkel opzicht getoond." „Neen. Dat weet ik maar al te goed." „Gij bezoekt de gezelschappen, gij zijt vrolijk, gij draagt niet eens de rouwsluier, a Heen de allerlichtste rouwgij danst, gii bezoekt par tijen „Houd op!" zeide zij op een toon, die hem deed verstommen. „Gij hebt genoeg gezegd. Uw laatste beschuldi gingen zijn vals en, ofschoon uw laag gedrag geen verklaring van mijn gedrag verdient, zal ik ze u nochtans geven, om 'de wil van mijn echtge noot". Hij prevelde enige verontschuldi gingen, dat hij het zo niet bedoeld had, doch een enkele blik van haar legde hem het stilzwijgen op. „Toen mijn echtgenoot stierf", be gon zij, „hing het leven van zijn moeder aan een zij dén draad en het bericht zou, naar menselijke waar schijnlijkheid, haar het leven gekost hebben. Wij durfden het haar niet zeggen en nog steeds is zij in hetzelf de gevaar. Elke maand las ik zelf gestelde brieven aan haar voor, ter wijl mijn hart er bijna onder bezweek. Zij meent dat haar zoon leeftde vreugde zal des te groter zijn, ar me ziel, wanneer zij hem in de hemel ontmoet. Om harentwil heb ik de rouwsluier niet gedragen, opdat hare vingers het niet zouden voelen; om harentwil lach en zing ik alsof mijn echtgenoot hier was om naar mij te horenom harentwil zal ik, zolang haar leven duurt, in schijn vrolijk zijnen wanneer zij niet meer zijn zal wanneer zij met haar zoon in de andere wereld' verenigd is de wereld die alles weder goed' maakt dan misschien zal de hemel mij enige tijd geven om over mijn ge storven liefde en verloren hoop onge stoord, niet belasterd door een laag hartige wereld, te treuren". Zij barstte uit in een stroom van tranen, zoals hij nog nimmer een vrouw had zien wenen en trachtte tevergeefs haar te troosten. Hij was zo verplet en geschokt, zo beschaamd over zijn eigen gedrag, dat hij nauwe lijks een enkel woord kon uitbren gen. „Spreek thans niet meer tot mij," zeide zij. „Verlaat mij, ik moet naar mijn moeder. Gij zult mij niet meer verkeerd beoordelen?" „Nooit! Ook zal dit niemand meer; zeg mij alleen dat gij mij vergeeft". „Ja, ik vergeef bet u van harte. Maar ga nu". (Slot jvolgtf). t behorende bij het

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1949 | | pagina 5