ik wUpBlSB
SPOOR
SchoorsfssnKloKhsn
Teken in bij de Firma l J. VEERMAN, Tel. 19, Heusden
INGEZONDEN
Raadhuizen
Over de „schroefdraad" van de marineman.
in het Land van Heusden en Altena.
Tot de meest belangrijke gebou
wen yan stad en dorp behoort on
getwijfeld het raadhuis, het centrale
punt der gemeenschap, waar d.e bur
gerrepresentanten samenkomen ter
behartiging der gemeenschapsbelan
gen.
Aanvankelijk was het raadhuis (in
de Middeleeuwen) de woning van
de schout. Deze oefende met de sche
penen en de raden de bestuursfunctie
uit.
Door toename 'der bevolking en
als gev.olig daarvan, door vergroting
der steden, werd de taak voor het
zittend stadsbestuur te zwaar: er vond
arbeidsverdeling plaats en de be
stuursfunctie werd daarop toever
trouwd aan poort- of burgemeesters,
maar de gerechtelijke of politionele
macht bleef aan schout en schepenen.
In de vroegste tijden waren die
gemeentehuizen eenvoudige gebou
wen, met een vrij primitieve inrich
ting, maar, naarmate bloei en .wel
vaart toenamen, werd het „ydinghuis"
al meer verfraaid en werd aan het
aloude Gravensteen meerdere luister
bijgezet en verrezen de schone monu
mentale raadhuizen, die nog! steeds
de stille bewondering wekken van
de kunstlievende nazaat.
Mede zijn ze een weerspiegeling!
van de bloeitijd, waarin ze werden
opgericht.
Velen dateren uit de tijd, toen de
verenigde bouwkundigen er angstval
lig voor waakten, dat de heiligheid'
van hun taak niet door ongeoefende
handen zou worden aangetast. Toen
vierde de bouwkunst zijn hoogtij en
de schone bouwwerken uit die tijd
spreken ons door hun bouwstijl van
het gemeenschapsideaal van de Mid
deleeuwse mens.
In later eeuw trad diep1 verval in,
een depressie openbaarde zich op
bouwkundig gebied, die men eerst
in de moderne tijd weer te boven
schijnt te komen. De kentering is
gekomen. Doch niet zo heel lang! ge
leden was een bouw op te merken,
waarin vooral sterk het individualisme
domineerde, een bouw zonder ver
band met het verleden, zodat vele
gebouwen architectonisch moeilijk te
verantwoorden waren.
Thans houdt men rekening! met de
aard der omgeving', het karakter van
het straatbeeld, en verbindt men het
traditionele op gelukkige wijze met
het moderne en riéemt men de les
sen van het verleden op bouwkundig
terrein ter harte.
In verband met de sterke uitbrei-
door de uitgebreide werkzaamheden
in het leven geroepen door de bui
tengewone omstandigheden, waarin wij
nog leven, in het kort gezegd, door
een groot aantal factoren, waarmede
onze vroegere geslachten niets tema
ken hadden, en de slechte accomo-
datie der gemeentehuizen daartegen
over, was het noodzakelijk dat di
verse gemeentebesturen besloten tot
verbouw, alternatief nieuwbouw van
het gemeentehuis. De oorlogsgod
hielp niet weinig mede de toestand
nog wat ingewikkelder te maken en
zo werd b.v. te Dussen door oorlogs
tuig het raadhuis tot de grond toe
ding der gemeentediensten, doordat
het bevolkingscijfer is gestegen, gelijk gemaakt. Dat was te tragischer, stichten, onder architectuur van ir.
e gemeente, d ie zo verschrik-
ïleae:
daar deze
kelijk geleden had, zijn raadhuis ge
spaard. zag door een regen van gra
naten, maar door een explosie, 11a
de bevrijding, van oorlogstuig, dat
in de kelder was opgeslagen, bleef
niet een steen op ae andere-
Thans zal het kasteel te Dussen
tot raadhuis worden ingericht. De
restauratiewerkzaamheden vorderen
goed, al zal het nog wel geruime
tijd duren voor de vroede vaderen
zich rond de groene tafel zullen kun
nen scharen.
Te Veen zijn plannen in voorbe
reiding een nieuw gemeentehuis te
de Bruin te Utrecht- Geen overbodi
ge weeldede accomodate van het
tegenwoordige raadhuis laat zeer veel
te wensen over.
Het nieuwe gemeentehuis te Ee-
then had van binnen nogal geleden.
