NIEUWSBLAD Wachters TWEEDE BLAD Raadsvergadering Almkerk, BI] DE BALANS Om hel behoud van onze volkskracht. MAANDAG 20 MAART 1930 No. 6755 voor het Land v. Heusden en Altena, de Langstraat en Bommelerwaard Ons volk heeft indertijd onze mi litairen met gemengde gevoelens naar Indonesië zien vertrekken. Maar on verschillig hoe men over het vertrek dacht: er heerst grote vreugde in de gezinnen, waar man of zoon is teruggekeerd. En velen zijn al terug in het va derland. En daarbij is gebleken, dat deze mannen profijt hebben gehad van hun diensttijd. Uit ervaringen van werkgevers en uit alle publicaties, die op de gedemobiliseerden betrek king hebben is gebleken, dat de ze mannen zelfstandiger en flinker zijn geworden en dat zij 'een groter verantwoordelijkheidsgevoel hebben gekregen. Kortrom: de kwaliteit der tot heden teruggekeerde militairen betekent een grote versterking van Ne der kinds volkskracht. Wat er in het conflict ook verloren moge zijn gegaandit is een groot gewin! Maar... De grote meerderheid der tot nu toe teruggekeerden wisten waarom ze in Indonesië waren. Die taak is thans afgelopen. Zij, die er nu nog zijn „zitten er te zitten" om het populair te zeggen. Nog zeker 80.000 militairen onder Nederlands bevel verkeren in deze toestand. Zij willen naar huis terug. En zij komen ook terug. Maar ofschoon door het charteren van buitenlandse schepen het demobilisatieschema is versneld van 7500 tot 10.000 man per maand en met veel geluk 2al het mis schien nog iets kunnen worden ver sneld het is duidelijk dat het tot het najaar zal duren eer de laatste man scheep gaat. Dus wachten, wachten. Maanden lang wachten voor tienduizenden. Zonder taak in het hete, vochtige klimaat van de Indonesische haven- steden. In kampementen, die sóms overvol zijn, gespeend van ook maar het geringste comfort. Dat betekent: eindeloze, treiterige verveling. De gevolgen hiervan zijn in één zin samen te vatten: het gevaar dat zeer gewaardeerde potentiële volks kracht verloren gaat. Voor de man nen zélf zou dit een ramp zijn, die hun hele leven verder kan beïnvloe den. Voor ons volk als geheel een verlies, dat wij niet kunnen en mo gen gedogen. Met grote financiële steun van de Regering dóet de Niwin wat zij kan om onze mannen in Indonesië gees telijk en lichamelijk fit te houden. Er worden o.a. zeer waardevolle cur sussen gegeven, die de militairen voorbereiden op hun terugkeer. Wel ke arbeidsmogelijkheden er zijn, hoe zij moeten solliciteren kortom de practische dingen van het dagelijks leven, die voor hun toekomst van groot belang zijn worden hun als 't ware spelenderwijs geleerd. Voorts wordt lectuur gezonden, sport- materiaal en alles wat verder nodig is voor een goede vrijetijdsbesteding. Wij weten dat de regeringssteun al léén niet voldoende is om dit werk af te maken zoals het zijn moet. Wij 'Voorstel inbreng gedeelte koopsom panden van Wijngaarden en Littooij. "Die Voorzitter deelt mede, dat dié- ze kwestie met de provinciale ambte naar nader is besproken en deze wees er op, dat verbetering^ daar en weg neming van de bocht ook voor de bewoners van Almkerk van belang is. In dit verband vraagt de provincie een bijdrage van f 860.waartegen over dan de gemeente over de af braak en het puin kan beschikken. De heer Snoek zou zeggen, laat de provincie de zaak daar zelf maar opknappen, men kan wel zeggen dat ook de bewoners van Almkerk belang bit de verbetering hebben, doch hij heeft nog nooit van een ongeluk door bewoners van Almkerk; geboord. Als die voorkomen, zijh het vreemde!in- igien die ze veroorzaken. De Voorzitter zejgt, dat het een gevaarlijke bocht is. Die provincie is roijaal geweest met het beschikbaar stellen van bouwvolume, zou de raad dus het voorstel van de provincie af wijzen, dan meent spr. dat deze geeu juist standpunt inneemt. De heer Nieuwenhuizen