Raadsverslag Almkerk
bet kerkbestuur over deze kwestie
overleg is gepleegd. Dit is niet be
reid, als de bestaande begraafplaats
vol is, oVer te gaan tot aanleg van
een nieuwe begraafplaats.
B. en W. komen thans met het
voorstel om een plan te doen ma
ken voor een nieuwe begraafplaats.
De heer Naaijen meent dat dit
hard nodig is.
De heer Crielaart vraagt of er ge
dachten zijn, waar de begraafplaats
zal komen.
De Voorzitter zegt dat hierover
al eens is gedacht. Het valt evenwel
niet mee, een begraafplaats moet
minstens 50 meter van iedere wo
ning verwijderd blijven. Spr. gelooft
niet dat de gedachten al zo ver zijn
gevorderd, dat er mededelingen over
gedaan kunnen worden.
De raad verstrekt B. en W. machti
ging stappen te doen voor het tot
standkomen van de nieuwe begraaf
plaats.
Het bedrag per leerling voor de
Chr. Lagere school wordt vastgesteld
op f 18,
Voorlopige vaststelling gem.-reke
ning 1948.
De heer de Fijter brengt rapport
uit en deelt mede dat de commissie
geen op- of aanmerkingen heeft en
dus voorstelt deze rekening voor de
gewone dienst voorlopig vast te stel
len met een ontvangst van 86204,59,
de uitgaven op f72154,02, alzo met
een batig saldo groot f 14050,57.
De kapitaaldienst in ontvangst en
uitgaaf met 't bedrag van f86127,02.
Met alg. st. wordt aldus besloten.
De rekening van het G.E.B. wordt
vastgesteld met het bedrag van
f 14757,48, batig saldo f1120,96voor
de gewone dienst. De kapitaaldienst
met het bedrag van f219,01.
Besloten wordt verder tot het aan
gaan ener Rekening-Courant overeen
komst met de Bank van Ned. Gem.
Rondvraag.
De heer Naaijen zegt dat onlangs
in de Hoofdgraaf woonwagens heb
ben gestaan, die nogal wat rommel
hebben achtergelaten. Is 'het niet mo
gelijk van deze wagens een staan
geld te heffen, of de eigenaars de
verplichting op te leggen, dat der
gelijke rommel wordt opgeruimd.
Hier moeten de bewoners voor het
ophalen van vuilnis toch ook beta
len.
De Voorzitter kan hierop niet di
rect antwoord geven, doch zal hier
naar een onderzoek instellen.
De heer Naaijen vestigt de aan
dacht op de riolering in bet Steegje
bij Crielaart, dat verstopt zit.
De Voorzitter zal dit laten onder
zoeken.
De heer Crielaart vestigt de aan
dacht op het feit, dat de privaten van
de nieuwe woningen bij hem in de
buurt in de sloot worden afgevoerd.
Kan de gemeente daartegen geen
maatregelen treffen
De Voorzitter merkt op dat hier
in de politieverordening voorziet, die
zo iets niet toelaat. Spr. zal een on
derzoek doen instellen.
De heer Crielaart wijst vervolgens
op de vuilnisbelt bij hem in de
buurt.
De Voorzitter gelooft dat daaraan
weinig te doen is, dit vuilnis ligt
op particulier terrein en niet aan de
openbare weg.
De heer Naaijen gelooft, dat als
het polderbestuur hierbij ingreep, er
wel iets te bereiken zou zijn.
De heer Crielaart deelt mede dat
bij hem in de omgeving nog een
granaat ligt.
De Voorzitter vindt het jammer,
dat dit niet eerder aan het gemeen
tebestuur is doorgegeven. Als deze
granaat er thans nog ligt zal hij daar
van melding maken, dan wordt hij
door militairen spoedig verwijderd.
De heer Crielaard vraagt wie er
aansprakelijk is voor de modder
poel op het Slijk.
De Voorzitter zegt: niet de gemeen
te, doch de eigenaar.
De heer Naaijen merkt op, dat in
dertijd besloten is 13 hont griend-
land om te doen leggen in bouwland.
Spr. heeft gehoord dat dit niet door
gaat, omdat het Staatsbosbeheer hier
voor geen vergunning wil de verle
nen.
De -Voorzitter zegt dat B. en W.
aanvankelijk hadden besloten, de
grienden te laten liggen, omdat de
eis werd gesteld dat 450 poten moe
ten worden ingeplant. Nu is men
evenwel op deze eis teruggekomen
en is men tevreden met de inplan
ting van 150 poten. B. en W. hebben
nu de bedoeling het genomen be
sluit wel uit te voeren.
De heer Crielaart informeert tot
hoever de gemeente verplicht is, tot
het onderhouden der onderwegen.
