Gecombineerde oefeningen in West-Europees verband Land- en Tuinbouw TREKPAARDEN (Koudbloed) Landbouwtuigpaarden (Warmbloed) Wat iedere landarbeider moet weten van het Bedrijfspen sioenfonds voor de Landbouw. Nu het tijdstip nadert, waarop het Bedrijfspensioenfonds voor de Land bouw in werking zal treden, is ook het ogenblik gekomen om iets meer te vertellen over de regeling en te vens iets mede te delen over de werkwijze, die het fonds zal toe passen om zijn doel te bereiken. Dat doel is aan de deelnemers een pensioen te verzekeren bij ou derdom, invaliditeit en overlijden. Op 1 Mei is de deelneming aan het Fonds verplicht gesteld. Dat houdt in, dat iedere arbeider in de lankl- bouw zich voor de verzekering moet aanmelden en dat voor ieder weke lijks een premie moet worden be taald. Deze premie komt voor de helft voor rekening van de werkge ver, voor de helft voor rekening van de arbeider. „Daar heb je het al", moppert hier en daar een on tevredene, die niet goed ojp de hoog te is. Wacht even: Ér moet nog aan worden toegevoegd, dat met ingang van 1 Mei tevens het loon van de arbeider verhoogd is met het be drag der premie, dat voor zijn re kening komt. Daar verder van de ze verhoging geen loonbelasting mag worden ingehouden, omdat het pen sioenpremie is, blijft het inkomen van de arbeider precies gelijk aan dat van vóór 1 Mei. Het komt er dus op neer, dat de gehele regeling aan de arbeider niets kost. Hoe groot is nu de premie, die voor de verzekering verschuldigd is Dat hangt er van af of het een jon gere of een oudere arbeider betreft. Is hij tenminste 17 jaar, doch nog niet 21 jaar oud, dan is de voor hem verschuldigde premie fl,25 per week, terwijl voor arbeiders van 21 jaar of ouder het dubbele, dus f2,50 per week moet worden be taald. Jongens, die nog geen 17 jaar zijn, worden nog niet in de verzeke ring opgenomen. Werkt iemand niet een volle week, dan is voor iedere dag, dat hij werkt een dagpremie voor de ouderen van f 0,50 of voor de jongeren van f0,25 verschuldigd De betaling der premies wordt bewezen door het plakken van de zegels op een zegelblad, dat de werkgever voor iedere arbeider aan legt. Deze zegels zal de arbeider in het algemeen niet te zien krijgen. Wel ontvangt hij aan het einde van elk kwartaal van zijn werkgever een soort van kwitantie. Dat is een gegomd strookje, waarop de werk gever heeft aangetekend hoeveel ze gels en welke soort zegels hij in het afgelopen kwartaal voor de ar beider op het zegelblad heeft ge plakt. Dit strookje moet de arbeider, nadat hij zich er van overtuigd heeft, dat hij het met de vorenbedoelde aantekening eens is, op zijn premie- kaart plakken of als hij de pr e miekaar t aan zijn werkgever in be waring heeft gegeven door deze laten plakken. Ja, de premiekaart, hoe komt de arbeider daaraan? In veel geval len heeft hij zich reeds aangemeld bij de Sociale Verzekeringscommis sie (S.V.C.) in zijn district. Hij kan dan rustig afwachten, tot de S.V.C. hem in het bezit van zijn premiei- ,kaart stelt. Heeft hij zich nog niet aangemeld, dan dient hij dit nog in zijn eigen belang zo spoedig moge lijk te doen. Na deze verplichtingen iets over de rechten. Hierboven werd al aan geduid, dat er aanspraken bestaan op ouderdomspensioen, weduwen-en wezenpensioen. Het ouderdomspen sioen bedraagt voor degenen, die van de aanvang af in de regeling worden opgenomen f 6,tot f 12, per week. Dat hangt af van de leef tijd, waarop de deelnemers toetre den: zo krijgen de bij toetreding bijna 65-jarigen op het 65e jaar f6 per week, de 46-jarigen f8,de 25-jarigen f 12,Het invaliditeits pensioen bedraagt twee derde van het ouderdomspensioen en kan dus ten hoogste f8,zijn. Het wecïu- wenpensioen, dat tot het 60e jaar der weduwe wordt uitgekeerd is f5,per week, het wezenpensioen fl,per week voor ieder kind. Dit laatste pensioen houdt op zodra het kind zijn 17e verjaardag bereikt heeft. De hier genoemde bedragen wor den verleend in de gevallen, waarin de premie zonder onderbreking is betaald. Voor de arbeiders, dieniet het gehele jaar in de landbouw wer ken, is de regeling andere en, van zelfsprekend, minder gunstig. 