Zo was het prachtige meubilair door
vandalenhanden vernield.
Voor de oorlog was het Werkfonds
de bron, waatuit de benodigde gel
den voor ver- of nieuwbouw konden
worden geput. Nieuwe of gerestau
reerde raadhuizen uit die tijd date
rend zijn de „dinghuizen" van Gies-
sen en Almkerk.
Iedere moderne huisvrouiv is trots
op haar stralend witte was.
A. GLAVIMANS
GENERAAL EN MENS
Een epos over een groot Nederlander
Met medewerking van Mevrouw M. Spoor-Dijkema
M O D E R N E
WEKKERS - BAROMETERS - ENZ.
Reparatie aan Uurwerken, Goud en Zilver
A. RIDDERHOF Zn. j
I Hoogstraat 45, Werkendam, Telef. 109 I
Normalisatie ook bij
het opleidingswezen.
Een kort berichtje, onlanigs in de
karanten: een commissie onder auspi
ciën vaii de Urno is belast ,met de nor
malisatie van de schroefdraad van
boutjes en moertjes. Tien tegen één
idat ge er overheen gelezen hebt :en
zio niet, dan hebt gteT u wellicht afge
vraagd of de UNO niets belangrijkers
te doen heeft.
Maar deze ogenschijnlijk futiele
zaak is van enorm belang, want bout
jes en moertjes zitten letterlijk in
alles. Ze zitten in fietsen, radiotoe
stellen, vliegtuigen en naaimachines,
in kinderstoelen en electrische trams.
Ze vormen om zio te zeggien de ziel
van de techniek.
Én nu is de ellende, dat men ze
fabriceert in alle mogelijke maten.
D.w.z. er zijn niet alleen dikke en
dunne boutjes (dat spreekt vanzelf),
maar er bestaat enorm veel variatie
in de onderlinge afstand .van de
schroef windingen. Fijne draad, grove
draad... de fietsenmaker heeft totaal
andere denkbeelden over schroefdraad
dan de smid en de electriciën denkt
er ook weer anders over. Zij kunnen
met eikaars materiaal niets beginnen.
Daarom heeft ook elke knutselaar zo
veel doosjes en busjes waarin hii
urenlang 'zit te zoeken.
De UNO-commissie wil nu niet al
leen een eind makten aan het lijdein
der knutselaars, maar ook aan alle
energieverspilling die zich voordoet
als een dorpssmid in Transvaal eetn
jeep uit Canada moet repareren, of
een Philips-radio. Een einde aan de
bittere noodzaak, dat werven en re-
paratdewerkplaatsen grote voorraden
van alle mogelijke soorten schroef
draad moeten aanschafen en aanhou
den.
Dit streven naar efficiency door
middel van normalisatie en standaar
disatie, niet alleen van boutjes en
moertjes, maar van allerhande andere
onderdelen, kan men ook op mensen
toepassen. Met name op vaklieden
en technici die werkzaam zijn in ver
band van een grote organisatie als
een zeemacht.
Een modern oorlogsschip immers,
O)
is tegenwoordig! een ingewikkeld uur
werk van vernuftige machinerieën en
menselijke breinen- Komt een onder
zeeboot of kruiser in actie, dan mag;
aan boqrd in beginsel geen enkel
tandraadje weigeren, en g|een man
zijn kop verliezen, of het bestaan van
het schip loopt gevaar. Als de radar
uitvalt ..is het schip ten dele blind,
maar als de radar-operateur uitvalt,
evengoed. Op talloze posten vormen
menselijke hersens de onmisbare scha
kels tussen onmisbare apparatuur. Ea
hoe de automatisering ook' voort-,
schrijdt, er blijven altijd mensen no
dig, om de machines te bedienen en
te repareren. Een toekomstige zee
slag van onbemande, radi ografisch be
stuurde oorlogsschepen is misschien
in theorie (men moet voorzichtig zijn
in deze tijd van „guided missiles")
niet mogelijk, maar dan komen de
menselijke tussenschakels aan de wal
te zitten. Ze blijven noodzakelijk.