gelooft, dat het de gemeente aardig g|eld zal kos ten. De heer Raams verklaart niets voor het voorstel te voelen. De Voorzitter wijst er op, dat dan ook v. Wijngaarden vast zit en niet verder kan. De heer Raams vraagt of er nog weten ook, dat onze lezers allen man nen kennen, die nog op hun thuis vaart uit het verre Indonesië wach ten. En zij, wier familieleden of ken nissen reeds teruggekeerd zijn, kun nen zich voorstellen hoe waardevol het is, dat zij die nog wachten ge zond naar lichaam en geest in de familiekring terugkeren. Daarom wil ons blad graag en met overtuiging helpen om het leven van die wachtenden zó "te maken, dat) zij inderdaad goed terugkomen. De ze mannen ginds gaven drie jaren van hun leven laten wij voor de laatste maal een bijdrage geven om hun dit wachten op de thuisreis al thans enigermate dragelijk te ma ken. Daarom zijn wij gaarrnie bereid de ze bijdragen in ontvangst te nemen en in ons blad te verantwoorden. Uw gift hoe klein ook is welkom rechtstreeks aan ons bureau, per postwissel of girono. 61525 of per aangetekende brief. Voor het laatst willen wij waar maken Oké, wij leven mee Met onze jongens overzee. iets goeds zal overblijven bij die af braak van de woning van de Graaf. De Voorzitter kan zulks niet zeg gen, de woning is oud. Spr. kan echter niet anders dóen, dan dé raad voor te stellen het voorstel te aan vaarden. Wethouder C. G. de Jong zou ook eerst nog' wel iets willen zeggjen. Het debat over deze ziaak is hem niet te gengevallen. Spr. meent dat gë.con- stateerd mag worden dat Ged. Staten voorbarig hebben gehandeld, omdat zij1 zich met eerst hebben verzekerd van de medewerking van de raad der gemeente Almkerk. Nu wordt nie mand graag op zijn fouten 'g[ewezen, ook Ged. Staten niet. Handhaaft de raad zijn gienomen besluit, dan heb ben Ged. Staten dit te aanvaarden. Is het echter wel tactisch juist, wordt er het bouwen van woningen wel medé bevorderd? Er moet over een woning nog onderhandeld worden, dan kan de raad het been strak hou den. Bovendien als wordt overgegaan tot verbetering der Buitenkade, dan kan de giemeente "het afkomende puin gloed gebruiken en kan daar het geld misschien weer uitgehaald worden. Zou men dit elders moietein halen, dan kost dit veel. Spr. zelf heeft aan vankelijk ook afwijzend er tegenover gestaan, doch als hij alles nagadt, vraagt hij z ich af, is het wel juist het af te wijzen. De heer Snoek zegt, dat in het gesprokene door de heer de Jong veel waars zit. Als de gemeente toestem ming kreeg 20 goedkope woningen te bouwen zou spr. over zijn bezwa ren kunnen heenstappen. De Voorzitter meent, dat men er deze voorwaarde niet aan kan ver binden, men moet echter niet uit het loog: verliezen, dat men gerégeld met de provincie te maken heeft. Die heer Ouwerkerk acht het ook voor de gemeente van belang dat de woning van de Graaf verdwijnt. Dit is wel het bedrag, van f860 waard. Met algemene stemmen wordt hier op besloten aan het verlangen van Ged. Staten te voldoen en het geno men raadsbesluit in te trekken. Verhuur giemeente woningen De Voorzitter deelt mede, dat de commissie adviseert 1 woning toe te wijzen aan Achterbeiigj, van de dub bele woning waarvan 1 reeds aan Pellikaan is toegewezen. B. en W. stellen voor volgens dit advies te 'besluiten. Wat de andere woninigen betreft, ziou spr. deze eerst even in besloten vergadering willen bespre ken. Niet dat men net niet eens is met het advies van de commissie, doch alleen omdat ér ,toch wel iets in zit. De openbare vergadering wordt derhalve geschorst. Nia heroopening wordt besloten 1 wionin|g toe te wij zen aan A. Zwart en een aan P- v. d. Heuvel. 