INGEZONDEN.
VOOR DE BEZOEKERS
Algem. Middenstands- en Industrie-tentoonstelling Heusden
SCHITTERENDE VERLICHTING
r - j
Jterker dan de haat
Suikerziekte een volksziekte.
Nieuwe mogelijkheden voor suikerpatiënten
Suikerziekte is een kwaal, die zo
veelvuldig voorkomt, dat men haar
als een volksziekte kan beschouwen.
Het aantal suikerpatiënten in Ne
derland wordt op 40.000 a 50.000
geschat, d.w.z. ongeveer 5 pet. der
bevolking. In ieder geval is de dia
betes een belangrijk sociaal pro
bleem, dat ter hand genomen dient
te worden. In Amerika heeft men
dit reeds in 1918 ingezien; in dat
jaar nam Dr. Elliott P. Joslin, één
der grootste diabetes-kenners ter we
reld, het initiatief voor de oprichting
van de eerste diabeteskliniek. In Ne
derland was het Prof. Hijmans van
den Bergh, die in 1934 d£ eerste
polikliniek voor suikerzieken in het
Stads- en Academisch Ziekenhuis te
Utrecht stichtte. Ook de Overheid
kwam tot het inzicht dat een prac-
tische en doelmatige voorlichting aan
diabetici een belangrijk onderdeel
der sociale gezondheidszorg is. Het
door het Ministerie van Sociale Za
ken in 1941 opgerichte Voorlichtings
bureau van de Voedingsraad bleek
hiervoor de aangewezen instantie te
zijn. Amsterdam was de eerste plaats
in ons land, waar 'in 1942 leen'
diëetcursus werd gegeven. Andere
plaatsen o.a. Haarlem, Den Haag,
Leiden, Zaandam en Dordrecht volg
den. In de loop der jaren bleek
het succes der cursussen zo groot
te zijn, dat het Voorlichtingsbureau
van de Voedingsraad in 1946 besloot
over te gaan tot de landelijke orga
nisatie van deze diëetcur,sussen. Dit
geschiedt in samenwerking met de in
Augustus 1945 opgerichte Nederland
se Vereniging van Suikerzieken. Deze
nog jonge vereniging met het snel
stijgend aantal leden, wil de suiker
zieken doen beseffen, dat zij zelf in
de eerste plaats vóór alles belang
hebbenden zijn bij het wetenschap
pelijk onderzoek en de behandeling
van hun ziekte. De NjV.S. streeft
naar het oprichten van kinderva-
cantie-oorden, hotels en-of restau
rants. Belangrijk is de controle, die
de vereniging uitoefent op de sa
menstelling, kwaliteit en de prijs
van speciale voor diabetici in de
handel gebrachte preparaten en voe
dingsmiddelen. De N..V.S. wil over
liet gehele land 60 afdelingen op
richten. Zij telt er thans 21. Boven
dien geeft de Vereniging een twee
maandelijks tijdschrift uit.
Op initiatief van het Voorlich
tingsbureau van de Voedingsraad en
de Nederlandse Vereniging van Sui
kerzieken werd in Januari 1948 te
Amsterdam de Medische Advies com
missie ingesteld, waarin bekende me
dici en twee diëtisten zitting hebben.
Prof. Dr. F. S. P. van Biicheim
tie Groningen en Dr. F. Gerritzen
te Leiden zijn respectievelijk voor
zitter en secretaris van dit College,
dat beide instanties inzake medische
en diëetkwesties van advies dient.