De menselijke tussenschakel is
afgezien van zijn particuliere mense
lijkheid, die van groter belang is,
maar die hier voor deze keer niet ter
sprake komt in zekere zin een
machine en als machine een onder
deel van de machinerie op het oor
logsschip. Voor de levenloze machi
nerie is efficiency een eerste ver
eiste en dus ook normalisatie en stan
daardisatie, zoals in de laatste oorlog
bleek: onze Nederlandse onderzeebo
ten hadden b.v. niets aan Engelse tor
pedo's (werkten met meegenomen
Nederlandse voorraad en later... met
buitgemaakte Duitse torpedo's) en
voor onze uitstekende Nederlandse 15
cm kanons op de „Flores" en de
„Soemba" moest op de duur de mu
nitie-voorraad van de „Sumatra" er
aan geloven. Gelukkig hebben >nze
marinemannen zich weten te redden
maar... (en daar wilden we heen)
normalisatie is nodig, en stellig ook
voor de levende machinerie, als
ik het zo noemen mag, voor het per-
soneelsapparaat van het oorlogsschip.
Het mag immers in een marine
niet voorkomen dat bootsman Pieter
sen een schroefdraad heeft, (die wél'
op Hr. iMjs. „Karei Doorman" past,
maar niet op Hr. Mis. korvet „Am-
bon". Hij .mag van (muziek houden
en postzegels verzamelen, hii mag een
z'wak hebben voor roodharige vrou
wen, maar als hij per ongeluk over
geplaatst wordt, moet hij pp zijn nieu
we schip even geschikt izijn voor zijn
taak als op het oude. Dat wil zeggen^
hij moet, omdat hii bootsmlan is, be
schikken over bepaalde capaciteiten,
die nauwkeurig vastgelegd zijn. Hij
moet zijn dienst kunnen doen zonder
■dat men van hem zegtdat is een
vent met een gebruiksaanwijzing:. En
wat voor botosman Pietersen geldt,
geldt ook voor artillerie-officier Jan-
spn en vo or rad i o-af s tand pie i Ier - plo t
der. 2e klasse 'Kareisen.
Met andere woorden: ook onze
Koninklijke Marine moet in haarper-
saneels-reserve een „onderdelen-voor
raad' 'bezitten, die zii zonder schroef
draad-moeilijkheden kan gebruiken,
en een reserve waaruit zij naar be
hoefte kan putten. Maar nu is er
behalve het verschil dat een mens
een mens is, en geen machine, nog
een belangrijk onderscheid tussen de
lévende mens en de levenloze ma
chine- De mens blijft namelijk niet
steeds dezelfdé, hij ontwikkelt 'zich.
Hij neemt toe in kennis en vaardig
heid en zo zal bootsman Pietersen
op zekere dag tot schipper bevor
derd worden omdat hij zijn examens
met goed gevolg heeft afgelegd en
lang' genoeg als bootsman ervaring
heeft opgedaan. Een versleten schroef
as wordt vervangen door een nieu
we, een versleten bootsman óók, maar
de meeste bootslieden verslijten niet
zo gauw, integendeel, ze vernieuwen
zich tot schipper. Zo is voortdurend
het gehele personeel van de Ko
ninklijke Marine bezilg zich tot iets
waardevollers te vernieuwen.
Dat vernieuwingsproces heet bii de
Koninklijke Marine het opleidings-
wezen, 'dat zijn aanvang vindt te
genwoordig: bjj de militaire vor
ming van vlootpersoneel in Hilversum
en mariniers Volkel (N.Br.) en Doorn,
en dat zich gespecialiseerd voortzet
in alle rangen en standen, ook voor
de officieren, die .op het Koninklijk
Instituut voo'r de Marine in Den Hel
der hun opleiding krijgen. Wat de
schepelingen betreft, voor iedere be
vordering is nodig dat de man een
extra hoeveelheid kennis en ervaring
heeft opgedaan, wat hij moet aan
tonen op een examen. Ook voor de
officieren zullen^ t.z.t. weer examens
worden ingevoerd.
Nu is het zo, dat de exameneisen
voor de rangen en standen in de
vele dienstvakken die de Koninklijke
Marine kent nauwkeurig vastgesteld
zijn. Dat moet wel, want de gelegen
heid tot studeren moet overal be
staan. Kwartiermeester Hendriksen
moet bootsman kunnen worden, of
hii ntu geplaatst is aan de wal, bii de
Oude Alexander Kazerne in Den
Haag of ahn boord van 'Hr. Ms.
korvet Ambon", patrouillerend inde
Indische wateren. Overal ter we
reld waar de Nederlandse drie
kleur van een marine-eenheid wap
pert, zijn marinemannen bezig zich
te bekwamen voor een hogere sport
op de ladder, terwijl hun werk ge
woon doorgaat. En op alle comman
danten rust dan ook de plicht, ervoor
te zorgen 'dat zijn personeel tot het
verwerven van deze grotere bekwaam
heid in staat is.