Aan de hand van de leggerkaarten
wordt aangetoond, dat dit slechts
voor een klein gedeelte het geval is.
Het onderhoud berust voor het groot
ste gedeelte bij het Dijkbestuur van
Benoeming lid (Burgerlijk: Armbe
stuur, wegens periodieke aftreding.
B. en W. bevelen ter benoeming
aan: 1. jA. C. de Later, aftredend;
2. H. de Bok.
De heer Burghout vraagt of deze
benoeming wel podig is, is het Burg.
Armbestuur niet overbodig geworden
en kan oiet, evenals dit in andere ge
meenten reeds js geschied, een an
dere instelling dn het leven worden
geroepen? 1
De Voorzitter ,zegt, dat B. en W.
hiermede reeds bezig zijn, te zijner
tijd zal het college hiervoor met
voorstellen bij de raad. komen.
Bij de hierop volgende stemming
verkreeg de heer A. C. de Later 9
en de heer H. de Bok een stem, zo
dat de eerste is herbenoemd.
Het bedrag per leerling wordt voor
het Bijzonder Onderwijs voor het jaar
1950 vastgesteld pp f20 per leer
ling, dit |in overleg met het school
bestuur.
Vaststelling vermenigvuldigipgjscii-
fer schoolgeld 19491950. B. en
W. stellen voor dit op hetzelfde be
drag n.l. (2 te stellen, evenals het
vorig jaar.
De heer Ouwerkierk beeft tal van
klachten vernomen, dat het school
geld te hoog is. i
De Voorzitter piefkt op, dat dit zo
is, de (Schuld ligt bij idle aanslagen
voor de (rijksbelasting, waarop het
schoolgeld wordt gebaseerd. Boven
dien moet niet uit het oog worden
verloren, dat men met deze belas
tingen 2 jaar ten achtier is en de
aanslag dus wordt berekend naar het
inkomen van ,2 jaar terug.
De heer Raams vraagt, wat het
gevolg zal zijn als het cijfer wordt
verlaagd b.v. pp 1. 1
De Voorzitter gelooft niet, datGed.
Staten dit zouden goedkeuren, het
gevolg zou zijn dat het schoolgeld
de helft minder zou opbrengen. Ook
de rijksbijdrage zal dan vermoede
lijk verlaagd worden.
De heer C. de Jong zégt, dat de
rijksaanslagen op niets lijken.
De heer Nieuwenhuizen merkt op,
dat ieder die teveel schoolgeld moet
betalen, toch kan reclameren.
De Voorzitter zegt, dat dit zeker
kan. Hij moet verlaging van het cijfer
evenwel sterk ontraden.
Me.t algemene stemmen wordt hier
op oiok dit voorstel' van B. en W.
aangenomen.
Vaststelling gemeentebegroting en
begrotingen takken ,van dienst voor
het jaar ,1950.
De begroting van het G.E.B. wordt
voor de gewone dienst in ontvangst
en uitgaaf! vastgesteld met het be
drag van f 56795.49, de kapitaaldienst
op f23233.16.
De heer de Graaf vraagt of de
taxatie, tengevolge van de wijziging
der tarieven op de oudle voet is
gebleven.
De Voorzitter zegt, dat ze het
zelfde zijn gebleven.
De heer de Graaff merkt op, dat
van de laatste wijziging de grootge
bruikers alleen hebben geprofiteerd,
bii een volgende wijziging zou hij
gaarne zien, dat de kleinverbruiker
profiteerde.
Die Voorzitter acht de tarieven voor
het vastrecht te hoog.
De heer Snoek zegt/ dat het een
jaar voor proef is geweest, eerst als
de resultaten bekend zijn kan nier-
over worden geoordeeld.
De heer Ouwerkerk vraagt of reke
ning is gehouden met de uitbrei
ding van de straatverlichting, waartoe
het vorig jaar reeds'is besloten.
De heer Snoek zegt, dat deze uit
breiding moest wachten op de uit
breiding der transformatoren, die de
ze week zijn beslag heeft gekregén.
De Voorzitter meent, dat de elec-
triciteitscommissie met de gemaakte
opmerkingen rekening kan houden,
De begroting voor het vleeskeu-
ring'sbedrijf wordt vastgesteld in ont
vangst en uitgaaf op f8113.75, aah
keurlonen is geraamd f7500.De
tarieven op hetzelfde bedrag van
vroeger.
De begroting voor het Burgerlijk
Armbestuur wordt in ontvangst en
en uitgaaf vastgesteld op f 3027.60.