Ter inleiding van diëetcur sussen
wordt steeds een propaganda-bijeen-
komst georganiseerd. Deze zijn altijd
een groot succes. Op dergelijke ver
gaderingen, waartoe alle diabetici
een persoonlijke uitnodiging ontvan
gen, houdt een Geneesheer-directeur
van één der ziekenhuizen of een
plaatselijke internist een lezing over
de aard der ziekte, waarna een
diëtiste spreekt over de variatiemo
gelijkheden van het diëet en de
Voorzitter of Medische Adviseur der
Ned. Ver. van Suikerzieken tot slot
het onderwerp„Waarom bent U
lid van de NALSbehandelt,
Velen geven zich dan op voir
de daaraan aansluitende diëetcur -
sussen van 4 lessen, elk van twee
uur. Deze worden door plaatselijke
diëtisten op huishoudscholen gege
ven. Het cursusgeld bedraagt f0.50
a f2.50 naar draagkracht. Op deze
cursussen krijgen de patiënten prac-
tische wenken over het variëren van
het vaak eentonige diëet, het oor
deelkundig toedienen van insuline,
injecties en het hygiënisch bewaren
van injectiespuiten en -naalden. De
suikerzieken waarderen het bijzon
der, in de diëtiste iemand gevonden
te hebben, waarmede zij de moeilijk
heden betreffende het diëet bespre
ken kunnen. Temeer, daar vele huis
artsen door hun drukke pracföjk
geen of vrijwel géén tijd aan de
voorlichting 'der patiënten kunnen
besteden. Vanzelfsprekend wordt er
steeds de nadruk op gelegd, dat de
patiënten de doktersvoorschriften
stipt moeten opvolgen.
Een doelmatige voorlichting aan
diabetici vormt ongetwijfeld een be
langrijke bijdrage lot het mooie
werk van de sociale gezondheids
zorg.
(Buiten verantwoording der Red.)
Als oud-inwoner van het land van
Altena, lees ik nog regelmatig de
verslagen van gemeenteraadsvergade
ringen ,die in dit prettige streekblad
worden opgenomen.
Sommige mensen denken dat dit
verloren tijd is en bovendien bijzon
der saai. Zij vergissen zich echter,
want door het lezen van deze versla
gen krijgt men een kijk op de acti
viteit en de vooruitgang in de ver
schillende gemeenten.
Bovendien valt er om deze versla
gen ook nog wel eens te lachen
of te huilen! Wanneer b.v. in
de gemeente Eethen een voorstel van
B. en W. ter tafel komt om een
vrouw tot onbezoldigd ambtenaar
van de Burg. Stand te benoemen.
De raad was het daar echter niet
helemaal mee eens.
De heren Vos en van der Beek
wilden dit liever doen toekomen aan
gedemobiliseerde militairen. Vermoe
delijk zullen die echter ook liever
een bezoldigde functie hebben.
Blijkbaar hadden de heren Vos en
v. d. Beek het voorstel minder goed
begrepen, maar zij hadden dan ook
beter niets kunnen zeggen!
Nog een andete stem. Dhr. Gouda
uas n.L van mening, dat het publiek
liever geen vrouw tegenover zich
krijgt als A.B.S. Maar hoe weet dhr.
Gouda dat? Ik geloof 'n.I. niet, dat
men in Eethen die proef al wel eens
genomen heeft. 'Indien men echter
enigszins met gemeentepolitiek op de
hoogte is, dan moet men wel we
ten, dat qp vele plaatsen die proef
genomen is" en dat hij bijzonder goed
geslaagd is!l In de. regel leeft de
vrouw (ook de vrouwelijke A.B.S.)
meer met de mensen mee en is bo
vendien minder formeel en zakelijk,
dan de man. Zij is dus juist bij
zonder geschikt voor dit soort werk
(en b.v. ook voor sociaal werk')!
Of heeft de heer Gouda soms be
zwaar tegen de vrouw in overheids
dienst? Dat zou ouderwets zijn en
weinig progressief. In ieder geval niet
progressief genoeg voor iemand die
in 1946 nog steun zocht bij een
zekere progressieve groep om in de
raad te kunnen komen! Goed Raads
lid zijn is echter ook een vak!!
Met dank voor de plaatsruimte.
Een lezer.
VAN DE
is dit belangrijk:
wordt gehouden van 4 tot en met 8 October
is geopend van 10 tot 10 uur
officiële opening Dinsdag 4 October a.s., des voormiddags 11 uur
tentoonstellingsterrein bevindt zich op het Wilhelminaplein en de Prins Hendrikkade
dancing, cabaret en restaurant aanwezig
extra busdiensten vermeld in de couranten
ENTREE: 60 cent; Dagkaarten f 1.Kinderen 30 cent; Dagkaarten voor kinderen 30 cent
Cu u Ons Feuilleton
H. van Heeswijk j
Oorspronkelijk Nederlandse roman
28.