'Een vraag, die nogal eens gesteld wordt, is hoe het zit met de rech ten volgens de Invaliditeitswet. De ze staan geheel los van die uit het Bedrijfspensioenfonds. De pensioe nen, die het Bedrijfspensioenfonds voor de Landbouw toekent, worden dus genoten naast die uit de Inva liditeitswet. Een ander belangrijk punt is,dat de arbeider over de tijd, dat de re geling terugwerkt, dat is tot 1 Mei 1947, premies krijgt tegoed geschre ven uit het Landbouw Egalisatie fonds over de tijdvakken, geduren de welke hij in de periode 1 Mei 1947 tot 1 Mei 1949 in de landbouw werkzaam was. Deze premies ko men de hoogte van zijn pensioen ten goede. De arbeider zal er daar om goed aan doen het inlichtingen- formulier, dat hij tegelijk met zijn eerste premiekaart zal ontvangen, en dat ook gegevens vraagt over genoemd tijdvak, nauwkeurig in te vullen. Een arbeider, wiens loondienst in de landbouw eindigt, behoudt zijn reeds verkregen rechten op een ou derdomspensioen. Anders staat het met zijn aanspraken bij invalidi teit en overlijden: deze nemen>een einde zodra zijn loondienst een ein de neemt. Dit kan tot gevolg heb ben, dat een arbeider, die zijn werk zaamheden in de landbouw voor korte tijd onderbreekt, bij zijn over lijden zijn vrouw en kinderen on verzorgd achterlaat, ook al is hij jaren lang verzekerd geweest. Daar om wordt aan de arbeider, zodra hij niet meer in de landbouw werkt, de gelegenheid gegeven zich voor het risico van invaliditeit en over lijden door betaling van een premie van f l,per week te blijven ver zekeren, ten hoogste voor een 'tijd vak van 26 weken. Wil hij boven dien het ouderdomspensioen nog verder laten aangroeien, dan kan hij de volle premie van f2,50 per week voor eigen rekening doorbe talen, eveneens hoogstens geduren de 26 weken. Bovenstaande uiteenzetting is slechts een greep uit het geheel. Alleen het allervoornaamste kon er in worden behandeld. Maar zoveel zal duidelijk zijn, dat, wil de zaak goed lopen, de medewerking van iedere belanghebbende dringend no dig is en dat speciaal de geregelde premiebetaling voor de arbeider van liet hoogste belang is. Bestelt reeds heden bij de Firma L. J. VEERMAN, Heusden. Zoals de lezer uit de hierover verschenen berichten vernomen heeft, zal de Koninklijke Marine de ze zomer deelnemen aan gecombi neerde oefeningen, in samenwerking met onderdelen van de vloten en luchtstrijdkrachten van enige ande re West-Europese landen, namelijk lijk Engeland, Frankrijk en België. Wat zijn gecombineerde oefenin gen" en wat is de bedoeling van deze gecombineerde oefeningen? Het eerste gedeelte van de ze vraag zal door een ieder gemak kelijk beantwoord kunnen worden. Het wooftl zegt het al. De strijd macht van een bepaalde staat is op gebouwd uit verschillende onder delen, welke onderdelen elk apart een taak is toegewezen in het ge heel, dat ten slotte zo- nodig 'de belangen van deze staat zal moeten kunnen verdedigen. Het is duidelijk, dat dit slechts dan mogelijk zal zijn, indien zij voor deze taak ge heel voorbereid zijn, hetgeen im pliceert een langdurige en zorgvul dige opleiding en oefening van het hierbij benodigde personeel. Als nu de verschillende onderdelen deze voorbereiding in groter verband ge zamenlijk uitvoeren, dan spreekt men van „gecombineerde