De lieer de Graaf heeft gezien, dat
het met het Burgerlijk Armbestuur
de goede kant uitgaat. Hij meent
evenwel, dat het werk voor de ge
meentearts veel minder is geworden
en dus ook diens jaarwedde verlaagd
het Oudland van Altena. Voor wat
de gedeelten die tot de gemeente be
horen, zal de Voorzitter doen onder
zoeken in hoeverre deze verbetering
behoeven.
De openbare vergadering wordt
hierop gesloten, de raad gaat over
in geheime zitting.
diende te worden.
De Voorzitter merkt op, dat dit
salaris op de gemeentebegroting is
uitgetrokken.
De heer Snoek vraagt of het geen
tijd wordt dat de salarissen die op
f585 zijn uitgetrokken eens worden
bekeken. J.
Vaststelling gem.begroting 1950.
De Voorzitter wil eerst antwoorden
op de opmerking van de heer de
Graaff over de jaarwedde van de
gemeentearts- Deze jaarwedde lévert
bij de .plattelandsgemeenten moeilijk
heid op, waar deze overal te hoog zijn.
Iedere gem. afzonderlijk kan in deze
evenwel niets bereiken, men zal dit
gezamenlijk moeten bezien.
De heer Raams kan niet aanne
men, dat men het gehele leven vast
zit aan het contract dat met de ge-
meeritearts is gemaakt.
De Voorzitter zegt, dat er geen con
tract bestaat. Alleen als er een nieu
we gemeentearts benoemid zou wor
den kan een nieuwe jaarwedde wor
den yastgesteld.
Wethouder C. G. de Jong merkt
op, dat de arts behalve de armen
praktijk ook belast is met de in
enting en dodenschouw.
De heer Ouwerkerk vraagt of door
overleg miet de gemeentearts niéts
te bereiken zou zijn.
De heer Snoek adviseert, dat de
Voorzitter deze kwestie eens be
spreekt in de vergadering van Bur
gemeesters, om te trachten een lijn
te trekken.
De Voorzitter 'wil' dit met alle ple
zier doen |en dit odk met de Vereni
ging van Nederl. gemeenten bespre
ken, waarvan hij bestuurslid is.
De heer Snoek vraagt of het niet
wenselijk is in de toekomst een wo
ningbedrijf te stichten, zodat dit in
het vervolg buiten de gemeente reke
ning valt. De 'Secretaris geeft hier
over een toelichting waaruit blijkt
dat aan een dergelijke instelling reeds
gewerkt wordt.
De heer Snoek zegt dat de op
haaldienst van vuilnis behoorlijk
schijnt te verlopen, kan niet beter
tot aanbesteding worden overgegaan.
De gemeentewerkman zit 1 .dag op
de vuilniswagen, dit zou dan kun
nen vervallen. Ook is deze belast
met het ophalen der huren, dit zou
toch de gemeentebode kunnen doen.
De Voorzitter zegt dat het ophalen
van vuilnis een experiment is ge
weest. Hoe deze in de toekomst moet
lopen, kan spr. niet zeggen. Aanbe
steding zou te overwegen zijn.
De heer Snoek meent, dat, als de
gemeentebode wordt belast met het
ophalen der huur, men het misschien
met één gemeentewerkman zou kun
nen doen.
De heer Burghout merkt op dat
in een stad het ophalen der vuilnis
door één man kan geschieden, dit
is hier niet mogelijk, hier gebruikt
men manden en kisten die door 2
personen haast niet zijn op te tillen.
De heer Raams is het met de heer
Snoek eens, dat een reorganisatie
wel gewenst is en deze onder het
oog behoort te worden gezien.
De Voorzitter zegt dat dit kan ge
schieden.
De heer Snoek acht het ook ge
wenst dat het schoonmaken der slo-
in het vervolg wordt aanbesteed.
Verder heeft het spr. getroffen dat
nog geen plan is gemaakt voor rio
lering van de Voorsteeg.
De Voorzitter acht dit zeer moei
lijk, er zou een uitgebreid riolerings
plan gemaakt moeten worden.
De heer Nieuwehuizen wijst er op,
dat de bouw in de gemeente een
janboel schept.
Wethouder C. G. de Jong zegt dat
de heer v. Loenen er op heeft ge
wezen, dat getracht zal moeten wor
den uiteindelijk een riolering ce krij
gen die uitmondt in de Alm, waar
dan een zuiveringsinstallatie zal moe
ten komen.
De heer Raams heeft in de be
groting een post gezien voor de volks
gezondheid, met welk doel is deze
uitgetrokken
De Voorzitter deelt mede, dat voor
Volksgezondheid een bedrag van 770
gulden is uitgetrokken, voor een
eventuele doorlichting der bevolking
voor tuberculose.