1 Verhuur Landbouwschool-lokaal. Op voorstel van B. en W. wordt besloten deze te verhuren aan de Boeren- en Tuinders'bond. Machtiging bouw schuurtjes. De Voorzitter zegt, dat hierover heel wat te doen is geweest, In Uit wijk wil men deze schuurtjes graag hebben. In Almkerk is hierover nog;- al enige strubbeling geweest, omdat de huur met 50 cent verhooigd zal worden. Aanvankelijk waren dé wo ninigen verhuurd voor f 4.90, wat na derhand is teruggebracht op, f4-75, zodat de huur thans op f 5.25 zal ko men. Een paar bewoners willen de schuurtjes wel hebben, andere even wel niet. t De heer Snoek ziegft,. dat het e,r op het olgferiblik een gribes is, als men géén schuurtjes wil, dienen toch de thans bestaande schuurtjes etc. te worden opgeruimd. Die Voorzitter is het daarmede eens, dit zal ook moeten geschieden bij hen die geen schuurtje willen heb ben. i De heer Raams ziet hieruit grote moeilijkheden groeien. Die raad machtigt B. en "W. de schuurtjes te doen aanbesteden en neemt verder hét besluit, dat de rommel moét verdwijnen. Voorstel cred iet verlening woning bouw. Die Voorzitter deelt mede, dat de giemeente voor de zuivelfabriek 5 50 M3 bouwvolume heeft toegewezen ge kregen. Verder 287 M3 voor de Vleeskeuringsdienst. Die eerste toewij zing betreft de industrie, zodat de ge meente daarvoor niet behoeft tie Dioiu- (Vervolg) op Zaterdag 11 Maart, des v m. 9,30 uur. Ons Feuilleton door W. Kerremans 32- „Jo", hoorde zij hem met moei lijke stem ze|ggeh, „ik begrijp, ik weet..." Zii richtte even haar hoofd op, veegde vlug de tranen weg' en pro- -beerde een flauw glimlachje te dwin gen „Het is niets Karei, let er maar niet op. Ik dacht aan die pretjtige tijd van vroeger... toen je bij; pns kwam. en ik, toen wij allemaal zo gelukkig waren. Maar die tijd is voorbij. Je bent weglgeglau'11 en we hoorden niets meer van je..." „Ja, zie je...» Toen ik hier was bleek het mie toch veel beter de col leges te blijven volgen. De studie werd er zoveel g(emakkelijk|er door en toen jij..." J Verschrikt hield hij op toen hij haar vragende blik zqg. Juist even te laat, vreesde hij. „Toen jij! verloofd waart", had hij: in zijn stormende gedachten gehad, „was ér geen re den voor mij om weer naar Bitieda te komen". Hij; zocht radeloos in zijn gedachten haar eén aannemelijk vervolg .op de begonnen zin en boog zich, toen hij niets vond, rnatar voor over om zijh schoenveter los te ma ken en weer dicht te trekkéh. Toen hij; zich weer oprichtte, zag hij' Yonca nog steeds vragend en wachtend voor zich. Hij! moest iets zeggen, ziil mocht hem kennelijk niet helpen door zelf iets te zeggen. „Hm. Je begrijpt dat het natuur lijk beter is om collejgles te vollgén en toen voor Reinders het examen voor de krijjglsschool naderde, dacht ik dat het beter wals hem niet té blijven storen". „Je schreef ook nooit rneèr iets en mijn trouwdag ben je vergeten". vTk was toen op reis", loog hii bedremmeld. „Zo, was je op reis", hernam Yon ca, die wist dat dit een leugen was- Reinders had haar een ander voor wendsel genoemd en gezegd, dat Roe- lants de kennisgeving van haar hu welijk niet had ontvangen. Waarom zouden die twee daarover liegen? Och, zij wilden geen van béiden de ware reden erkennen, die alleen maar was dat Roelants haar had vergeten of dat zij hem zo onverschillig was, dat hii zelfs niet de moeite had wil len nemen haar een gelukwens te zenden. Deze gedachte bracht een trekje van hardheid in haar houding en op plotseling koelere toon zei zü „Ik ben je dankbaar" dat je mii dadelijk hebt willen ontvangen. Ik zou je raad willen vragen als advo caat en als vriend". „Keer hét om Jo, zeg als vriend en als advocaat". „Dank je Karei, ik weet \vat je daarmede bedoelt. Het maakt mii ge makkelijker te spreken. MJijh huwe lijk met Uilenburjgh.is... een te leurstelling. Ikkan je niet al les vertellen en misschien..." Vra- glend keek zij! hem weer aan. „Ja Jo, Lydie heeft mij! over je ge sproken". „Ik wil van hem wég. Ik heb al lang dat plan, maar ik ken geen en kele advocaat én ik kon er niet toe komen