Ook daar kon ze geen rust vinden.
Telkens opnieuw, als ze 'smorgens
en 's middags alleen in huis zat,
moest ze denken aan de jongeman,
die ze ze moest het bekennen
zo lief had. Maar kon ze haar leven
binden aan de man, die haar broer...
Neen, neen, dat kon niet! Dat mocht
niet
Weken gjngen voorbij, maar het
leed stilde niet. Ze kon Antoon niet
uit haar gedachten bannen. Steeds
zag ze zijn van smart verwrongen
gelaat voor zich en telkens opnieuw
hoorde ze weer zijn stem.„Tine,
kun je me niet vergeven?"
Ze was hard geweest. Onmenselijk
hard. Ze had hem weggestuurd, hoe
wei ze hem niet meer missen kon.
De schaduw van haar gedode broer
stond tussen hen in en scheidde hen
beiden. Kon ze maar eens aan ie
mand haar hart uitstorten. Kon ze
maar eens "iemand om raad vragen
in dit verschrikkelijke dilemma!
Op een middag in het laatst van
November ging de telefoon.
„Zo Tine", begroette een rustige
stem aan de andere kant der lijm,
„ben je je oude oom helemaal ver
geten? Ik heb je sinds je met va-
cantie ging helemaal niet meer ge
zien.
Het flitste door haar gedachten:
Hem zal ik het zeggen. Hij zal mij
raad geven.
„Ik kom dadelijk naar u toe", be
loofde ze, nadat ze haar verontschul
diging had aahlgleboden, omdat ze hem
in maanden niet bezocht had.
Ze legde de telefoon pp de haak
en gaf het meisje order haar zoon
van de school te halen. „Wanneer
ik met eten nog niet thuis ben, dan
beginnen jullie maar. Het kan wel
iaat worden".
Een kwartier laterstapte ze op
de tram. De oude heer van Hoog
straten was een broer van haar
schoonvader, het enige familielid, met
wie ze nog contact had gehouden
na het overlijden van haar man. Hij
was in de zeventig en bewoonde een
rustig huisje aan de zeekant van
Scheveningen. Na Bergen aan Zee
was ze hem helemaal vergeten en
ze was dankbaar voor zijn telefoon
tje.
Na een poosje zat ze in de gezellig
ingerichte voorkomer tegenover de
oude heer en vertelde van haar zoon.
„En hoe is de vacantie in Bergen
aan Zee je bevallen?" vroeg hij op
beminnelijke toon.
„O, goéd", antwoordde ze met oe-
vende lippen.
„Je ziet er anders niet best uit,
kind", vervolgde hij, haar scherp aan
kijkend, „zorgen?"
„Och nee", antwoordde ze ontwij
kend.
„Kom, kom, ik zie het aan je ge
zicht en aan je gehele houding. Je
hebt iets. Kun je je oude pom niet
in vertrouwen nemen?"
Toen barstte ze plotseling in een
luid gesnik uit. Die opgekropte ze
nuwen, het in stilte gedragen leed,
de hartelijke woorden van de oude
man; dit allies was te veel voor haar.
Het zocht een uitweg.
Rustig 'klopte hij haar op de schou
der. „Huil maar eens flink uit, kind,
dat zal je ongetwijfeld' goed doen.
Én vertel me dan maar eens wat
er aan schort. Je weet, als ik je
helpen kan..."
Nadat ze wat gekalmeerd was, zei
ze„Ik wil het u graag vertellen.
Ik heb in Bergen aan Zee een man
leren kennen..."
De oude man knikte. „Dat dacht
ik wel: vrouwen en tranen... dan is
er in de regel een man in het spel".
„En je houdt natuurlijk .vanhem?"
vervolgde hij na enige tijd.
Ze knikte. „Maar het mag niet,
er kail niets tussen ons zijn. Hij..."
en weer snikte ze het uit.