oefenin gen". Deze kunnen zeer eenvoudig van opzet zijn, doch ook een meer ingewikkeld karakter hebben, afhan kelijk van het aantal en de verschei denheid der verschillende deelne mers. Dient men bij „gecombineerde oe feningen" te denken aan het samen gaan van twee of meer delen der gehele Nederlandse krijgsmacht,na melijk Marine, Leger en Legerlucht- strijdkrachten, binnen de zeemacht zelf zien wij in het klein een over eenkomstig samengaan der verschil lende wapens. Zo zou men een oe fening, waarbij een vliegtuig van de M.L.D. een manche sleept, om de de kannoniers van een bepaald schip in staat te stellen hun kanons te leren richten, in zekere zin „gecom bineerd" kunnen noemen. Als te gelijkertijd een onderzeeboot zijn torpedo's op dit schip tracht te lanceren, dan is de oefening al weer iets ingewikkelder geworden. Op deze wijze voortgaande kunnen we steeds meer onderdelen in de oefening betrekken, b.v. mijnenleg- gers om mijnenvelden te leggen en mijnenvegers om deze vervolgens weer op te ruimen, bombardements vliegtuigen die de vloot aanvallen en jachtvliegtuigen om deze bom menwerpers af te weren, enz. enz. zodat tenslotte een geheel ontstaat, waarin alle maritieme wapens aan deel hebben. De jaarlijkse vloot- manoeuvres van vóór de oorlog wa ren hiervan een mooi voorbeeld. Onze Marine die kan terugzien op een roemrijk verleden van enige eeuwen, heeft gedurende deze lange reeks van jaren een bepaalde werk wijze ontwikkeld, die, al of niet vast gelegd in bepalingen en voorschrif ten, min of meer bekend veronder steld mag worden bij de gemiddelde marineman. Hoe groter deze kennis, hoe groter de waarde van een vloot als homogeen verband en hoe beter zij de van haar verwachte taak zal kunnen uitvoeren. Een van de voor naamste redenen, dat het houden van vlootmanoeuvres dan ook zo belangrijk is, is juist dat daardoor die homogeniteit ontwikkeld wordt. Hebben de grote manoeuvres van Vloot, Leger en Luchtmacht aange toond, dat deze drie onderdelen elk voor z'ich gereed zijn voor hun spe cifieke taak, dan is de tijd aange broken allen gezamenlijk met el kaar te laten ageren. Dat zijn de „gecombineerde oefeningen". Hetgeen hierboven gezegd is, geldt natuurlijk niet alleen voor onzeei- gen Krijgsmacht, maar in even ster ke mate voor het samengaan met de strijdkrachten van andere naties. Ook is het duidelijk, dat de metho des, in gebruik bij de verschillende landen, niet altijd dezelfde zullen zijn. Dit Ts in de laatste oorlog wel heel duidelijk gebleken, toen Neder landse marineschepen moesten sa menwerken met eenheden van de Engelse of Amerikaanse Marine. Afgezien van de bestaande taal moeilijkheden, welke voor ons er kende linguisten in het algemeen nog wel overkomenlijk waren, be stonden er grote verschillen in werkwijze. Om een enkel voorbeeld te noemen: de methode van seinen. Hierdoor ontstonden vaak grote mis verstanden, welke het geheel uiter aard aanzienlijk verzwakten en zelfs zeer gevaarlijke gevolgen konden hebben. Om in de toekomst derge lijke misverstanden te ondervangen en één werkwijze te hebben, zijn nu bovengenoemde oefeningen in internationaal verband ontworpen. Nu iets over deze oefeningen zelf. Ze worden gehouden in de eerste helft van Juli. Zoals werd gezegd, nemen hieraan deel, behalve een heden van de Nederlandse Marine t.w. jagers, kanonneerboten, onder zeeboten en kleiner materieel, de Britse thuisvloot versterkt mot plaat selijke flotillas, jagers, fregatten, on derzeeboten, mijnenvegers en kust- patrouillevaartuigen, eenheden van de Franse vloot, die op deze wijze haar jaarlijkse kruistocht langs de N.W. kust van Frankrijk extra ren dabel kunnen maken en ten slotte een aantal Belgische