zo maar bij een wildvreemden man binnen te lopen en hem die din gen mede te delen. Dat kon ik niet..." Zii1 wachte, vee|gfde weer snel met haar zakdoek langs de ogen en ver volgde „Ik kan jou ook niet alles zéggen Karei, maar misschien is het toch nodig dat je er veel van moet we ten... als advocaat bedoel ik". „Jopie, ik zal het je biet moeilijk maken. Ik weet voorlopig gtepoeg. Lydie heeft me verteld wat een le ven je met die... met Uilenbupgh hebt. Ik weet dat hij een bruut is en dat je dit leven niet mag voort-? zetten". „Zou ik kunnen scheiden?" „Ongetwijfeld. Er zijn voldoende redenen. Is hij1 niet bereid iiri een scheiding te bewilligen Zij schudde het hoofd. L „Neen, ik heb hem dat al enige jaren geleden gevraag. „Jaren?" vroeg Karei. „Ja, Karei, zijh liefde heeft maar erg kort geduurd.Niog geen maand. Hii zei me toen dat hjj, zo,als hij het uitdrukte, een beroerde eigenschap had. Wanneer hij een vrouw een maal. had.... Karei knikte haastig dat hij' j>e- glreep. „Dan verdween zijn liefde totaal. Hij had gedacht, dat dit bij mij; niet het geval zou zijn, omdat hij nog nooit zjo verliefd ojp een meisje was Igéweest als op mij. Maar de ^eigen schap was weer teruggekomen en ik moest me er miaar in schikken. Dat zei hij me op een onversehilliigétoon, terwijl hij een si;glaar aanstak. Hét is daarna erger en erger 'géworden. Hii dronk weer verschrikkelijk1 en glinig met andere vrouwen. Hij bracht ze mee naar zijn huis en ik ontmoettje die wezens soms of hoorde ze..." „Wat een gemene ploert", ontviel Karei met barstende heftigheid, „wat een..." f Hij zweeg. Haar man uitschelden was niet de manier om haar rustiger of blijder te stemmen. „Ik héb toeh dadelijk voorgesteld om van elkaar te gaan, maar ddt weigéfde hij". „Waarom?" „"Hij heeft het niet rechtuit .gezegd, maar'ik geloof dat het is omdat hii bang is dat een scheiding hem té veel geld zal kosten. We hébben veel schulden en behalve de kosten van de scheiding denkt hij mij een alimentatie te moeten uitkertejn. Maar het gaac niet langer Karei... Ik kan niet bij hem blijven. Veel liever ben ik dood dan dit leven voort tie zet ten". 1 „Je moet van hem weg, 'Jo, je gaat van hem weg", riep Karei an|g|- stig. „Maak je geen zorg. 'Ik zal hem dwingen je vrij te latien. Er zijn voldoende ter mén. Natuurlijk zijin er wel getuigen die kunnen beves- tigén hoe hii je behandelt". Zorglelijk staarde Yonca voor zich... „Getuigen? Neen, dat denk ik niet. ?Hij mishandelt mii1 niet, tenminste niet lichamelijk... Hij beledigt mlijl h:ii vernedert mij, hij' verwaarloost mij en let op mij minder, dan vroeger op zijn paarden. Ik ben ééns een paar dagen niet goed geweest en, toon zeihij met zijn kille stem'Ik waar schuw Je hoor dat je niet op je bed gaat liggen, want dan laat ik je nadr het ziekenhuis brengen, 3e klasse". Karei sloeg met zjijii vuist op zijn knie en mompelde een vloek. „Je moet van hém weg. Ik' zial hem dwingen". „Zou je dat kunnen?" Karei zag wel in, dat dit niet eenvoudig; zou zijh. Als Uilenlburgh niet vrijwillig! wilde scheiden, zou het een moeilijke opgave worden. Jo had geen getuigen die de rechter konden staven dat haar klachten juist waren. Bewijzen dat hij overspel pleegde was haast ondoenlijk:. Kwaad willige verlating was uit,g|esloten. Als Jo hem verliet kion hijhaar terug eisen. „Zijn er geen kennissen die wiel- eens gehoord hebben hoe Uilehburgh je behandelt". „We hebben zo weinig kennissêh. Zijn collega's mijden hem1, hij; staat slecht aangeschreven en Is al gepas seerd voor kapitein. Hij' hééft nu een soort vriend, een burger, een giemeein individu, een soort zaakwaarnemer geloof ik1. leitjes beet hij". (Wordt vervolgd). behorende bij het

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Nieuwsblad het land van Heusden en Altena de Langstraat en de Bommelerwaard | 1950 | | pagina 5