De exameneisen staan dus vast,
vopr elke ranig, voor ieder dienstvak.
De wijze waarop' de betrokken ma
rineman de nodige bekwaamheid ver
werft,, staat tot dusver nóg: niet!
vast. Diverse commandanten 'kunnen
daarover diverse meningen hebben .en.
elke instructeur kan zijn taak op
vatten, zoals hem dat het beste dunkt.
Als de marineman voor zijn examen
slaagt zal hii dus. theoretisch gerede
neerd, dezelfde bekwaamheid hebben
als. zijn collega, rang!- en vakgenoot
aan, de andere kant van de aardjbol:
immers hij beantwoord gan de
zelfde eisen maar hij zal toch
andérs zjjn, want hij heeft een andere
instructeur gehad. Het is weer ifls
met de fabricage van boutjeser wor
den op verschillende plaatsen boutjes
afgeleverd van dezelfde dikte, maar
met verschillende schroefdraad.
(Buiten verantwoording der Red.)
Meeuwen, Juni 1949
GEDEGRADEERD
'Geen Meeuwenaar zit nu,
In 'tEethen's Parlement
Dat is iets ongehoords,
Dat is gans ongekend.
Wie zal er strakjes toch,
Voor óns belang gaan waken?
Wie komt in Eethen op,
Voor Mee itwen's eigen zaken?
Geen Vos kreeg nu de kans,
De passie te gaan spreken.
En voor een Haan is thans,
De kraaitijd gans verstreken.
Geen Scherff beloopt de kans,
Daar scherven te gaan maken.
Geen Dekker zal vier jaar,
Voor 't dorpsbelang gaan waken.
We zijn gedegradeerd,
Tot „Overzees Gebied",
Als Heesbeen, Doeveren.
Men telt die dorpen niet.
Maar, Meeuwenaars, houdt moed!
*A1 is het nu te laat,
We staan een volgend keer,
Met man en macht paraat,
Al zijn we nu gezet,
In de vergeten hoek,
We doen niet meer onder, nooit!
Voor Drongelen en Broek.
X.
In oude tijd.
Het exterieur.
Depressie.
Ta weinig aceomadatie en
eorlogsgeweld.
a-
Ï'X-'
t
Dit schitterende resultaat kon zij alleen be
reiken met het zelfwerkend wasmiddel Persil.
Door het koken worden de duizenden zuur
stofbelletjes actief Samen met het overvette
Persil-sop dringen zij diep in het weefsel door,
zodat het wasgoed snel en grondig wordt ge
reinigd zonder dat het weefsel wordt aangetast.
Wordt ook een moderne huisvrouw, tobt u niet
af, houdt geen „wasdag", maar laat het originele
zelfwerkend wasmiddel Persil Uw was doen.
m llii
Nedérlandsche Persil Maatschappij N.V. Amsterdam Fabrieken te Jutphaas bij Utrecht
LEGERCOMMANDANT op zijn vier en veertigste jaar
DE MILITAIR, zijn legerorders, knappe strategische leiding en ruime
inzichten
DE POLITICUSinnerlijk conflict, geuite inzichten, een warm hart voor
zijn land, zijn jongens en Indië
SPOOR EN ZIJN SOLDATENsoldaat tussen soldaten, mens tussen
mensen (Anecdoten)
SOLDAAT EN GEESTELIJK VERZORGER: lange gesprekken met veld
predikers en aalmoezeniers
DE LAATSTE GENERAAL VAN HET KONINKRIJK: het drama van het
verlies in Indië, Spoor's inzichten en remmende werking op een
hellend vlak
8 MEI 1949besluit tot aftreden, zijn verantwoordelijkheid voor Indië,
terugkomen op zijn besluit, laatste inspecties en overlijden
Populaire uitgave. f 4,75
ingenaaid, omstr. 200 bl., geïllustreerd
In geheel linnen band en stofomslag f 5,90
Verschijnt
begin Augustus
met Bim—Bam slag
Alle uurwerken met één jaar garantie
Zonder gebruiks aanwijzing.
ROBERT D. MURPHY,
waarnemend Directeur van de Afdeling Duitse
en Oostenrijkse Zaken van het Departement
van buitenlandse Zaken van Amerika.