mijnenvegers. Van de vier landen worden voorts luchtstrijdkrachten ingezet, zowel die van de Marine als van de Lucht macht. De algemene leiding van de oefeningen berust bij de Opperbe velhebber der Britse thuisvloot, Ad miraal Sir Rhoderick R. Mc. Gri- gor KCB DSO. Tijdens de oefenin gen worden de tegenover elkaar staande strijdkrachten beurtelings gecommandeerd door Vlagofficieren der vier deelnemende Marines. Speciale aandacht zal worden be steed aan de samenwerking van de strijdkrachten bij de verdediging van convooien tegen aanvallen van onderzeeboten en vliegtuigen, bene vens een gemeenschappelijke mij - nenveegoperaties. Tijdens de over tocht der deelnemende eenheden naar de verzamelhaven, een plaats aan de Zuidkust van Engeland, wor den afzonderlijke oefeningen gehou den voor de onderdelen. Terwijl in de verzamelplaatsen de schepen hun bemanningen gezamenlijk nog ver der 'kunnen oefenen, zal voor de eerste grote gecombineerde oefening een „convooi" met escorte uitvaren om de Zuid, naar de Golf van Biscaje. Het convooi wordt hier door onderzeeboten aangevallen, ten einde de schepen van het escorte in onderzeebootbestrijding te oefe nen, waarbij ook vliegtuigen van de wal ingeschakeld worden. Franse en Britse kruisers en vlieg kampschepen zullen een bombar dementsoefening houden, waarna de vliegtuigen van de laatsten luchtaan vallen op het convooi zullen doen. Daarna keert de gehele scheeps macht nu gezamenlijk terug, om wederom door onderzeeboten te worden aangevallen en ten slot te (in het 'kanaal) bovendien door bommenwerpers en motor-torpedo- boten. Bij deze laatste oefening zul len vliegtuigen van de R.A.F. en het „Coastel Command" als bescher ming dienst doen. Mijnenleggers en mijnenvegers zullen ondertussen op éigen gele genheid hebben geoefend. Uiteinde lijk zullen alle strijdkrachten een haven aan de Zuidoostkust van En geland 'binnenlopen, waar 'de oefe ningen zullen worden besproken en geanalyseerd. Daarna zullen de verenigde vloten zich verspreiden, de niet Britse deel nemers zullen naar hun respectie velijke thuishavens terugkeren en ook op de weg daarheen worden nog oefeningen gehouden. Het behoeft geen betoog, dat deze eerste poging tot samenwerking der strijdkrachten van de Westeuropese landen een belangrijke stap is in de richting van een op alle eventu aliteiten voorbereid zijnde strijd macht en als zodanig een grotere bijdrage vormt tot het behoud van de wereldvrede. DE STRIJD TEGEN DE RACTERIëN. De strijd van de wetenschap te gen de bacteriën heeft de laatste jaren een enorme vooruitgang ge maakt. Speciaal de chemotherapie heeft zich de laatste 15 jaar snel ontwikkeld. Penicilline en sulfona-, mide zijn de moderne geneesmidde len geworden. Over deze heroïsche strijd en ont wikkeling is, naar wij vernemen, zo juist een boek verschenen, getiteld „De Overwinning op de Bacteriën", en geschreven door Prof. F. Sher wood Taylor. Dit boek geeft een overzicht over de bacteriën zélf, over de verdedigingsmiddelen, waarmede ons lichaam de bacteriën bestrijdt, en wat de wetenschap heeft ont dekt, om met meer kans op slagen de strijd met onze belagers aan te binden. Het boek eindigt met een plei dooi voor betere financiële steun aan wetenschappelijk, speciaal clie- niotherapeutisch onderzoek, dat op dit gebied nog in volle gang is en voor de hele wereld belangrijke re sultaten kan hebben. Denkt om de bestrijding vain het schadelijke insect fier aairldvlo. Iedere landbouwer kent de scha delijke, altijd plotseling verschijnen de aardvlooien. Voor men er op bedacht is, kunnen zij het gewas al ernstig aangetast hebben. Daar de aardvlooien juist in de ze tijd van het jaar hun gevreesde uitwerking hebben, is