„Vertel nu eens rustig en kalm
alles over hem", raadde hij aan.
„U weet oom, 'dat enkele jaren
geleden mijn broer, Wiilllem, plotse
ling is verdwenen. U weet ook, dat
ongeveer twee jaren nè zijn verdwij
ning zijn lijk gevonden werd in een
tuin, en..."
„Ja, ja, ik weet er alles van. Een
vriend van hem, die een suikeronder
neming in Indië heeft en. die ook stu
dent is geweekt, heeft hem in een
ogenblik van drift gedood en toen,
uit angst voor ontdekking, het 'lijk
in de tuin be graven. Hij, werd ver
oordeeld tot 5 jaar gevangenisstraf".
„Ja en... dat is het nu juist. Ik heb
hem ,die man, in Bergen aan zee le
ren kennen. Ik had hem al eens
eerder pp de boot naar Indië, toen
wij die reis naaf Suez hebben ge-
majkt, ontmoet. Maar ik wist natuur
lijk niiet, dat hij... het was. Ik hield
van hem én in Bier gen vonden wij
elkaar. En daar kwam ik ook door
een toeval te weten, dat hij mijn
broer gedood heeft. En nu is hij weg,
weer' naar Indië terug".
De oude heer knikte bedachtzaam.
„Ja 'ja, dat begreep ik al. Vertel
verder". -
„Verder? Er is niets meer te vertel
len. Hij heeft mé gevraagd te verge
ven en het verleden te vergeten om
in Indië een nieuw leven te beginnen.
Maar ik kan niet. Ik kan het niet
vergeten. Het is zo verschrikkelijk.
Hij was toch mijn enige broer, ie
mand die zon mooie carrière tege
moet ging, in de bloei van zijn le
ven..."
„Heeft hij je niet precies verteld,,
wat er op die avond gebeurd is?"
„Neen, maar dat weet ik immers.
Ze kregen ruzie met elkaar en toen
heeft hij mijn broer gewurgd. O, het
is zo verschrikkelijk!" Ze bewerkte
haar gezicht met de handen. Waarom
was het leven toch zo wreed?"
„Weet je ook, waarover ze ruzie
met elkaar gekregen hebben?"
De vrouw schudde ontkennend het
hoofd. „Neen, maal" dat interesseert
me niet. Wat geeft het ook allemaal.
Dood is dood. En de maft, die ik
lief heb, heeft hem1 vermoord".
„Stil", weerde de oude man af,
„Dat mag je niet zeggen, want dat
is een onwaarheid. Ik heb je nooit
over de bijzonderheden van dit dra
ma willen spreken, omdat de doden
moeten blij,ven rusten. Maar nu je
de man, dié de daad beging, hebt le
ren kennen, is het misschien beter,
dat je alles weet.
Hij was je enige broer en je hield
ontzettend veeiAan hem. Dat heb jk
geweten. Je zag In hem geen 'kwaad,
n zuster wil geen fouten zien bij de
broer .die ze liefheeft. Maar in je blin
de haat heb je de zaak ,van één ge*
zichtpunt bekeken en dat is je fout.
Daarom kun je niet vergetenen ver
geven. En daarom zal ik je nu ver
tellen waarom de beidé jongelui met
elkaar ruzie kregen. Je weet immers
dat je broer veel en dikwijls kaartte?
Welnu, ik heb indertijd uitvoerig de
verslagen van deze treurige zaak ge
lezen, wat je misschien verzuimd
hebt. Ze hebben 's avonds gekaart
op de kamer van die student van der
Velden. Je broer yeriioor aanvanke
lijk. Later won hij eensklaps grote
bedragen. Wat was de porzaak? Het
zaï hard voor jou zijn, wanneer je
dit hoort, maar 'het is de waarheid.
Je broer had van de gelegenheid
gebruik gemaakt, om de speelkaarten
te merken. Hij* had de kaarten ver
valst".
„Neen" riep ze uit vol afschuw,
terwijl ze overeind sprong, „dat is
een leugen".
(Wordt vervolgd)..
MERCURIUS 1949
V .'v*:(AN