De heer Raams vraagt of B. èn
W. ook wel eens hebben gedacht
aan het aanleggen van een zwemge-
legenheid.
De Voorzitter zegt dat een Serge-
rijk plan Dij net college van B. en
W. wel in overweging is geweest,
doch de Nieuwendijk voelde daar
niet voor. Men wilde een zwembad
daar hebben, terwijl Almkerk ge
negen was het halfweg te doen aan
leggen. Spr. gelooft evenwel, dat
men thans aan de Nieuwendjjk, tot
de overtuiging begint te komen, dat
samenwerking in deze noodzakelijk
is.
De heer Snoek vreest dat, als men
overal zwemgelegenheden gaat ma
ken, men bereikt dat Sleeuwijk niet
meer rendabel is. Sommige leden
zijn van mening dat uit Almkerk niet
zoveel van Sleeuwijk wordt gebruik
gemaakt, een mening die door ande
ren niet wordt gedeeld.
De heer Ouwerkerk vraagt welke
post is uitgetrokken voor verbetering
der wegen, waarop de "Voorzitter ant
woordt, dat op de begroting alleen
een post voor onderhoud der wegen
is uitgetrokken. Verbetering van we
gen valt onder kapitaalsuitgaven.
De gemeentebegroting wordt hier
op vastgesteld, zoals ze werd aange
boden.
Beschikbaarstelling gelden ingevol
ge art. 72 der L. O. 1920 aan het
Best. der Bijz. school te Nieuwendijk.
De Voorzitter deelt mee dat voor
vervanging van leermiddelen, die
door de oorlogsomstandigheden zijn
verloren gegaan, een bedrag beno
digd is van f 7490,60. B. en W. stel
len voor overeenkomstig het advies
van de Inspecteur voor het Lager
Onderwijs, dit bedrag ter beschik
king te stellen, met welk voorstel
de raad accoord gaat. De begroting
1949 wordt gewijzigd overeenkomstig
het voorstel van B. en W.
Verhuring gemeentewoningen.
Besloten wordt tot verhuring van
2 woningen aan de Fabriciusstraat
en wel één aan Duizer en één aan
W. Colijn. Van de twee in aanbouw
zijnde woningen aan de Achtersteeg
wordt één toegewezen aan Pellicaan,
de andere was bestemd voor het ge
zin Vink. Deze wil evenwel liever
geen nieuwe woning en blijft liever
aan de Uppelse Hoek wonen.
Rondvraag.
De heer Raams heeft in de cou
rant gezien, dat Almkerk voor 1950
geen bouwvolume toegewezen beeft
gekregen, is dit juist?
De Voorzitter antwoordt bevesti
gend, de twee gemeenten die het
grootste behoefte hebben aan bouw
volume, n.l. Almkerk en 'Wijk en
Aalburg hebben niets gekregen, ter
wijl de gemeente Andel, bouwvolume
voor 9 woningen heeft ontvangen,
waarmede zij geen goede raad weet.
Hier komt men alleen in aanmerking
voor herbouw en eigenbouwers.
Voor een tweetal van deze laatste
zou misschien bouwvolume te krij
gen zijn.
De heer Snoek begrijpt ook niet
dat men in Sleeuwijk maar raak
kan bouwen.
De heer Raams vraagt of er /nog
niet over bouwvolume te praten zou
zijn;
De Voorzitter wil dit wel probe
ren. Hij acht het evenwel gewenst
dat ook de arbeidersorganisaties hun
invloed in deze aanwenden. Er zijn
in Almkerk nog honderd aanvra
gen voor een woning. Mogelijk dat
misschien voor crepeergevallen ook
nog iets te bereiken is, maar wat
maakt dat op de heleboel uit.
De heer Ouwerkerk vraagt of het
niet mogelijk is dat de melkfabriek
haar vuil water bij zich houdt. -
De Voorzitter belooft hierover te
zullen spreken.
De heer Kolff vraagt of de amb
tenaren van het Arbeidsbureau een
volle dagtaak hebben.
De Voorzitter is zulks niet be
kend. Dit is een rijks- en geen ge
meentezaak.
De heer v. Herwijnen wijst er pp,'
dat het schut dat is geplaatst ,om
het water in de dwarssloot te hou
den te hoog is geplaatst, waardoor
het water in de Gantel terug loopt.
De heer Snoek zegt, dat dit reeds
bekend is, er zal vermoedelijk een
stuk onder geplaatst moeten wor
den.
De vergadering wordt hierop ge
sloten, de raad gaat over in gehei
me zitting voor de behandeling van
een reclame over schoolgeld.
van de vergadering op Vrijdag 9 December 1949,
(Vervolg) des namiddags om 7 uur.