het vangroot belang over de bestrijding van de ze insecten iets te vertellen. Een goede bestrijding toch is na het ontdekken van de nieuwste midde len op dit gebied mogelijk gewor den. We zullen eerst nog even nagaan, welke 'schade deze insecten op de kruisbloemige gewassen kunnen aan richten. Zoals wij reeds opmerkten, kan de aardvlo-aantasting zeer plotse ling optreden. Ziet men toch de ene dag nog slechts enkele aard vlooien in het gewas, de daaropvol gende dag kan dit aantal in onrust barende mate toegenomen zijn. In zeer snel tempo vreten de kevertjes en larfjes de planten dus danig aan, dat het loof er uiit ziet, als of er met hagel doorgeschoten is. Honderden gaatjes en witte stip pen ontstaan daar, waar het blad groen is weggevreten. 'De grootste schade wordt aange richt in het voorjaar, wanneer de eerste generaties de jonge zaailingen aantasten. Vooral op de droge schra le voorjaarsdagen, als de jonge plantjes weinig groei vertonen, en niet veel kunnen verdragen, kan zo veel vernield worden, dat nieuwe: inzaai nodig is. Maar oók in nazomer en de herfst kunnen de aardvlooien zeer veel schade aanrichten, vooral aan knol len, jonge koolplanten, koolzaad enz. Slechts door het uitvoeren van een doelmatige bestrijding het gehe le jaar door, kan men het gewas te gen deze aantasting beveiligen en verzekerd zijn van een goede oogst. De Bestrijding: In verband met het plotselinge optreden dezer in secten is het beslist noodzakelijk, de bestrijding vooral tijdig uit te voeren. ILet beste kan dit geschie den door een bespuiting of bestui ving met Gesarol. Zorg er vooral voor met de be strijding op tijd te zijn; in vele ge vallen wordt deze te laat aangepakt, zodat de schade dikwijls niet meer te overzien en te beteugelen 'is. Door tijdig maatregelen te nemen, kan men veel onheil en verlies voor komen. Tv. In de maand Juli verschijnt een fotoboek over trekpaarden. De foto's zijn van de hand van Cas Oorthuys, die allerwege in Nederland talloze bewonderaars heeft gevonden en die in grote oplagen zijn verkocht. De verschijning vindt plaats met medewerking van het Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening en de Kon. Vereniging „Het Ncderl. Trekpaard" en onder redactie van Ir. C. H.Maliepaard, Prof. Dr. D. L. Bukker, L. A. Bom, Ir. F. C. Labouchère, Ir. Th. C. J. M. Rijssenbeek en C. Zwagerman. De inhoud van het schitterende boekwerk bevat o. m.van Prof. Dr. D. L. Bukker „Gesch. v. d. Ned. Paardenrassen1'van L. A. Bom „Het Stamboekwezen" van Dr. Ir. G. C. Labouchère „De ontwik keling van de Fokkerij" van Ir. Th. C. J. M. Rijssenbeek „De Ge zondheidsleer" van C. Zwagerman „Het Trekpaard op het bedrijf". Het fraaie boekwerk verschijnt in het formaat van 23 x 29 c.m., bevat 100 foto's en circa 80 pagina's tekst. De prijs bedraagt in halflinnen band f 12.50, voor leden van het Nederlands Trekpaard f 10.—. In hetzelfde formaat en dezelfde omvang verschijnt in de maand September van dit jaar een fotoboek met 100 foto's van de hand van fotograaf Cas Oorthuys en eveneens onder redactie van Ir. C. H. J. Maliepaard en met medewerking van het Ministerie van Land bouw, Visserij en Voedselvoorziening, het Noord-Nederlands Warm bloed Paardenstamboek, Vereniging tot bevordering van de Landbouw- tuigpaarden-fokkerij in Nederland en de Vereniging Het Fries Paarden stamboek. Het behandelt de verschillende warmbloed-paardenrassen in Nederland Gronings type, Gelders type en Fries type. De prijs bedraagt eveneens f 12.50 en voor leden van de Vereniging van „Het Noord-Nederlands Warmbloed Paardenstamboek" en de Vereniging „het Fries Paardenstamboek" f 10.—.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1949 | | pagina 4